Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Xeeland.
Orthodoxe Bedelbrieven.
FEUILLETON.
Uit de Pers.
No. 1306.
Woensdag 1 Maart 1916.
I3e Jaargang.
Uit jonge Jaren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te ThR NEUZEN.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVBRTENTIEN
ADVERTENTIËN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver^
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzèn, met vermel
ding „Aan de Redactie.''
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
Watersnood.
Wij ontvingen nog de opbrengst der collecte
van de Chr. school te Hoek (Dorp) voor den
watersnood, zijnde f 12,82.
Totaal met inbegrip vorige lijst f391,40.
Hiermede is de inzameling gesloten.
De gelden worden opgezonden.
De Schiermonnikoogsclie Vrijzinnigheid krijgt
haar verdedigers. Twee kolommen van de
Nieuwe Rott. Courant staan vol over: „De
Zoniiigschool boekjes van Schiermonnikoog."
Naar aanleiding van een circulaire van Ds.
llasper, waaruit ook wij in no. 1300 van ons
blad, onder den titel: „Om een Bolwerk", een
en ander overnamen, heeft de geleerde „Kerk-
niéuws-schrijver van de N. R. 0. zich tot taak
gesteld, de vrijzinnigen te Schiermonnikoog
te hulp te komen.
Vooraf zij opgemerkt, dat de schrijver zich
niet waagt' aan een verdediging der minder
edele practijken, waarvan de tegenstanders
der christelijke school op Schiermonnikoog
zich hebben bediend.
Stilzwijgend wordt zulks voorbij gegaan.
Maar dovrijzinnigheid is aangevallen
en moet derhalve verdedigd worden.
De circulaires van de voorstanders van 'het
christelijk onderwijs, waarin om hulp wordt
gevraagd, een linlp die noodig werd door de
onverdedigbare, unfaire handelingen der
tegenstanders, noemt de schrijverorthodoxe
bedelbrieven
Dat is immers schrikkelijk genoeg
Orthodoxe bedelbrieven.
En die orthodoxe bedelbrieven zouden willen
doen gelooven, dat het op Schiermonnikoog
bedroevend gesteld is op godsdienstig terrein.
Volstrekt niet, zegt de N. R. C.
Dit is de waarheid„de godsdienstpredikmg,
bet godsdienstonderwijs en de Zondagschool-
arbeid dragen liet kenmerk der vrijzinnigheid
Welnu, iets anders is immers van orthodoxe
zijde niet beweerd
Maar dat is ook genoeg.
Wil de N. R. C. nu zélf gaan spreken van
„een heidensch eiland", dan moet ze dit weten.
Maar te oordeelen naar de staaltjes, die we
eenigen tijd geleden vermeldden, ontleend aan
de lectuur, aan de Zondagsschoolleerlingen
20)
,,'k Vind jullie flauw," zegt Kees. „Wat jij,
Free?"
Tree's boosheid is alweer wat gezakt. Ilij
kan nooit lang toornig blijven.
„Och, wat geef je er omJe krijgt er maar
weer herrie door."
Ze stappen verder.
Kees had veel liever Bram op gewacht, om
hem zijn gemeenen streek eens betaald te
zetten maar hij is in de minderheid.
Ze beginnen over iets anders te redeneeren.
Spoedig is Bram vergeten en Henk Dors
man ook.
De weg schiet goed op.
Dicht bij Wegdorp blijft Free staan.
„Zeg, morgen is het Zaterdag."
„Ja, en overmorgen Zondag, lié plaagt
Kees.
„Och jö, luister liever. Komen jullie morgen
ochtend spelen
„Waar
uitgedeeld, kan toch van een positief christen
dom kwalijk sprake zijn.
Jezus, in zijn eenzaamheid getroost, door
een hazewindhond.
De Bijbel een sclioone stad, maar ook
met vuile straten, „waar menigeen niet door
gaat zonder besmet te worden".
Nu ja, zegt de „Kerkuieuws"-schrijver van
de N. R. C., maar dat eerste boekje is slechts
éénmaal, aan één kind uitgereikt.
En het is immers niet met zooveel woorden
gezegd, dat die hazewindhond in den lijdens
nacht bij Jezus kwam.
Alsof dat aan de profanie iets afdoet.!
En het tweede boekje
Is dat zoo erg
Het „Weekblad der Vrijzinnige Hervorm
den" schrijft, naar de N. R. C. met instemming
aanhaalt, over de kwestie
„Wij kunnen dit alles nu niet uitvoeriger
bespreken. Maar genoeg is gezegd, om bot
oordeel te rechtvaardigen, dat eens iemand
over den bijbel uitsprak: De bijbel is gelijk
een groote en schoone stad. Maar in die stad
zijn ook vuile straten, waar niemand voor zijn
genoegen doorwandelt, waar menigeen niet
doorgaat zonder besmet te worden. Hel is
dus veilig, dat zij, die den weg niet weten,
zich dien laten wijzen. Welnu, de opgave
van de volgende bijbelplaatsen beeft ten dool,
u den weg .in den bijbel te wijzen.
En verder
„Tegen deze woorden is weinig oi niets
in te brengen. Misschien zouden enkelen
besmet liever willen vervangen door een
ander, een minder sterk woord. Maar stellig
zijn alle vrijzinnigen, en ook vele orthodoxen,
li'et met den inhoud en de bedoeling der
woorden eens."
Let op dezen slotzin.
Alle vrijzinnigen zijn liet er over eons.
Welnu, bet is juist tegen die eensgezindheid,
dat de vrienden van hot Christelijk onderwijs
front maken.
Over de hondengeschicdenis laat hetzelfde
„Weekblad" zich als volgt uit:
„In een schets „Alleen dragen" laat de
schrijver zijn fantasie den vrijen teugel, en
schildert hij'Jezus zonder naam te noemen
als Godenzoon, die moest dragen, die alleen
droeg het wee der wereld maar die toch
ook een mensch was, en verlangde naar liefde.
Daarbij schetst hij dan ook, hoe hij zich
voorstelt, dat Jezus op zekeren avond in den
hof van Gethsémané zijn eenzaamheid, zijn
niet begrepen worden als mcnsch misschien
wel als Messias zwaar heeft gevoeld, en
getroost werd door de uiting van zijn hond.
Wij merken even op, dat de schrijver bij zijn
fantasie eer van een orthodoxe dan van een
„Bij ons in het pakhuis."
De oogen van de jongens glinsteren.
„Als ik mag," zegt Bertus.
„Waarom zon-je niet. Nou, morgen boor,
alle drie hé? En vraag of Wim van Reo ook
mee komt. Om hoe laat kom je
„Een uur of negen
„Ja, niet later hoor."
„Bonjour
„Daag!"
Ze scheiden in het prettig vooruitzicht van
morgen bij Free te gaan spelen.
Een halfuur later komt Henk Dorsman uit
school. Ilij is woedend. Op Bertus, op Free
op Bram Blinkert. Nu zijn opzet mislukt is,
en liij het gelag heeft moeten betalen, zint
bij op wraak. Waarom moest Bram liet op
schrijven Eerst had hij zich verkneukeld,
dat Bertus Halbers door Bram er uitgepikt
was, maar nu het juist andersom liep, dan
hij had gehoopt, geeft hij Bram de schuld.
Ontevreden vervolgt luj zijn weg. Akelig,
dat al de jongens nu al weg zijn. Och, ze
zouden toch immers hém niet mee willen
hebben. Zeker die Bertus Halbers niet en
Kees ook niet; en Cor Brand, nou, als hij die
eens alléén te pakken kon krijgen, zal-ie liet.
weten. Eu met lange Free heeft bij óók nog
vrijzinnige Christusbeschouwing uitgaat."
Weer even attentie voor den slotzin.
De hondenfantasie gaat eer uit van een
orthodoxe dan van een vrijzinnige Christus-
beschouwing
Moeten we hier nog iets aan toevoegen?
Afgezien nu van deze boekjesuitdeeling, rijst
toch de vraag, of het niet broodnoodig is, dat
tegen een dergelijke vrijzinnige propaganda
geen dam moet worden opgeworpen.
Heeft Schiermonnikoog een Christelijke
school noodig
Ja, al waren nooit bovenbedoelde boekjes
uitgereikt.
Daar gaat liet in de allereerste plaats met
om.
Do geest, waarin die werkjes geschreven
zijn, is immers, naar de verklaring der N. R.
C. zelve, die van alle vrijzinnigen.
De geest van liet. modernisme, dat alle
vastigheid van de christelijke belijdenis ondei
graaft en liet volk, onder welke geleerde
termen en onder welken schoonen glimp ook,
ontkerstent.
Schiermonnikoog heeft èn houdt zijn Chris
telijke school.
Trots het goedkoop en ontijdig spotten der
tegenstanders.
Goedkoop. Want waar is do tegenhanger
aan hunne zijde van do opoffering, óók van
geld, die de voorstanders van het christelijk
onderwijs, zich getroosten.
Waar zijn de miljoenen, die zij voor hun
beginsel óp onderwijsgebied, hebben opge
bracht
Ontijdig. Want Schiermonnikoog zal ge
holpen worden. Er is geen twijfel aan. Ga
liet ook wat langzaam, we weten, dat er zoo
véél aan alle zijden noodig is voor de Chris
telijke actie op' alle levensterrein. Maar liet
zal er komen. j—
Reeds is men over de helft heen.
De rest zal wel volgen.
Begrijpe slechts elk zijn plicht.
En gunne men den tegenstander de
niet.
Het gaat hier niet om een succesje
een club.
Maar liet gaat, als in den gansclien strijd
voor ons christelijk beginsel, om de eere des
Heeren.
o
Mochten we in ons laatste nommer een to
taal verantwoorden van f 38,70, thans ont
vingen we wederom bemoedigende giften.
Te weten van Y. f20; door bemiddeling
van W. f37,50; van J. B. 1'4, te /.amen met
bet reeds verantwoorde f 130,20.
Hartelijk dank 1
Gaarne bij voortduring aanbevolen. Z.
een appeltje te schillen hij durft hem eigenlijk
wel niet aan; maar dat is minder; zoo van
achter een hoekje een flinke kei, net als
gisteren of een paar jongens omkoopen om
hem te helpen. Och hé, hij weet er wel een
middeltje op. Voor een paar cent kan hij er
genoeg krijgen; cn om centen hoeft hij niet
verlegen te zijn. Ilij voelt onwillekeurig in
zijn broekzakken ja, daar zitten er nog een
paar van vanmorgen. Moeder was even naar
buiten gegaan en bij bad baar portemonnaie
gauw opengedaan en er een cent of vier uit-
gekaapt; toen, héél gauw, want moeder kwam
onverwacht gauw terug, de portemonnaie héél
precies op hetzelfde plekje weer teruggelegd.
Moeder had niets gemerkt en hij kreeg er al
een lieele handigheid in en moeder zou tóch
niet vermoeden, dat hij iets had weggenomen.
En hij wist nog andere middeltjes genoeg om
aan geld te komen. Van de vier centen had
liij er nog twee. Die moesten óp voor hij
thuis kwam. Anders kwam liet misschien
toch nog uit. Wat zou hij nemen?
Laat die anderen loopen, laten ze hem alleen
laten gaan. Mat maalt hij er om? Hij kan
nu alles voor zich alleen houden. Daar, op
den hoek heb je het winkeltje, dat hem tot
vasten klant heeft. Maar, wat is dat? Daar
komt Bram aangefietst. Hem voorbij. Daar
springt Bram van de fiets af. Hij zet de fiets
triomf
voor
Nederlands bezittingen in de Oost.
„De Nederlander" schrijft
Japan en Ned. Oost-lndië.
„Wij kunnen niet trotsch zijn op liet bezit
van Zuidzee-eilanden vóór wij Java en Sumatra
hebben."
Aldus de invloedrijke Japansclie journalist
en oud-Parlementslid Takekosji, die volgens
een brief aan liet Hbld. in een breedvoerige
beschouwing uiting geeft aan zijn en anderer
denkbeelden, waarvan dc boven aangehaalde
zin de bedoeling volkomen duidelijk weergeeft.
Dat liet in Japan levende verlangen naar uit
breiding van koloniaal bezit reeds zóó sterk
is geworden, is een al even onaangenaam
welkom voor den nieuwen Gouv. Generaal als
de dood van generaal Michielsen en de Vrijdag
ingekomen aardbevingsberichten een droef
begin teekenen.
Het Japansclie gevaar intussclien is, blijkens
liet artikel van Takekosji, niet, zoo gering,
als men gaarne zou willen denken. Hij zegt
van Java en Sumatra
„Deze eilanden liggen tussclien den Indi-
schen Oceaan en de Adriatische Zeeën en
nemen een hoogst belangrijke strategische
positie in. De Soendastraat tussclien deze
beide eilanden is een natuurlijke vesting.
Indien een groote mogendheid daar een vesting
zou bouwen en in bet bezit zou zijn van een
aantal onderzeeërs, behoorend tot een machtige
vloot, dan zou geen andere vloot ter wereld,
boe sterk ook, daar kunnen doorkomem Als
Japan deze twee eilanden in bezit neemt en
de Straat met zijn vloot versterkt en beschermt,
dan zal geen Éuropeesche vloot in staat zijn
zich een weg te banen tot in de Adriatische
Zeeën. Voor een vloot, die uit den Indischen
Oceaan naar de Adriatische Zeeën wil gaan,
zijn er twee wegen slechts de cone is tussclien
Singapore en Sumatra, de andere is door de
Soendastraat. Tegenwoordig, nu een onder
zeeër zich tot op oen afstand van 5000 mijlen
kan verplaatsen, is liet geen moeilijke taak
voor de Japansclie vloot, elke Éuropeesche
vloot daar tegen te houden. Daarom stel ik
voor, deze eilanden in bezit te nemen, ten
eerste van een strategisch standpunt.
„Europeanen zeggen altijd, dat het een last
voor ze is om andere rassen te beschaven,
Nu we reeds in liet bezit van Westersche
beschaving zijn, is liet nu niet onze plicht ook
andere rassen te beschaven en daardoor de
lasten van de Europeanen te verlichten?
Voornamelijk acht ik liet onzen plicht, de
Maleiscbe bevolking te bevrijden uit hun tegen-
woordigen toestaud, die onder Nedcrlandsche
tegen bet raam en gaat binnen, 't Is een
boekwinkel. Hé, wat een lap oji dien buiten
band. Zou bij een lek hebben gehad Hij
staat even stil. Plotseling haalt hjj van den
onderrand van zijn kiel, waar hij altijd spelden
bewaart, er een te voorschijn en steekt ze
dwars door den voorband. Een zacht gesis.
Henk glimlacht vergenoegd. Hij stapt rustig
doormaar houdt een paar winkels verder
stil, kijkt kwasie naar de uitstalling, maar
houdt scherp Brams fiets in het oog. Bram
komt naar buiten, springt op liet zadel, rijdt
een eindje doorspringt af, onderzoekt den
voorband, probeert hqm weer vol fe pompen.
Vergeefs, 't Wordt te laat nog langer te
wachten. De fiets aan de hand, kan Bram
naar huis loopen. Henk grijnslacht. Zoo hoeft
hij toch óók zijn genoegen, al moet hij dan
alléén naar huis.
HOOFDSTUK Vf.
„Zeg Bertus, nou zijn er toch mooie kaarten
voor je gekomen 1" riep Bertha haar neefje
met een stralend gezicht toe.
Ilij was nog maar juist in de kamer ge
komen en had amper tijd gehad te groeten.
Bertha kwam met de bewuste kaarten in
de band op hem afspringen.
eens, zeg riep ze opgetogen.
(Wordt vervolgd.)
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.