Binnenland. Buitenland. Kamerlid wist nog wel wegen om te bezuinigen n.l. op de staatshuishouding zoodoende zou er ook geld kunnen vrij komen tot verbetering van verschillende salarissen. Vooral bij het Departement van Oorlog schijnt het geld rond te zijn. De heer Duymaer van Twist haalde enkele staaltjes aan. Een gepensioneerd luitenant kolonel van het Indisch leger, die op 1 Aug. in dienst trad, heeft een inkomen van f9452,75. Een 2e luitenant van het Indisch leger, die pas van de Akademie kwam, geniet f 3435 enz. Verschillende andere onderwerpen werden behandeldde N. O. T., waaromtrent door den heer Van Vuuren werd opgemerkt, dat ze niet mag vergeten, dat zij is een particu liere instelling en geen staat in den Staat het Kolen bureau, waarvan de samenstelling werd gevraagdde politiek der maximum prijzen de smokkelarij de vrijheid der pers. De Minister van Binnenlandsche Zaken zal antwoorden en zijn rede in vijven indeelen 1°. de verhouding der Regeering tot de Staten-Generaal2°. de buitenlandsche politiek en wat daarmee in verband staat; 3°. de economische politiek 4°. de mogelijkheid om bestaande nooden te lenigen, en 5°. tenslotte de binnenlandsche politiek. „EFFATHA". Men zond ons het 26e Jaarverslag van „Effatha", Vereeniging tot bevordering van Christelijke opvoeding en Onderwijs van doof stomme en blinde kinderen en jongelieden, gevestigd te Utrecht (Instituut gevestigd te Dordrecht.) Door de oprichting van een afzonderlijke Vereeniging tot Christelijke Opvoeding en Onderwijs voor blinde kinderen en jongelieden komt de arbeid van „Effatha" voortaan uit sluitend den doofstommen ten goede. Uit het Verslag van het Hoofd der School blijkt, dat het leerlingental zich tot 42 heeft uitgebreid. Naar wij vernemen is dan ook reeds tot personeeluitbreiding besloten. Het Bestuur vertrouwt, dat de Heere, die telkens bijtijds uitkomst gaf, de harten van velen zal bewegen tot milden of milderen steun, zoodat alle meerdere uitgaven door stijging van de inkomsten worden gedekt. De arbeid van „Effatha" is een werk der Christelijke barmhartigheid, en daarom moest ieder Christen het zich tot een eere rekenen, mee te werken tot haar meerderen bloei. Ieder, die „Effatha" kan steunen, doe het nu en schrijve aan den Penningm. der Ver eeniging, den Heer W. L. B. den Blaauwen, den Haag, Antonie Duykstraat 49 een brief kaart, waarop vermeld, op welke wijze men „Effatha" wil steunen. Het is toch beter, dat men nu reeds steunt, dan dat men wacht totdat er een tekort is. Wanneer de Vereeniging door gebrek aan de noodige financiën minder zou presteeren dan de andere Vereenigingen voor doofstommen onderwijs, dan zou dat tot schande van ons Christenen en tot een smaad voor den Naam des Heeren zijn. Het trof ons dan ook bij het inzien van het Jaarverslag, dat er zoo weinig Diaconiën zijn, die jaarlijks contribueeren, o.a. slechts écn Kerkeraad der Ned Herv. Kerk. O. i. ligt het allereerst op haar weg, hier steun te ver- leenen. En daarbij moesten de Hervormden niet de laatsten zijn. Hun kinderen profiteeren het meest van de gezegende vruchten, die de Vereeniging afwerpt, gelijk blijkt uit den Staat der Leerlingen, die in het Verslag is opge nomen. Met dankbaarheid zagen wij dan ook vermeld, dat het aantal leden onder de Her vormde Broeders en Zusters toeneemt. Volgen nog velen hun voorbeeld, opdat er op dit terrein van barmhartigheid een krachtige samenwerking zij. Den ganschen inhoud van het Jaarverslag kunnen wij hier natuurlijk niet weergeven. Wij vermelden nog het heengaan uit het Bestuur der Vereeniging van Prof. L. Linde boom, die als Voorzitter gedurende een reeks van jaren de Vereeniging leidde. Men zal hem, dankbaar voor het vele goede, dat door en onder zijn leiding" tot stand kwam, in Effatha's kring niet licht vergeten. Als iets nieuws vonden wij in dit Jaarver slag, dat door de bijzondere tijdsomstandig heden over twee jaren loopt, een tabel die aangeeft in welke verhouding de uitgaven tot f 100 ontvangsten staan. Ook overigens ver dient het financieel Verslag dit jaar aller aandacht en biedt naast ruime stof tot dank baarheid genoegzame aanleiding tot verhooging onzer offers. Vermelden wij ten slotte nog, dat in „Bethesda" een rubriek voor de oud leerlingen werd geopend. De band tusschen onderwijzers en leerlingen blijft zoo bestaan en aan de verdere ontwikkeling van onze doofstommen wordt voortgewerkt. EEN DUUR ZETELTJE. Een rijk man, uit Indië teruggekeerd, die in Den Haag van zijn werk ging uitrusten, kreeg, naar „De Controleur" mededeelt, van een „politiek agent" aldaar een schrijven, waarin o. a. de volgende passages voorkomen „Zooals u weet, heeft juist de Tweede Kamer een groote behoefte aan practische zakenmenschen, aan werkers, die getoond hebben, wat ze waard zijn. U zou ongetwijfeld in ons Parlement een schitterend figuur maken." Eu dan verder „In het bedoeld district werd de candidaat der Rechtsche partijen de vorige maal met een zeer kleine meerderheid gekozen. Wordt er thans een vrijzinnige gecandidateerd, die zelf voor een groot gedeelte in de kosten van zijn verkiezing kan bijdragen, dan zijn wg van zijn verkiezing verzekerd. Die kosten worden getaxeerd op f 60,000". Goedkoop zijn de vrijzinnige agenten niet. Wij kunnen er niet tegen op bieden, zegt de „Tijd." DRUK GOEDERENVERVOER. Door de directie der S.S. zijn opnieuw 1000 nieuwe goederenwagens besteld. (Tijd). AARDSCHUIVING IN TAPANOELL (SUMATRA). Een Regeeringstelegram meldt De resident van Tapoenoeli seinde, dat te Tapanoeli (residentie Tapanoeli) op den 27sten November j.l. eene aardschuiving heeft plaats gehad, gepaard gaande met een overstrooming, veroorzaakt door de Aek Silongod. 66 personen worden vermist en 50 huizen, waaronder de inlandsche school, zijn vernield. De verbinding van Padang Sidimpoean met de zeekust is op verscheidene plaatsen ver broken. GEEN DEMOBILISATIE. Omtrent het door de Tweede Kamer gehou den Comité Generaal verluidt, dat het vrij be langwekkend moet geweest zijn, doch dat zeer ingrijpende verandering inzake de maat regelen op militair gebied niet als resultaat er van te wachten schijnt. TWEEDE KAMER. De heer Oosterbaan is ongesteld en kan voorloopig de vergaderingen der Tweede Kamer niet bijwonen. EEN LASTERAAR. Onder dit opschrift schrijft het Hbld De heer John C. van der Veer, Londensche correspondent van De Telegraaf belastert, volgens een intervieuw, dat do Daily Maril publiceert, zijn land en de Nederlandsche dag bladen op de volge wijze „De vervolging (van De Telegraaf) is zeer merkwaardig, daar zij is ingesteld op verzoek van de Duitsche Regeering". „Wij weten zeker, dat een groot deel (sic) van wat naar Holland wordt gezonden, ge consigneerd aan de N. O. T., naar Duitschland wordt gesmokkeld, „Alle Nederlandsche dagbladen, die vijandig („undfriendly") tegenover ons en de Gealli eerden (men lette op de volgorde) staan, hebben erkend, dat er gesmokkeld wordt." En onder die „andere" Nederlandsche bladen wordt dan de Nieuwe Crt. genoemd, die wordt voorgesteld te leven in de hoop en afwachtiug van de vernietiging der Engelsche macht ter zee. Dan verder „Eenige Nederlandsche pro-Duitsche dag bladen gaan naar België in auto's met veel meer benzine, dan zij (de dagbladen) voor die reis noodig hebben". De bedoeling van dezen verachtelijken laster kan geen andere zijn, dan om de Engelsche pers op te hitsen tegen de Nederlandsche pers met uitzondering van De Telegraaf. Ja, misschien is de bedoeling niet in de eerste plaats zijn land en den goeden naam van de Nederlandsche pers te bekladden, maar alleen om de Daily ff/afLEngelschen naar den mond te spreken. Dan is het echter niet minder verachtelijk. DE OORLOG. Het lid van de Tweede Kamer mr. De Meester heeft den 6den dezer de volgende schriftelijke vraag ingezonden In het Ochtendblad B der Nieuwe Rotter- damsche Courant van 3 December jl. is aan een Reuter-telegram ontleend, dat Cecil, onder minister van buitenlandsche zaken, in het Lagerhuis in antwoord op een vraag van Dal- ziel naar de werking van de N. O. T. o. m. heeft gezegd, dat de gewone in Nederland genomen voorzorgsmaatregelen op verzoek der Britsche regeering zijn verscherpt en er bv. scherper maatregelen tegen den smokkelhandel worden getroffen. Naar aanleiding van dat bericht heb ik de eer Zijne Excellentie den minister van buiten landsche zaken van de Britsche regeering aan leiding heeft gegeven tot het nemen dezerzijds van scherper maatregelen tegen den smok kelhandel, meer in het bijzonder tot de samen stelling en indiening van het wetsontwerp nopens tijdelijke bepalingen betreffende het vervoer en de nederlage van goederen. De minister van buitenlandsche zaken, de heer Loudon, heeft daarop geantwoord Het nemen door de Nederlandsche regeoring van scherpere maatregelen tegen den smok kelhandel, meer in het bijzonder door samen stelling en indiening van het wetsontwerp nopens tijdelijke bepalingen betreffende het vervoer en de nederlage van goederen is niet ingevolge eenig verzoek van de Britsche re geering geschied. Overigens is uit de berichtgeving van Hare Majesteits gezant te Londen on uit het verslag der zitting van het Lagerhuis in The Times van 3 December jl. gebleken, dat lord Robert Cecil met geen enkel woord ven zoodanig verzoek heeft gerept en dat het desbetreffend Reuter- telegram, afgedrukt in de Nederlandsche bladen van 3 December, derhalve onjuist was. PARIJS, 9 December. (Reuter). Officieele mededeeling. De Fransch-Belgische artillerie heeft de Duitsche veldwerken bij Het Sas verwoest. In Artois ging hevig kanonvuur op sommige punten met gevechten en zware bommen ge paard. In Champagne is het gevecht om het bezit van de vooruitgeschoven loopgraaf ten Zuiden van St. Couplet voortgezet. Onze tegenaan vallen hebben ons reeds het grootste gedeelte van de verloren loopgraaf terugbezorgd. BERLIJN, 8 December. (WolffJ Officieele mededeeling uit het groote hoofdkwartier Pogingen van den vijand, om ons succes ten O. van Auberive te betwisten, zijn mis lukt. Behalve gevangenen zijn daar 3 machine geweren in onze handen gevallen. Ten N.O. van Souain is een Fransche stel ling op de hoogte 193 over een uitgestrekt heid van ongeveer 500 M. door ons genomen. Vier tegenaanvallen werden afgeslagen. Wij namen 1 officier en 120 man gevangen en maakten 2 machinegeweren buit. WEENEN, 8 December. (Wolff). Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier: Onze aanvallen tegen de Montenegiijnsche stellingen ten noorden van Berane hebben succes. Wij hebben op verscheidene punten de vijandelijke linies stormenderhand genomen. Ipek is van vijanden gezuiverd. Onze troepen hebben 80 kanonnen, 160 munitiewagens, 40 aute's, 12 rijdende veldkeukens, eenige duizenden geweren en veel ander oorlogstuig buit ge maakt. Het aantal gevangenen, gisteren door het leger van generaal Van Koevess ingeleverd, is wederom meer dan 2000onder hen zijn 300 Montenegrijnen. Albaneezen hebben overal deelgenomen aan de gevechten tegen de overschotten van het Servische leger. LONDEN, 8 Dec. De secretaris-generaal deelde in het Lagerhuis mede, dat in het ge vecht bij Ktesiphon 643 man gedood en 3340 gewond zijn en 594 man worden vermist. Amerikaansck schip getorpe deerd. Vclgens een bericht uit Rome, is de Ame- rikaansche tankboot „Communiprro" gezonken ter hoogte van Tripoli. Er is geen nader be richt over het lot der bemanning of de na tionaliteit van de duikboot. De „Communiparo" (ex Deutschland") was bruto 3710 ton groot en in 1893 gebouwd. Een Amerikaanse h schip door een duikboot beschoten. WASHINGTON, 8 December. (Reuter). Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft bericht gekregen, dat het stoomschip Petrolite van de Standard Oil Company door een duik boot, blijkbaar van Oostenrijksche nationaliteit tusschen Kreta en Tripoli beschoten is. Een matroos is gekwetst. Renter seint uit Londen Tegelijk met het beroep van Bryan, op Wilson gedaan om tusschen de oorlogvoeren den te bemiddelen, zijn de Ver. Staten ver gast op een nieuwe lezing van de door Duitschland te stellen vredesvoorwaarden. Deze nieuwe lezing is gegeven door een Duitscher die reeds lang in de Ver. Staten woont, doch die in nauwe relatie staat met do leiders der Duitsche staatkunde. Die vredesvoorwaarden komen hierop neer Duitschland behoort volledige overmacht te krijgen op het Balkan schiereiland, waardoor het den weg krijgt naar Klein-Azië en zijn plaats in de zon, onafhankelijk van de Brit sche zeemacht. In de tweede plaats moeten bufferstaten worden instandgehouden tusschen Duitschland, en Rusland. Een dier bufferstaten moet het nieuw te scheppen koninkrijk Polen zijn verder moet tot dat doel Roemenië worden versterkt. In de derde plaats behooren in het Westen de oude grenzen te worden hersteld. België zou weer volledig zelfstandig worden en wellicht zou zelfs wat betreft de Fransche taalgebieden in den Elzas door Duitschland een kleine consessie aan Frankrijk worden gedaan. BERLIJN, 6 Dec. (V. D.) De „Vossische Zeitung" schrijft over de interpellatie der sociaal-demokraten over de voorwaarden van een toekomstigen vrede Toch zal de kanselier het niet kunnen ver mijden op de vredes-interpellatie in te gaan. Want naar waarheid opgevat komt in de sociaaldemokratische vredesinterpellatie de wensch van meerdere Duitsche niet alleen sociaaldemokratische volksklassen, om door den kanselier eindelijk eens te worden inge licht omtrent de toekomst tot uiting. Het schijnt daarbij zeer onverschillig en een bij zaak of de kanselier meent oorlogsschatting te zullen ontvangen, en tot welk bedrag hij die zal eischen. Hetzelfde is het geval met de vraag of hij van plan is landen te an- nexeeren of dat hij uit principe of in een enkel geval afkeerig is van annexaties. Vóór alles moet worden blootgelegd het politieke oorlogsdoel, de groote wereldpolitieke gezichtshoek, waaronder later, wanneer het zoo ver is, de afzonderlijke vragen beslist moeten worden. Het doelwit der politiek kan alleen zijn het Duitsche volk en het Duitsche Rijk. De wensch andere volken te bevrijden, kan alleen dan worden bevredigd, wanneer daardoor niet de militaire veiligheid van het Rijk en de vreed zame verdere ontwikkeling van het volk ver hinderd worden. En onze toekomstige ver houding tot de vijandelijke of neutrale volken kan evenzeer niet door gevoelens bepaald worden maar slechts door koele overweging. Men moet nagaan of de toekomstige staat kunde van Duitschland en Oostenrijk op den Balkan meer succes kan hebben wanneer men den volken aldaar de vredelievende gezind heid van Rusland kan waarborgen of dat men ook wanneer Rusland vijandig-gezind is, een vreedzame handelspoliek kan voeren van Hamburg naar Bagdad. Ook moet worden overwogen of men koloniën van Engeland wil ontvangen of dat men zelfstandig koloniën wil stichten, die niet door Engeland kunnen worden aangevallen. De Berlijnsche correspondent van de Neue Zürcher Nachrichten zegt„Wat de onder staatssecretaris Zimmerman gezegd heeft aan gaande België is niet iets dan een verzach tingspoging naar buiten, maar is overeen komstig met de realiteit. Nog steeds ligt het in de macht van België te ontsnappen aan de annexatie bij Duitschland welke geen volstrekt Duitse h vredesdoel is en welke men in tegendeel wensch t te vermijden. Als eenmaal de sluiers voor de openbaar making opgeheven worden, dan zal de wereld er wel over verbaasd staan, als ze te weten komt wie de annexatiepolitiek tegen over België dreef en wie haar sterkste bestrijder is. Deze woorden heeft do Duitsche censuur doorgelaten. Had zij daarbij een doel De president begon zijn boodschap met de volgende omschrijving der onzijdigheidspolitiek „Er moet een grens worden gesteld aan den omvang van dezen vernielenden oorlog en een deel der groote volkerenfamilie moet het streven naar vrede levendig houden, al ware het alleen om een gezameulijken economischen ondergang te verhoeden." Over de Monroe-leer zeide de president „Wij houden den geest van deze leer hoog; wij zijn inzake Mexico op de proef gesteld en hebben die proef goed doorstaan." Over het pan-Amerikanisme zeide Wilson „Juist omdat wij een onbelemmerde ontwik keling en een ongestoord bestuur verlangen, keuren wij elke aanranding onzer beginselen van recht en vrijheid af, van welke zijde die moge komen. Wij zullen geen grooter staand leger op de been houden, dan noodig is voor doeleinden die zoowel in tijd van oorlog als van vrede noodzakelijk zijn." De president heeft grooten nadruk gelegd op het belang en de onontbeerlijkheid van een groote handelsvloot„Het is, om tal van gewichtige redenen, noodig dat wij een groote koopvaardijvloot hebben, die ons eens rijk heeft gemaakt, maar die door ons ze eigen onvergeeflijke nalatigheid, onverschilligheid en hopeloos blinde, kleinzielige politiek van zoo- genaamden economische bescherming geheel is verdrongen. Het is hoog tijd deze fout weer goed te maken en onze onafhankelijk heid in handelsaangelegenheden te herwinnen." De boodschap gaat dan voort„Heel het Amerikaansche halfrond dient onafhankelijk en zich zelf genoeg te zijn, indien het niet in den maalstroom van Europeescho geschillen wil worden meegesleurd." Van de ellende, die door de soldaten der oorlogvoerende legers in de loopgraven ver duurd wordt, geeft do Daily Chronicle corres pondent bij het Britsche hoofdkwartier een humoristische en toch diep-tragische beschrij ving. Op sommige gedeelten van het front zegt hij, is het erger dan op andere, maar er zijn plaatsen waar het terrein door de sneeuw en regens in een moeras is veranderd en do loopgraven zoo vol ijskond water zijn dat de mannen er tot aan de knieën in staan. Tegen het aanbreken van den dag bevriest het soms om de beenen van de soldaten heen. „Hoe diep is het bij jullie?" vroeg onlangs een Duitsch soldaat van achter een troep zandzakken, die de Engelsche stelling van de Duitsche scheidden. „Tot aan de knieën", zei een Engelsch korporaal, die zijn bommen probeerde droog te houden in een stuk zeildoek. „Zoo", was het antwoord, „dan ben jullie geluksvogels, wij staan er tot het middel toe in". Op enkele plaatsen is het zoo erg, dat de borstweringen gedurende de laatste stormen ingestort en in de loopgraven terecht gekomen zijn, waar zich een onbeschrijfelijke chaos van modder en klei vormde. De aardwerken, die door den regen en de vorst hunne vastheid hadden verloren, waren n.l. door het gewicht der zandzakken ingestort. Hier en daar vragen de Duitschers om een tijdelijken wapenstil stand. Het is zelfs voorgekomen dat enkele Duitsche soldaten uit hunne loopgraven klommen en op de borstweringen eringen zitten, om hunne voeten te drogen, terwijl zij aldoor riepen „Niet schieten, niet schieten Een groot aantal soldaten zijn voorzien van waterlaarzen die tot de knieën reiken, maar dat is niet voldoende, omdat het water er over den bovenrand heen nog in loopt. Er Maatregel tegen den smokkelhandel. Westelijk Front. Servisch gevechtsterrein. Vredesgeruchten. Duitsche vredeswenschen. Merkwaardige uitlating van Duitsche zijde. De Boodschap van President Wilson aan het Congres. Loopgravenellende.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 2