I
Antirevolutionair
voor
en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
Onze vierde Schooldag.
No. 1298.
Woensdag 2 Februari 1916
Jaargang.
Uit jonge Jaren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec-
teurerf en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TT001J Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Watersnood.
Mogen we U eens drie vragen
Kent ge den nood
Weet ge van den ijselijken toestand, waarin
duizenden Hectaren land, woningen, hoeven
zich bevinden
Weet ge dat de stoffelijke schade in de
millioenen loopt
Weet ge, dat honderden en duizenden
broodeloos zijn?
Weet ge, dat op verre na nog niet wordt
voorzien in zooveel gebrek
Hebt ge al gegeven
Wij gelooven, dat er ook in onze streken
nog talloos velen zijn, die wel veel over den
nood en de ellende hebben gepraat, maar de
portemonnaie nog niet hebben geopend.
Nog niet hebben geofferd.
Sommigen wachten op een lijst, een bezoek
van een commissie, enz.
We raden U, talm* niet. Geeft nu I Helpt
dadelijk
Zendt uw gave, groot of klein (ook pennings-
kens der weduwen zijn hartelijk welkom
aan het Comité.
Is het U gemakkelijker, zendt ze aan ons
blad. Wij verantwoorden en zenden op.
Wilt ge voor een bijzonder doel een gift
afzonderen, b.v. Marken, vermeldt er dit
dan bij.
Reeds ontvingen we eenige zoodanige giften.
Hebt ge al naar vermogen gegeven
Dat is een conscientie-vraag, welke wij
alleen maar stellen
Verantwoording
Vorige lijst: f 112,60®.
Voorts ontvangen: van N. N. f5,van
V. L. f 2,50 (Marken)De V. f B,(Marken)
J. B. f2,50 (Marken); N. N. f5,(Marken);
van de kustwacht Neuzen f5,45; J. K. f0,50;
N. N. f 0,20.
Totaal met inbegrip vorige lijst f 136,75°.
Z.
V Negenduizend min tweeduizend
is zevenduizend.
Een waarheid als zekere vierpooter, zegt ge.
Nietwaar
Gemakkelijk genoeg te begrijpen,
Die negenduizend zijn de negenduizend
gulden, welke Schiermonnikoog behoeft.
16)
Berthus was niet gerust. Op de wandeling
naar den apotheker was de onrust wel wat
gezaktmaar nu kwam ze weer terug.
1 oen hij bij tante in de kamer trad, vond
hij er Pietje nog aan tafel zittende, ijverig
breiende. Eiken keer dwaalden haar oogen
naar de klok.
„Wel wat laat geworden, Berthus," onder
zocht tante.
„We moesten een heele poos wachten, tante
en 't is een eind ook."
Pietje trok met groote minachting voor deze
argumenten wenkbrauwen en neus op.
„Wil je niet meer eten, Berthus?" vroeg
tante.
„Dank u, tantemag ik maar naar bed
gaan
„Wel ja, kind, waarom niet? 't Is boven
dien tijd ook. Morgen dien-je er weer tijdig
uit te wezen."
Een oogenblikje later lag Berthus te bed.
En die tweeduizend zijn de f 2000, die het
ontving.
Zoodat de zevenduizend de f 7000 zijn, die
nog ontbreken.
f 7000.
Ieder helpe toch naar vermogen mee.
Vele kleintjes maken een groote.
En vele groote samen maken de f7000.
't Houdt niet op, dat gebedel."
Neen, 't priesterlijk werk van offeren houdt
nimmer op.
En een blijmoedige gever heeft onze God
nog altijd lief.
We ontvingen weder een gift van N. N.
groot f2,50, van R. f2,50.
Totaal met inbegrip der vorige verantwoor
ding f26,25. Z.
V Treub-af.
Na Bertling verdwijnt thans Treub.
Wat de eerste te weinig had, bezat de
tweede misschien iets te veei.
Minister Treub is weggebonsd.
Men kan niet zeggen, dat hij van zijn kant
het conflict niet gezocht heeft.
Maar even waar is, dat voornamelijk van
socialistisch en vrijz.-democratisclien kant het
conflict moedwillig is verhaast.
Minister Treub wou geen pensioen geven
zonder een pensioen belasting.
Zijn ontwerp daartoe mocht niet „gedena
tureerd" wórden.
Men mocht daar niet aan tornen.
En daar bedankten de S. D. A. P.'ers voor.
„Treub verraadt het Staatspensioen" schreef
„Het Volk".
Schaper stelde de volgende motie voor
„De Kamer,
van oordeel dat de dwang die de minister
uitoefent op de Kamer om een onverbrekelijk
verband te leggen tusschen liet ontwerp-
ouderdomsrente en het ontwerp-pensioenbe-
lasting niet kan worden aanvaard.
gaat over tot de orde van den dag."
Dat is voor mij een motie van wantrouwen,
verklaarde Treub.
Men liet het hem zeggen.
Met 45 tegen 42 stemmen werd zij aange
nomen.
Geen zuivere rechts-links-stemming.
Immers 9 rechtsche stemmen waren er bij
de 45.
Toch blijft het een feit, dat links den
minister deed vallen.
Een sterke meerderheid als waarover links
beschikt, had een échec kunnen vermijden.
Hier wreekt zich de onoprechte beweging
van 1913.
De vrij-liberalen bleven den minister ge
trouw.
Gelijk ze immer slechts schoorvoetend en
noodgedwongen de roode vaan volgden.
HOOFDSTUK V.
Het is doodstil in de klas van meester
Raamsma.
Bertus, Kees, Free, Wim, Cor en Henk en
al de anderen zijn ijverig aan liet rekenen
de lei voor zich, hebben ze al hun aandacht
noodig bij een moeilijke „vorm"som, die maar
niet uit wil komen, zooals Cor al eenige malen
tot zich zelf heeft gezegd.
Lange Free verschuift telkens zijn beenen
over de voetenplankhij zit geen oogenblik
stilmaar al die veranderingen in zijn houding
vergemukkeliiken hem zijn werk niet. Eigenlijk
heeft hij weinig zin, op die som nog lang zijn
best te doenhet kan hem heelemaal niet
schelen, wat er uitkomt. Zóó'n som zal hij
immers bij vader, die kruidenier is, toch wel
nooit behoeven te maken achter de toonbank,
denkt hij.
Bertus doet ijverig zijn besthij is een baas
in het rekenen en zoo'n ingewikkelde som,
waar je na ellenlange becijferingen een „mooi"
antwoord uit krijgt, is juist iets voor hém.
Achter hem zit Henk Dorschman, die, zich
veilig wanende voor meesters blik, poppetjes
teekent, en afwacht, tot Bertus straks het
antwoord zal hebben opgeschreven, waarna
hij liet onmiddellijk zal overnemen.
Op de achterste bank zit Bram Blinkert
met eenige boeken voor zich, waarin hij ijverig
Het mocht evenwel niet baten,
Het conflict is tóch gekomen.
Verhaast gewishet was slechts een
kwestie van tijd.
Toch is de vraag gewettigd, of aan de
tactiek ook ditmaal niet een en ander ontbrak.
Wat nu Z.
(VERVOLG.)
De avondvergadering, waartoe ouderge
woonte een grooter aantal belangstellenden
was opgekomen, werd te half zes ure geopend
door den Voorzitter met eebed na liet zingen
van Ps. 78 3.
Aan de hand van Ps. 2516, welk ge
deelte van Gods Woord door den Voorzitter
was voorgelezen, sprak deze een kort woord
ter inleiding, waarin er op gewezen werd, dat
elke strijd, ook onz# schoolstrijd, moot wortelen
in vertrouwen.
Er wordt geklaagd, dat er tegenwoordig is
inzinking. Is dit zoo, dan ligt dit aan onze
lauwheid en hebben wij den strijd te her
nieuwen met grooter energie, wetende, dat
wij een strijd hebben niet tegen vleescli en
bloed, maar tegen de geestelijke boosheden
in de lucht.
Hierna trad op Ds. W. W. Meijnen van
Dordrecht om te spreken over het onderwerp
„Om het Leven."
De schoolstrijd, zoo ving spreker aan, is een
strijd om het leven. Aan de school, vooral
aan de lagere school, hangt het leven, want
de indrukken, die onze kinderen op de school
bank ontvangen, zijn blijvend voor het leven.
Het gaat in onzen schoolstrijd niet om geld
en goed, maar om liet uitgangspunt en liet
beginsel van het leven, om de ziel, om liet
hart, waarvan de uitgangen des levens zijn.
Om liet leven van den individueelen mensch,
van het gezin, het volk. Om liet kind, want
wie het kind heeft, heeft de toekomstmaar
wie het kind verderft, verderft liet volk.
Farao sprak; „Laat ons wijselijk handelen''
en hij besloot om de zonen der Israëlieten te
dooden, Israëls nakroost, Israëlskracht. Israël
worstelde in Egypte om het leven, wijl het
worstelde om 't zaad. En in die worsteling
had liet tegenover zich Farao met zijne wa-
genen, zijn paarden, zijn legers, zijn kracht.
Zooals Israël nu in Egypte gestreden heeft
om het volksbestaan, zoo heeft ook ons volk
gestreden om de school. Maar er is verschil.
Want Israël had den kamp met een vreemd
volk, in een vreemd land. Wij hebben den
strijd te voeren met een deel van ons eigen
volk op den grond, gedrenkt met liet bloed
onzer vaderenmet de zonen van ons voor
geslacht, soms met onze eigen broeders, vaders
schijnt te studeeren.
Van liet voorgevallene op den straatweg
heeft hij maar gezwegen tegen den meester,
doch hij heeft zich voorgenomen het den jon
gens, en iti het bijzonder Bertus Halbers in
te peperen, zoodra hij de karis maar schoon ziet.
Bertus heeft zijn 'Som af, die „mooi" uit
komt. Hij is al de andereu voor. Hij kijkt
onwillekeurig even rond. Daar, een paar
banken voor liern zit Cor Brand nog te tobben.
Zou hij hem niet kunnen helpen Maar de
kans daartoe was uiterst gering. Meester
was waakzaam. Wat dan? De som af, dan
overrekenen, was er gezegd. Overrekenen
Jawelde som was immers goed hij wist
het zeker. Kon hij Cor maar helpen. Hij
voelde zoo iets als een schuld tegenover Cor.
Hé, wat had hij een benauwden nacht gehad.
Hij had maar niet in slaap kunnen komen
de onrust had liet hem belet. De onrust over
Cor's zusje. Want dat die zoo erg geworden
was, was zijn schuld. Waarom was hij ook
altijd zoo uitgelaten, zoo baldadig? Had hij
het toch maar niet gedaan.
Hoe zou liet nu met haar wezen Zou ze
al een poeiertje hebben ingenomen Hè, als
nu die oude apotheker zich eens had vergist,
en eens uit zijn flesclije met „vergif"
Onzin, kun-je begrijpen. Maar 't zóu
toch kunnen Nee, dat was gekheid.
en zonen.
Die strijd gaat niet alleen om ons eigen
recht, maar om liet recht van onzen God en
tegen vijanden, die getracht hebben ons met
ijzeren vuist te ontrukken Gods eigen Woord
en getuigenis.
De Farao van onzen tijd, die tegen ons in
verzet komt, is de Farao van 't ongeloof,
werkende in de burgers van ons eigen land.
Spreker zal niet komen op het gebied der
politiek. Hij lioudt er niet van steeds af te
geven op de liberalen en hunne kinderen.
Onder hen zijn nobele figuren. Het is niet
zoo, dat bij ons is de adeldom der ziel en bij
hen het bedrog, de leugen, de slechtheid.
De menschen meenden het goed, maar zij
hebben gedwaald.
Het Christendom boven geloofsverdeeldheid
van Van der Brugghen in 1857 was een mis
stap, een poging om te niveleeren. Gods
Naam moest niet telkens in vergaderingen
worden genoemd, maar in het hart een plaats
hebben. „Gods verborgen omgang vinden
zielen daar zijn vrees in woont". Terloops
kon de naam van Jezus op de school worden
genoemd (Ten Bosch Kemper, maar verder
niets.
Wat was liet gevolg van dit alles? Dat
de school ons ontrukt werd. Da Costa bezong
liet zoo schoon in „Nederland en Israël"
„Ook Nederland, o God, werd groot, door
weldaad van Uw hand geschonken".
Nu word een groot deel van ons volk gods
dienstloos, dus goddeloos.
Het Rationalisme werd het allesbeheetscliend
element in de opvoeding. Wij kregen een
Christendom, dat den Jood geen ergernis en
den Griek geen dwaasheid mocht zijn, een
Christendom zonder Christus, waaróp van
toepassing is„Gij gelooft, dat God een eenig
God is. Gij doet wel, de duivelen gelooven
liet ook en zij sidderen."
Men vergat dat onze vaderen hebben geloofd
in God en geleefd met God en dat het devies
van Willem van Oranje was,,'k Heb met
den Heer der heeren een vast verbond ge
maakt."
De Waarheid, het Recht, het Woord des
Heeren raakt zoek.
In liet Tijdschrift voor Armenzorg en
Kinderbescherming stelde Mr. Vetli de vraag,
hoe gehandeld moet worden met kinderen,
wier ouders onbekend zijn en van wie men
niet weet, of zij gedoopt zijn. Het antwoord
luidde, dat de opvoeding moet worden opge
dragen aan vrijzinnige vereenigingen. Daar
tegen heeft Spreker geprotesteerd. God heeft
recht op die kinderen, geboren als ze zijn in
een land, gedrenkt met het bloed van mannen,
die geleefd hebben naar den Woorde Gods.
Een remontrantsch predikant klaagdeZij
hebben ons den Bijbel ontnomen en er niets
voor in de plaats gegeven.
Maar, tóch was het zijn schuld. Hadden ze
Brand maar met rust gelaten. Nu lag daar
dat arme kind misschien in een benauwdheid.
Zou dat erg wezen, een benauwdheid Net
als moeder, toen ze zoo ziek was? Moeder
als diè eens wist, wat hij nu vanavond weer
had uitgevoerd Zou ze er niets van weten
Hij had het hoofd dieper onder de dekens
gehaald, maar hij kon het er niet uithouden.
Hè, wat warmnou, daar kon je het ook
benauwd van krijgen Zou Keetje
morgen weer beter zijn Kon hij maar iets
voor haar doen! Nu, hij was toch meegeweest
om de poeders, 't Was wat ook dat had hij
immers maar gedaan, omdat hij zoo bang was.
Bah, hij was eigelijk een flauwe jongen. Een
laffe jongen. De deur opengooien en dan
zoo'n ongelukkig meisje te laten schrikken.
Maar hij had daar niet aan gedacht. Nu,
wat zou dat En dan hard wegloopen. En
dan als een brave jongen bij den ouden
Pietersen gaan zitten. Jawel. En dan maar
stilletjes gaan zitten luisteren naar die ge
schiedenis van de Samoengrot. Hu van al
die dooie menschen. Hij zag ze hu 1 Moeder
had hij óók gezien, toen ze gestorven was
bleek, bléék Zou Keetje er misschien
van sterven, van dat schrikken Dan was
het zijn schuldde zijne
(Wordt vervolgd.)
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden. I