Antirevolutionair
voor
Dieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
EERE ZIJ GOD
Uit de Pers.
Tweede Kamer.
Binnenland.
No. 1287.
Zaterdag 25 December 1915.
13" Jaargang.
40 cent.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOM Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver»
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
NIEUWJAARSADVERTENTIËN wor
den spoedig ingewacht bij den uit
gever van dit blad.
Nieuwjaarsmorgen wordt dit blad huis aan
huis verspreid.
Prijs per advertentie is
Eere zij den menscli
Den menscli, die als een koning regeert
over zee en aard en lucht.
Die de heerschappij heeft veroverd op bijna
alle elementen; die zelfs het gebied der wolken
zijn domein maakte.
Eere den menscli, die ontdekt en uitvindt.
Die wonderen tot stand brengt, wonderen
der techniek.
Die de geheimen der sterren ontraadselt
die den afstand doet verdwijnen het geluid
opvangt van „de einden der aarde" de natuur
in zijn gareel slaat.
Eere zij den mensch
Een paradijs zal zich ontsluiten, een nieuw,
een heerlijker dan ooit Eden was.
Beschaving, kunst, wetenschap, industrie,
ze zullen een samenleving scheppen van
enkel vrede en lust.
„Ja", zoo zong Da Costa,
„Ja. de Man,
die in het middelpunt zich eenmaal wringen kan
van 't weefsel zonder ga, dat onze leeftijd
[baarde,
is meester van Euroop, is meester van heel
[de aarde
Eere zij den mensch P
De zegewagen, waarop Beschaving en Kunst
haar glorievollen tocht zouden aanvangen door
de volkerenwereld is gebleken de gemaskerde
wagen van den vreeselijken Djaggernaut,
wiens ijzeren wielen, breed en zwaar, de
ellendigen verpletteren en vermorzelen.
Zijn spoor is een spoor van bloed en tranen
„Vernieling en ellendigheid" zijn in zijn
wegeu.
De lofzang op den mensch der Beschaving
en Kuituur moet verstommen voor de kreten
van vertwijfeling en smart, voor bet kermen
der gewonden, het gereutel der stervenden,
de snikken van weduwe en wees, den schorren
schreeuw van woede en hongervoor de
huilende bommen, voor den donder van het
kanon
Eere zij den mensch
„Erken uw wegen, kroost van Japhet
[Neen het teeken
der afkomst van uw geest is nooit van
[u geweken
gij zijt van Goddelijk geslachtde heer
schappij
der schepping hoorde aan u, maar
[aan haar Schepper, gij!"
Dat heeft de mensch vergeten.
Aan zijn Schepper onderworpen te zijn.
God te erkennen.
Neen, zélf God te zijn, dat was steeds de leus.
En waarop liep die waan uit
Zelfvergoding, wat vruchten leverde ze op
Het antwoord kunnen u geven de slagvelden
van Europa en Azië.
De scheppingen van den Eeuwgod blijken
niets dan woestenijen, waardoor de hoonlach
van den Booze vaart!
Eere zij God
Dat was de grondtoon van het machtige
Engelenlied in Efratha's velden.
Eere zij God
Kerstfeest herinnert ons dien toon met
vollen nadruk.
En roept tot bezinning, tot bekeering tot
erkenning van de soevereiniteit en opperhoog
heid Gods.
Eere zij God, dat moet de grondtoon zijn
van gansch het leven der menschen.
Van het geheiligd leven.
„Eere zij God is maar niet een leus.
Het is een levend beginsel, een levensbeginsel.
Dat slechts des Heeren Geest in het harte
kan leggen.
Van hem, die uit dat beginsel leeft, mag ver
wacht, geëischt, dat hij die eere Gods zoeke
op alle levensterrein.
Ook op het staatkundige.
Tot getrouwheid aan dien eisch roept ons
ook dit Kerstfeest weder op.
En het vervullen ervan zij ons een taak
der dankbaarheid. Z.
Vechten op Kerstdag.
„De Standaard" schrijft
De ontwijding.
Het verhinderen van de ontwijding, die ons
Kerstfeest bedreigde is niet gelukt.
Op wat onze vaderen het „zalige Kerst
feest,' noemden, zal de menschenmoord op
het slagveld dan toch doorgaan
Een oogenblik was er hope, dat 'tgelukken
zou deze ergernis te stuiten, maar 't kwam
falikant uit.
Wel mag men aannemen, dat er van het
Vaticaan velerlei poging voor is uitgegaan,
en misschien ook wel, dat onze Koningin
door haar Gezant zulke pogingen gesteund
heeft, maar 't liep al op teleurstelling uit.
Vanzelf hielp 't niet, of twee, drie, vier van
de vele in oorlog zijnde Mogendheden hun
eerewoord gaven, dat ze op 25 en 26 Decem
ber geen geweer zouden afvuren, geen boot
zouden laten duiken, en geen Zeppelin om
hoog zouden laten gaan. Het accoord moest
hier unaniem zijn. En juist hierin lag de moei
lijkheid. Voor den één toch gaf elke opschorting
van 't oorlogsgeweld voor een tweetal dagen
winst, terwijl het voor de andere partij schade
kon opleveren. Denk slechts aan de vluch
tende Serviërs, die in zulke dagen zich in
Albanië konden nestelen, terwijl de Bulgaren
hun vervolging staken moesten.
Ook school er wel moeilijkheid in het afge
sneden zijn van het Vaticaan van enkele zijner
gewone missies in het Buitenland. Misschien
zelfs zekere vrees in Italië, dat het Vaticaan
aan invloed winnen zou. Terwijl ten slotte
Frankrijk nimmer optrad met een hulde aan
het groote Christusfeest. En ook in andere
landen waren de van den Christus afgedoolde
Staatslieden er lang niet op gesteld om nu
opeens weer het groote feest van den Christus
als een feit te eeren, waarmee zelfs leger en
vloot rekenen moest.
Geheel deze samenloop van omstandigheden
is zoo diep pijnlijk.
Christenstaten moesten onderling nimmer
in oorlog vervallen, De Vrede moest hun
heilig zijn. En vandaar komt het nu, dat ze,
toch in oorlog gegaan, zelfs op 't groote
Christusfeest het zwaard niet in de scheede
kunnen houden.
KERSTZANG.
Eens dekte zoude-duister,
De wereld lioop'loos dicht.
Toen werd in vollen luister
Gods ster ons opgericht.
En waar de Wijzen, verre,
't Licht zagen van die sterre,
Daar week de duistre nacht.
In Ephrata, de kleine,
In Bethlem in een stal,
De Koning is geboren,
Die 't menschdom redden zal.
Wie zal in schaamle doeken
Des werelds Koning zoeken,
Die kwam in duist'ren nacht
De herders in de velden,
De koningen van ver,
Zij hoorden 'tlied der Englen,
Zij volgden Jezus' ster.
En vol van eerbied naad'ren,
Zij 'tkind, de hoop der Vaad'ren,
Geboren in den nacht.
Daar staat voor hunne oogen,
Een kribbe in een stal.
En aan de hemelbogen
De Star, die lichten zal
Tot aan het eind der tijden.
De Star van ons verblijden,
Gods ster in donk'ren nacht.
Deel, Heiland, die Gods vrede
Aan zond'ge wereld bracht,
Ons 't licht Uws vredes mede
Verdrijf der zonde nacht
Dan buigen wij ons neder,
Voor Jezus, rein en teeder,
Geboren in den nacht,
In Bethlems stillen nacht.
In stillen nacht.
„De Nederlander"
G. SCHRIJVER.
Er kan niet geklaagd, dat de zaken des
lands niet in den breede worden besproken
zelfs wel wat al te zeer in den breede. Hoe
de voorzitter de leden, die zich op de sprekers
lijst hebben doen inschrijven ook tot kortheid
in hun redevoeringen maant, hij klopt voort
durend aan doovemansdeur.
Voor wetenschap en kunst klopt het hart
van den heer De Stuers warm. Hij klaagde
er over, dat deze zaken zoo stiefmoederlijk
worden bedeeld.
Een belangrijk debat ontspon zich over de
bestrijding van het mond- en klauwzeer. De
heer Feenstra hield er een interpellatie over.
Met den heer Wijkerslooth de Weerdesteijn
stelde hij deze motie voor
Motie van orde.
De Kamer,
overwegende, dat de bestrijding van het
mond- en klauwzeer door het zoogenaamd af-
maaksysteem thans geen aanbeveling verdient,
gaat over tot de orde van den, dag.
Deze motie werd nader verdedigd door den
tweeden voorsteller.
De heer Duymaer van Twist sprak ook een
hartig woordje mee, maar de socialisten kon
den hun fatsoen niet bewaren, en trachtten
door allerlei lawaai den spreker te beletten
zijn rede voort te zetten. De voorzitter was
zoo welwillend het den heeren niet te zwaar
aan te rekenen. Hij verzocht hun „eenige
stilte". Het afmaaksijsteem vond heftige be
strijding bij alle debaters. De minister mocht
het niet gelukken de Kamer van de deugde
lijkheid van zijn stelsel te overtuigen, hoezeer
hij daartoe ook zijn best deed. De Kamer
nam de motie Feenstra- Weerdestijn aan met
35 tegen 30 stemmen.
Een heel andersoortige motie van den heer
Ter Laan (Rotterdam) omtrent het huwelijks
verbod voor ambtenaren bij de belastingen,
luidende
De Kamer,
van oordeel, dat het in het Koninklijk be
sluit van den 30 Maart 1904 n°. 19 voor
ambtenaren bestaande huwelijksverbod ge
durende een driejarig dienstverband behoort
te vervallen,
gaat over tot de orde van den dag,
werd eveneens aangenomen met 51 tegen 7
stemmen.
Vermelden we nog, dat door den heer
Beumer de zaak der Staatsloterij ter sprake
werd gebrachthij haalde verschillende uit
spraken van vrijzinnigen kant aan, die haar
veroordeelen. Maar de minister had in de
Memorie van Antwoord verklaard dat een
voorstel tot afschaffing van hem niet is te.
wachten.
HOFBERICHTEN.
Naar wij vernemen heeft de gewijzigde vaart
van de schepen naar Indië geen 'verandering
gebracht in het voornemen van den nieuwen
Gouverneur-Generaal, mr. J. P. Graaf van
Limburg Stirum, om zich per s.s. „Insulinde"
van de Rotterdamsche Lloyd naar zijn be
stemming te begeven. Intusschen zal dit
schip wel eenigen tijd later naar Indië ver
trekken dan aanvankelijk was vastgesteld, en
zal liet nu Woensdag 2 Februari e.k. varen
in plaats van Woensdag 26 Januari.
OPROEPING LANDSTORMLICHTINGEN
1912 EN 1916.
In de Memorie van antwoprd over de
oorlogsbegrooting doelt Minister Bosboom
mede, dat het eerste gedeelte van de land
stormlichting 1912 (dus de vrijgestelden en
vrijgeloten van de militielichting 1912) zal
worden opgeroepen tegen begin Februari en
het tweede gedeelte vermoedelijk tegen einde
Maart van het volgende jaar.
De landstormlichting 1916 zal eerst in den
volgenden zomer onder de wapens worden
geroepen.
Ook deelt de Minister mede, dat het on
mogelijk is, de oudste lichting van de bereden
korpsen naar huis te zenden.
HET HOLLANDSCHE „VERRAAD".
De „Nieuwe Crt." vestigt de aandacht op
hetgeen in het Parijsche dagblad „l'Oeuvre"
te lezen is. Het bedoelde artikel begint met
de mededeeling, dat de gansche Fransche pers
tegen de gevangenneming van den heer
Schröder protesteert, die gearresteerd is „omdat
iiij gezegd heeft, dat zijn land Duitschland
van levensmiddelen -voorziet."
„De taak van de Fransche pers, zoo ver
klaart de schrijver, zal nu zijn die van den
heer Schröuer over te nemen en er bij de
Fransche regeering op aan te dringen," dat
zij een eind maakt aan den „schandaligeu
handel" van Nederland en Zwitserland, wier
„mercantiele neutraliteit" reeds sedert ge-
ruimen tijd de algemeene moordpartij ver
lengt. Als de Fransche regeering daarmee
draalt, zal de pers haar ertoe dwingen. Enkele
artikelen baten niet. Men moet in de Fran
sche couranten een dagelijksche rubriek wijden
„aan het Zwitsersche verraad en aan het
Hollandsche verraad".
Ziedaar een deel van deu invloed door de
„Tel." uitgeoefend als pleitbezorger van het
vaderland„Ned,"
TWEEDE KAMER-VERKIEZING.
Voor de verkiezing van een lid van de
Tweede Kamer, vacature-van Nispet:, voor
het district Nijmegen, zijn officieel can lidaat
gesteld de heeren mr. M. J. C. M. Kolkman,
R. K., te 's Gravenhage. en L. M. Hermans,
S.D.A.P., te Arnhem.
DE HOOFDREDACTEUR VAN DE TELE
GRAAF IN VRIJHEID GESTELD.
Uit Amsterdam meldt men aan de N.R.C,
De heer J. C. Schroder, hoofdredacteur van
De Telegraaf, is Woensdagavond kwart voor
achten uit zijn voorloopige hechtenis ont-
slagen, na daarin twee en een halve week te
hebben doorgebracht. Naar wij vernamen,
hebben zijn beide verdedigers, mr. Kappeyne
van de Coppello en mr. L. van GigchJr.,een
request ingediend, waarin zijn invrijheids-.
stelling gevraagd werd. Gelijk blijkt', heeft
de rechtbank Woensdag op dat request gun
stig beschikt.
PROTEST DER NED. REGEERING.
Het departement van buitenlandsche zaken