Kameroverzicht.
Binnenland.
Buitenland.
De ernst der Tijden.
DE OORLOG.
DE TOESTAND
conservatieve club, die op allo manier Duitsch-
land in de hand werkt.
Dit nu hindert het volk in Nederland, zoo
gaat 't voort, geweldig.
Gelijk men weet, zegt de redactie, zijn er
in Nederland twee partijen.
Het volk en de kleine bourgeoisie nu staat
met hart en ziel aan den kant der Geallieerden.
Men is beslist op de hand van België, Frankrijk
en Engeland, ook al blijft men neutraal.
Ook de rijke middenstand blijft liefst neu
traal, omdat hij uit de neutraliteit geld slaat.
En feitelijk zijn 't dan ook slechts enkele
leden van de Protestantsch-Conservatieve
partij, die uit bewondering voor den grooten
Keizer op de hand van Duitschland zijn.
Enkele oprechte patriotten kunnen dit
laatste nu niet uitstaan, en spannen daarom
thans alle kracht in, om Nederland naar de
Geallieerden over te halen. En niet lang
meer, of Holland zal aan den oproep gevolg
geven.
De geallieerde mogendheden moeten daar
om geen poging onbeproefd laten, om het volk
van Nederland wakker te schudden en een
eind te maken aan „le détestable esprit dont
s' est inspire un partie de son élite, et pour
qu'il mette fin a l'existence d'un groupement
dont le but avoué n,est qu'un masque ca-
chant la mainmise allemande".
Laat ons toch op onze hoede wezen.
Hier vertoont zich een actie, die niets ont
ziet, om ook over ons eigen land den jammer
van den bittersten oorlog te 'brengen.
Om een eind te maken aan den verfoeilijken
geest die zich van een deel des volks heeft meester
gemaakt, èn aan het bestaan van een groep, wier
uitgesproken bedoeling enkel dient om er de
Duitsche kunstgrepen achter te verbergen.
In ons nummer van Vrijdag j.l. wezen wij
in een drie ster op het gemis aan levensernst
in deze dagen.
„De Nederlander" van 14 Juni bespreekt
dit verschijnsel ook, en merkt dan o.a. op
Wij begrijpen er wel iets van.
De oppervlakkigheid, die 't eene oogenblik
neergeslagen ligt onder den indruk van dreigend
gevaar, als op den 3den Augustus van 1914,
veert aanstonds weer op, zoodra blijkt dat
dit gevaar voor het oogenblik voorbij is. En
de luchthartige zoekt, om niet steeds aan
den ernst te denken, nu misschien meer dan
ooit de plaatst van vermaak.
Maar niettemin is het verschijnsel droef.
Op welke wijze zal God tot de wereld, ook
tot ons Nederlandsche volk dan wel moeten
spreken, eer Zijne stem wordt gehoord Of
is het met ons volk reeds zoover gekomen
als met de lieden in den Antwerpschen ge
meenteraad, die onlangs, toen de naam van
God in verband met den oorlog werd genoemd,
waagden te zeggenspreek van God niet,
want Hij is er niet
O, dat toch alle luchthartigheid, alle op
pervlakkige gerustheid, alle zoeken van ijdel
genot tot vergetelheid van wat God ons in
de beroeringen der wereld te zeggen heeft,
verre van ons blijven mocht. Slechts ééne
gerustheid is |niet ijdelhet is die welke ge
bouwd is op de belofte Gods dat zonder den
wil van onzen Hemelschen Vader geen haar
van ons hoofd vallen zal.
Laat, waar duizenden buiten God om hun
steun zoeken in den gebroken rietstaf van
ijdel amusement, uit onzen kriDg althans de
ernst niet wijkenOok niet de ernst van het
gebed, of het God behagen mocht ons land
en volk te bewaren voor den gruwel van
•den oorlog, of het Hem behagen mocht
vrede te geven
Zitting van de Tweede Kamer op
Dinsdag 15 Juni 1915.
Voortgezet wordt het debat over de Interpellatie-
Van Vunren.
De heer Van Deventer [lib.], de heer Fock [lib.],
de heer Bogaardt [r.-k laten hun licht nogmaals
over deze kwestie schijnen. Veel nieuws brengen
ze, na de rede van den heer Patijn, niet meer te
voorschijn. De eerste twee gaan met den minister,
zij het niet in alles, accoordde heer Bogaardt
steunt den interpellant.
De heer Pleijte [min. v. Koloniën] antwoordt.
Hij erkent, dat het mogelijk zou zijn een „nieuwe,
en verbeterde editie" van de Indische Leening te
geven, indien hij nogmaals voor de zaak gesteld
werd. Er is echter niets
aan den strijkstok blijven hangen
gelijk een der grootste bladen schreef. De zaak
is eerlijk behandeld. Ten slotte, de Indische
Leening is een succes geweest.
Nogmaals antwoordt de heer Van Vuuren. De
heele pers behalve „De Telegraaf", vond zijn critiek
gegrond. Hij is tevreden met het resultaat van
zijn vragen-stellen. De Min. heeft beloofd voortaan
duidelijk te zullen zijn.
De heer Patijn zeide spottend, en onbillijk, dat
spreker den Minister wel goedkooper zou hebben
geholpen. Spreker betoogde, dat de bankiers hun
eigen belang dienen en hij beriep zich in dit ver
band er op dat de koersen der koloniale leeningen
even hoog staan als Hollandsche leeningen. Wel
sprekend is evenwel het woord van den heer
Patijn in dit opzichtthans was hij met de bankiers
eens, maar zou hij niet even onmachtig hebben
gestaan als spreker, ware de Minister bij hem ge
komen. Wij zijn aan de geldmannen gebonden.
En nu had spreker gehoont, dat de Kamer hadde
uitgesproken, dat zij de financieele onafhankelijk
heid van den Staat wilde handhaven.
De interpellatie wordt na nog een korte ver
maning van den heer Vliegen s. d. aan het adres
van den Min. gesloten.
Nog eenige minder belangrijke wetsontwerpen
worden aangenomen, eenige conclusiën op adressen
goedgekeurd.
De Voorzitter zegt, dat de agenda nn is afge
handeld en dat morgen te half twaalf het afdeelings-
onderzoek zal beginnen.
Na dat afdeelingsonderzoek zal de Kamer eenigen
tijd op recès gaan. Hoe lang dit reces duren zal,
kan spreker thans niet zeggen.
Er zijn eenige ontwerpen die morgen moeten
worden onderzocht en die toch spoedig moeten
worden afgedaan. Het zal dus afhangen van het
verschijnen van de afdeelingsverslagen en de Ant
woorden der Regeering, wanneer spreker de Kamer
weer bijeen zal roepen, doch in elk geval zal dit
niet zijn voor de maand Juli.
De Kamer gaat te 5 uur tot nadere bijeenroeping
uiteen.
Met den Voorzitter waren aanwezig 77 leden.
Eerste Kamer.
Zitting van Dinsdag 15 Juni 1915
Aan de orde is de beraadslaging over het
Eedsvraagstuk.
De hr. Van den Berg [a.-r.] zegt, dat niets gebleken
van de groote urgente, de noodzakelijkheid van
spoedige behandeling dezer zaak. Het ontwerp is
te haastig opgesteld. De regeering neme het terug.
De hr. Van der Biezen [r. k.] zegt, dat nu de eeds-
dwang feitelijk verdwijnt, men den eed dan maar
heelemaal moest afschaffen. Als iemand gemoeds
bezwaren heeft, zal de rechter die onderzoeken
maar dat is een taak, die den rechter niet toekomt.
Men kan de regeering geen grooteren dienst be
wijzen, dan het ontwerp af te stemmen, zegt spr.
Ook de heer Reekers (r. k verklaart zich tegen.
Zitting van
Woensdag 16 Juni 1915.
De heer Reekers [r. k zet zijn afgebroken rede
voort. Hij zou het het beste achten, dat ieder tot
den eed gedwongen werd
behalve wie tot een kerkgenootschap behoort, dat
den eed verbiedt, of wie op bijbelsche gronden be
zwaar heeft. In elk geval mot dit wetsontwerp
gaat hij niet mee.
De heeren Lucasse [a. r.] en Bosch van Oud-
Ameliswaerd [r. k steunen de vorige sprekers.
Dr. Kuyper zegt dat dit ontwerp de anti-these
naar voren dringt. In dezen tijd van Godsvrede
mocht de Regeering dat niet doen. Er is geen
noodtoestand. De aanneming van dit ontwerp
zou zijn
de grootste overwinning
van het anti-clericalisme. De Eerste Kamer zegge
ongaar brood etefl we niet.
De heer Dmcker lib.] bestrijdt de vorige sprekers.
Voornamelijk Dr. Kuyper. Het ontwerp strijdt
niet tegen de beginselen van de rechterzijde. Men
zoekt overal de anti-these
Van Swinderen, Lohman, Fabius, Diepenhorst,
Anema, allen mannen van rechts, zoo zegt Spr.
zijn het met deze regeling eens. Het ontwerp
geeft een
aannemelijk compromis.
De heer Van Lamsweerde[r. k.] vindt het een
moeilijke kwestie. De rede van den heer Drukker
heeft veel indruk op hem gemaakt. Een paar
dingen in het ontwerp hinderen hem. Vooral de
bevoegheid van den rechter om iemands gemoeds
bezwaren te onderzoeken. Dat is in strijd met
de vrijheid van Godsdienst.
UITBREIDING LANDSTORM.
Naar verluidt uit Den Haag, is het wets-
outwerp tot nadere uitbreiding van den Land
storm, bij meer dan een groep ongunstig ont
vangen.
1815—WATrtRLOODAG—1915.
lieden wordt de onderstaande order van
den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht
aan alle troepen voorgelezen
Order voor de Land- en Zeemacht
op 16 Juni 1915.
De dagen van 16 en 18 Juni 1915 verleven
digen de herinnering aan de vóór honderd
jaren door de voorgangers van de meeste
Nederlandsche korpsen verrichte roemrijke
daden tot bevestiging van het op 16 Maart
1815 gestichte Koninkrijk, welke daden in de
registers der mede honderdjarige Militaire
Willemsorde zijn geboekt.
Op dezen merkwaardigen dag is het mij. een
behoefte mijne tevredenheid te betuigen aan
de Nederlandsche krijgsmacht, bij den gewel
digen volkenstrijd tot handhaving onzer onzij
digheid te zamen geroepen.
De overwinningen van Quatre Bras en van
Waterloo waren te danken aan de rotsvaste
houding en de trouwe kameraadschap der
verbonden troepen, aan de zelfstandigheid
onzer bevelhebbers onder aanvoering van den
Prins van Oranje.
Aan die voorbeelden ons spiegelende, ge
bieden plicht, eer en belang, om tot behoud
van 's lands aloude, dierbare vrijheid waak
zaam, krachtig en gereed te blijven.
Leve de Koningin
's-G ravenhage, 16 Juni 1915.
De Opperbevelhebber van L.- en Z.(
get. Snijders.
CHRIST. HIST. UNIE.
Het hoofdbestuur van de Christelijk-Histo-
rische Unie deelt mede, dat het Nationaal-
comité tegen 24 dezer zal worden bijeenge
roepen en de algemeene vergadering tegen
den volgenden dag. Beide vergaderingen zullen
te Amsterdam worden gehouden.
IN DE DIAMANT-INDUSTRIE.
In de diamant-industrie te Amsterdam blijft
het sukkelen. Dinsdag hebben ongeveer 500
werklieden van het personeel van de firma
Ed. van Dam aanzegging gekregen, dat het
bedrijf tot nadere aankondiging wordt stop
gezet.
DUITSCHERS EN OOSTENRIJKERS UIT
ENGELAND.
Dagelijks komen te Vlissingen nog een groot
aantal Duitschers uit Engeland aan, meestal
vrouwen en kinderen.
Als de boot aankomt, gaat de Duitsche
consul aan boord om hen van passen voor de
reis van Vlissingen naar Gocli te voorzien.
Hebben zij geen geld, dan krijgen zij reisgeld
tot de Duitsche grens. De onvermogende
Oostenrijkers gaan allen naar Rotterdam, om
zich daar van passen te voorzien.
STEUNVERLEENING.
Het Nederlandsch Comité tot steun van
Belgische en andere slachtoffers heeft o. m.
ontvangen van het Belgische sub-comité
Djokja f2975,88 en van het Belgische steun
comité Soerabaja f 1500. Het totaal van de
giften ontvangen van laatstgenoemd comité
is hierdoor tot f 72,500 gestegen.
Haarlem. Bij de Woensdag gehouden
herstemming voor 2 leden van den gemeente
raad, in district I (vacatures Petrie en Rinkema)
waren uitgebracht 2083 stemmen. Hiervan
verkregen de heeren Groeriendaal (S.D.A.P.)
953, Spiesz (S.D.A.P.) 933, Van Liemt (R.K.)
1039 en Wolzak (Anti-Rev.) 1078 stemmen.
Van onwaarde 24 stemmen. Gekozen alzoo
de heeren Wolzak en Van Liemt.
De officieele telegrammen uit Berlijn en
Weenen stemmen weer hierin overeen, dat
de Russen een nieuw en gevoelig echèc hebben
geleden. Hun front oostelijk en zuidoostelijk
van Jaroslaw werd na heftigen strijd door
broken en zij zeiven onder zeer zware verliezen
tot den teruetoeht gedwongen. Zondag werden
16,000 Russen gevangen genomen. En intus-
schen duren de gevechten zuidelijk van de
Dnjester voort.
Bij Derzow ten zuiden van Mikolajew hebben
de troepen der Verbondenen vier krachtige
aanvallen bloedig afgeslagen. De vijand ont
ruimde tenslotte het slagveld op een wjjze,
die aan een vlucht deed denken, zegt het
Weensche telegram.
Het „groot" succes werd dan behaald op
het zuidoostelijke oorlogsterrein, waar het
leger van v. Mackensen uit zijn stelling over
een breedte van 70 K.M. tusschen Czerniawa,
ten Noordoosten van Mocziska (ten Oosten
van Przemysl) en Sieniawa (langs den San)
tot een aanval was opgetrokken. Maar volgens
.het Duitsche rapport hebben ook de aan
vallen van de troepen van Von Linsingen
vorderingen gemaakt.
Een correspondent van het Berliner Tage-
blatt in het Oostenrijksch-Hongaarsche oor-
logsperskwartier teekent den toestand aldus
De verovering van het oevergebied van
San en Dnjestr vordert ondanks den krachti-
gen tegenstand en zal ons offensief belang
rijk ten goede kunnen komen. Na de verove
ring van het bruggehoofd van Sieniawa is de
Sanoever tot Rudnik in ons bezit. Aan de
Dnjestr zijn belangrijke overgangen, zooals
Zurawno en Zaleszezyki, in onze handen. Bij
Zydaxzow wordt de vijand, ten spijt van een
levendig geschutvuur, langzaam achteruitge
drongen. Ten Oosten van Stanislau zijn de
plaatsen Tvsminica, Oltesov en Tlumaez ver
overd. Voegen wij hier nog aan toe, dat de
geheele Boekewina thans is ons bezit is, en
onze troepen, na de grens van Bessarabië te
hebben overschreden, Russische grensposten
hebben bezet, dan komt er steeds meer tee-
kening in de beweging van het leger onder
generaal Pflanzer-Baltin. En evenwijdig met
het front aan de Dnjestr schuift het front
van Pflanzers leger voordurend vooruit
De Duitsch-Oostenrijksche legers naderen
nu almeer Lemberg, de hoofdstad van Gali-
cië, en de Russen, die zich daar reeds inge
burgerd hadden, alsof zij er voor goed zou
den kunnen blijven, beginnen aanstallen te
maken tot vertrek, of zijn reeds vertrokken.
Van Duitsche zijde wordt nog gemeld, dat
alle troepen die voor landing aan de Turksche
kust van de Zwarte Zee bestemd waren, ter
versterking naar Galicie worden gezonden,
zoodat de landingsplannen als opgegeven
beschouwd kunnen worden. Dus moet de
aanval op Turkije nu van één kant geschie
den van de Dardanellen uit.
De militaire medewerker van de Berner
Bund, zegt, in een beschouwing over de laatste
offensieve beweging der Franschen, dat de
door hen verkregen resultaten grooter zijn
dan alle, welke zij totdusver hebben weten
te bereiken. En dit acht hij dan eensdeels
het gevolg van 't feit, dat de Duitschers ver
zwakt zijn door hun groote activiteit op het
oostelijk front, en verder een uitvloeisel hier
van, dat de Franschen een verbazingwekken-
den offensieven geest, veel bekwaamheid en
methode aan den dag leggen, en in 't alge
meen nog hooger gevechtshoedanigheden
toonen dan vroeger.
Intusschen gaan de Duitschers er prat op,
dat zij aan het front tusschen Lievin en
Atrecht toch ook den Franschen een flinke
nederlaag bezorgd hebben. „Nadat in den
loop van dag herhaaldelijk voor den op-
marsch zich gereedhoudende vijandelijke storm-
colonnes door ons artillerievuur werden ver
dreven, zette de vijand des avonds twee krach
tige aanvallen in dichte linie in tegen onze
stellingen ter weerszijde van de Lorettehoogte
en het front NeuvilleRoclincourt. De Fran
schen werden overal onder zware verliezen
teruggeworpen. Alle stellingen bleven vol
ledig in ons bezit."
Wat het zuidelijk oorlogsfront betreft, meldt
Reuter uit Udine, dat men den aanval op
Gorizia (Gürz) nu als begonnen kan beschou
wen. De Italianen bombardeeren de forten
Santa Maria, San Pietro, San Marco en Santa
Lucia en de Oosten rij ksche stellingen in de
bergen, die de stad beheerschen. De spoor
wegverbinding ten Noorden en ten Zuiden
van Gorizia is nu verbroken, en de stad heeft
alleen nog door middel van een moeilijken
bergweg langs het dal van de Chiapovano
met het binnenland gemeenschap.
„De Standaard."
Van het Westelijke gevechtsterrein.
BERLIJN, 15 Juni. [Wolff.] Officieel bericht
uit het groote hoofdkwartier
De Franschen hebben zich zelf gisteren een
nieuwe nederlaag op den hals gehaald. Ten spijt
van de zware verliezen, die zij den 13den Juni
leden, zetten zij hun poging om op het front
Liévin Atrecht door te breken, met groote taaiheid
voort. De in dichte golven aanrollende Fransche
aanvallen braken in het vnur van onze dappere
troepen.
Ten N.O. van Moulin-sous-Toutvent (ten N.W.
van Soissons) is het ons nog niet gelukt de op 6
dezer verloren stukken loopgraaf te hernemen.
In Champagne, ten Noordwesten van Perthes
en Le Mesnil, is hier en daar de strijd weer op
geleefd, zonder dat evenwel de vijand voordeel
vermocht te behalen.
Zondag werd Leffringhe, ten Zuidwesten van
Oostende, gedurende een burgerlijke godsdienst
oefening door de vijandelijke artillerie beschoten.
Verscheiden Belgische burgers zijn daardoor ge
kwetst.
Gisteren is de open stad Karlsruhe, die in geen
veiband met het gevechtsterrein staat en waar
geen spoor van eenig verdedigingswerk te be
kennen is, door een eskader vijandelijke vliegtuigen
gebombardeerd. Voor zoover tot dusver bekend,
werden 11 burgerlijke personen gedood en 6 ge
wond. Schade van militaire beteekenis kon na
tuurlijk niet worden aangericht. Een van onze
Lampvliegtuigen haalde een vliegtuig uit het
vijandelijk eskader. De bemanning van laatstge
noemd vliegtuig is omgekomen. Een ander vijan
delijk vliegtuig is bij Schirmeck tot landen ge
dwongen.
LONDEN, 16 Juni. Reuter. Bericht van gene
raal French
Wij hebben op 15 Juni een mijl loopgraaf aan
het Duitsche front genomen ten O. van Festubert,
doch hebben haar niot kunnen behouden bij een
krachtigen tegenaanval.
Bij Yperen hebben wij met goed gevolg de stel
ling van den vijand ten N. van Hooge aangevallen
en de heele eerste linie loopgraven bezet op een
front van duizend meter, zoomede een deel van de
tweede linie. Wij maakten 157 gevangenen. Een
Duitsche tegenaanval werd met gevoelige verliezen
afgeslagen.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
WEENEN, 15 Juni. (Wolff.) Officieele kennis
geving
Door den aanval der verbonden legers hebben
zich bijna op bet heele front in Galicië hevige
gevechten ontwikkeld.
De troepen van het leger van aartshertog Jozef
Ferdinand dringen, na Sieniawa te hebben ge
nomen, in Noordelijke en Noordoostelijke richting
op. Het kasteel en de hoeve van Piscorowice
(eenige tientallen K.M. verder stroomafwaarts aan
de San gelegen) zijn gisteren bestormd. Er werden
talrijke gevangenen gemaakt.
Onder verbitterde gevechten dringt het leger
van generaal von Mackensen aan beide zijden van
Krakowiec (aan de Sklo, rechterzijrivier van de
San) en in de richting van Oleszyce (ongeveer 80
K.M. ten Noordoosten van Jaroslau en ten Oosten
van Sieniawa aan den spoorweg van Jaroslau over
Rawa Ruski naar Sokal.
In aansluiting met dit offensief staat de aanval
van het leger van generaal Boehm-Ermollo, dat
de Russen ten Oosten en ten Zuidoosten van
Mosciska aanvalt, waar nieuwe vijandelijke stel
lingen Grodek dekken [ff; 30 K.M. ten Westen
van Lemberg].
Teu Zuiden van den Boven-Dnjestr houden
sterke Russische strijdkrachten de bruggehoofden
van Mikolajow, Zydaszow en Halicz tegen de
voorwaarts dringende troepen van het leger van
von Linsingen.
Intusschen staan verder stroomafwaarts de troepen
van generaal Pflanzer-Baltin voor Nizniow en
Bzernelica, terwijl zij het veroverde Zaleszcyki
tegen alle Russische tegenaanvallen houden.
Afdeelingen van dat leger hebben in Bessarabië
de Russische strijdkrachten, die daar tusschen
Pruth en Dnjestr stonden, opnieuw tot den terug
tocht gedwongen. Zij werden tegen Chotin en
langs de Pruth teruggedrongen.
Het aantal van de sedert 12 Juni ingeleverde
gevangenen is gisteren weer met eenige duizenden
verhoogd.
WEENEN, 16 Juni. Wolff. Officieel bericht
In Galicië konden de Russen den algemeenen
aanval van de legers der bondgenooten ten spijt
van den taaisten tegenstand niet weerstaan.
Krachtig achtervolgd door onze zegevierende troepen
wijkt het overschot van de verslagen Russische
legerkorpsen over Lewkow, Lubaczow en Jawozow
terug.
Ten Z. van den straatweg naar Lemberg heeft
het leger van Böhm-Ermolli vannacht de Russische
stellingen op het geheele front bestormd en den
vijand voor de bruggehoofden gevochten.
De troepen van het leger van Pflanzer hebben
gisteren Nozniow genomen.
De slagen en gevechten, die totdusver in de maand
Juni zijn geleverd, hebben ons een rijken bnit ge
bracht. Van 1 tot 15 Juni zijn in het geheel ge
vangen genomen 108 officieren en 122,300 man en
buitgemaakt 53 kanonnen, 187 machinegeweren en
58 munitiewagens.
Van het Zuidelijke gevechtsterrein.
BERLIJN, 15 Juni. Korresp. Norden. Bij Passo
di Lago Scuro zijn twee compagnieën van de Itali-
aansche Alpenjagers door twee ski-patrouilles bij