Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. De Watersnood. Onze vierde Schooldag. Uit de Pers. Binnenland. No. 1297. Zaterdag 29 Januari 1916 Jaargang. j) ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. P. LITT001J Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Alle stukken voor de redactie be stemd, te zenden aan den Uitgever, Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel ding „Aan de Redactie." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. Ieder helpe toch naar vermogen mee. De nood is zoo reusachtig groot. Men denke niet, dat al vrijwel in de be hoeften is voorzien. Men make er zich ook niet mee af, door te beweren, dat degenen, die het 't minst noodig hebben, vaak 't ruimst bedeeld worden. Ofschoon het mogelijk is, dat wel eens een enkelen keer is misgetast, moet toch worden geconstateerd, dat de ver deeling zoo consciëntieus mogelijk geschiedt. Draagt elkanders lasten. Talmt niet, maar zendt Uw gavenwie spoedig helpt, helpt dubbel. Mogen wij er eens op wijzen, dat ook de scholen hier nuttig werk kunnen doen. Men bereikt met de kinderen de ouders. Van vele plaatsen kwamen reeds berichten van aanmer kelijke schoolcolleeten. leder doe, wat hij kan. En God zegene dezen arbeid der liefde Ontvangen vorige lijst f 56,555. Voorts van J. J., f 0,50 S. L-, f 0,10 T. de F., f 0,25 J. N. de F., f2,50; F. D., f 0,30 J. J. de J. Jz„ f 0,25 C. D. f 0,25 J. D., f 0,20 N. A. de P., f 0,50M. H. f 0,10 T. H. f 0,10F. de M., f 0,30O. v. d. S., f 0,35A. J. v. d. S., f 1,25 B. de P., f 0,10J. de P., f0.10; D. de P., f 0,10; J. de K., f 0,25; M. de V., f 0,25 A. L„ f 0,25C. M. f 0,50W. S.,fl,50; P. v. S., f 1,—P. M. f 0,20 C. de K., f 0,35 A. de K., f 0,30J. de B.,f0,25; E. B., f 0,35 F. B., f 1,N. en S. de P., f 0,20; J. W., f 0,30 N. W., f 0,40H. de J., f 1,05 S. V., f0,25; S. J. f2,kinderen Chr. school Spui (2e verantwoording) f 18,15. L. W. bezorgde hij den uitgever f5,J. B. f 0,25W. f 15. Totaal, met inbegrip vorige lijst f 112,60°. Schiermonnikoog. Het verdriete [den lezer niet, indien we nogmaals dezen naam in herinnering brengen. Het blijkt, dat ons beroep op de lezers niet geheel zonder uitwerking bleef. De nood dringt ook daar. En de aanhouder wint. We ontvingen thans: Van S. f 1,25van Comité Schooldag f 10, van W. f5, Tezamen met de reeds verantwoorde giften f21,25. We kloppen nog maar eens aan, en hopen volgende week nieuwe giften te mogen ver antwoorden. Z. Op Donderdag, 27 Jan. j.l. werd in de Ger. Kerk te Ter Neuzen de vierde Schooldag in het land van Axel gehouden. Treurig liet het weder zich aanzien, toen tegen den middag een fijne regen uit het N.W. de straten en wegen in modderpoelen her schiep. De verwachting was dan ook, dat de op komst niet groot zou zijn, temeer, daar eene vergadering van de Coöp. Suikerfabriek de meesten onzer boeren te Hulst had samen gebracht. Toch werd die verwachting nog overtroffen. Als eerste spreker zou optreden de heer J. C. Wirtz., district-schoolopziener te Gronin gen, die zich twee jaar geleden hier zooveel vrienden mocht verwerven door een boeiende toespraak. Juist te twee ure werd de vergadering ge opend door den Voorzitter van hot Comité, den heer J. C. de Koning, die liet zingen Ps. 105 5, voorging in gebed en voorlas Ps. 105 18, waarna hij in zijn openings woord herinnerde aan het vorige jaar, toen slechts één spreker optrad, er op wijzende, dat wij nu weder varen met volle kracht, om daarna het woord te geven aan den heer Wirtz, die spreken zou over„Dreigend Gevaar." De heer Wirtz begon met te herinneren aan de brochure van Prof. H. Visscher te Utrecht, getiteld: „Na eer eu staat", waarin de geleerde schrijver wijst op het algemeen verval, dat in de antirevolutionaire partij valt waar te nemen. In deze brochure komt een hoofdstuk voor onder den titel „Ebbe na vloed", waarin ook ons Chr. onderwijs ter sprake komt. Spreker leest dit gedeelte der brochure voor, waarvan de inhoud hierop neerkomt, dat ons Chr. onderwijs wel een hooge vlucht genomen heeft, maar dat onze onderwijzers in geloof en bezieling zijn achteruitgegaan, zoodat op hen van toepassing is het woord tot de uitzinnige Galaten gericht„In den geest begonnen, in het vleesch geëindigd." Spreker zegt, dat wij dit van twee zijden kunnen bezien, maar dat wij ons in elk geval deze vraag hebben te stellen Hoe staat het met ons Hebben wij onzen strijd voor het Chr. onderwijs begonnen in den Geest en zullen wij dien ook zóo eindigen Of is het goud onder ons misschien ook verdonkerd In Gen. 49 14 lezen wij„Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende tusschen twee pakken. Toen hij de rust zag, dat zij goed was en het land, dat het lustig was, zoo boog hij zijnen schouder om te dragen en was dienende onder tribuit." Hier worden wij in de II. S. gewaarschuwd tegen het gevaar, verbonden aan de rust. Maar is die rust dan voor het Chr. onderwijs reeds ingetreden? De Bevredigingscommissie heeft immers haar doel nog niet bereikt? Dit is betrekkelijk. In vergelijking met het verleden is de toestand zoo zeer veranderd en financieel verbeterd, dat wij wel zeker spreken kunnen van een rust en dat wij het land lustig zien. Spreker zelf kreeg eenmaal een aanbieding om Hoofd eener school te worden voor f 600 en in 1902 was het in Groningen zelfs bij het M. U. L. O. niet veel beter. Ook de ge bouwen zijn evenals de leermiddelen ontzag lijk verbeterd. Grappige voorbeelden haalt Spreker aan uit den ouden tijd, toen geschreven werd op stukken lei en de schrijfboeken tweemaal werden gebruikt. Ook de strijd is verzacht. De onderwijzer bij de Chr. school behoorde vroeger tot het verachte deel der natie en stond achter bij den liberalen barbier, die behoorde tot het denkend deel. Thans krijgt diezelfde onder wijzer eene plaats in de examen-commissie en bij het Schooltoezicht. Ook in dat opzicht ziet het land er lustig uit." Komt straks de volkomen gelijkstelling, het recht, dan zal het gevaar nog grooter worden. En toch moeten wij God danken voor den vrede en het recht, als wij straks dat alles mogen ontvangen. Maar tevens moeten wij er voor waken, dat wij dan niet dienen onder tribuit. Vroeger was ons lager onderwijs niet vrij. Het was eigenlijk een voorbereiding voor de Hooge School. Daarop was alles ingericht. En de school diende dus al onder tribuit. Nu is sedert veel veranderd, maar toch heeft de inrichting van onze school nog altijd teveel van den ouden zuurdeesem. Eigenlijk is het maar de school voor 5 onzer leerlingen. Dat moet veranderen. Aan de opleiding mankeert nog zooveel. Wij hebben, Gode zij dank, Chr. normaal scholen. Maar zij zijn niet vrij en blijven te veel africhtings-instituten voor het examen. Zullen wij nu klaar zijn om dat alles in te richten naar den eisch van de beginselen, als de Bevrediging komt Geeft het niet te denken, dat eene Vereeni- ging voor Chr. Bewaarschoolonderwijs aan het Rijk subsidie vraagt Dat de leeraren voor Chr. M. U. L. O. zich vereenigen met die der openbare school om hetzelfde examen werk te verkrijgen, zonder een spiertje Christe lijkheid Is dat al niet dienen onder tribuit Wij zijn den tijd te boven, dat de menschen minachtend neerzagen op het onderwijs in Natuurkunde en alleen maar vroegen naar rekenonderwijs. Toch zijn er nog scholen, waar aan rekenen meer tijd besteed wordt dan aan lezen en natuurkunde, ofschoon onze Belijdenisschriften er duidelijk op wijzen, dat God zich openbaart in de natuur en nog klaarder in de H. S. En om die schrift te onderzoeken, is kennis van lezen hoofdzaak. Nog aan veel scholen gebruikt men boeken, bestemd voor het openbaar onderwijs. Dat er bij het Rijks-scbooltoezicht zoo nu en dan eens een voorstander van het Chr. onderwijs benoemd wordt is billijk, maar niet voldoende. Wij moeten hebben een eigen toezicht, dat kan nagaan of ons onderwijs wel stoelt op den éér.en Christelijken wortel. Onze onderwijzers moeten zóó gesalarieerd worden, dat ze enkel en alleen van de school kunnen leven. Ons onderwijs moet hoe langer hoe meer indivudieel worden. De onderwijzer moet zelf voorzien kunnen in de behoeften van zijn school en zich daaraan geheel kunnen wijden. Theoretisch is het mooi om te zeggen, dat de opvoeding aan de ouders behoort. Practisch kan dat misschien op IJsland worden uitgevoerd. Maar daarop is onze maatschappij niet ingericht. In onze groote steden kunnen onze kinderen niet eens vrij spelen. Zelfs dat spelen wordt een deel van de bemoeiingen der onderwijzers (openluchtspelen). Velen onder alle rangen en standen hebben zich vergist in de beroepskeuze. De taak van den onderwijzer wordt het meer en meer de ouders voor te lichten bij die keuze. Is Genmaal nu bereikt, dat ons onderwijs volmaakt vrij zal zijn, dan is het vooral noodig te letten op het woord van den Patriarch. Wij allen staan er naar te leven naar het Woord van God, maar zijn we ons bewust het Woord in ons te hebben? Daarop komt het aan. Spreker herinnert hier aan het gedicht van Ds. Huet, die, hoe hij ook tijdelijk moge hebben gedwaald, toch zoo roerend zong: „Zonder Vader leefde ik eertijds, Zonder Christus, zonder God. G, ik sidder, als ik denke Aan mijn vroeger vreeselijk lot. Een gedicht, dat jubelend eindigt met de belijdenis, dat nu de Vader in den zanger leeft tot in eeuwigheid. Zoo moet het zijn. Al onze strijd zal niet baten, al onze over winningen zullen tevergeefs zijn, wanneer wij niet zelf persoonlijk deelen in de schatten van Christus. Er is veel belangstelling voor het Chr. onderwijs. Dat toonen collecten en vergade ringen. Maar er is nog te weinig aaneensluiting. Men heeft nog te veel bezwaren tegen het onderling schooltoezicht. Meer dan 60 jaar geleden, eischte de VerE. van Chr. Onderwijs in Nederland al, dat men elkanders scholen zou bezoeken. En nog zijn wij er niet. Er moet komen, meer vereeniging, onderlinge aansluiting, ook van schoolbesturen. In de eerste plaats is daarbij noodig voort durend gebed. Het „bidt zonder ophouden" moet altijd weer bij vernieuwing door ons worden opgevolgd. Onze roeping is aller dienaar te zijn, vrijwillig lasten te dragen. Dat zal ook nog zoo zijn, als de volkomen gelijkstelling komt. Dan zal onze verantwoor delijkheid des te grooter worden. Maar ook dien last moeten wij vrijwillig dragen. Want doen we dat niet, dan zullen wij toch vreemde lasten hebben te dragen en zal onze overwinning in een nederlaag veranderd zijn. De Heere geve allen die genade om blij moedig de lasten te mogen dragen en brenge het Chr. onderwijs tot rijken bloei, opdat het strekken moge tot Zijne eer. Voor het debat gaf zich op Ds. De Walle te Zaamslag, die verklaarde op aangename wijze met den spreker te hebben kennis ge maakt en met belangstelling het gesprokene te hebben gevolgd. Debater was dankbaar voor het vele goede, dat hij had mogen hooren. Slechts één vraag„Is het werkelijk waar, wanneer straks de volkomen gelijkstelling er ziju zal, dat onze schoolbesturen dan volledige vrijheid zullen bezitten om het leerplan naar eigen inzicht in te richten Hierop antwoordde de heer Wirtz, dat er alles van afhangt, wat men onder vrijheid verstaat. Ds. Wielenga definieerde aldusVrijheid is de harmonie tusschen moeten en willen. Wie wil, wat hij moet, is waarlijk vrij. Anderen weer zeggen Vrij is ieder wezen, dat zich ontwikkelen kan naar zijn aard. Dan is zelfs de oester vrij, omdat zij naar welge vallen de schelp kan openen. Nu is het de aard der lagere school een grondslag te leggen voor het leven. Daarin bestaat het dienen der school, maar dat is iets anders dan dienen onder tribuut. Als de Overheid ons vrijheid geeft om die taak, aan de school opgelegd, te volvoeren, dan kunnen wij gerust al de voorwaarden aannemen, die de Overheid ons stelt. Doet de Overheid dit niet, dan zullen wij voor haar voorstel be danken. Doet zij het wel, dan hebben wij volledige vrijheid om binnen de grenzen dier voorwaarden ons vrij te bewegen. De Voorzitter bracht den spreker daarna den dank der vergadering voor de schoone rede, die getuigde van een helderen blik in het schoolleven en sprak den wensch uit, dat de heer Wirtz zich bij een latere gelegenheid andermaal zou beschikbaar stellen. Tevens hoopte de Voorzitter, dat een der wenschen van den spreker, n.l. om te komen tot nauwere vereeniging, in de eerstvolgende weken zou worden verwezenlijkt. Na het zingen van Ps. 8112 eindigde de heer Wirtz met dankgebed en gingen allen voldaan huiswaarts. De Verslaggever. Na deze middagvergadering volgde een avondvergadering, waarin optrad Ds. W. W. Meijnen van Dordrecht. De opkomst was grooter dan des middags, doch had nog veel grooter kunnen zijn. Degenen die des avonds niet geweest zijn, hebben bijzonder veel ge mist, want Ds. Meijnen hield een bij uitstek fijne rede. De opgekomenen werden uitermate geboeid door de fijn gespierde taal, met be zieling uitgesproken, vormende een rijkdom van gedachten. In ons volgend nummer hopen wo er ver slag van te geven. De heer De Koning eindigde met een pak kend slotwoord. „De Rotterdammer" drietart. In de misère. Het ministerie der wrake zoo hebben wij het Kabinet Cort van der Linden reeds meer malen betiteld. Het blijft ons voorkomen dat in die kwali ficatie waarheid schuilt. In schier ieder der gedragingen van het huidig ministerie valt te- beluisteren een stem, die wraak roept over den verkiezingszwendel, door de concentratie in 1913 gedreven. Nu weer met betrekking tot de staatspen- sionneering. Treub verraadt het staatspensioen roept het Volk uit en heel de concentratie zit in zak en ascli over Treub's halstarrigheid. In den stembusroes van 1913 veroorloofde zich schier ieder linksch propagandist hoo- nend den draak te steken met Talma's knoei boel. En toen Treub kwam was de geliefde voorstelling deze dat hij eens zou opknappen wat Talma in zijn kortzichtigheid had be dreven. En ziet nu sinds Minister Treub de hand gelegd heeft aan den afbraak van Tal ma's stelsel en den opbouw van eigen systeem, is het geweest een groote lijdenshistorie. Het is eeu rommel en van allen kant zit de concentratie in de misère. DE WAARHEID INZAKE „DE TELEGRAAF." Het conflict bij „de Telegraaf". Zaterdag avond werd hier ter stede een vergadering

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 1