Antirevolutionair voor Dieuws- en Advertentieblad Zeeland. OPROEP. Binnenland. No. 1295. Zaterdag 22 Januari 1916* I3e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIÊN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Alle stukken voor de redactie be stemd, te zenden aan den Uitgever, Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel ding „Aan de Redactie." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. De Algemeene Vereenigde Commissie ter Leniging van Rampen door Watersnood in Nederland, Gezien en ontvangen de berichten betref fende den heerschenden watersnood in ver schillende provincies van Nederland, Van oordeel, dat het noodig is zoo spoedig mogelijk gelden in te zamelen om dien nood zooveel mogelijk te lenigen, Verzoekt bijdragen te willen zenden aan den Penningmeester, den heer E. Sillem, (firma Hope Co., Keizersgracht 579-581, Amster dam), terwijl het die Commissie aangenaam zal zijn indien de directies der dagblad-pers ook gelden in ontvangst willen nemen om die af te dragen aan den Penningmeester voor noemd. Vertrouwende dat velen in den lande aan dezen oproep gevolg zullen geven. Gaarne wekken wij onzen lezers op, hunne gaven te schenken tot leniging van dezen dringenden nood. Waar ons gewest geen schade leed, doe dankbaarheid dubbele offers brengen. Zeer gaarne willen ook wij de bijdragen in ontvangst nemen, ten einde ze door te zenden naar de Hoofd-Commissie. De verantwoording geschiedt dan in ons blad. DE REDACTIE. V Schiermonnikoog. Denkt U óók om Schiermonnikoog Er is nog véél noodig. Laat geen gewetensdwang geduld worden op onzen bodem. Verijdelt den boozen toeleg om den school- arbeid op Schiermonnikoog onmogelijk te maken. Giften wachten we gaarne in, tenzij men er de voorkeur aangeven ze rechtsstreeks te zenden aan Ds. Hasper, Johannes Verhulst- straat 117, Amsterdam. Vergezeld van een sympathiek schrijven ontvingen wij uit Zaamslag van een jeugdige vriendin een gift van f 2,50, welke wij hierbij verantwoorden. v Wie volgt? Z. V Onze vierde Schooldag. De gezamenlijke schoolbesturen en de onder- wijzersvereeniging „Land van Axel", hebben sinds eenige jaren een Schooldag georganiseerd. Het Comité, daartoe aangewezen, had tel kens reden, met blijdschap op zijn werk te kunnen terugzien. Ook dit jaar is de zaak weder geregeld. A. s. Donderdag 27 Januari wordt D.V. de Vierde Schooldag gehouden. Een rijke disch staat aangericht. Des middags hoopt op te treden de Heer J. C. Wirtz, districts schoolopziener te Gro ningen een man, midden uit de practijk van het schoolleven. Velen herinneren zich nog wel de rede, vóór twee jaar door hem uitgesproken. Zijn onderwerp luidtDreigend gevaar. Laat niemand meenen, dat hij met deze vergadering te verzuimen, zich 'slechts het twijfelachtig genot van een dorre verhandeling ontzegt. En laat men ook niet zeggen een school opziener moet maar voor de schoolmeesters sprekendaar hebben wij toch niets aan. Wie den heer Wirtz de vorige maal heeft beluisterd, weet wel beter. Hij verlangt hem opnieuw te hooren. Laat daarom ieder, die slechts eenigszins kan, zorgen 's middags in de Geref. Kerk te Ter Neuzen aanwezig te zijn. De tweede spreker is Ds. Meijnen, van Dordrecht. Deze wenscht te spreken over hot onder werp Om het Leven. We twijfelen er niet aan, of de opkomst zal bewijzen, dat men dezen begaafden spreker gaarne het oor leent. Donderdag 27 Januari kan een goede dag worden voor de zaak van ons Christelijk onderwijs in deze streek. Laat ons niet verslappen. Een Schooldag kan zulk een bemoediging en bezieling van zich doen uitgaan. Kan ons opnieuw zoo ernstig bepalen bij voorrecht, plicht en roeping in dezen. En kan aldus ons onderwijs ten zegen zijn. Toone een flinke opkomst, niet slechts uit Ter Neuzen, maar evenzeer uit de andere gemeenten, dat de liefde voor het Christelijk onderwijs niet is verkoeld. Aan deze zijde van de Schelde zijn wij waarlijk niet verwend op het punt van sprekers en vergaderingen. Laat een ieder dan van de gelegenheid, als zich nu aanbiedt, gebruik maken. Niemand zal het zich beklagen. Z. TWEEDE KAMER. OUDERDOMSRENTE AAN BEHOEFTIGEN. Amendementen. Een 14-tal amendementen zijn aldus de Nedingediend door de sociaal-democratische leden Duys, Sannes, Schaper, Albarda en Van den Tempel. Het. eerste strekt om de ouderdomsrente onmiddellijk op 65 jarigen, inplaats van 70- jarigen leeftijd, te doen ingaan. Voorts wenschen zij de uitsluitingen, ge noemd in a en b van art. 2 te doen vervallen. Een ander amendement strekt om uitdruk kelijk uit te sluiten een verplichting tot arbeiden voor de ouden van dagen op straffe van anders hun rente te verliezen. De voorstellers wenschen verder de rente op niet minder dan f3 per week te stellen. Daarom stellen zij voor in art. 7 te lezen f 156, in plaats van f 104. Aan beide echtgenooten te zamen wenschen de voorstellers f5 per week toe te kennen. Daartoe strekt een amendement om in art. 7 te lezen f130 in plaats van f78. En wijziging van art. 71 beoogt om de kosten der ouderdomsvoorziening ten laste van het Rijk te laten blijven. Voorts wenschen zij de verplichting tot doorzending niet afhankelijk te maken van de vraag of het gemeentebestuur van oordeel is, dat een rente moet worden toegekend. Een andere wijziging heeft ten doel om de geheele uitvoering dezer wet niet uit sluitend op te dragen aan het college van burgemeester en wethouders, dat voor de uitvoering dezer taak, indien daaromtrent niets werd bepaald, geenerlei verantwoording aan de vertegenwoordiging der burgerij den Raad, zou verschuldigd zijn. Door aanneming van het amendement zal de Raad althans eenigen invloed op den gang van zaken kun nen krijgen. Ten slotte stellen zij voor te bepalen, dat binnen vijf jaar na het in werking treden van artikel 1 een voorstel van wet wordt inge diend tot herziening van de bepalingen be treffende den leeftijd, waarop de ouderdoms rente ingaat, en het bedrag dezer rente. Zij zijn van meening, dat zoowel de leeftijds bepaling als die van het bedrag der rente, zooals door hen in bovenstaande amendemen ten worden voorgesteld, geenszins kunnen gelden als datgene wat als norm van een af doende ouderdomsvoorziening kan worden ge steld. In veel sterker mate geldt dit ten aanzien van hetgeen het ontwerp der regee ring voorstelt. Dit amendement beoogt daar om te bepalen, dat binnen vijf jaar deze beide punten opnieuw onder de oogen worden gezien. LICHTING 1910 NAAR HUIS. Naar de Msb. uit goede bron vernam, zullen de miliciens der lichting 1910 den 28sten Januari a.s. met onbepaald verlof naar huis gaan. We lezen in De Standaard: BEZOEK VAN H. M. DE KONINGIN AAN DE GETEISTERDE STREKEN. Reeds Vrijdag, den eersten dag van de geweldige overstrooming in onze provincie, werd met stelligheid verzekerd Ge zult zien, de Koningin komtZaterdag liep het hard nekkig geruchtde Koningin brengt reeds bezoeken aan de geteisterde streken 't Bleek niet juistmaar al dat gepraat over het Ko ninklijk bezoek was toch wel een bewijs, dat de menschen vast en zeker er van overtuigd waren, dat II. M. zich ook thans niet onbe tuigd zou laten, nu een deel van haar volk lijden moet onder zoo groot een ramp. Eindelijk, Dinsdagmorgen, daar was het verblijdend berichtde Koningin komt te Amsterdam Na de ontvangst aldaar, voer de ko ninklijke boot over het IJ, door het Noord- Hollandsch kanaal langs Buiksloot en daarna de vaart door, die naar Edam leidt. Hier opent zich onmiddellijk het droef over- stroomingspanorama. Waar is de weg, waar langs des zomers zoovele fietsers naar de schilderachtige Noord-Hollandsche dorpen peddelen Hij is geheel overstroomdde daarachter gelegen weilanden, ze zijn niet terug te vinden, 't is hier, zoover het oog rijkt, ééne groote waterplas, waarboven hier en daar een molen uitsteekt. De spitse toren van Nieuwendam en de stompe toren van het zoo zwaar bezochte Ransdorp, verheffen zich boven de water vlakte tal van andere dorpstorentjes zijn nog te onderkennen. Welk een droeve gedachte te weten, dat in al die dorpen thans bittere nood heerscht I De aandacht van de hooge Bezoekster werd gevestigd op de boerderijen, die tot het dak in het water staan op de platte schuiten, waarmede soldaten de hofsteden afvaren om koeien te redden; op enkele schepen, die door deu watervloed gezonken zijn, slechts de masten steken boven den waterspiegel uitop het station Zunderdorp, dat slechts varende te bereiken is, nu het half onder water staat op het doode vee, dat hier en daar ronddrijft slechts enkele kippen zoeken nog hun voedsel op de eenzame hooibergen. Wie nog in hun element zijn De eenden, die lustig op de wijde plassen rondzwemmen. Daar naderde een boot met officieren. Toen de heeren het vaartuig, waarop II. M. de Koningin zich bevond, in het oog kregen, draaide de boot bij en maakten zij het militair saluut. Vriendelijk beantwoordde de Koningin hun groet. Een volgend tooneel was van zeer droeven aard. Te Broek in Waterland had een soldaat, die have en goed wilde redden, het ongeluk te water te vallen en te verdrinken. Daar naderde de schuit, waarin zijn stoffelijk over schot lagde aansprekers stonden met hun hooge hoeden op, op het dek. Mariniers, die voorbij voeren, maakten front en salueerden. Zoo bereikte de Koninklijke boot na een uur varens het zoo zwaar bezochte Broek in Waterland, waar Vrijdagavond plotseling de noodklok begon te luiden, en weinige oogen- blikken later het halve dorp onder stond. Hare Majesteit werd hier ontvangen door den burgemeester, den heer Van Weel. Z.Ed. Achtb. droeg de ambtsketting en had hooge waterlaarzen aan. Na begroeting van den burgemeester liep H. M. meteen op eene oude vrouw toe, die zij naar den toestand van haar huis en haard ondervroegdaarna onderhield de Koningin zich nog met eene schippersvrouw. De burgemeester trok met II. M. langs de meest geteisterde plaatsen uit het dorp. Hier en daar trad zij de huizen binnen, de wat beschroomde bewoners spoedig op hun gemak stellende door belangstellend te vragen naar het aantal koeien en ander vee, dat zij hadden verloren en te informeeren naar het bedrag der schade, die beloopen was. Zoo kwamen de tongen los en vertelden de menschen van al wat zij geleden hadden op dien nooit te vergeten avond van 14 Januari. En overal sprak de Hooge Bezoekster woorden van deel neming en troost, inzonderheid informeerend of er ook directe nood was, die gelenigd kon worden. De geneesheer van Broek, dokter Bakker, werd eveneens door H. M. toegesproken. Deze deelde, op een vraag van de Koningin mede, dat voor den medischen dienst geen nieuwe hulp noodig was. De weduwe van den omgekomen soldaat, werd door II. M. bezocht en zeer hartelijk en deelnemend toegesproken. Het water stond te laag, dan dat de Ko ninklijke motorboot door het dorp kon varen. Vandaar, dat langs een omweg het Gemeente huis meest worden bereikt. Hier kreeg de Koningin van den burgemeester een overzicht van de overstrooming. Daarna werd nog de kerk bezocht, waar het vee in rijen vastge bonden staat. H. M. onderhield zich met de eigenaars, en toonde vooral hare hartelijke deelneming voor die menschen, die alles, ailes hebben verloren. Na Broek in Waterland bezocht H. M. de Koningin Monnikendam, alwaar zij evenzeer de bevolking haar groote deelneming betoonde. In Volendam stroomde de gansche bevolking samen toen de motorbooten in zicht kwamen. H. M. was onvermoeid en vertoefde lang in het dorp, daarbij in vele huizen een bezoek afleggend, de menschen vriendelijk en deel nemend toesprekend en vele goede gaven deponeerend bij het Volendam,sche Roode Kruis. Van Volendam vertrok H. M. weder naai de hoofdstad. H. M. de Koningin vertrok per trein naar Alkmaar, en stapte daar in een gereedstaande automobiel. De Koningin reed via Schermerhorn naar De Rijp. De auto reed langs het sterke fort Kwadijk. Hier begon de bezichtiging van het overstroomde gebied. Na langen tijd op deze plaats vertoefd en uitvoerige informaties ge vraagd te hebben, reed H. M. vervolgens naar Edam. Z. K. II. de Prins bezocht Bunschoten. H. M. de Koningin op Marken. De Koningin kwam op het kerkhof te Ransdorp, waar vee werd aangebracht. Een soldaat had het te kwaad met, een lastige koe. „Is hij een ondeugend" vroeg de Koningin. ,,'t Zal wel gaan juffer", was het antwoord, niet vermoedende dat Zij de Koningin was. Ook eeu treurig incident deed zich voor. De Koningin, te Volendam zijnde, kreeg juist voor haar vertrek eene mededeeling, dat eene stervende vrouw, die nog nooit H. M. gezien had, gevraagd had of zij in hare laatste levensuren de Koningin nog even mocht zien. Direct ging de Koningin er heen, sprak harte lijke woorden tot haar en het vrouwtje was in hare laatste oogenblikken over-gelukkig. Elf slachtoffers begraven. Dinsdag zijn te Marken elf van de zestien slachtoffers, die het noodweer eischte, ten grave gedragen. Ds. Klomp hield een lijkrede. Toen de kisten in het bedehuis waren neergezet, sprak Z.Eerw. diepaangrijpend, over: „Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede," enz. Cor. 13 12. Op het kerkhof sprak Ds. Klomp over Psalm 39 10„Ik ben verstomd, ik zal mijn mond niet opendoen, want gij hebt het gedaan", en vers 8: „En nu wat verwacht ik, o Heere, mijn hoop is op U". Het was een in-droevige plechtigheid. DE WATERSNOOD IN NOORD-HOLLAND. Uit Amsterdam wordt aan de N. R. C. ge meld Dinsdagnamiddag heeft minister Posthuma, in gezelschap van den directeur-generaal van den landbouw, den heer P. van den Hoek, en den inspecteur, den heer F. B. Löhnis, een bezoek gebracht aan het Tolhuis, het hoofd kwartier van de Militaire Verplegingscommis- sie. De heeren werden ontvangen door den secretaris, kapt. v. d. Nagell, het lid den heer S. van Lennep en den afdeelingschef, den I

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 1