FEUILLETON.
Tweede Kamer.
Binnenland.
No. 1300. Woensdag 9 Februari 1916.
I3e Jaargang.
Uit jonge Jaren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit bjad verschijnt Dln&Jag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Watersnood.
Er is nog veel noodig.
Uit onze streken kwam nog niet zulk een
groot aantal giften binnen, als redelijker wijze
mocht worden verwacht.
Gaarne zenden we giften door.
We hopen toch een flink bedrag te kunnen
opzenden naar de Algemeene Commissie.
Natuurlijk gaan de giften met bestemming
naar het opgegeven adres.
o
Totaal vorige verantwoording f 147,556.
Voorts ontvangen
Van de P. f 0.50R. f 0,60Wed. R. S.
f 0,35K. F. f 0,60P. v. E. f 0,60C. V.
f 0,60Wed. E. de M. f0,60; J. V. f 0,60
A. D. f2,50; A. J. K. f2,50; bijeengebracht
door de kinderen der chr. school Othene
f 16.40 van de leerlingen der Chr. school te
Zaamslag (Tern, straat) voor Marken de be
langrijke som van f40,— van de Chr. school
te Driewegen f 10,065. Den gevers hartelijk
dank. Van A. van D., f0,25.
Totaal, met inbegrip vorige lijst f223,27.
Y Om een Bolwerk.
„Ons bolwerk moet hecht en sterk zijn, [nu
hechter dan ooit te voren."
Deze uitspraak komt voor in een kerkelijk
blad dat van vrijzinnige zijde wordt uitgegeven.
Ons bolwerk is alzoo een „bolwerk van het
modernisme."
Zoo was het genoemd, gelijk bedoeld blad
herinnerde, „van orthodoxe zijde."
Maar nu werden er pogingen aangewend
in den jare 1915, dat bolwerk te veroveren.
Van christelijke zijde was men een actie
begonnen.
Noodig was dat wel.
Indien ge eens even wilt lezen, wat soort
lectuur op dat bolwerk in handen werd ge
geven aan de kinderen op een Kerstfeestvie
ring nog wel, zult ge ons toestemmen, dat
langer zwijgen misdadig en onverantwoordelijk
zou zijn.
Een tweetal boekjes werd uitgedeeld.
Men zou zoo denken, dat ze van christelijke
strekking waren
Oordeelt slechts.
In het voorbericht van het eene worden de
kinderen gewaarschuwd, om zoo maar den
Bijbel te lezen, want, zoo heet het
„de Bijbel is gelijk een groote en schoone
stad, met vele mooie en schoone straten
17)
Hij keerde zich met een zwaai omhè,
wilden die nare gedachten dan niet weg 1
Waarom moest hij ook zoo liggen te denken
wat had het nu eigenlijk ook te beduiden
denkje, dat je van eens een keertje te schrik
ken dadelijk maar dood gaat? Er waren al
zoo dikwijls eens menschen geschrokken. Plij
ook; en hij was er toch niet maar, met
Keetje was het toch iets anders, die was
met als een ander kind Nee, hij zou
het maar nooit meer doen, dat stond vast.
„Nooit meer doen," dat was flauwe kinder-
praat. Dat kwam te laat. Dat was nu
makkplijk te zeggen. Ja, maar hij had er
toch werkelijk veel spijt van. Als moeder
ja als moeder maar dan zou hij immers
met hier wezen, dan zouEn had moeder
hem ook niet dikwijls moeten vermanen en
waarschuwen? Als hij dan bij haar kwam
en zijn kwaad bekendedan had ze hem
doch waarin ook vele vuile straten zijnwaar
niemand voor zijn genoegen door wandelt
en waar men niet kan gaan zonder besmet
te worden."
Wat zegt ge ervan
Plet andere boekje maakt het, zoo mogelijk,
nog erger.
De belijdenis der Christelijke kerk van haar
Heiland wordt genoemd
„een eeuwige leugen, een Godslastering"
En in datzelfde boekje, voor kinderen ge
schreven en aan hen ter gelegenheid van het
heerlijk Kerstfeest uitgereikt, wordt het lijden
van den Heere Jezus in den hof Gethsemanè
beschreven als volgt
Jezus roept uit
„kruipend als een worm door het warme
gele zand, snikkend, klagend in volkomen
Oostersche overgavein louter menschelijke
smart„Ik ben zoo alleen, God, ik ben zoo
alleen". (Doch wat gebeurt? Wie troost Hem
in Zijn eenzaamheid, in Zijn verlatenheid
Niet de discipelen Geen engel uit den hemel I
maar
„Daar bewoog zich zacht het hek van den
hof en lichte voetstappen gleden over 't gras.
En een zachte adem beroerde zijn wangen
en een slanke gedaante vleide zich naast
hem neer.
Hij zag op.
Daar ontmoette hij den blik van twee
oogen, twee van de schoonste reebruine
oogen, met een wereld van begrijpen, een
wereld van liefde in hun donkere diepten
Het waren de oogen van zijn hond.
Een oneindige trouw lag 'er in die oogen,
een trouw zooals de menschen niet kennen.
En hij begreep wat die oogen zeiden„al
zouden ze u ook allen verlaten, ik zal u
niet verlaten, zoolang ik leef zijt ge niet
alleen."
Hij lei de hand op den kop van den
schoonen, langharigen hazewind, dien hij
dien avond voor 't eerst niet had meege
nomen, maar die zijn heer, zonder een
oogenblik te aarzelen, gevolgd was naar de
plek, waar hij zeker wist hem te zullen
vinden.
En hij richtte zich op en de smart ver
dween van zijn gezicht en het licht van den
held blonk weer in zijn oogen.
Hij was niet meer alleen. Er was liefde,
ook voor hem.
Er was begrijpen, ook voor hem, al werd
hij maar door een dier begrepen".
Dit is de keur-lectuur van het „bolwerk
van het modernisme"
Is het wonder, dat mannen broeders, die
deze toestanden kenden, de handen aan de
ploeg sloegen.
Maar hoe den aanval op dit bolwerkte
ondernemen
„Alleen door met de kinderen te beginnen
gewezen op den Heiland, en hem gemaand,
voor den Heer zijn schuld te belijden en ver
geving te vragen. Zou hij 'Nu
Hij durfde het toch eigenlijk nietzou de
Heere naar hem hooren hij had het immers
met opzet gedaan Met opzet, wel niet om
het kind te doen schrikken, nee, maar wat had
hij bij Brand voor zaken Niets. Het was maar
weer zoo'n plotseling opgekomen gedachte
geweestzonder na te denken, of het wel
goed was, zonder de mogelijke gevolgen te
berekenen, had hij ze maar dadelijk uitge
voerd. Zoo ging het maar al te dikwijls bij
hem hij was een heethoofd hij was
Maar wat hielp het of hij zich al een heele-
boel leelijke namen gafDat mocht allemaal
waar zijndaardoor werd zijn kwaad niet
weggenomen en Keetje niet beter.
Zou hij dan niets voor haar kunnen doen
En zou hij niets kunnen doen voor zich zelf.
Ja, hij wist het welhet was of zijn moeder
hem raadfluisterde. Maar dat was wel het
moeilijkste werk bidden! Wat? Dat
hij het niet meer doen zou Ja, dat ook,
tenminste, dat hij zou probeeren Maar
Eindelijk was hjj rechtop in bed gaan zitten.
En nee, niet hardop, dat hoefde immers geen
mensch te hooren, maar zachtjes fluisterend
had hij zijn kwaad beleden en gevraagd, of
is er iets te bereiken," schreef Ds. J. L. Pierson.
Die raad is opgevolgd.
Een school werd 'opgericht.
Maar men kampt met groote financieele
moeilijkheden.
Ge vraagt immers niet meer, waar dat bol
werk is
Dat bolwerk van het modernisme heet
Schiermonnikoog
We hebben U uit een circulaire, door het
bestuur verspreid, een en ander meegedeeld.
Er is nood.
Nog f7000 ontbreken.
Mogen zich velen gedrongen gevoelen, de
helpende hand te bieden.
We lazen pas een kort berichtje in een
onzer bladen.
Er was in Zandvoort een dierentemster,
maar ze had geen geld om haar leeuwen te
voederen.
„In een ommezientje", zoo lazen we, „had
Het Handelsblad f 10,000 bijeen, om de dieren
in het leven te kunnen houden."
Nu vleien we ons niet, dat uit denzelfden
kring, waar Het Handelsblad waarschijnlijk
zijn tienduizend gulden bijeenkreeg ten be
hoeve van den nood der leeuwen, de zeven
duizend zullen vloeien, die Schiermonnikoog
behoeft.
Maar we vertrouwen toch, dat Nederland,
Christelijk Nederland, niet zal achterblijven,
om in korten tijd het dreigend gevaar af te
wenden, dat de actie om „het bolwerk van het
modernisme" zou stop gezet worden.
Zette ieder, die kan, zijn schouder onder
dit werk.
Ds. Hasper te Amsterdam ontvangt gaarne
kleine en groote gaven.
Wie zijn bijdrage aan ons adres wil sturen,
zal ons gaarne bereid vinden, ze door te zenden.
Reeds verantwoordden we f29,75.
Mogen we nog op meer hopen
We ontvingen nog van A. J. K. f 1,— en
van A. D. fl,totaal dus f31,75.
Z.
Er is lang en breed geredeneerd over den
staat van Beleg en de moeilijkheden, die hier
uit voor het maatschappelijk verkeer voort
vloeien. Maar het heeft al heel weinig ge
holpen, gelijk ook wel te voorzien was. Het
kan nu eenmaal in een tijd als deze niet alles
met, een schaartje geknipt worden. Vele klach
ten zijn bovendien zeer overdreven andere
rechtmatig, maar daarom nog niet steeds voor
inwilliging vatbaar. Enfin, eenig goeds brengt
het debat licht voortde aandacht is weer
eens op verschillende zaken gevestigd, en dat
is soms al veelvooral de menigvuldige „uit
zettingen" lokten critiek uit.
de Heer hem een godvreezende jongen wilde
maken, en of de Heer dat arme kind van
Brand toch beter wilde maken, want dat het
zijn schuld was, de zijne alleen En na
zijn onsamenhangend gebed was hij weer gaan
liggen; stil; en hij had nog lang nagedacht;
maar 't was toch wel iets rustiger geworden.
En hij had zich nog voorgenomen voortaan
beter op te passen en niet zoo wild en voor
barig te zijn. Morgen zou hij zijn mooiste
„ansicht"kaarten, die vader hem had gestuurd,
uitzoeken en ze naar Keetje brengen, of aan
Cor vragen, of die ze aan zijn zusje wou
gevenals ze ten minste een beetje beter
was, als
En zoo was hij ingeslapen. 'tWas geen
rustige slaap geworden. Allerlei droomen
hielden zijn geest bezig. Nu was hij in de
Samoengrot, tusschen al de mummies met
lange flarden linnen, die door een brandenden
fakkel vlam vatten en waar hij ook naar een
uitgang zocht, nergens was er een te vinden
en de rook dreigde hem te verstikken hij
kroop op handen en voeten, angstig hijgend,
en de zoldering werd hoe langer hoe lager
en eindelijk zat hij klem, vast, onbeweeglijk,
tot hij met een ruk vooruitschoot en eensklaps
midden op den weg smakte, waar een reus
achtige fiets in razende vaart op hem aanreed
Een tweede punt leverde de uitkeering der
militaire vergoedingen op. Men vond het
maximum ervan te laag. Een motie-Mendels,
waarbij de maximum vergoeding voor land
weer-, militie- en landstormplichtigen op f 2
per dag werd gebracht, werd zonder hoofde
lijke stemming aangenomen. Thans kost het
stelsel der vergoedingen reeds ongeveer 36
miljoen per jaar er zal dus ongetwijfeld nog
wel een beetje bijkomen, 't Is maar te hopen,
dat de toekenning werkelijk Jplaats heeft naar
behoefte.
MINISTER 7 REUB.
Een aantal heeren hebben besloten het
volgende adres te richten tot de Tweede
Kamer en noodigen degenen, die aan dit adres
adhaesie willen betuigen, uit, vóór Woensdag
9 Februari hiervan schriftelijk kennis te geven
aan de inede-ondergeteekenden J. B. A. Jonck-
heer, Prins Hendrikkade 159 te Amsterdam,
of aan Bern. A. Ruys, Veerhaven N.Z., te
Rotterdam.
Aan de Tweede Kamer der Staten Oeneraal,
De ondergeteekenden voelen zich gedrongen
en achten zich verplicht, aan de Tweedes
Kamer te doen weten, dat zij pijnlijk zijn
getroffen en over de toekomst van land en
volk in hooge mate zijn verontrust door de
aanneming op Vrijdag 28 Februari van een
motie, waarvan het gevolg is, dat Mr. Treub,
Minister van Financiën, als zoodanig zijn
ontslag heeft aangevraagd.
Ouder de tegenwoordige omstandigheden,
nu de grootste economische vraagstukken
onder de oogen moeten worden gezien, waar
nog de hoogste eischen op het gebied der
geheele politiek gesteld zullen moeten worden
aan degenen, die deel uitmaken der regeering,
achten zij het in hooge mate betreurens
waardig, indien Mr. Treub als Minister zal
aftreden.
Zij dringen er op aan, toch niet te vergeten,
dat hij mede een der mannon is geweest, die
in de Augustus dagen van 1914 ons het ver
trouwen hebben gegeven, dat het landsbelang
in krachtige handen was, en dat het voor een
veilige toekomst noodzakelijk zal zijn, dat de
personen, die ons toen dat vertrouwen hebben
gegeven, gedurende de huidige wereldcrisis
gehandhaafd blijven.
Zij zijn overtuigd, dat Nederland thans dezen
man van energie en werkkracht niet kan
missen en stellen er prijs op, van deze hun
overtuiging aan de Tweede Kamer te doen
blijken.
Eerste onderteekenaar is de heer van Aalst,
directeur N. O. T. Verder volgen de namen
van vele industrieeion in financieele instellingen.
VERKIEZING EERSTE KAMER.
Door de Prov. Staten van Noord-Holland
hij wou uitwijken, maar telkens glibberde hij
weg en Keetje Brand hield hem met hare
bevende handen vast om hem onder het
vreeselijke wiel te duwen
Onder den morgen was hij eerst rustiger
geworden, 't Was al laat genoog, toen hij
eindelijk wakker werd en hij Pietje hoordé
temen: „Hé, moe, 'tis al half acht, en nou
is Bertus nóg al niet op
In een wip was hij er uit geweest. Haastig
had hij ontbeten en toen hij weer goed, klaar
wakker was geworden, kwam dadelijk de
gedachte weer terug aan het voorgevallene
van den vorigen avond. Kees van Wal en
Cor Brand stonden al aan de deur op hem te
wachten. Dat gebeurde haast nooitmeestal
haalde hij' hèn af. Hij repte zich, vol onrust.
Zou Keetje Hij wou het zoo graag weten
en toch, hij zag er tegen op, om het Cor te
vragen.
Eindelijk was hij klaar gekomen.
„Kees, Car
„Bertus
En ze waren gedrieën voortgestapt.
Zou hij het vragen? Het was toch zeker
niet erger, troostte hij zich, anders zou Cor
immers niet naar school gaan. Ja, maar als
het ook zóó erg was
(Wordt vervolgd.)
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.