Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
31 Augustus.
FEUILLETON.
Do Broeders.
Binnenland.
No. 1253.
Zaterdag 28 Augustus 1915.
13° Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag-* en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LIT OOÏJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van atfvertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermei
ding: „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag dor uitgave.
Aanstaanden Dinsdag 31 Augustus zal, zoo
het den Heere belieft, onze geliefde Koningin
Ilaar 35sten verjaardag vieren.
Een „kroonjaar" dus, gelijk men in onze
streken zegt.
Gewis onder zeer bijzondere omstandigheden.
Nog altijd woedt de Europeesche Oorlogs
brand, en ons vaderland verkeert nog steeds
in gevaar, dat de vonken ook overslaan op
het dak van ons Staatsgebouw.
En voor een Vorstin als de onze, die meeleeft
met Haar volk, gelijk zij het steeds en niet
het minst het verloopen jaar heeft getoond,
moet ook het schrikwekkend wereldgebeuren
een zware slagschaduw werpen op de feest
stemming der herdenking van Haar geboorte
dag.
Zij Zelve verzocht, dezen dag niet met
bijzondere feestelijkheden te vieren.
Wij proeven daaruit den hoogeu ernst, welke
onze edele Landsvrouw staag bezielt.
Vergeleken bij het vorig jaar, mag dankbaar
worden erkend, dat de toestand thans minder
gespannen is voor ons vaderland, dan op
31 Aug. 1914.
Toch blijft waakzaamheid geboden.
Zwaar is ongetwijfeld de last, dien de tijds
omstandigheden legden, schoon niet buiten
Gods bestel, op de schouders onzer Koningin.
Wie onzer kan ook maar bij benadering
beseffen, welke verantwoordelijkheid de
Hare is
In het jaar, dat thans tot het verledene
behoort, heeft ieder rechtgeaard Nederlander
zijn liefde en eerbied voor Koningin Wilhelmina
voelen groeien.
Wie herinnert zich niet Haar heerlijken
Kerstgroet
Wien deed het 't harte niet goed, wanneer
men hoorde, hoe Hare Majesteit tot gebed en
smeeking aanspoorde, en daarin Haar hoog
exempel gaf
Wat aandeel nam Zij niet in de leniging
van den algemeenen nood
En hoe toont Zij het telkens met woord en
daad, dat Zij medeleeft met Haar volk
Dankbaarheid moet dan wel onze harten
vervullen, dat de Heere ons schonk zulk eene
Vorstin, bij Zijne Gratie!"
Rechtmatige nationale trots mogen wij dragen
op het bezit van zulk een Gebiedster.
68}
Z E L A N D I A.
HOOFDSTUK XXIII.
't Is weder voorjaar.
Ook op den Eikenhof. In den boomgaard
bot het nieuwe leven uit in teeder blad en
geurenden, kleurigen bloesem het jonge ge
was dekt de landerijen, die de hoeve om
ringen, met een groen zacht tapijt.
Een nieuw rood dak leverteen blij en
vroolijk contrast met de zacht groene tint van
den jongen, ijlen bladerdos van het geboomte
rondom.
De ruïnen zijn verdwenenop de plaats,
waar zij zich bevonden is een nieuw, een
voudig woonhuis verrezeneen schuur van
flinke afmetingen vervangt de vroegere.
De uitwerking van het vernielend element
is bijna nergens meer te bespeuren.
Een blijde kinderlach schalkt door de breede
eikenlaan.
Oranje en Nederland, de geschiedenis der
laatste maanden toonde het weer zoo nadruk
kelijk, zijn één.
Ook wij, Nederlanders, die den Zuider-
Schelde oever bewonen, voelen ons aan onze
Vorstin verknocht.
En moge dan luidruchtig feestbetoon worden
vermeden, ons dunkt, dat het op aanstaanden
Dinsdag ook ten onzent behoort gezien te
worden, ook door wie het anders mochten
begeeren, dat wij als ware Nederlanders ons
eendrachtig scharen om den Troon onzer Ko-
ninginne.
Laat dan allerwege de vlag wapperen
En tooie zich elk met de geliefde Oranjekleur,
het symbool [onzer Vrijheid en onafhankelijk
heid
De uitgestoken vlag en de oranjestrik zijn
mee de tolken onzer dankbaarheid aan God,
en den trouw aan Oranje 1
Onder de schuts van Oranje behoede de
Heere ons Vaderland.
En onder Zijn Almachtige Sehutse regeere
ons Haar scepter tot in lengte van dagen.
Z.
HOFNIEUWS.
De Koninklijke familie keert hedenavond per
salonwagen, verbonden aan den trein die om
6 u. 52 van Apeldoorn vertrekt, van Het Loo
naar Den Haag terug.
LANDSTORM.
De commissarissen der Koningin zijn uit-
genoodigd, over te gaan tot regeling van de
keuring voor de jaarklassen 1914 en 1913 van
den landstorm, in dier voege, dat die keuring
zoo mogelijk vóór half September afloopt.
De bedoeling is, de manschappen van de
jaarklasse 1914 in werkelijkcn dienst te stellen
omstreeks 1 October en die van dejaarklasse
1913 omstreeks 10 November.
EEDSWETJE.
Het eedswetje is van den Raad van State
terug, zoodat de indiening van dit wetsontwerp
bij de Tweede Kamer dezer dagen kan worden
tegemoet gezien.
Mr. P. J. TROELSTRA.
Vernomen wordt dat het Tweede Kamerlid
mr. Troelstra in het begin van September
zich, tot verder herstel van gezondheid, naar
Zwitserland zal begeven.
UITVOERVERBOD IJZER.
Het St.bl. no. 376 bevat een Kon. besluit
van den 22sten dezer, houdende verbod van
uitvoer van proefielijzer, gereedschapsstaal en
oud gietijzer.
't Is Eva, die, met haar jongste zusjes, de
kleine Suze aan de hand, den weg naar het
huis in slaat. Van jonge voorjaarsbloempjes
heeft ze^ een aardig kransje gevlochten, dat
nu Suze's blonde krullen als een klein prin-
sessekopje kroont.
In de andere hand houdt ze een ruiker
van de enkele bloemensoorten, die de vroeg-
jaarsschaarschto baar gunde.
„Kom Suze, gauw, we gaan naar Gree 1"
En de kleine voetjes in de witte klompjes
reppen zich, om vooruit te komen, zoo snel,
dat het losse kransje van de lokken valt.
„Wacht maar Suus, niet huilen hoor," troost
Eva, als ze ziet, hoe het zonnige snoetje be
trekt, „ik maak hem gauw weer heel. Kijk
maarhou nu even je hoofdje stil. Zie je
wel, daar staat ie weer. Nou oppassen hoor
niet al te hard."
Voort gaat het weer, op het huis aan.
„Nee Suze, niet langs dien kant. Achter
het huis gaan we in den boomgaard. Daar
is Gree
„Ja, daar is Gree.
Ze zit in haar wagentje, óók een nieuw,
daar het oude bij den brand mee is vernield.
Daar zit ze, met het bleeke gezichtje, maar
waar waarop niet meer zoo'n droeve, lijdende
trek ligt.
Een licht blosjo kleurt haar wangen, als
UITWISSELING VAN KRIJGS
GEVANGENEN.
Dinsdag kwamen te Vlissingen treinen met
Engelsche gewonden aan. De eerste trein
voerde aan 196 personen, waaronder 5 niet-
gewonde hospitaal-soldatende tweede trein
zes gewonde officieren, 60 gewonde minderen,
23 niet-gewonde hospitaalsoldaten. Totaal
moesten er ongeveer 50 personen per brancard
worden vervoerd.
Bij aankomst van de mailboot „Prinses
Juliana" werd het promenadedek wederom
voor lazeret ingericht. Tien diaconessen en
een dokter uit 's Gravenhage maakten de reis
naar Engeland mede en zouden gisteren met
Duitsche gewonden terug komen.
Do afdeeling Vlissingen van het Roode Kruis
had weder alle maatregelen voor het vervoer
van de gewonden en voor het aanbieden van
ververschingen op prijzenswaardige wijze ge
nomen.
Er waren vele zeer ernstige zieken bij
het transport der gewonden bood weder een
treurigen aanblik.
Onder hen, die met een tweeden trein
medekwamen, heerschte haast onbegrijpelijke
vroolijkheid allen waren zeer verheugd dat
zij we.der het vaderland zouden bereiken. Zij
hadden van vier tot tien maanden in krijgs
gevangenschap doorgebracht in verschillende
Duitsche kampen.
Aau boord werden de zwaarst gewonden
op het promenadedek, de anderen beneden
ondergebracht. Onder deze slachtoffers van
den oorlog waren vier blinden, twee waren
van hun beenen beroofd, een officier was er
bij zonder armen en voorts velen die een arm
of een been misten. Naar men verneemt
zullen na aankomst in Engeland van de door
Duitschland met dat land uitgewisselde zwaar
gewonde en verminkte Engelsche krijgsgevan
genen, welke te Vlissingen scheep gingen,
met dezelfde scheepsgelegenheid op 26 dezer
des morgens te 8 uur een 23-tal Duitsche
zwaargewonde of verminkte krijgsgevangenen
van uit Tilbury naar ons land terugkeeren
om van daar verder naar Duitschland te worden
vervoerd.
ONZE ONZIJDIGHEID.
De Ministers van Buitenlandsche Zaken, van
Justitie, van Marine, van Oorlog en van
Koloniën, daartoe door de Koningin gemachtigd,
brengen ter kennis van een ieder, wien zulks
aangaat, dat de Nederlandsche Regeering in
den tusschen de met Nederland bevriende
Mogendheden Italië en Turkije uitgebroken
oorlog, volstrekte onzijdigheid zal in acht nemen.
BELGISCHE VLUCHTELINGEN.
Het is in Roosendaal den laatsten tijd
overvol van Belgische families, die uit Engeland
Suze met vooruitgestoken handjes luid kraaiend
op haar toe loopt. Rap klautert het kleine
ding tegen het wagentje op en werpt Greta
haar bloemen in den schoot.
„Dank-je Suus, dank je wél", en terwijl
haar eene hand de bloemen bijeenhoudt,
streelt ze met de andere het lieve kopje.
Van om den hoek strompelt een man, oen
ongelukkige, wiens hand een stevige stok om
klemd houdt, waarop hij leunt.
In hun pret hebben de kinderen hem niet
niet dadelijk bemerkt.
Hij staat eenige oogenblikken stil. Opmerk
zaam beschouwt hij het lieflijk toon eelt je
een bevende hand veegt haastig iets weg uit
de oogen.
Het is op den middagen een verrukkelijk
lentezonnetje spant met een zuidenwindje
samen, om de menschen in den waan te
brengen, dat wintersche guurheid voor goed
is verbannen.
.Gerrit Wouters ziet er een beeld in van
zijn eigen zielsgesteldheid. De ijskorst van
zelfzucht en geldgierigheid is gesmolten voor
de stralen van de Zou, die Liefde heet.
De kinderen kijken om; ze zien hem staan.
Er is thans geen vreeze meer in de oogen
dier twee, als weleer. Een blij „vader,"
„oom," klinkt hem tegen. De kleine gekroonde,
wild en dartel, heeft het wagentje reeds weer
terugkeeren en hier op de noodige papieren
wachten om weder naar België te kunnen
gaan.
WILDEN ZE WEGLOOPEN?
Naar de N. G. Ct. meldt, zijn in het inter-
neeringskamp te Groningen een veertig werk
manspakken, heerencostumes en een groote
hoeveelheid hoeden, petten, boorden en dassen
in beslag genomen. Het een en ander wordt
in verband gebracht met pogingen tot ont
vluchting van geïnterneerden.
VOOR DEN VREDE.
J.l. Zaterdag hebben eenige buitenlandsche
en Nederlandsche landen van de Centrale
Organisatie voor een duurzameu vrede in Den
Haag weer een conferentie gehouden.
VREDESPOGINGEN V
Aan de N. Ct. wordt het volgende uit Ber
lijn geseind
Een correspondent van de N. Y. World
die Zondag te Kopenhagen vertoefde, meldt,'
dat pogingen zijn gedaan om Noorwegen Zwe
den, Denemarken, Nederland, Zwitserland en
misschien ook den Paus ieder twee vertegen
woordigers naar Stockholm of Den Haag te
doen zenden teneinde een conferentie der neu
trale mogendheden in Europa te vormen, met
het doel, de oorlogvoerenden te polsen, en
voorstellen te doen tot beëindiging van den
oorlog.
Al de genoemde landen verklaarden zich
bereid tot deelneming, maar geen van allen
wilde het initiatief nemen. Eerst moest de
moeilijkheid worden weggeruimd, dat de stap
door sommige oorlogvoerenden als onvriende
lijke daad kon worden beschouwd.
Velschillende personen bezochten hiertoe
de hoofdsteden der oorlogvoerende landen en
van allen werd de verzekering ontvangen,
dat de conferentie niet als een onvriendelijke
daad zou worden beschouwd, Engeland en
Duitschland wilden niets in den weg leggen
Rusland was echter sceptisch en Frankrijk
niet optimistisch ten aanzien van het moge
lijk resultaat, maar men kon het beproeven.
De Belgische regeering verklaarde er de
voorkeur aan te geven, België terug te krij
gen, zonder dat het land voet voor voet moest
worden tcrugveroverd en ten tweeden male
als oorlogsterrein moest dienen.
De resolutie van den Nederlandschcn Anti
Oorlogsraad van 3 Augustus evenwel, die de
regeering verzocht het initiatief te nemen, maar
onder vooropgestelde voorwaarde, dat de on
afhankelijkheid van België zou worden her
steld, bracht een wanklank, die het geheele
plan dreigde in duigen te doen vallen. Op
nieuw moesten de verschillende hoofdsteden
worden bezocht op den weg opnieuw te effe
nen.
verlaten en loopt met haar waggel pasjes op
hem toe en zijn kwasie dreigen met den stok
beantwoordt ze met een uitdagend gelach, dat
als een vroolijk zilveren klokje luidt in de
lucht.
Ja, het was een werk Gods geweest, waar
van Hanna en Hendrik de aanvangen hadden
vermoed. En hun gebed was niet ijdel ge
bleken.
Een groote ommekeer had bij den boer van
den Eikenhof langzamerhand plaats gegrepen.
Hij had „zich zelf gezien," had zijn bekentenis
geklonken. En hij had zich-zelf gezien bij
het licht van Gods heiligheid en recht. En
lang, zeer lang had het geduurd, eer hij het
zijn broeder kon nazeggen, met goeden grond
ik heb goede hoop.
Toch was ook dat oogenblik ten slotte aan
gebroken. Hij die smarten aandeed, verbond
ook. Gerrit Wouters vond zijn zielsstemming
weder in de woorden van den dichter„dat
de beenderen zich verheugen, die Gij ver
brijzeld hebt."
Verbrijzeld. Dat waren zijn trots, zijn hoogen
waan, zijn zelfzucht. Maar het was een brijze-
ling, die heeling bedoeldeeen breken óm te
bouwen een nederwerpen om op te richten.
(Wordt vervolgd).
J Nadruk verboden.
DOOR