Binnenland.
Buitenland.
op wier gestie (bewind, bestuur) de Staat,
ook door deelneming aan liet maatschappelijk
kapitaal, overwegenden invloed heeft.
De heer Mendels (s. d.) hield een rede van
belang, vooral in de breedte. Hij zag zelfs
kans, om Nederland nog even „wakker te
schudden" en te waarschuwen tegen „cor
ruptie", d. i.bederf. Want er was een gerucht
geweest, als zou oud-minister Colijn, thans
directeur der Bcitaafsche bovengenoemd, kans
had Gouverneur-Generaal te worden. En
niemand had daartegen geprotesteerd geen
der groote, kapitalistische bladen voel je wel
was daar tegen opgekomen. De heer Mendels
vergat er bij te zeggen, dat het zeker toch
niet kapitalistische blad, zijn partijblad „Het
Volk", dat evenmin had gedaan Maar wel
licht was zijn rede dan te lang geworden.
Na de heeren Van Bylandt, Boogaardt en Fock
kwam de minister (Pleijte) aan het woord,
om zijn ontwerp, dat lang geen onverdeelde
instemming vond, ook niet bij zijn geestver
wanten, te verdedigen. Hij brak te 4 u. 10
zijn rede af en zal dien D. V. Maandag U/s
uur vervolgen.
LINKSCHE SAMENWERKING BIJ DE
STATENVERKIEZINGEN.
In de laatste vergadering van het Centraal
Comité der Vrijzinnigen, op Dinsdag 9 No
vember 1.1. in Den Haag gehouden, was men
eenstemmig van oordeel dat bij de a.s. Prov.
Statenverkiezingen krachtige samenwerking
van de drie vrijzinnige partijen beslist nood
zakelijk is.
Het Centraal Comité is als volgt samen
gesteld
Dagelijksch bestuur: mr. M. Tydeman Jr.,
voorzitter, mr. D. Fock, vice-voorzitter, W.
O. A. Koster secretaris-penningmeester.
Leden voor de L. U.prof. mr. J. E Heeres,
mr. P. Rink, A. Roodhuizen.
Voor de V. L.F. J. W. Drion, mr. H. C.
Dresselhuys, prof. mr. A. C. Visser van IJsen-
doorn.
Voor de V. D.dr. Bos, prof. dr. Ph. A.
Kohnstamm, mr. L. N. Roodenburg.
VOORNAMEN-BELASTING.
Thans is ingediend het wetsontwerp tot
heffing eener voornamenbelasting.
Artikel 1 bepaalt:
„Onder den naam van „voornaambelasting"
wordt eene belasting geheven wegens
a. toekenning van meer dan één voornaam
aan een kind bij de aangifte der geboorte
b. latere bijvoeging of verandering van
voornamen.
Eveneens wordt belasting geheven wegens
verandering van den geslachtsnaam of bijvoe
ging van een of meer namen aan den geslachts
naam."
De belasting bedraagt wegens toekenning
van eiken voornaam, met uitzondering van
den eersten en wegens latere bijvoeging of
verandering van eiken voornaam
indien de belastingplichtige over het belas
tingjaar, loopende op het tijdstip van de aan
gifte der geboorte of op den dag der uitspraak,
bedoeld bij art. 69 van het Burgerlijk Wetboek
krachtens letter a. van artikel 1 van de Wet
op de Inkomstenbelasting 1914 of niet of naar
een zuiver inkomen van minder dan duizend
gulden is of wordt aangeslagen f 2.50indien
hij is of wordt aangeslagen naar een zuiver
inkomen van f 1000 of meer doch minder dan
f 2000 f 5 f 2000 tot f 8000f 7.50f 3000 tot
f4000: f 10f4000 tot f6000: f 15 f6000 tot
f 8000 f 22.50 f 8000 tot f 12,000 f 35 f 12,000
tot f 16,000 f 55 f 16,000 tot f 32,000 f 100
f32,000 tot f64,000: f200; f64,000 of meer:
f400; met dien verstande, dat wegens latere
bijvoeging of verandering van een voornaam
de belasting nooit minder bedraagt dan f 100.
DE FISSCHERIJ EN HET DUIK
BOOTENGEVAAR.
Uit IJmuiden wordt aan het Ildbl. gemeld
In onderling overleg met de autoriteiten
werd besloten de door de verkoop in andere
handen overgegane stoomtreilers niet vóór
liet einde van den oorlog te herdoopen, omdat
hunne tegenwoordige namen bij de verschil
lende mogendheden bekend waren.
In verband daarmede vernemen wij nog,
dat onze regeering die der oorlogvoerende
mogendheden in het bezit stelde van een
officieel samengestelde lijst van de schoorsteen-
merken en van de kantoorvlaggen der stoom-
visschersvaartuigen
Deze lijst wordt doorloopend aangevuld dan
wel verminderd met nieuw in de vaart of uit
de vaart geraakte schepen.
Op deze wijze hoopt onze regeering onze
visschersvloot niet alleen te vrijwaren voor
minder aangename aanvallen van marinesche
pen, doch ook te voorkomen, dat vreemde
visschersvaartuigen een Nederlandsch visch-
nummer zouden voeren.
DUURTE-TOESLAG.
De firma's Van Heek Co. en Van Heek
Zonen te Enschedé hebben aan de in haar
fabrieken werkzame hoofden van gezinnen met
kinderen onder 13 jaar een oorlogssteun ver
leend van 50 ets. per week voor elk kind
onder 13 jaar te hunnen laste, verminderd
met 50 ets. per week voor elk kind van een
gezin, dat een weekloon verdient.
Deze steun wordt verleend tot 31 Maart
1916, tenzij zich omstandigheden voordoen,
die haar aanleiding geven in deze steunregeling
wijziging te brengen.
Deze regeling is ingegaan op 8 dezer, de
eerste uitbetaling zal plaats hebben op 24
dezer en geschiedt voortaan om de 14 dagen.
(N. Ct.)
TEGEN HET SMOKKELEN.
Door de maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen en de Nederlandsche cen
traal spoorwegmaatschappij is bepaald, dat
aan arbeiders, reizende met een werkmans-
kaart, die zich schuldig maken aan fraudu-
leuzen uitvoer in Nederland van goederen,
welke aan accijns onderworpen zijn, of aan
verboden uitvoer uit Nederiand, gedurende
den tijd van 1 jaar geen werkmanskaart meer
verstrekt wordt voor het traject waarop de
fraude plaats vond.
DE DIENSTWEIGERING.
De zaak van Dr. Louis A. Ballier, inhoudende
de beschuldiging van opruiing door middel
van het zoogenaamde manifest der dienst
weigeraars, is door de arrondissementsrecht
bank te Assen verwezen naar de openbare
terechtzitting. (Lw. Crt.)
JUIST GEZIEN.
Naar het Centr. verneemt, zal er spoedig
een begin worden gemaakt met een geregelde
propaganda voor het Hollandsche volkslied
onder de gemobiliseerde militairen. Op het
oogenblik wordt er een bundel van 50 liederen
samengesteld, welke aan iederen militair zal
worden verstrekt. Zoo spoedig deze bundel
gereed is, zal met de propaganda worden
begonnen.
DE BEVREDIGINGSCOMMISSIE.
Van de subcommissiën, in welke de staats
commissie voor het onderwijs zich had ver
deeld tot het ontwerpen van concrete voor
stellen, was, zooals men weet, alleen die voor
de geldelijke voorziening (voorzitter mr. Th.
II. de Meester) tot dusver nog niet met haren
arbeid gereed. Voor hare berekeningen had
zij een zeer uitgebreid cijfermateriaal te ver
zamelen en te bewerken, hetgeen uit den aard
der zaak tijdroovend bleek.
Naar wij vernemen, heeft thans ook deze
subcommissie hare voorstellen ingezonden en
heeft de staatscommissie in de Vrijdag ge
houden vergadering daarvan reeds een ge
deelte besproken.
Overigens zullen, alvorens de staatscommissie
met haren geheelen arbeid gereed zal zijn,
nog eenige vergaderingen in plenum noodig zijn.
DE OORLOG.
Servisch gevechtsterrein.
BERLIJN, 13 November. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofd kwartier
De vervolging in het gebergte duurt voort.
De pashoogten van den Jastrebats, een
berggroep ten Z.O. van Kroezjewats, zijn door
onze troepen genomen. Wij namen ruim 1100
Serviërs gevangen en maakten een kanon büit.
BERLIJN, 14 November. (Wolff.) Het
Duitsche hoofdkwartier meldt
De legers van Kövess en Gallwits hebben
langs het gelieelo front, ten deele na hard
nekkige gevechten, den tegenstander terug
geworpen. Er werden 13 officieren en 760
man gevangen genomen en 2 kanonnen buit
gemaakt.
Het leger van Bojadjef is, in aansluiting
met Duitsche troepen, van de Zuidelijke
Morawa aan het oprukken.
WEENEN, 14 November. (Wolff.) Officieel
wordt bekend gemaakt
Het leger van von Kövess heeft in zege
vierende berggevechten nieuwen voortgang
gemaakt.
De groep, die van Wischegrad uit oprukt,
is na hevige gevechten het gebied v^n de
beneden-Lim genaderd.
Op de wegen naar Javor zijn de hoogten
Kragjorgjef en Sanats in het Ibardal en de
Noordelijke helling van den Planinitsa-rug
bereikt.
In het Boven-Rosenagebied is de terug-
ge worpèn vijand afgetrokken over Broes en
Pona.
In deze gevechten heeft het leger 13 offi
cieren en 1200 man gevangen genomen.
Het leger van von Gallwitz dringt den
vijand in het Toplitsa-dal terug.
In aansluiting met de onzen dringen de
Bulgaarsche troepen overal op.
SALONIKI, 14 November. (Reuter N.RC.).
Een bataljon Serviërs heeft Vrijdag twee
bataljons Bulgaren verslagen en Tetowo her
overd. Daarbij maakten zij een kanon en een
hoeveelheid oorlogsbehoeften buit.
De herovering van Tetowo moet voot de
Serviërs een gunstigen invloed hebben op de
positie van don Kasjanik-pas.
Het gevecht tusschen Bulgaren en Franschen
op den linkeroever van de Ornaja is geëindigd
met de vermeestering van de dorpen Cher-
kowo, Kroesjewitsa en Sissewo door de Fran
schen, alsmede van een Bulgaarsch blokhuis
en de hoogten 350 en 516.
Het gevecht duurde den llden dezer den
lieelen dag. De positie van de Franschen is
nu op de hoogten dicht aan de grens, even
wijdig met den spoorweg, tusschen Gradsko
en Krewolak. Zij zijn daarmede op 11 K.M.
van Weles gekomen.
De Bulgaren begonnen met in grooten ge
tale aan te vallen, maar zij konden het over
stelpende vuur van de Fransche artillerie niet
weerstaan. Hun aanval mislukte. Ten slotte
werden zij met zware verliezen teruggeslagen.
Zij lieten vele dooden vóór de Fransche
linies liggen.
De Franschen hebben nog een voordeel be
haald ten Zuiden van Walondowo, waar de
Bulgaren verscheiden schansen prijsgaven.
Aan dit front zijn nu bij elkaar 30 batal
jons Bulgaren bezig, waaruit men het succes
van de Franschen kan opmaken. De verliezen
van de Franschen zijn gering. De verhouding
van de dooden tot de gewonden is in merk
waardig contrast met die op Europeesche
slagvelden, nl. slechts 10 pet. van de gewon
den, die meest door geweervuur zijn ge
troffen.
De Engelschen, die voortdurend versterking
krijgen, rukten ook op en zuiveren het land
in hun sector van de Bulgaren.
Balkan oorlogstooneel.
De vervolging is overal aan den gang. Eer
gisteren zijn 8500 gevangenen binnengebracht,
waarvan alleen door de Boelgaren 7000, als
mede 6 stukken geschut.
De Diplomatieke Strijd op den Balkan.
Daarover schrijft de N. R. C.
De diplomatieke strijd tusschen de beide
oorlogvoerende groepen wordt in de nog
onzijdige Balkanstaten met inspanning van alle
kracht voortgezet. De Zürcher Post verneemt
uit Athene, dat de gezanten der middenrijken
een succes hebben te boeken zij hebben van
de Grieksche regeering de verzekeringgekregen
dat deze volstrekt onzijdig zal blijven en mits
dien beide oorlogvoerende groepen op dezelfde
wijze zal behandelen. Griekenland zou zich
dus voor het geval Duitschland en O.-H.
een aanval ondernamen op de landingstroepen
in Saloniki bepalen tot een even vormelijk
protest als het tegen de landing zelf heeft
ingebracht. Of deze laatste uiting een conclusie
is van het Zwitsersche blad, dan wel komt
bij de verzekering der Grieksche regeering,
is niet duidelijk. Het is nauwelijks denkbaar
dat de Grieksche regeering kalm zou toezien,
dat de beide oorlogvoerenden Grieksch grond
gebied uitkozen als gevechtsterrein. Toch kan
het dat licht worden als Servische of Fransch-
Engelsche hulptroepen over de Servische grens
op Grieksch gebied terugwijken. Het Journal
des Débats houdt zich met die mogelijkheid
bezig en zegt dat de entente in geen geval
ontwapening en interneering van dergelijke
troepen zal dulden. Zij zou dat als een
vijandelijke daad beschouwen. Dat Grieken
land zijn verdragsplicht jegens Servië niet
nakomt, noemt de Débats een te betreuren
zaak, maar er mag geen sprake van zijn, dat
het tegenover Servië en de Entente zou kunnen
handelen alsof liet verdrag met Servië nooit
had bestaan en alsof het niet zelf de landing
der entente-troepen had uitgelokt. Daarom
verlange de entente besluit de Débats
van de Grieksche regeering de duidelijke
verklaring wat zij voornemens is te doen,
wanneer het bedoelde geval zich mocht voor
doen.
„Verbazing."
KEULEN, 11 November. Volgens de te
Milaan verschijnende Italia heeft, naar aan de
Köln. Volksztg. gemeld wordt, het bericht van
de Grieksche leening, die door Frankrijk en
Engeland geplaatst is, in de Italiaansche pers
groote verbazing gewekt. De door Parijs en
Londen wegens liet verraad van Griekenland
aangekondigde bestraffing, zoo wordt er gezegd,
bestaat uit 40 millioen om de mobilisatie te
handhaven.
„Wat men graag wil"
LONDEN, 13 Nov. De Times verneemt uit
Petersburg, dat volgens mededeelingen van
krijgsgevangenen op het noordfront de Keizer
in zijn laatste onderhoud met generaal von
Hindenburg bij dezen aandrong op een krach
tige actie om de Duna te forceeren ongeacht
het verlies aan menschenlevens.
De veldmaarschalk vroeg daarop om ver
sterkingen, welke de Keizer weigerde op grond,
dat hij niet in staat was ook maar één man
aan andere fronten te onttrekken. Vervol
gens werd krijgsraad belegd welke tot resul
taat had, dat Hindenburg verklaarde zijn
commando te zullen neerleggen indien nog
verder werd aangedrongen op de verovering
van Riga en Dunabrug.
KOPENHAGEN, 13 Nov. (V. D.) De hos
pitalen in Wilna zijn overladen met gewonde
Duitsche soldaten en nog steeds worden er
nieuwe gewonden aangevoerd. Men schat het
aantal zwaar gewonde Duitschers, dat te Wilna
verpleegd wordt, op 7500 man.
Russisch oordeel.
ST. PETERSBURG, 10 November. (P. T. A.)
Militaire kringen zijn van oordeel dat de be
zetting van Kemmeren door onze troepen tot
op zekere hoogte de spoorwegverbinding
TuckumMitau bedreigt. Deze verbinding
bezigen de Duitschers op het front in de
streek van Riga en aan de Midden-Duna.
Het front in de streek van Riga, waar
volgens dezelfde militaire kringen een nieuw
tijdperk van strijd gaat beginnen, wordt door
de Aa en de moerassen, die zich naar het
noorden en westen uitstrekken, in twee deelen
verdeeld. Waarschijnlijk zal de strijd op de
vleugels er een zeer verbitterd karakter
aannemen.
De algemeene toestand op dit front, nood
zaakt von Below zijn frontbreedte aanmerke
lijk uit te breiden ten koste van de diepte
der linie.
In de streek voor Dunaburg ondervindt de
vijand onzen druk op zijn versterkte stellingen
en stelt hij alles in het werk om het verlies
van den spoorweg Nowo Elexandrowsk
Wilkomir, die hem van oorlogsmateriaal voor
ziet, te voorkomen.
De Duitschers richten al hun aandacht op
het front voor Riga en voor Dunaburg, waar
zij alle beschikbare troepen concentreeren,
ten einde tot een krachtig tegenoffensief te
kunnen overgaan:
De Ancona.
WEENEN, 13 November. (Wolff.) Offici
eel bericht van den marinestaf
Omtrent het in den grond boren van het
Italiaansche stoomschip worden, gelijk te
verwachten was, door de vijandelijke pers
even krenkende als onjuiste voorstellingen
verspreid.
De toedracht was in 't kort, als volgtDe
duikboot loste een waarschuwingsschot voor
den boeg van het stoomschip, waarop dit in
volle vaart de vlucht nam. Hiermee gaf het
schip gevolg aan de instructie, bij het uit
breken van den oorlog aan alle Italiaansche
schepen van regeeringswege gegeven, om bij
aanhouding door een vijandelijke duikboot, al
naar de plaats waar de duikboot zich bevindt,
te vluchten of de duikboot te rammen.
Het vluchtende stoomschip werd door de
duikboot vervolgd en beschoten en stopte
eerst, nadat het eenige malen was getroffen.
Om het schip, waarop de grootste paniek
heerschte, te verlaten, werd drie kwartier
toegestaan, maar niettemin werd slechts een
deel der booten te water gelaten en bezet
en wel hoofdzakelijk door leden van de be
manning, die met de eerste booten snel weg-
roeiden. Een groot deel der booten, die waar
schijnlijk voldoende waren om alle opvarenden
op te nemen, is onbezet gebleven. Na onge
veer 50 minuten moest de duikboot voor een
snel naderend vaartuig onderduiken en torpe
deerde toen het stoomschip, dat eerst drie
kwartier later zonk. Als daarbij veel passa
giers het leven hebben verloren, ligt de schuld
uitsluitend aan de bemanning, omdat het
stoomschip, in plaats van op het waarschu
wingsschot te stoppen, vluchtte en daardoor
de duikboot dwong te schieten, en omdat
voorts de bemanning slechts aan haar eigen
redding en niet aan die der passagiers heeft
gedacht, ofschoon de tijd en de middelen
daartoe ruimschoots aanwezig waren.
Dat de duikboot op de gevulde booten en
in het water liggende opvarenden heeft ge
schoten is een verzinsel, reeds omdat voor
een duikboot munitie veel te kostbaar is.
Nadat het stoomschip had gestopt, is na
tuurlijk geen schot meer afgevuurd.
Italië en Duitschland.
ROME, 13 Nov. (Reuter.) Volgens een tele
gram aan de Stampa heeft de Italiaansche
regeering een onderzoek gelast naar de vraag
of de duikboot die de Ancona in den grond
heeft geboord een Duitsche of een Oosten-
rijksche was.
Als blijkt dat het een Duitsche was, zal
Italië Duitschland den oorlog verklaren.
Veertien 1
LONDEN, 13 Nov. De Daily Express deelt
mede, dat in Januari veertien superdread.
noughts aan de vloot zullen worden toegevoegd
De toestand in Perzië.
LONDEN, 13 November (Reuter, N. R. C
De Times verneemt uit St. Petersburg In
bijna gelijkluidende bewoordingen vestigen de
Retsj en het Nowoje Wremja de aandacht op
den toenemenden ernst van den toestand in
Perzië en de onheilspellende gelijkenis van
den loop der gebeurtenissen daar op die
welke in Bulgarije voorafgingen aan de aan
sluiting van dat land bij de centrale rijken.
De Duitschers zijn reeds begonnen met de
vorming van kaders van het geregelde Per
zische leger onder de oogen van de diploma
tieke en conservatieve agenten van Rusland.
Uit Britsch-lndië. Van Duitsche zijde.
KEULEN, 13 November. (N. R. C.) De
Kölnische Volksztg. meldt
Het te San Francisco verschijnende blad
Hindusten Gadar bevat onder dagteekening
van 12 October verdere berichten over den
in Britsch-lndië voortschrijdenden opstand.
Den 5den September kwam het in het noord
westelijk gedeelte van Pesjawar tot een ge-
gevecht tusschen 10,000 Afganen en Britsche
troepen, waarbij 1200 opstandelingen zijn ge
vallen.
Het zijn niet alleen grensvolken, die bij de
gevechten betrokken zijn. De Afganen, die,
evenals de Perzen, Turkije en zijn bondge-
nooten vriendschappelijk gezind zijn, zijn een
inval in Indië begonnen en werpen zich op
de Engelschen, die van het zuiden en het
oosten tegen Afganistan oprukken, terwijl de
Russen van het noorden door Turkestan
trekken.
De Afganen beschikken over een leger van
300,000 gewapende en strijdbare manschappen.
Aan den open opstand tegen Engeland neemt
hoofdzakelijk de Mohammedaansche bevolking
van Indië deel. Over de samenzweringen der
inboorlingen in Lahore in het voorjaar wordt
bekend, dat 24 der oproerlingen ter dood
en 27 tot levenslange gevangenschap ver
oordeeld zijn. In Indië is men vast besloten
met den gehaten onderdrukker en bloedzuiger
Engeland af te rekenen.
Weer een Engelsch minister afgetreden.
Het ontslag van Churchill.
LONDEN, 13 Nov. (N. R. C.) De parlemen
taire correspondent van de Times zegt: Het
is Churchill's voornemen, Maandag de redenen