Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. De Bloeders. Uit de Pers. Binnenland. No. 1247. Zaterdag 7 Augustus 1915. 13® Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending vnn advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENT1ËN: Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Alle stukken voor de redactie bestemd, te zenden aan den Uitgever, Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermelding„Aan de Redactie." Aanname van Advertentiën tot i uur op den dag der uitgave. V N. O. G. Het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap heeft dezer dagen zijn algemeene vergadering gehouden in Zwolle. Zooals men weet, zijn de openbare onder wijzers georganiseerd in een drietal vereeni- gingenHet Ned, Ond. Genootschap„de Bond" en de Hoofdenvereeniging. Het Ned. Ond. Genootschap gaat door voor tamelijk conservatief, terwijl de „Bond" een sterk sociaal-democratisch karakter vertoont. Het Ned. Ond. Genootschap heeft éénmaal zelfs doen vermoeden, dat het ook den strijd voor het bijzonder onderwijs wist te waar- deeren. Toen Dr. Kuyper in 1905 met zijn voorstel kwam, om de Wet op het lager onderwijs te herzien, waardoor óók het bijzonder onderwijs ten zeerste werd gebaat, en de schreeuwende ongelijkheid eenigermate werd verminderd, leek het, alsof ook in de kringen van het Genootschap de zin voor rechtvaardigheid op het gebied van schoolwetgeving nog niet gansch was uitgesleten. Want in de'vergadering te Zutphen stelde het hoofdbestuur als eerste conclusie aan de vergadering voor Met groote ingenomenheid begroet het N. O. G. de verbetering, die deze wetsvoor stellen willen brengen in de opleiding voor onderwijzers, de salariëering der bijzondere onderwijzers, de verbetering hunner rechts positie Dat scheen heel mooi. Maar men kent den uitslag. De heer Ketelaar kantte zich er tegen de vergadering volgde hem de conclusie werd verworpen. Twee voorstellen, thans door het N. O. G. aangenomen, willen we even naar voren brengen. Het eerste luidt aldus „De alg. vergadering drage het hoofdbestuur op, bij de regeering krachtig aan te dringen op wettelijko uniforme regeling van den toe latingsleeftijd bij het openbaar en het bijzonder onderwijs." Alle kinderen op gelijken leeftijd naar school, wil dus dit voorstel. Uit welke overweging dit voorstel is ge boren weten we niet. Indertijd is iets dergelijks voorgeslagen, uit vrees van oneerlijke concurrentie, die de bij zondere school de openbare zou aandoen. Z E L A N D I A. 65) Thans eerst heeft ze gezien, hoe hulpeloos haar vader is. Ze ziet hem als een invalide, als een zwakke,steunende en zich vasthoudende. En ze heeft hem nooit anders gekend, dan in zijn sterke kracht en met trotsche gestalte, met het ongebogen hoofd. En in eens is het haar door de ziel gevaren moeder dood, vader ongelukkig Al het wee voelt ze op eenmaal drukken met looden zwaarte. Dat is haar pijn. Ze heeft de handen voor de oogen geslagen. Hij staat weer voor haar. „Wat scheelt er aan, kind?" Hoe teeder klinkt die vaak zoo harde, bittere stem. „Vader, wat bent u ongelukkig ge worden Ongelukkig Kon ze het juister zeggen. Ongelukkig, ja, dat is hijgehéélnaar ziel en lichaam Men redeneerde aldusDe bijzondere school wil leerlingen afsnoepen van de openbare, en laat ze daarom op jeugdige leeftijd toe. Nu bestaat er geen bepaling in de Wet op het lager onderwijs, omtrent den toelatings leeftijd. De bijzondere scholen zijn geheel vri^, De openbare kunnen door een gemeentelijke verordening gebonden zijn. En zie nu de snoodheid der bijzondere school, die de ouders lokte, hun kinderen naar haar toe zenden, waardoor ze vaak een jaar eerder de school konden verlaten. Ieder, die eenigszins nadenkt, begrijpt, dat dit een zeer gezocht argument was, in verband met subsidievoorwaarden. Het eigenaardigste was echter, dat een statistisch onderzoek heel iets anders te leeren gaf. In 1911 waren zoowel op de openbare als op de bijzondere school leerlingen beneden de 6 jaar. Maar op de openbaro bedroeg het aantal 1,53%, terwijl het op de bijzondere 1,18% bedroeg. Is dus de bedoeling van het thans aange nomen voorstel, de leeftijdsgrens uniform te maken, dan zal dit in geenerlei opzicht onze scholen in ongunstiger conditie brengen. Het tweede voorstel, waaroij we nog willen wijzen, is dit „het hoofdbestuur te machtigen een perio diek uit te geven met de bedoeling de be langstelling voor onderwijszaken in het alge meen en de openbare school in het bijzonder bij het publiek te wekken en te versterken." Het N. O. G. gevoelt dus terdeeg, dat een rustelooze propaganda voor de „openbare school in het bijzonder" dringend noodig is. Dat is een eeresaluut aan de voorstanders van het vrije, christelijke onderwijs. Het bewijst, dat onze strijd niet vruchte loos is. Het moet ons tevens dringen, op onze hoede te zijn. We weten bij ondervinding, van welk gehalte de wapenen onzer tegenstanders zijn. Gelijk in 1905, toen de aanvankelijke sym pathie-betuiging werd omgezet in een „Maakt front voor de Openbare School." Een beweging, die aan alle eerlijkheid was gespeend. Zóó heftig zal men nu allicht niet te keer gaan. Toch zal uiteraard de te wachten „perio diek" wel aanvallend te werk gaan tegenover ons christelijk onderwijs, en zich bepalen tot een verdedigen van eigen standpunt. Ze zal wel staan in het teeken van den strijd. We schuwen dien natuurlijk allerminst, mits hij eerlijk worde gevoerd, en niet opgaat in en in. „Ja," zegt hij toonloos, „ongelukkigonge lukkig 1" Hij zet zich opnieuw neder voor het bed. „Vader, ééns zal het beter zijn." Hij schudt moedeloos met het grijs geworden hoofd. Daar hoopt hij niet meer op. Vóór hem ligt slechts de weg met doornen. „Evaroept Greta met haar zwak stemmetje. Eva komt oogenblikkelijk naar haar toe. Karei is ook binnengekomen en heeft zich bij de tafel geplaatst. „Wel Gree „Eva, neem het Boek eens en lees vader eens voor, je weet wel, van het nieuwe Jeruzalem 1" Het is, als doorboort een dolk zijn harte. En Eva, geholpen door nicht Hanna bij het opzoeken van de genoemde plaats, leest. Haar zilver helder stemmetje, ernstig en eerbiedig komt in Gerrit Wouters' oor als verre ge luiden, zacht aangedragen op zoetsuizende winden „En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, want de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die in een verdachtmaken zonder einde. Indien beginsel wordt gesteld tegen beginsel en van onze zijde de aanval met kloekheid wordt weerstaan, kan hij ons slechts voordeel brengen. Z. Een voetbalveld. „De Standaard" merkt op: V Op 't kantje af. Het verdient wel eenige aandacht, dat onder de laatstelijk ingediende wetsontwerpen zich er een bevindt, dat de verklaring behelst van het algemeen nut eener onteigening, noodig voor het aanleggen van een voetbalveld. Het instituut der onteigening is goed, zelfs onmisbaar in ons tegenwoordig maatschap pelijk leven Maar onze grondwet beschouwt de onteigening blijkbaar en terecht als iets van ernstigen aard, welks toepassing moet plaats vinden met de rioodige waarborgen tegen lichtvaardigheid. Nu gaat het hier echter om een onteigening van twijfelachtig gehalte, waartegen bovendien degene, die uit zijn eigendom dreigt te worden on'zet, ernstig bezwaar maakt; en toch is de wijze, waarop zij wordt verdedigd door de Regeering, vrij luchthartig. Do onteigening twijfelachtig van gehalte men kan de waarde van de sport toegeven, maar niettemin de beteekenis van het voet balspel, dat zich niet meer als voorheen in algemeene bewondering mag verheugen, in twijfel trekken doch al doet uier. dit laatste niet, dan zou er toch nog gegronde reden zijn om te meenen, dat het voetbalspel niet den voorrang mag hebben boven het boeren bedrijf. Maar bovendien is er bezwaar de eigenaar, niet aangetrokken zich gevoelend door een waarschijnlijk niet karige som, die zal worden betaald, betoogt, dat de onteigenen perceelen goeddeels uit oude groenlanden bestaan, nabij zijn boerderij met woning liggen en die door hem voor zijn melkvee en paarden niet kunnen worden gemist. Niettemin is de verdediging van de regeering vrij luchthartig. Als tenminste van een ver dediging mag worden gesproken. De re geering releveert slechts heel kort, wat het betrokken gemeentebestuur en de reclamant zeggen, en concludeert dan met den zin van enkele woorden, dat het verzoek van het ge meentebestuur moet worden ingewilligd. Het is mogelijk, dat er gegronde, maar niet genoemde redenen zijn, om de onteigening te doen plaats vinden, doch het stuk, dat do regeering overlegt, vestigt de overtuiging, dat voor haren man versierd is. En ik hoorde eene groote stem uit den hemel, zeggende Ziet de tabernakel Gods is bij de menschen, en Hij zal bij hen wonen en zij zullen Zijn volk zijn en God zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hunne oogen afwisschen, en de dood zal niet meer zijn noch rouw, nog moeite zal meer zijn want de eerste dingen zijn weggegaan. „Hoort u wel vader? Geen rouw, geen moeite meer 1" Ze heeft het moede hoofdje opgelicht en kijkt ernstig vragend, als wil ze haar over tuiging overgieten in haars vaders ziel, hem aan. Hij antwoordt niet. Zijn verhard gemoed zou hem het woord „dwaasheid" op de lippen willen leggen, maar daar is iets in Greta's woorden, in haar ernst, in haar eerbied, dat hem weerhoudt. Er is méér. Zeker, hij zal des noods dat woord kunnen uitspreken, maar het zal niet geweld zijn uit het diepst van zijn ziel. "Waar zijnde goden, op welke hij heeft vertrouwd Welk recht zal hij hebben om die woorden dwaas heid te noemen Bleek niet uit alles, wat hem overkwam de waarachtigheid van dat Boek, dat hij zoo snood had verworpen. En de gemeente ongelijk heeft, de reclamant in zijn recht is en de conclusie der regeering als ongemotiveerd moet verworpen. Als het hier met de onteigening niet over de schreef gaat, dar. is 't toch zeer op 't kantje af. In ieder geval moge de zaak prak tisch niet van groot gewicht zijn, principieel is ze het welniet aldus mag een regeering met de rechten der burgers, welke de grond wet poogt te beveiligen, omspringen. N. DE AARDAPPEL-UITVOER. Door den minister van landbouw is in het belang eener juiste uitreking van consenten voor den uitvoer van aardappelen van den oogst 1915—16, als afdeeling van de commissie voor de nijverheid van het Koninklijk Natio naal Steuncomité een commissie van advies geïnstaleord, waarvan jhr. mr. E. van Berre- steyn, burgemeester van Veendam, als voor zitter is aangewezen. De minister wees er op, dat hetgewenscht is, dat aan de producenten eerst dan uit- voerconcenten worden uitgereikt, nadat voor het binnenlandse!) gebruik voldoende voorraad gereserveerd is. De commissie zal ten gemeentehuize van Veendam gevestigd worden. UITVOERVERBOD VAN STEENKOOL UIT ENGELAND. LONDEN, 3 Aug. (Reuter.) Bij koninklijk besluit is van 13 Augustus af de 'uitvoer van steenkool naar het buitenland, behalve naai de Britsche bezittingen, verboden. NIEUWE LIJN. De Kon. Ned. Stoomboot-Mij. zal een directe vrachtdienst openen van Amsterdam—Rotter dam door het Panamakanaal naar de Westkust van Zuid Amerika met Callas en Valparaiso als voornaamste aanloophavens. 31 Augustus a.s. zal het eerste stoomschip vertrekken. De vereeniging „Volkshuisvesting" te Eind hoven, zal tot een bedrag van f600.000 inde naaste toekomst woningen bouwen in de om geving van Eindhoven. De Koninklijke Familie zal morgen 7 dezer uit de residentie op Het Loo aankomen voor een verblijf van ongeveer twee weken.v DRANKBESTRIJDING. Onder voorzitterschap van ds. W. II. Gispen uit Zwolle is Woensdag te Utrecht de 15de jaarlijksche vergadering gehouden van de Ge reformeerde vereeniging voor drankbestrijding. Vertegenwoordigd waren 28 afdeelingen. terwijl zijn kind hem zoo doordringend aan kijkt, is het hem, als hoort hij opnieuw uit dezelfde sponde hem het vermaan tegenklinken van zijn stervenden vader, als ziet hij zijn zuster Mien met haar bleek, lijdend geziclit, die op deze zelfde plaats smachtend had ver langd hem nog eenmaal vóór haar sterven te ontmoeten, maar wier stervensbegeerte hij niet had ingewilligd. Het wordt hem bang, zeer bang. Het is hem hier zoo benauwd, zoo beklemd op de borst, maar het bangst en benauwdste 'zijn hem die starende oogen van zijn kind. „Hoort u wel, vader?" herhaalt ze, ver wonderd geen antwoord te ontvangen. Ze begrijpt niet, hoe die woorden, haar zoo heerlijk, zoo vertroostend, haar vaders hart niet zouden treffen. „Ja, kind, ik heb het gehoord." „Welnu, zal het dan niet beter zijn vader „Voor jou wel, Gree; maar niet voor mij!" Opnieuw kijkt ze haar vader verwonderd aan. „Waarom niet, vader?" „Niet voor mij," herhaalt hij, „niet voor mij. Voor mij zal het erger worden, erger, véél erger (Wordt vervolgd). Nadruk verboden. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 1