Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Uit de Pers.
Binnenland.
No. 1248.
Woensdag 11 Augustus 1915.
13" Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekfend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie
bestemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met
vermelding„Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur
op den dag der uitgave.
V Toch wel verklaarbaar.
Nu overal de verkiezingen voor den ge
meenteraad zijn afgeloopen, op een klein aanta
plaatsen na, waar men door „dubbele" ver
kiezing nogmaals ter stembus moet, mag om
trent één punt zeker wel een opmerking ge
maakt worden.
Toen in Augustus verleden jaar de oorlogen
losbarsten, waren er verscheidenen, die meen
den, dat het met het socialisme op een eind
liep.
Allerwegen zag men immers de socialisten
hun lang en vurig gepredikte en verdedigde
idealen als met de voeten treden hun schoone
theorieën werden door den oorlogsstorm weg
geblazen.
Na zulk een verzaking van beginselen, zoo
dacht men, zal het socialisme zijn vertrouwen
bij de massa totaal hebben verbeurd.
De feiten hebben het anders geleerd.
Letten we een oogenblik op de dit jaar
gehouden gemeenteraadsverkiezingen, dan be
merken we bijna nergens een terugloopen van
bet socialistisch stemmental.
Wel een zich handhaven, ja, op vele plaatsen
een boeken van winst.
Want al is op enkele plaatsen een dadelijke
vooruitgang in het aantal te bezetten zetels
gestuit door samenwerking van liberalen en
rechtschen, dit kan nauweljjks een nederlaag
heeten.
Op vele plaatsen waren de socialisten alleen
op eigen krachten aangewezen en hebben zij
desniettegenstaande geen slechtfiguurgemaakt.
Van waar .'dit verschijnsel? Hoe het falen
van berekeningen, als we zoo pas aanduidden,
te verklaren?
Tweeledig antwoord kan hierop gegeven
worden.
In de eerste plaats, dat het socialisme niet
slechts schijnbaar, maar werkelijk een ge-
voeligen klap heeft gekregen dat metterdaad
de voosheid van het stelsel duidelijk aan het
licht is getreden.
Is hiermee het raadsel opgelost Eer moei
lijker geworden, naar het schijnt.
Toch is dat niet zoo.
Om deze reden, dat de massa bij de stem
bus zich over het algemeen weinig bekreunt
om al die schoor.e beginselen van het socia
lisme, die bij zulk een gelegenheid dan ook
meesttijds zoo handig mogelijk worden wegge
moffeld.
Wat de massa trekt, we spreken in het
algemeen, is het klatergoud van de socialisti
sche beloften eu toezeggingen. Gelijk men
weet, zijn de socialisten, als het op beloven
aankomt, steeds aan het hoogste bod.
En wanneer dan de hooge, ideëele goederen
veracht worden, de maag de hoogste eisclien
stelt, kan het niet |anders of de groote menigte
loopt op de politieke markt ook den grooten
schreeuwer na.
Dit bedrijf is ook nu weer vertoond.
Vooral de „nood der tijden", hoe treurig op
zich zelf, kon uitmuntende diensten bewijzen.
Wie kon 't hardst afgeven op de kapitalis
tische ougerechtigheden wie kon met schooner
beloften de menschen paaien
Van een principieelen strijd was bijna ner
gens sprake, hoe de schijn daarvan door een
geheel-alleen staan, ook werd gewekt.
In dit opzieht is de positie van het socia
lisme" niet versterkt. Z.
De „Telegraaf'-beweging.
„De Nederlander" schrijft flink raak:
WAT NIET MAG.
Onlangs heeft de heer Iloldert, oud-directeur
van de Telegraaf, zich in Engeland laten
interviewen door een redacteur van de
Sunday Times, en zich daarbij over de
positie van Nederland uitgelaten op een wijze
die niét nalaten kon in ons land critiek uit
te lokken. Thans meldt genoemd blad dat
de Justitie zich met deze zaak bemoeit, en
dit doet het blad thans schrijven
Mag een Nederlander, zelfs al is hij
directeur van De Telegraaf, niet
aan een buitenlandsch journalist verklaren,
dat onze eerste Minister van pro-Duitsche
neigingen blijk geeft alleen de vervol
gingen tegen ons blad wijzen al in die
richtingmag hij niet aantoonen, dat er
in de geschiedenis van een land een
oogenblik kan komen, dat de „neutraliteit
in alle opzichten" niet meer het hoogste
goed is Dat het Nederlandsche volk
een afkeer van de Duitschers heeft en
dat er voor onze bourgeosie satisfaite niets
gaat boven geld verdienen, zelfs niet de
onafhankelijkheid des lands? En mag een
vrije Nederlander, zelfs gesteld dat hij zoo
misdadig is, directeur van De Tele
graaf te zijn, niet verklaren, dat een
zegevierend Duitschland een gekluisterd
Nederland beteekent Mag dat alles niet
Wat bezielt de heeren in L)en Haag toch
Meenen zij werkelijk door een dergelijk
optreden De Telegraaf te dwingen
tot een bewondering van hun politiek,
die er in den laatsten tijd niet krachtiger
op is geworden
De Telegraaf verwacht waarschijnlijk
niet van ons antwoord op al deze vragen
wij kunnen dat trouwens niet geven, en al
konden wij het, dan zou dit blad volkomen
vrij zijn deze antwoorden onvoldoende en vol
strekt onbevredigend te achten. Maar het
neemt niet weg, dat wij ten overstaan van
lezers, die eventueel geneigd mochten blijken
zich door een dergelijk vraagjes-systeem te
laten intimidceren, een poging willen doen
om door een enkel antwoord aan te toonen
dat sommige van deze als dood-onschuldige
dingen voorgestelde beweringen inderdaad
niet mogen worden geuit door een Neder
lander van wien men eenig verantwoordelijk
heidsgevoel mag verwachten.
Niemand ook de oud-directeur van d e
Telegraaf niet is zedelijk vrij om
onwaarheden te zeggen.
En men kan het aangenaam vinden of niet
aangenaam het doet er niet toe maar
eene onwaarheid is „dat het Nederlandsche
volk een afkeer van de Duitschers heeft"
evenals het eene onwaarheid is „dat onze
eerste Minister van pro-Duitsche neigingen
blijk geeft."
En wanneer zulke beweringen, met nog
enkele andere bovendien, 0. a. over de houding
die de Geallieerden inzake de handelspolitiek
tegenover Nederland eigenlijk behoorden aan
te nemen teneinde ons land tot liefde voor
de Geallieerden te dwingen, worden geuit
door een Nederlander, die aan zijn oud
directeurschap eener groote krant eenige
autoriteit ontleent, dan vestigt deze man
daarin in het buitenland een valsche meening,
en benadeelt hij de reeds zoo moeilijke positie
van het neutrale Vaderland.
Er zullen heel wat woorden noodig zijn om
ons te doen gelooven dat d i ;t mag, ook al
wordt het door geen enkele wet verboden.
Het leger en de Zondag.
In de „Standaard" lezen we
Van een onzer lezers ontvangen we een
schrijven, waarvan we het volgende out-
leenen
Niet vele dagen geledén werd door den
Opperbevelhebber een order uitgevaardigd,
regelende het verleenen van vergunning
om den nacht buiten het kantonnement enz.
door te brengen, m. a. w. om aan militairen,
niet te ver van hun vredeswoonplaats in
kantonnement, te vergunnen, den nacht in
hun gezin door te brengen.
Volgens de echt-militaire gewoonte, om
een order, gegeven door een hoogere auto
riteit, te interpreteeren, aan te vullen of te
„verduidelijken" heeft ook de Commandant
van Zeeland op zijne beurt hieromtrept
orders gegeven.
De Opperbevelhebber sprak ervan zoo
danige vergunning te verleenpn van Zater
dag op Zondag en (of) van Zondag op
Maandag. (Ik vestig uwe aandacht op de
gecursiveerde woorden,).
De orders voor geheel Zeeland nu luiden
lo. Men kan vergunning krijgen om den
Zondag in zijn gezin door te brengen, en
mag daartoe Zaterdag, na afloop van alle
diensten weggaan, doch Zondagsavonds
terug, niet Maandagmorgen
2o. heeft men verlof tot en met Zaterdag,
en Zondags geen dienst, dan moet men
Zondagsavonds terug zijn (niet als boven)
3o. heeft men verlof op Maandag in
gaande, dan mag men Zondagsmorgens weg,
niet Zaterdagsavonds.
(Het gecursiveerde staat er letterlijk zoo).
liet valt in 't oog, hoe men past en meet
wil men Zondags thuis zijn, dan moet men
Zondags reizen, 't zij 's morgens, 't zij
's avonds.
Voor wie alzoo gewetensbezwaar hier
tegen heeft, is deze geheele order een doode
letter en Zondags thuis te zijn is hem vrij
wel onmogelijk.
Meent u, geachte Redactie, dat zulks de
bedoeling van hoogerhand kan zijn
De opvatting is trouwens niet overal zoo,
en wordt, in Brabant en in Monden Maas
en Haringvliet wel degelijk vergunning
verleend om op Maandagmorgen terug te
komen.
Tot zoover de schrijver, die ons de vraag
stelt, of wij onzen invloed willen aanwenden
om een zoo vrijgevig mogelijke uitlegging
van de order des Opperbevelhebbers te ver
krijgen. Wij brengen de ons gezonden klacht
onder de aandacht van hen, die met den
goeden geest van ons leger rekening wen-
schen te houden, en die wel zullen doen
bezwaren als deze voor onze soldaten uit den
weg te ruimen.
Omdat ook wij een dergelijk bericht hebben
opgenomen, plaatsen wij nu deze
RECTIFICATIE.
Geachte Redactie,
Ondergeteekende verzoekt op een gewichtig
punt eene rectificatie te mogen aanbrengen
op het Verslag van de 15e jaarvergadering
van do Gereformeerde Vereeniging voor Drank
bestrijding, voorkomende in de Nederlan
der van 6 Augustus 1915,
In dit verslag staat te lezen „Bij referen
dum zal beslist worden over een voorstel van
de afdeeling Apeldoorn of het gebruik van
alcoholhoudenden wijn bij het H. Avondmaal
al of niet moet worden goedgekeurd".
Hieromtrent wensch ik het volgende op te
merken. De afd. Apeldoorn had van deze
zaak geen voorstel gemaakt, maar een vraag
punt om eene bespreking uit te lokken. Van
een referendum is met geen enkel woord
sprake geweestwel van een referaat, in een
volgende vergadering te houden, ten einde
het Gereformeerde standpunt uiteen te zetten
ten opzichte van de buiten de Gereformeerde
kringen soms nog wel gehuldigde twee-wijuen-
theorie in de H. Schrift. De Geref. Vereen,
voor Drankbestr. heeft steeds geoordeeld en
oordeelt nog, dat het gebruik van alcohol
houdenden wijn bij het II. Avondmaal moet
worden goedgekeurd; met de grootste beslist
heid is dit ook door deze vergadering uitge
sproken.
Met beleefden dank voor de plaatsing,
Uw getrouwe lezer
J. MINDERAA,
Secretaris der G. V. v. D.
Amsterdam, 6 Aug. 1915.
HOUT VOOR PAPIER.
Het stoomschip „Bianca" bracht te Delftzijl
1,350,000 K.G. kort hout aan, bestemd 0111 te
worden verwerkt tot papier, ten behoeve der
verschillende dagbladdrukkerijen.
DE AARDAPPELENHANDEL.
De prijs der aardappelen in Maas en Waal,
die eerst nog f 5 per mud bedroeg, is 20 tot
25 procent gedaald. De opkoopers zijn lang
niet meer zoo in de weer, omdat zij vreezen
dat door de vele regens de aardappelen niet
vrij zullen blijven van de rotziekte.
DE UITVOER VAN STEENKOOL UIT
ENGELAND.
Het laatste besluit in zake den uitvoer van
steenkool in Engeland luidt, gelijk wij het in
de Times vinden, aldus
„Het departement van handel geeft kennis
dat bij koninklijk besluit de uitvoer van steen
kolen en cokes, te beginnen met den 13den
Augustus, niet meer vrijelijk naar verbonden
landen mag geschieden en verboden is naar
elke bestemming buitenlands, behalve Brit-
sche bezittingen en protectoraten. Aanvra
gen van verlof voor den uitvoer van die wa
ren naar verboden bestemmingen moet gelijk
tot nog toe op een bizonder formulier gericht
worden aan het departement van oorlogskan-
del, 4 Centraal-buildiugs, Westminster Lon
don S.W."
De Times teekent hierbij aan, dat deze ver
dere beperking van den uitvoer blijkbaar een
gevolg is van de wet, die den prijs van steen
kolen aan een maximum bindt. Men zou na
tuurlijk trachten nu meer kolen uit te voe
ren naar landen, waar men meer betaalt.
Minister Runciman heeft reeds den 19en Juli
in het Lagerhuis maatregelen aangekondigd
om voldoende kolen in Engeland te houden.
Er is geen plan op, zegt het blad verder,
de behoeften van de bondgenooten te beknib
belen, maar om bovenvermelde reden zal
voortaan de kolenuitvoer-commissie, die tot
nog toezicht heeft gehouden op den uitvoer
naar onzijdige landen, dat ook op den uitvoer
naar verbonden landen doen.
Tot zoover de Times.
Wij lezen in het koninklijk besluit dus
geen volstrekt verbod van uitvoer van steen
kolen, anders dan naar de Engelsche koloniën,
maar alleen de uitbreiding van de beperking
van uitvoer, die reeds voor onzijdige landen
gold, tot de met Engeland verbonden landen.
(N. R, C.)
Gisteren zijn verschillende kolen-impor
teurs bij den minister van landbouw op au
diëntie gegaan in verband met het uitvoer
verbod van steenkool uit Engeland (beperking
van den betrokken uitvoer.j
ONZE KATOEN INDUSTRIE.
Met ingang van gisteren heeft de firma van
Heek Co. te Enschede hare fabrieken
„Noorderhagen" (op enkele afdeeligen na),
„Transvaal" en „Oostburg stopgezet wegens
gebrek aan garens en grondstoffen. De vol
gende week zal weer een nieuwe regeling
getroffen worden.
In de Dinsdag gehouden raadsvergadering vau
Enschede deelde de heer I. Menko Szn. mede,
dat de aanvoer van garen uit Engeland, die
reeds een maand lang steeds minder werd,
thans geheel heeft opgehouden. Ook van
wat bij de N. O. T. behandeld wordt komt
niets binnen. Men vreest, zeide spreker, dat
van het geen hier aangevoerd is, naar Duitsch
land werd verzonden, omdat er meer noodig
was dan in normale tijden.
Er bestaan echter andere gronden voor dit
laatste. Ten eerste is er geen aanvoer uit
Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk (vooral
het eerste land leverde ons veel) en ten twee
de wordt er op het oogenblik veel grof ga
ren verwerkt, ten gevolge waarvan het aan
tal K.G. dat wordt verbruikt,, hooger is. Uit
een brief deelde de heer Menko mede, dat
men in Engeland den toestand wanhopig
noemt. De heele handel met Holland staat
stil. Wanneer niet spoedig verandering komt,
zullen de gebouwen niet in werking kunndn