Toelichting. Uit de Pers. Tweede Kamer. Binnenland. Zaterdag 23 October 1915- No. 1269. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer"f0,\0. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN EEDACTIE, ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZUKOEN BIJ DEN UITOEVER. Alle stukken voor de redactie be stemd, te zenden aan den Uitgever, Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel ding „Aan de Redactie." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. Omtrent de toelichting op het nieuw voor gestelde Grondwetsartikel (192) 't welk we in ons vorig nommer onder de aandacht onzer lezers brachten, vermelden we een en ander. 1. „De bepaling, dat liet openbaar onder wijs welke term hier dezelfde beteekenis heeft als „de inrichting van het openbaar onderwijs" in het bestaande artikel met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, bij de wet wordt geregeld. Deze term is, naar de meening in de commissie gehuldigd, in milden zin op te vatten, zoodat het onderwijs daardoor niet voor alle tijden en plaatsen onveranderlijk wordt en versteent, maar zich met plaats en tijd en verschillende opvoedkundige inzichten kan meebewegen, mits slechts steeds ieder ouder, die zijne kinderen op de openbare school wenscht te brengen, er van verzekerd kan zijn, dat de gods dienstige begrippen, in zijn gezin levende, -worden geëerbiedigd. Wijziging van den •.term scheen te minder noodig, daar door ,do voorziening, ten opzichte van het bij zonder onderwijs voor ouders, die den geest xvan liet openbaar onderwijs of van ander Jbjjzonder onderwijs afkeuren, de gelegen heid tot eigen schoolstichting gemakkelijk js gemaakt." 2 Door te spreken van „algemeen vormend" lager en middelbaar onderwijs, wordt be doeld uit te zonderen ucifconderwijs van jag^ren of middelbaren graad. 3 Ter bereiking van het doel, dat niemand door ee 'deHike omstandigheden in zijn keuze tn^rbpn openbaar en bijzonder lager onderwijs worden belemmerd is ont- wnrnen een stelsel, om te voorzien in de kosten van ln^ laatste. Hieronder is ook begrepen het thans als „bewaarschool- onderwijs" aange^ulde- 4 De kosten aan he t stichten en instand houden van een school verbonden, kunnen verdeeld in drie groep*."11- a. kosten van het personeel b. de overige exploit atiekosten (b.\. onderhoud, leermiddelen enz.); c. de bouw- en inrichtingskosten, a "De commissie wil niet meer een regeling dor aninjma-jaarwedden der onderwas, n^ai een regeling der normale wedden. (Een aanvangsjaarwedde zal bepaald moeten worden, benevens een periodieke opklim ming, plus een standplaatstoelage, variee- rende naar gelang van den levensstandaard in verschillende plaatsen). 6. De eisclien voor het onderwijzersexamen zullen aanmerkelijk verzwaard worden de duur der opleiding wordt met „eemge jaren verlengd. 7. De kosten van de bezoldiging worden ten volle vergoed, zoowel aan de gemeente besturen voor de openbare, als aan de schoolbesturen voor de erkende bijzondere scholen. 8. Om een berekening te krijgen van de kosten, genoemd in 4a (van ons overzicht), zal het cijfer dienen vastgesteld te worden, dat per leerling en per jaar aan de open bare school is ten koste gelegd. Stel, dat dit cijfer is f 4,Dan krijgt b,v. een schoolbestuur, welks school aan de wette lijke eisch voldoet, zooveel maal het bedrag van f 4,als er leerlingen op zijn school waren. 9. De gemeentebesturen moeten ook voor het bijzonder onderwijs schoolgebouwen stichten en inrichten, (zie 4 c.) Ze moeten hiertoe overgaan op aanvrage van ieder schoolbestuur, 't welk aantoont dat een zeker getal leerlingen (bij de wet vast te stellen), zijn school zal bezoeken. Om te voorkomen, dat niet noodeloos tot zooda nige schoolstichting worde overgegaan, moet vanwege het schoolbestuur aan de gemeente een zeker percentage van de kosten als maarborgsom gestort worden. Deze waarborgsom wordt echter terug be taald, mits gedurende een zeker aantal jaren de school niet daalt beneden een in de wet te noemen minimumcijfer. De schoolgebouwen zijn derhalve eigendommen der gemeente, doch worden om niet af gestaan ten gebruike aan de besturen. 10. De voorwaarden, waaraan deze bijzondere scholen hebben te voldoen zijn scherper omlijnd dan thans in art. 59 der Wet a/h L. O. het geval is. 11. Bijzondere „bewaarscholen" worden finan cieel gelijkgesteld met gemeentelijke be waarscholen". Ziehier eenige punten welke wij uit de toelichting naar voren hebben gebracht. We hebben slechts hier en daar kunnen aanstippen. Toch meenen we het voornaamste te hebben weergegeven, met eigen woorden, ons zoo nauw mogelijk aansluitende bij de „toelichting" der commissie. Het dunkt ons voorzichtig nadere berichten af te wachten. Het is ook nog lang niet zeker, dat in dezen vorm en in dezen geest ten slotte de Regeering het Grondwetsartikel zal voorstellen te wijzigen. Ongetwijfeld wordt op vele punten aan de voorstanders van het bijzonder onderwijs tegemoet gekomen. De finanoiëele gelijkstelling schijnt vrijwel bereikt, al rijzen natuurlijk nog vragen. Daarnaast staat evenwel do alinea omtrent de verscherping der voorwaarden van art. 59. Zeer goed mogelijk, dat ook deze te aan vaarden is. Oók kan de mogelijkheid bestaan, dat de vrijheid der school, als opvoedkundig instituut, aan banden werd gelegd. We weten dat niet. En daarom herhalen we, dat ons de voor zichtigste weg lijkt, voorshands te wachten, tot meer licht" ons ontstoken is. Z. V Een misselijke vent. Met het openbaar maken van het voorge stelde nieuwe Grondwetsartikel is een onbe scheidenheid begaan. Eigenlijk erger. Het stuk moest geheim gehouden worden. Strikt geheim. En wat geschiedde nu. En der bezitters van dat stuk, een der in gewijden dus, heeft de plicht van geheimhou ding geschonden. En, op welke wijze is niet bekend, zoo heeft „De Telegraaf" het in handen gekregen en wereldkundig gemaakt. Zulk een handelwijze van dat blad, dat wetens en willens een geheim stuk publiceerde, noemt „De Nederlander" vuil. En de man, die zijn plicht vergat, en de geheimhouding schond, wordt betiteld met den naam een misselijke vent. Ons dunkt, niets te kras. Z. Het verschil tusschen Anti-Revolu tionairen en Chr.-Historischen. Daaromtrent beval „De Nederlander" het volgende zeer merkwaardige stukje BEDENKELIJK. Het Christelijk-Historisch weekblad I) e Overijsselaar verheerlijkt „de Volkskerk" als „een der schoonste idealen van elk Chris telijk volk", verkondigt dat dit nooit mag worden prijsgegeven stelt daartegenover „de Gereformeerde Kerken" en het Antirevolutio naire kamp, en vertelt dan eindelijk dat d e leuze, die het krachtigst wordt aangeheven in de „Nederlandsche Hervormde Kerk", ,ook die is v n de Christelijk- Historische Uni c". Hiertegen moeten wij ten ernstigste opkomen. Dat feitelijk de leden der Christelijk- Historische Unie voor het meerendeel tot de Hervormde Kerk, de Anti-Revolutionairen tot de Gereformeerde Kerken belmoren, moge waar, moge ook door den loop der dingen verklaarbaar zijn, maar zoowel de Anti- Revolutionairen als de Christelijk-Historischen hebben steeds principieel de politieke partijen onderscheiden van de Protestantsch kerkelijke. De geschillen tusschen Hervormden en Gere formeerden raken op geenerlei wijze onze politiek, en omgekeerd raakt de politiek op geenerlei wijze die kerkelijke geschillen. Veel eer is het streven van beide Christelijke partijen, en wij mogen er bijvoegen ook dat der Roomsch-Katholieke partij, steeds geweest elke botsing tusschen Kerken te vermijden, door aan geen enkele kerk eenigen voorrang, welken ook, toe te kennen. In art. 12 van het Program van beginselen dei- Christelijk-Historische Unie wordt dit nog eens uitdrukkelijk bepaald; dat artikel spreekt van „de Kerk in baar verschillende vormen als van eigen rechten". Geheel de regeling van het schoolonderwijs berust op hetzelfde beginsel, n.l. dat de wereldlijke Overheid zich verre moet houden van kerkelijke geschillen, niet omdat zij de Kerk niet hooghoudt, maar integendeel, omdat zij de Kerk en hare leiding wil eerbiedigen, maar dan ook „de Kerk in haar verschillende vormen." Wie het verschil tusschen de Christelijk- Historischen en de Anti-Revolutionairen zoekt in het verschil tusschen de Nederlandsch Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken, slaat èn de geschiedenis onzer politieke par tijen in het aangezicht èn ziet zelfs den bestaanden toestand geheel over het hoofd. Wij zouden het eenvoudig een ramp voor ons land en een ramp voor „de Kerk in haar verschillende vormen" achten, indien de ker kelijke tegenstellingen werden overgebracht op het gebied der politiek, en wij hopen, dat de Overijsselaar, die zeker tot onze goede locale Christelijk-Historische bladen behoort, zal erkennen dat, daargelaten of de redactie van dat blad haar lezers op de hoogte wil houden van wat geschiedt op het gebied der Kerk, of zij het voor de politieke partij vorming in haar omgeving wenschelijk acht daarin partij te kiezen, en of zij, dit doende, niet de muren en scheidingen opbouwt die zij zelve in de Kerk betreurt wij als Chris tel ij k-Historischen daar mede niets hoegenaamd hebben uit te staan. Zitting van 20 October 1915. De Kamer hield zich eerst eenigen tijd bezig met de herziening der Auteurswet een amendement van den heer Visser van IJzen- doorn werd verworpen, en het ontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Vervólgens vond de beraadslaging plaats over het ontwerpen tot Staatsexploitatie van goudvelden in Benkoelen. Daarover kwam meer los. Verschillende sprekers lieten hun bedenkingen lrooren of prezen bet ontwerp aan. Sommigen verwacht ten er, op grond ook van het belangrijke, doch ongunstig luidende rapport van den ingenieur Waterschoot v. d. Gracht over deze zaak, weinig van; vonden de voorbereiding ondeug delijk. Anderen hoopten er het beste van. De voorloopige kosten zijn U/a miljoen. Men hoopt die later met' zoete winst terug te krijgen, maarde zaak zit nu nog in den grond. Minister Pleyte verdedigde het ontwerp, dat ten slotte nog zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De vergadering gaat tot nadere bijeenroeping weer uiteen. VERLOF LANDWEER. Een inzender in de N. R. C. werpt de volgende gedachte op. Indien binnenkort een of meer lichtingen van de landweer huis-toe worden gezonden, zou het kunnen gebeuren, dat daaronder mannen waren, die verkozen liever in dienst te blijven. Zou nu niet een regeling kunnen getroffen worden, waardoor deze personen ruilen konden met andere» van jongere lichtingen, die nog niet voor verlof in aanmerking komen, doch die ter wille hunner zaken gaarne met verlof zouden gaan DIENSTWEIGERING. De officier van justitie te Assen heeft een rechtsvervolging ingesteld tegen dr. Louis A. Ballier, rustend predikant te Paterswolde, beschuldigd van opruiing door middel van het zoogenaamde manifest van de dienstweigeraars. „N. R. C." KAMERVERKIEZING DISTRICT IX. Officieel zijn candidaat gesteld voor de ver kiezing voor de Tweede Kamer in district IX te Amsterdam (vacature-Vliegen), de heeren J. van den Tempel (S. D. A. P.), W. de Vlugt (anti-rev.) en D. Wijnkoop (S. L). P.) NEDERLANDSCH WERKLIEDENVER BOND „PATRIMONIUM". De vier-en-dertigste Jaarlijksche Algemeene vergadering van Patrimonium staat gehouden te worden op Maandag en Dinsdag 22 en 23 November a.s. in het gebouw Patrimonium, N. Heerengracht 95 te Amsterdam. In de avondvergadering zal de heer A. Zijlstra, van Groningen, spreken over„Het verband tusschen „Patrimonium" en de Chr. Vakbeweging", terwijl in de eerste bijeen komst de heer C. Smeenk, van Arnhem, rap port zal uitbrengen over „de uitvoering van door de Regeering genomen maatregelen in verband met de crisis". Voorts vermeldt de agenda voorstellen be treffende reglementswijziging, contributie heffing, reorganisatie inhoud en formaat van het orgaan bevordering van de oprichting voor een Bondsziekenfonds, Zondagsrust en over het sociale karakter van Patrimonium. DE UITGEWEZEN SMOKKELAARS. Door M. Jeukens, winkelier, wonende te Eijsden thans te Arnhem, is, mede namens 250 personen, die allen door de militaire auto riteiten uit het gebied waar de staat van beleg is afgekondigd, uitgewezen zijn op ver moeden van smokkelhandel, een adres tot de regeering gericht waarin zij er op wijzen dat zij uitgewezen zijn voor onbepaaldeu tijd en er onder hen zijn die reeds vier maanden en langer aldus gestraft zijn. Zij konstateeren dat, terwijl de strafwet eischt alvorens iemand te vonnissen, de militaire autoriteit alleen reeds op vermoedens straft en dan nog wel voor onbepaalden tijd, nl. zoolang de oorlog duurt, wat nog zeer lang kan zijn. De adres santen verzoeken de regeering na onderzoek te doen bepalen voor hoe lang ieder uitgewezen wordt en dat zij die reeds langer dan twee maanden zijn uitgewezen omgen terugkeeren. I)E KOLENQUAESTIE. Omtrent de beperkende bepalingen bij de levering van steenkolen, meldt het Hdbld. nader, dat deze gemaakt zijn zoowel door de Duitsche als door de Engelsche regeeringen, d.w.z. dat de Duitsche kolen niet geleverd mogen worden aan bepaalde fabrieken die leveren aan de vijanden der centrale mogend- beden en omgekeerd geen Engelsche kolen geleverd mogen worden aan fabrieken, die hoor haar leveranties zouden kunnen voorzien in eenige behoefte van de strijdvoering der Midden Europeesche landen. Is het blad wel ingelicht, dan°is ter zake door beide partijen een lijst gegeven van fabrieken waaraan niet geleverd mag worden. 10.° fi llt'CACtl UCIO.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 1