Binnenland.
Buitenland.
Uit Stad en Provincie.
DE OORLOG.
heer Bichon van IJsselmonde (wild c.h.)
beklaagde zich over onheusche bejegening van
de zijde des ministers, waarvoor deze excuus
vroeg.
Toen ging men eindelijk stemmen over het
eerste deel van art. 1, op verzoek van den
heer Hugenholtz. De a. r. verklaarden bij
monde van den heer Van der Voort van Zijp,
wegens de bedreiging met de portefeuiïle-
quaestie te zullen voorstemmen de verant
woordelijkheid voor de kruisers blijft geheel
voor de Regeering.
De stemming geeft als resultaat aangenomen
met 46 tegen 21.
Tegen stemden de heerenvan Leeuwen,
Schim van der Loeff, Helsdingen, Smeenge,
Ketelaar, Sannes, Albarda, Gerhard, de Muralt,
Hugenholtz, de Jong, Bichon van IJsselmonde,
Hubrecht, ter Laan (Rotterdam), Ankerman,
Teenstra, Spiekman, Kleerekoper, ter Laan
(den Haag), Schaper, Vliegen.
Over het ontwerp tot het langer in dienst
houden van ingelijfden bij de militie, werd
geredevoerd door verschillende ledenuit-
keeringen, militaire tehuizen, verloven kwamen
aan de orde. De heer Spiekman diende nog
maar eens een motie in
de Kamer,
van oordeel, dat het gewenscht is, com-
missiën in te stellen, bij welke de militie-,
landweer- en landstormplichtigen van de
vaststelling hunner uitkeering door den
Burgemeester in beroep kunnen komen,
gaat over tot de orde van den dag.
Later komt dat wel aan de [beurt. Het
ontwerp werd zonder hoofd, stemming aan
genomen.
Vrijdag hadden de heeren geen zin om te
vergaderen. Er waren er maar 46 van de 100.
En toen is besloten de vergadering te verdagen
tot Dinsdag 20 Juli.
Het Belgisch Consulaat te Ter Neuzen verzoekt
ons opname van het volgende
MAATREGELEN, DIE IN ENGELAND GE
NOMEN ZIJN, BETREFFENDE DEN IN
VOER EN HET WISSELEN VAN BIL
JETTEN DER NATIONALE BANK
VAN BELGIË.
Ieder persoon, die in Engeland aankomt, is ver
plicht de Belgische bankbiljetten, die hij in zijn
bezit heeft te declareeren, bij gebreke waarvan hij
gevaar loopt ze te zien verbeurd verklaard worden.
De biljetten, die een bedrag van 260 franks per
persoon, of 500 franks per gezin, te boven gaan,
zullen door de Douane, tegen ontvangstbewijs, ge
deponeerd worden bij de Bank van Engeland, waar-
men ze weder in ontvangst zal kunnen nemen op
vertoon der identiteitskaart, waarvan hieronder
sprake is.
Op verzoek van den belanghebbende, kunnen de
biljetten ook worden teruggezonden naar Frankrijk
of Nederland, aan het door hem op te geven adres.
Indien vaststaat, dat belanghebbende slechts op
doorreis in Engeland vertoeft en binnen acht dagen
weder moet vertrekken, kunnen de bij de Douane
gedeponeerde biljetten hem in de haven van ver
trek weder worden ter hand gesteld.
Het verzenden, per brief, van Belgische bank
biljetten van Frankrijk of Nederland naar Engeland,
is slechts geoorloofd, wanneer de waarde wordt
zekerd. Indien dit voorschrift niet wordt nageleefd,
stelt men zich bloot aan verbeurdverklaring van
het geld.
De Censuur zal de brieven aan de geadresseerden
doen toekomen, onder bijvoeging eener récdpissé
voor de achtergehouden biljetten, waarop dezelfde
regelen van toepassing zijn als op de door de
Douane, bij de Engelsche Bank in bewaring ge
geven biljetten hierboven vermeld.
De teruggave der bankbiljetten kan alleen worden
toegestaan ten voordeele van Belgische vluchtelingen,
en in zooverre zij er gebrek aan hebben om in hun
onderhoud te voorzien.
De biljetten welke tot een ander doel zouden
worden ingevoerd en waarvan geen terugzending
naar Frankrijk of Nederland zou worden gevraagd,
zullen tot het einde van den oorlog bij de Engel
sche Bank geconsigneerd blijven.
Van af 15 Juli, zal het het niet meer geoorloofd
zijn Belgische bankbiljetten om te zetten, tenzij
men voorzien is van een identiteitskaart, afgegeven
door het Centraal Wissel Comité 4 Bishopsgate,
Londen E. C. De kaarten worden nu reeds afge
geven verzoeken tot het verkrijgen dezer kaarten
moeten schriftelijk worden ingediend, op eene
speciale formule, welke verkrijgbaar is op het bureel
van het Comité, evenals de reglementen voor het
wisselen. De schriftelijke aanvragen moeten ver
gezeld gaan van een postzegel van een pgnny.
De waarde per pond Sterling wordt vastgesteld
door de Nationale Bank van België.
REGEERINGSBROOD.
Eenigen tijd geleden namen wo het schrijven
op, door den Burgemeester van Ambt-Doeti-
chem gericht aan den Minister van Landbouw,
waarin gevraagd werd of ook welgestelden
liet regeeringsbrood mochten koopen.
De Minister heeft nu het volgende ge
antwoord
„Bij mijne circulaire van 20 Maart j.l. no.
320 werden levensmiddelen beschikbaar ge
steld ten behoeve van on-en minvermogenden.
Uit de naar aanleiding daarvan met de Burge
meesters van verschillende gemeenten ge
voerde correspondentie, bleek mij, dat de
grens tusschen deze categorie van personen
en welgestelden niet wel te trekken was. In
verband hiermede werd bij mijne circulaire
van 24 April no. 455 bepaald, dat de verkrijg
baarstelling niet zoude worden beperkt tot
on- en minvermogenden. Deze bepaling vond
derhalve uitsluitend haar oorzaak in de ge
bleken onmogelijkheid om een grens tusschen
on- en minvermogenden en welgestelden te
trekken, en daarbij zat dus geenzins de be
doeling voor om ook welgestelden in de ge
legenheid te stellen goedkoop brood te be
trekken.
„Dat thans ook door welgestelden gebruik
wordt gemaakt van den maatregel is niet
in strijd met de woorden van mijne
circulaire doch eene bedoeling
om ook deze categorie van per
sonen te laten profiteeren be
stond b ij m ij n i e t."
UITBREIDING LANDSTORM.
De heer v. Sasse van Ysselt heeft eenige
amendementen voorgesteld, strekkende tot
redactiewijziging. Voorts aan art. 5 als 2de
lid toe te voegen
„Zoodra de tegenwoordige buitengewone
omstandigheden hebben opgehouden te be
staan, zal aan de Staten-Generaal een voor
stel van wet worden gedaan, waarbij de in
trekking van deze wet, zoomede de overgang
tot den normalen toestand wordt geregeld."
RIJKSMIDDELEN.
Ondanks de over het geheel gunstige uit
komsten, over Juni verkregen, blijven do ont
vangsten uit de rijksmiddelen een schrille
tegenstelling vormen met verleden jaar. In
het geheel werd f78,133,000 ontvangen tegen
f87,113,000 verleden jaar, een nadeelig vér-
schil van f8,680,000 of nagenoeg 10 pet. De
grootste achteruitgang was er bij de indirecte
belastingen, die slechts f 137a millioen af
wierpen, tegen ruim f 18 millioen" verleden jaar.
VROUWENKIESRECHT.
Op het petitionnement voor vrouwenkiesr
recht zijn tot dusver verkregen 162,900 hand-
teekeningen.
Mr. P. J. TROELSTRA.
In mr. Troelstra's toestand is, naar „Het
Volk" verneemt, in zooverre eenige verbetering
gekomen, dat de hoofdpijnen verminderen,
hoewel het denken hem nog zeer vermoeid
en hij liefst niet spreekt. Hij ligt nog den
ganschen dag te bed, omdat de beenen hem
nog den dienst weigeren, als hij volgens
dokters-advies probeert te loopen. De rustige
omgeving doet hem blijkbaar goed en er hebben
zich geen verontrustende verschijnselen meer
voorgedaan, terwijl zijn gedachten helder zijn,
maar zijn zenuwgestel heeft zeer geleden,
zoodat er zeker langen tijd zal verloopen,
voordat hij weer hersteld .-is.
HERSTEMMINGEN.
In Rotterdam is de partijverhouding in den
Raad dezelfde gebleven.
De Roomsche zetel in V bleef behouden
met 2279 stemmen tegen 1832 op den sociaal
democraat.
In Amsterdam viel in II het aftr. c. h. lid
uit, waarvoor een s. d. in de plaats kwam.
In III werden de a. r. en de lib. herkozen.
In VIII de vrijz.-democraten.
In IX moest de soc.-dem. Van Kuijkhof
(aftr.) 'het met 7589 st. afleggen tegen De
Vlugt (a.-r.) met 7654 stemmen.
De verhouding in den Raad blijft dezelfde.
KEURING LANDSTORMPLICHTIGEN.
Naar aanleiding van ons bericht over de
maatregelen, die in voorbereiding zijn voor
een algemeene keuring van landstormplich
tigen, vernemen wij nader, dat die maatre
gelen uitteraard voorshands alleen betrekking
hebben op de jaarklasse 1915, waartoe be
lmoren de personen, geboren in 1895, die als
ingeschreven voor de militie, lichting 1915,
zijn vrijgesteld wegens broederdienst, kost
winnerschap enz. Deze personen maken reeds
deel uit van den landstorm krachtens de be
palingen van de Landstormwet en zijn dus
niet begrepen onder degenen, die ingevolge
het thans aanhangige wetsvoorstel tot nadere
uitbreiding van den landstorm daartoe even
tueel zullen komen te belmoren.
De keuring houdt verband met art. 16 van
de Landstormwet, waarin o. a. is bepaald,
dat van den dienst bij den landstorm ter
stond wordt ontslagen hij, die blijkt onge
schikt te zijn voor den dienst wegens ziek
ten of gebreken, vermeld in een bij Kon. be
sluit vastgestelde lijst.
De landstormplichtigen, die niet in militai
ren dienst zijn geweest, kunnen volgens de
thans geldende bepalingen niet voor gewa-
penden dienst worden gebezigd. Om dit te
kunnen doen zal eerst het aanhangige wets
voorstel tot wet moeten zijn verheven.
N. R. C.
Oostelijk Front.
Wij lichten enkele punten uit de officieele mede-
deeling.
BERLIJN, 18 Juli. [Wolff.] Gedeelten van het
leger van generaal Below hebben de in allerijl
aangevoerde venpterlringen der Russen bij Alt-Auz
teruggeslagen en 3620 krijgsgevangenen gemaakt
en zes kanonnen en drie machinegeweren ver
overd. Zij gaan thans in oostelijke richting verder.
Op het zuid-oostelijke gevechtsterrein heeft het
offensief van generaal'von Woursch succes gehad.
Onder hevig vijandelijk vuur zijn onze troepen in
den ochtend van den 17en dezer op een smalle
plaats door de draadversperring voor een met alle
hulpmiddelen versterkte hoofdstelling van den
vijand heengebroken. Zij stormden door deze
opening de vijandelijke loopgraven over een lengte
van 2000 meter binnen. In den loop van den dag
werd de opening in taaie gevechten breeder ge
maakt en de onzen drongen diep in de vijandelijke
stelling door. 's Avonds was de vijand het
Moskousche grenadierskorps door onze landweer-
en reserve-troepen geslagen. Hij trok 's nachts
terug achter den sector van de Ilsjanka, ten zuiden
van Swolen en leed daar zware verliezen. Er zijn
tweeduizend man gevangen genomen en vijf
machinegeweren buitgemaakt.
BERLIJN- Gedeelten uit het officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier
Het eenige dagen geleden onder de opperste
leiding van maarschalk von Hindenburg begonnen
offensief heeft groote resultaten opgeleverd. Het
leger van generaal von Below, dat den 14den
dezer bij en ten Noorden van Kurschany de Windau
is overgetrokken, heeft sedert dien zijn zegevieren
den opmarscli voortgezet. Onze ruiterij heeft her
haaldelijk de vijandelijke op de vlucht gedreven.
2450 Russen zijn gevangen genomen, drie
kanonnen en vijf machinegeweren buitge
maakt. Onder de gevangen genomen officieren
bevindt zich de bevelhebber van het 18de Russi
sche regiment jagers.
Sedert gisteren trekken de Russen op het ge-
heele front tusschen Pissa en Weichsel naar de
Narew terug. Het leger van generaal von Gallwitz
heeft in deze dagen 880 officieren en 17,500 man
gevangen genomen, 13 kanonnen (waarondereen
zwaar), 40 machinegeweren en zeven mijnwerpers
buitgemaakt. De buit van het leger van generaal
von Scholtz is tot 2600 gevangenen en acht ma
chinegeweren gestegen.
Ten Westen van de Wieprz, in de streek ten
Z.W. van Krasnostaw, zijn de Duitsche troepen
door de vijandelijke linies heengebroken. Totdusver
zijn 28 Russische officieren en 6380 manschappen
als gevangenen in onze handen gevallenwij
hebben 9 machinegeweren buitgemaakt.
Zuidelijk Front.
Geenerlei nieuws van aanbelang.
Een Italiaansche kruiser getorpedeerd.
WEENEN, 18 Juli. [Wolff.] Officieel bericht:
Een van onze duikbooten heeft vanochtend ten Z.
van Ragusa den Itatiaanschen kruiser Giuseppe
Garibaldi getorpedeerd. De kruiser zonk in een
kwartier.
[De Giuseppe Garibaldi was een gepantserde
kruiser van 7400 ton en in 1899 van stapel ge-
loopen. Hare artillerie bestond uit 1 snelvuur
kanon van 26.4 c.M., 2 gewone kanonnen van 20.3
c.M.,*14 van 16 c.M., 10 van 7.6 c.M. en 6 van 4.7
c.M. De snelheid bedroeg 19 mijl, de bemanning
telde 556 koppen.]
De Duitschers hebben, zoo deelt de Vlaamsche
Stem mede, over de Leve tusschen Gent en Kortrijk
vijf groote bruggen laten bouwen een dezer ligt
te St. Denys Westrem.
De Duitschers zijn nu ook bezig, de grens
tusschen België en Zuid-Limburg af te rasteren
met prikkeldraad, waardoor een electrische gelei
ding loopt.
Vredesgeruchten.
LONDEN, 16 Juli. (Reuter). De Financial
News vernam gisterenavond laat dat in kringen
van de City, waarvan men verzekerde dat zij
met Duitsche bronnen van inlichtingen in
nauwe aanraking zijn, geruchten liepen, dat
Duitschland door bemiddeling van de Ver-
eenigde Staten vredesvoorstellen aan de ge
allieerden trachtte te doen.
Bijzonderheden over den aard van de voor
stellen zijn niet te krijgen en het bericht dient
met voorbehoud aanvaard te worden. Daar
Duitschland echter economische uitputting als
voorwendsel voor de onderhandelingen moet
opgegeven hebben, zijn de geruchten misschien
een ernstige overweging waard dan anders
met dergelijke geruchten het geval pleegt te
zijn. N. R. C.
Het interview met minister Churchill.
BERLIJN, 17 Juli. De Deutsche Tages
zeitung maakt eenige aanteekeningen bij het
interview van den Londenschen correspondent
der N. R. C. met minister Churchill.
Naar aanleiding van Churchill's verklaring
dat Engeland nimmer oorlog zal voeren tegen
Nederland, daar het hierdoor het beginsel
waarvoor het den oorlog begon, de bescherming
van de kleine staten zou verzaken, zegt de
Tageszeitung dat de befaamde verdediger van
Antwerpen hier de zaak niet juist heeft voor
gesteld. De reden waarom Engeland geen
troepentransporten overbracht om Antwerpen
te verdedi en, was dat de vestingwerken aan
de monding van de Schelde en de sterke
militaire weermacht van Nederland tegen elke
poging van Engeland om Nederland's onzijdig
heid te schenden, zouden te keer gaan.
Churchill zegt de Tageszeitung verder
heeft nagelaten te wijzen op den druk, dien
Engeland sedert het begin van den oorlog op
Nederland heeft uitgeoefend. Zijn bewering,
dat Engeland voor België's onzijdigheid vecht,
veronderstelt dat Nederland de laatste maanden
heeft geslapen. Zelfs Churchill's collega's in
het kabinet geven toe, dat Engeland den
oorlog is begonnen om Duitschland te ver
nietigen en de wereldheerschappij te verwer
ven. De „redder van Antwerpen" heeft blijk
baar een ongelukkigen dag gehad. Anders
zou hij niet zoo onhandig en onlogisch hebben
geredeneerd. N. R. C.
Botha's krijgsroem.
Men raakt, zegt de Nederlander, in Engeland
langzamerhand in een jubelstemming over Botha's
Zuid-West-prestaties. De telegrammen melden ons,
dat er zelfs sprake van geweest is Botha in den
adelstand te verheffen en hem de daarbij gebruike
lijke schenking van honderdduizend pond aan te
bieden. Vermoedelijk echter zou Botha dergelijke
eerbewijzen van de hand hebben gewezen.
Het Lagerhuis heeft echter gisteren op voorstel
der Regeering onder enthousiasme de volgende
resolutie aangenomen
„Het Huis wenscht zijn dankbare waardeering
uit te spreken voor de ongemeene bekwaamheid
en vaardigheid, waarmede generaal Botha de jongste
krijgsoperaties in Duitseli-Zuidwest-Afrika heeft
ontworpen en geleid. Ook betuigt het Huis zijn
warme waardeering voor de buitengewone diensten
door generaal Botha, door generaal Smuts en door
de officieren en manschappen van de Zuid-Afrikaan-
sche troepen onder hun leiding betoond."
Intusschen komen nog eenige bijzonderheden
over den veldtocht, en bepaaldelijk over het einde
daarvan aan den dag, die de moeite van de ver
melding wel waard zijn. De Duitschers blijken
er zich als echte gentlemen gedragen te hebben.
Zoo wordt gemeld, dat generaal Botha zich het
eerst met Myburgh, die de omtrekkende colonne
aanvoerde, in verbinding heeft kunnen stellen door
de beleefdheid van de Duitsche hoofdmacht, die
toen tusschen het hoofdkwartier en Tsoemeb lag.
De Duitschers sloten de telefoon aan en stelden
aldus Botha in de gelegenheid Myburgh op de hoogte
van den toestand te brengen.
„Er kon toen nog niet voorspeld worden of de
dag van morgen vrede of een verwoed gevecht
zou brengen. De Unietroepen moesten zich klaar
houden om oogenblikkelijk op te rukken en hun
stellingen in te nemen, wanneer de tijd, in het
ultimatum gesteld, zou verstreken zijn. Het waren
uren van dramatische spanning. In de pikzwarte
duisternis van den maanloozen nacht gingen de
officieren, tegen de scherpe kou in zware mantels
gehuld, kalm tusschen de struiken rond om de
manschappen op te wekken en op alle gebeurlijk
heden bereid te houden.
Intusschen wachtte op een eenzame plek aan
den spoorweg, eenige kilometers buiten Otawi, een
officier van den staf bij een snorrende auto op de
komst van den trein, die de gewichtige beslissing
zou brengen.
Een minuut over half drie was de termijn van
Botha's strenge order. Juist op dat ocgenblik
schenen lichten uit een locomotief en een wagen
hield op de afgesproken plaats stil. Een Duitsch
officier van den staf stapte vlug uit den wagen
en gaf plechtig een verzegelden brief over. De
auto ijlde naar het hoofdkwartier terug en snel
verspreidde zich het nieuws, dat Zuidwest-Afrika
het Britsche Rijk was toegevallen."
Achter het Yserfront.
De dood waart hier wordt aan de
„Vlaamsche Stem" geschreven in allerlei
gedaanten rond. De moderne wijze van oorlog
voeren is inderdaad van een gruwelijke wreed
heid. De verminkingen, die door de hand
en andere granaten worden veroorzaakt, zijn
zoo intens gemeen. De splinters en de gassen
maken menigeen blind. Zoo zag ik nu ook
twee jonge mannen, die de oogen bedekt
hielden met de handen, en krompen van de
pijn. De aarde en de splinters, die door de
ontploffing waren opgeworpen hadden hen
van het gezicht beroofd.
In dunne straaltjes liep het roode bloed
over hun wasbleeke gezichten, eigenlijk nog
maar kindergezichten.
Ik trok mee naar het veldhospitaal te L.
Ik kwam er juist nu men volop bezig was te
opereeren. Wat een gruwelijk gezicht. In
een kuip naast de operatiekamer zag ik onder
scheiden deelen van armen en beenen, die
in allerijl afgezet hadden moeten worden,
't Was als was men beland in een export
slachterij.
En dan later in de zalen, al die met witte
windsels omwonden armen en beenen, die
reine witte windsels die de bloedige stompen
verborgen hielden.
Het gebruik van verstikkende gassen.
BERLIJN, 13 Juli. (Korr. Norden.) Het
Duitsche gezantschap te Bern heeft de volgende
mededeeling aan de Zwitschersche pers doen
toekomen. De vijandelijke pers en ook een
deel der neutrale pers blijft verwijten richten
tot Duitschland ondanks de door Duitschland
gegeven ophelderingen over het voortdurende
gebruik van verstikkende gassen, weshalve
andermaal geconstateerd wordt, dat de Fran-
schen en de Engelschen langen tijd voor de
Duitschers, deze wijze van oorlogvoering toe
gepast hebben. Afgezien van demededeelingen
door het Duitsche hoofdkwartier op 14, 16.
17 en 22 April gedaan, blijkt dit feit uit een
Fransch dokument, en wel uit een mededeeling
van het Fransche ministerie van oorlog, die
van 21 Februari 1915 gedateerd was, der
halve twee maanden vóór dat de Duitschers
tot vergeldingsmaatregelen overgingen. Deze
mededeeling bewijst, hoe stelselmatig de
Fransche militaire autoriteiten de toepassing
van verstikkende gassen voorbereid hebben.
Het slot van deze Fransche mededeeling
wordt door het Duitsche gezantschap woor
delijk weergegeven en luidt
„De door projectielen met verstikkende
gassen verspreide dampen zijn niet doodelijk,
althans in geringe mate, en de werking die
van atmosferische invloeden afhangt, is slechts
van korten duur. Het is dus raadzaam om
loopgraven, waarin dergelijke handgranaten ge
worpen zijn en die de vijand niet heeft ver
laten, aan te vallen voordat de gassen geheel
verdwenen zijn. De aanvalstroepen moeten
van veiligheidsbrillen voorzien zijn, en boven
dien verwittigd van de wetenschap, dat de
onaangename aandoening van neus en keel
geen blijvende stoornis tengevolge heeft."
De Fransche mededeeling zoo vervolgt
de circulaire van het gezantschap leidt tot
een ondubbelzinnige uitspraak en geeft het
onomstootelijk bewijs, dat de Fransehen gif
tige gassen eerder dan de Duitschers hebben
aangewend.
TER, NEUZEN 20 Juli 1915.
In de op a. s. Donderdag, des voormiddags
10 ure, te houden openbare vergadering van
den gemeenteraad alhier, komen de volgende
punten in behandeling
Notulen.
Ingekomen stukken.
Aanbieding gemeenterekening.
Voorstel vermindering pacht Vercouteren.
Idem ontslag mej. Waalkes.
Verzoek ZeeuwschVlaamsche Tramweg
maatschappij goedkeuring plan aanleg tram
lijnen
Benoeming leeraar in de Duitsche taal en
letterkunde (vacature mej. van der Möhlen).
Benoeming leeraar in de aardrijkskunde.
Benoeming leeraar in het Boekhouden.
Voorstel ontheffing belastingen.
Reclames suppletoir kohier hoofdelijken
omslag over 1914.
Reclames schoolgelden m. u. 1. o. en m. 0.
Donderdag zag men bij Borssele een
drijvende mijn. Op de Schelde voor Vlissingen
trof men de vorige week ook een drijvende
mijn aan. De Zaterdag binnenkomende mail
boot was bij de Wielingen in de twintig mijnen
gepasseerd.