Kameroverzicht.
Binnenland.
Buitenland.
DE OORLOG.
DE TOESTAND.
Van het Westelijke gevechtsterrein.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
Van het Zuidelijke gevechtsterrein.
Italiaansch luchtschip vernietigd.
Aan den Isonzo.
Aan de Dardanelles
De Zeppelin bij Gent.
Van den aanvang af hebben wij op het
standpunt gestaan, dat de regeering, die
voor de landsverdediging verantwoordelijk
is, uioet weten wat zij daarvoor noodig
heeft. Zoolang het Minister Bosboom is,
die versterking van het leger vraagt, heeft
onze Kamerfraktie die dan ook toegestaan
zij verzette zich niet tegen de vervroegde
inlijving der lichtingen 1915 en 1916, en
zij gaf hem de beschikking over een paar
oude militie-lichtingen, die voor de invoe
ring van de wet-Colijn waren ontslagen.
Bedoelt de regeering een verdere ver
sterking van het leger in dezelfde lijn
Of is het niet meer de regeering, die thans
spreekt, maar zijn het bewindslieden,
geschoven door de agitatie voor het nieuwe,
groote leger, dat de militairen en de meest
krijgshaftige, om niet te zeggen krijgszuch
tige, elementen der bourgeoisie verlangen
Vergadering der Tweede Kamer op
Dinsdag 8 Juni 1915.
De Voorzitter feliciteert den heer Lieftinck in
een hartelijk toespraakje met diens SOsten verjaar
dag de Minister van Binnen!. Zaken sluit zich
hierbij aan.
Het wetsontwerp tot herziening der klassen-tabel,
behoorende bij de Wet op de Personeele Belasting
wordt, nadat een amendement-Schaper is ingetrok
ken, en nadat een amendement-De Savornin-Lohman
door den Minister is overgenomen, afgehandeld.
Daarna houdt de heer Van Vuren [r.-k.] zijn
aangekondigde interpellatie, oftewel verzoek om
opheldering, inzake de uitgifte der Indische Leening.
Spreker heeft twee hoofdgrieven. De eerste is,
dat minister Pleijte de leening niet zoo goedkoop
mogelijk heeft zien te plaatsende tweede, dat de
minister niet geheel openhartig gesprohen heeft omtrent
den stand van zaken, in zijn redevoering van 2 Meij.l.
Spreker stelt ten slotte den minister een 4-tal vragen
I. Waarom heeft de Minister, nadat, vóór de
de uitgifte der Indische leeniug, de door hem met
de Groep gesloten overeenkomst had geleid tot
verkoop van de geheele leening en dientengevolge
zijn mededeeling op 2 Maart, dat er geen consortium
was, hetwelk de geheele leening overnam, onjuist
was geworden, aan die wijziging in den toestand
geen publiciteit gegeven
II. Zijn door den Minister pogingen aangewend,
en zoo ja welke, om de leening geplaatst te krijgen
door tusschenkomst van anderen dan de „de Groep",
en is geen overeenkomst te sluiten geweest, waarbij
in mindere mate dan in de gesloten overeenkomst,
elk risico was gedisconteerd in de resolutoire
conditiën
III. Wat bedoelt de Minister met zijn verklaring,
in antwoord op de vierde der door de spreker op
7 April ingezonden vragen, dat Nederlandsch-Indië
als kredietneemster geen zekerheid voor de na
koming harer verplichtingen aanbood
IV. Is, nadat de leening in haar geheel was
genomen, naast de overeenkomst aan de Tweede
Kamer overgelegd, nog een nadere regeling om
trent de wijze van uitgifte en betaling der leening
met de Groep getroffen
Vervolgens is de stemming aan de orde over
het wetsontwerp tot wijziging van het invoerrocht
op sinaasappelen, mandarijnen, citroenen, bananen
en oudheden. We! wat vreemde combinatie_
Het wordt aangenomen met 47 tegen 37 stemmen'
Woensdag 9 Juni 1915.
De voorzitter (de heer Borgesius) doet mede
deeling van de benoeming van voorzitters en
ondervoorzitters der afdeelingen.
VoorzittersDe Meester, Lieftinck, Van Vliet,
Nolens, De BeaufortondervoorzittersEland,
Limburg, Duijnstee, Van Bylandt, Tydeman.
Geopend worden de Algemeene Beschouwingen
over het wetsontwerp tot aanvulling en verhooging
van hoofdstuk III der Staatsbegrooting 1915 (Ne-
derlandjche Vertegenwoordiger bij het Vaticaan.)
Twaalf sprekers voeren het woord.
De hr. Eerdmans (u.-l.) wil geen vertegenwoor
diging, noch vast, noch tijdelijk de regeering heeft
een twistappel opgeworpen en den godsvrede in
gevaar gebracht. De hr. Van Bylandt [c. li.] ziet
de dringende noodzakelijkheid niet inmaar wil
de Regeering op gezag volgen. De hr. Van Idsinga
[c. h.] zal elke poging steunen om aan het bloedbad,
dat een schande is voor de Europeesche beschaving,
een eind te maken. De volle verantwoordelijkheid
van dezen maatregel draagt alleen de Regeering.
De hr. Van Leeuwen [s.-d verklaart namens zijn
partij vóór het ontwerp te zullen stemmen om de
pacifistische (vredelievende) strekking. De hr. De
Meester [u.-l.] zal met de meerderheid zijner partij-
genooten voorstemmen, hoewel weinig geestdriftig
hij verklaart zich reeds bij voorbaat tegen een
eventueele poging tot blijvend herstel van de missie
bij den Paus. De hr. Van der Voort van Zijp
[a.-r.] en zijn vrienden zullen de regeering steunen
het ontwerp opent de mogelijkheid iets te doen
in het belang van den vredeeen poging daartoe
tegen te werken komt spr. onverantwoordelijk voor. De
hr. Bos [v.-d.j spreekt z(jn vertrouwen in het beleid
der Regeering uit. De hr. De Baufort [o.-l.] heeft
geen al te levendige verwachtingentoch wil spr.
niet tegenstemmen. De hr. Van Kaalte (u.-l) heeft
principieele bedenkingen, die niet zijn weerlegd en
is weinig geneigd, vóór te stemmen. De hr. Ty
deman (o.-l.) is het goeddeels ]met den hr. Eerdmans
eens als er een missie komt, dan liefst niet een
Katholiek man, maar b.v. een driemanschap van
gemengd karakter.
De hr. Troelstra (s.-d.) vraagt nog nadere inlich
tingen omtrent den werkkring van den te benoemen
tijdelijken gezant. De heer De Savorhin Lokman
(c. h.) zal, niet om een bepaalde groep personen
aangenaam te zijn, maar uit vertrouwen op de
Regeering, voor het ontwerp stemmen.
Nog zij vermeld, dat in den loop der beraadsla
gingen de heeren Van Bylandt en Troelstra ernstig
waarschuwden tegen éénzijdig partij kiezen voor
een der oorlogvoerende mogendheden in de Pers.
't Is den Minister te laat en te warm thans te
antwoorden. Dit zal morgen geschieden.
In de zitting van Donderdag 10 Juni is het
Wetsontwerp aangenomen met 8a tegen io
stemmen.
Uit |de rede van den Minister hopen wij een
volgende maal een en ander aan te stippen.
VLOEKEN EN RUWE TAAL IN HET LEGER.
Dc minister van oorlog heeft de volgende
beschikking genomen, met last deze op drie
achtereenvolgende appèls aan de troepen voor
te lezen
„Telkens bereiken mij nog klachten over het
vloeken en het bezigen van ruwe taal in het
leger.
Ik erken, dat een deel van ons volk zich
daarvan een soort gewoonte heeft gemaakt.
Men vloekt om uitdrukking te geven aan
een gevoel van schrik, verbazing of verrassing,
zelfs van blijdschapmen doet het om aan
een ander zijn afkeuring, gramschap of toorn
kenbaar te makenmen doet het zelfs om
iemand te overtuigen van een begane fout of
misslag, dan wel tot oplettendheid of veran
dering van gedrag aan te sporen.
De gewoonte is onpractisch, omdat, zelfs
wanneer zij met een bepaald doel wordt toe
gepast, dat doel er slechts zelden mede zal
worden bereikt.
De gewoonte ontsiert den man, die op be
schaving wil aanspraak maken.
En vooral is de gewoonte afkeurenswaardig,
omdat zij zoovelen aanstoot geeft.
In het leger, waarin men, zonder onder
scheid te maken in godsdienstige overtuiging,
dagelijks in goede kameraadschap met el
kander moet kunnen omgaan waar allen, van
de hoogsten tot de laagsten, elkander noodig
hebben, wederkeerig elkanders steun behoeven,
moet, meer dan ergens anders, worden ver
meden elkanders ontstemming te verwekken
door de taal, die men spreekt.
Het is daarom, dat ik een beroep doe op
allen, die tot het leger behooren, om elkander
in het bestrijden van deze gewoonte behulp
zaam te zijn en het is mijn zeer stellig ver
langen, dat de meerderen ook op dit gebied
hun ondergeschikten tot voorbeeld strekken.
Zoo kan in dit opzicht, evenals in zooveel
andere, uit het leger een invloed ten goede
op het volk uitgaan."
VERDEELING VAN KUNSTMESTSTOFFEN.
De minister van landbouw heeft gisteren de
commissie geïnstalleerd, die belast is met de
zorg voor den aanvoer en de verdeeling van
kunstmeststoffen.
VERKIEZINGEN.
Hoogeveen. Tot lid der Provinciale
Staten van Drente (vacature-dr. J. Boel ken)
is gekozen mr. J. A. ten Holte te Dalen (vrijz.),
met 2127 stemmen. Op den heer T. Lodder,
te Hoogeveen (a.-r.) waren 1453 stemmen
uitgebracht.
Oldenzaal. Woensdag is bij enkele
candidaatstelling gekozen tot lid der Provin
ciale Staten van Overijsel (vacature-mr. Essink)
de heer G. H. P. Bloemen, R.-K. lid van den
gemeenteraad van Oldenzaal.
GEEN BRIEVEN MEENEMEN MAAR
ENGELAND.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de Britsche Regeering het vervoeren en ver
zenden naar en uit Engeland van brieven of
andere schriftelijke mededeelingen voor een
ander persoon, wien ook, bestemd, anders dan
met de post, heeft verboden. Overtreding
van die verbodsbepaling wordt met strenge
straffen bedreigd.
SMOKKELARIJ EN ONZE NEUTRALITEIT.
Vanwege den Opperbevelhebber van land- en
zeemacht wordt het volgende medegedeeld
Nog steeds komen in de pers mededeelingen
voor, betrekking hebbende op den smokkel
handel aan onze grenzen, waarbij de vrees wordt
uitgesproken, dat deze smokkelarij onze neu
traliteit in gevaar zou kunnen brengen.
Reeds vroeger is er op gewezen, dat pogingen
tot clandestienen uitvoer van goederen op
geenerlei wijze verband houden met schending
van neutraliteit.
De bewoners van een onzijdig land hebben
volgens de internationale verdragen het volste
recht handel te drijven met bewoners van
oorlogvoerende laudenzij hebben alleen te
dragen de risico, die verbondeu is aan de
inbeslagname van contrabande bij vervoer over
zee.
Uitvoerverboden dienen dan ook alleen om
te zorgen, dat binnen onze landsgrenzen de
voorraden aanwezig blijven, die met bet oog
op de buitengewone toestanden beschikbaar
moeten zijn met het oog op de nationale
belangen.
Geen der oorlogvoerenden heeft volgens de
internationale regelen het recht daarop eenige
pressie uit te oefenen.
Hoe afkeurenswaardig het dan ook moge
zijn door smokkelhandel het nationale belang
te schaden, gevaar voor onze neutraliteit
levert die handeling niet op.
Het is zeer gewenscht, dat hieromtrent de
juiste begrippen ingang vinden".
GEEN VACANTIEKAARTEN.
Naar de Neder], verneemt, zullen er dit
jaar geen vacantiekaarten worden afgegeven
omdat de beperkte dienstregeling, welke jn
verband met de tijdsomstandigheden nog
steeds gehandhaafd moet worden, niet toelaat
dat aan het toch reeds groote aantal reizigers
door toepassing van goedkoope vrachtprijzen
nog uitbreiding wordt gegeven.
DE WARMTE.
Sedert 1881 is het niet zoo warm geweest
in de eerste week van Juni, als in de afge-
loopen week zulks het geval was.
Naast den krijg op het oostelijk front blijft de
de gang van zaken in en om het Balkan-schier
eiland de aandacht van het publiek gespannen
houden. De situatie wordt er nu langzamerhand
zóó, dat men een beslissing eiken dag verwachten
kan, doch niemand vermag te zeggen wanneer ze
vallen zal, en evenmin h o e ze dan zal zijn.
De Bulgaarsche staatslieden Kaltsjef en Toe-
fenkdsjef verzekerden aan de politici in Konstan-
tinopel op zeer stellige wijze, dat de agenten der
Geallieerden wel hun bemoeiingen voortzetten om
Bulgarije voor de Entente te winnen, doch dat
er geen sprake van was, dat Bulgarije zijn onzij
digheid zou opgeven. En zou de regeering in
Sofia dan ten deze een lijn trekken met Roemenië
't Wordt beweerd De overeenstemming tusschen
Bulgarije en Roemenië, zoo verzekert men, staat
blijkbaar op het punt haar beslag te krijgen. In
diplomatieke kringen wordt dies aan de aankomst
van den Bulgaarschen gezant te Boekarest, Radew,
die een lang onderhoud met den minister-president
Radoslawow gehad heeft, bijzondere beteekenis
gehecht. Naar verluidt, is de overeenkomst die
tusschen de beide Staten is totstandgekomen, vol
komen in den geest van handhaving der neutraliteit.
Edoch, deze berichten komen van Duitsche zijde,
en daarom is op volstrekte betrouwbaarheid allicht
wat af te dingen. De bladen van de Entente-
Mogendheden blijven gelooven, dat Roemenië ten
slotte nog wel met Rusland tot een accoord zal
komen. Anders gaat het straks, bij het einde
van den oorlog, met leege handen naar huis, en
dat kan het zeker niet willen. Maar hoe dan met
Bulgarije, als Servië niet toeschietelijker wordt?
En wat zal Griekenland Het houdt zich zooveel
mogelijk buiten het oorlogsdrama, maar ook hier
kan elk oogenblik een machtige verandering in
treden. De toestand van koning Constantijn van
Griekenland, dien zijn volk eens als een Constantijn
den Groote hoopte te mogen begroeten, schijnt
toch zeer gevaarlijk, nu zelfs „Wolff" den ernst
ervan toegeeft. Totdusver werden de ongunstige
berichten bijna uitsluitend door de Entente-pers
verspreid, welke van den dood des konings, men
pleegt in deze tijden bij politieke berekeningen niet
erg fijngevoelig te wezende gunstigste ge
volgen voor de zaak der Geallieerden verwacht,
door een hernieuwde hoop op een partijkiezen van
Griekenland.
De 25-jarige hertog van Sparta, kroonprins
Georgios, ge(dt als een voorstander van Venizelos
en van zijn politiek van gewapend ingrijpen, hoe
wel daarvoor geen andere stellige aanwijzingen te
geven zijn dan een zending, eenigen tijd geleden
door hem te Parijs vervuld.
De dood van koning Constantijn zou ongetwijfeld
in de bestaande omstandigheden een ontzaglijken
indruk maken, daar in ieder geval zijn persoonlijke
invloed van zeer veel gewicht geweest is voor de
beslsssing, onlangs door Griekenland genomen.
Die persoonlijke invloed, van zoo overgroote be
teekenis voor de verdere ontwikkeling der machtige
gebenrtenissen, welke wij beleven, zal met den
dood van den vorst ophouden. Maar, gelukkig ook
voor Griekenland, Constantijn leeft nog, en, zoolang
er leven is, is er nog hoop. „De Standaard".
LONDEN, 8 Juni. (Reuter.) Generaal French
meldt dat de toestand onveranderd is en dat
er minder bedrijvigheid heerscht. Op 6 Juni
hebben de Engelsche troepen bij Ploegsteert
met goed gevolg een mijn doen ontploffen
onder de Duitsche loopgraven, waardoor 30
meter van de borstwering werd vernield.
Wij hebben twee Duitsche vliegtuigen neer
geschoten, één tegenover onzen rechtervleugel
met kanonvuur, het ander in een luchtgevecht
met een onzer eigen vliegtuigen.
BERLIJN, 9 Juni. (Wolff.) Officieele mede
deeling van het groote hoofdkwartier
Aan den Oostelijken rand van de Lorctto-
hoogte beproefden vijandelijke strijdkrachten
een aanval. Zij werden gisterenmiddag door
ons vuur verdreven.
Aan den Zuidoostelijken rand van de Loretto-
hoogte mislukte een aanval van den vijand.
De laatste groep huizen van het reeds
sedert 9 Mei grootendeels in het bezit der
Franschen gekomen dorp Neuville is vannacht
aan den vijand gelaten.
Ten Z. van Neuville hebben wij herhaalde
aanvallen met zware verliezen voor de Fran
schen afgeslagen.
In de buurt ten Z.O. van Hebutherne is de
strijd na een mislukten aanval van de Fran
schen in de morgenuren weer aan den gang.
In het Bois le Prêtro is een aanval van
den vijand bloedig afgeslagen. Om kleine
stukken van onze loopgraven wordt nog ge
vochten.
WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele be
kendmaking
In het gebied van de Pruth en den Dnjestr
hebben gisteren de verbonden troepen den
aanval over Lanczyn, Nadworna en Kalusz
voortgezet, hebben den vijand teruggedrongen
tegen Stanislau en Halicz (de oude hoofdstad
van Galicië, waar het land naar genoemd is,
aan den Dnjestr) en zich op den linkeroever
van den Dnjestr ten Oosten en ten Noorden
van Zurawno verder ontplooid. Daarbij zijn
weder 6200 Russen gevangen genomen. Voor
het overige is de toestand onveranderd.
WEENEN, 9 Juni. Wolff. In Rnssisch-Polen
en op het gevechtsterrein bij Przemysl zijn, met
uitzondering van schermutselingan, geen gebeurte
nissen van eenig belang te vermelden. Ten Z. van
den Dnjestr oogsten onze aanvallende troepen nu
het loon van hun overwinningen. Al vechtende
met den terugtrekkenden vijand hebben zij de linie
Kulacz-kowee-Korszow, ten N. van Kolomea, be
reikt en zich in het bezit gesteld van de hoogten
van Ottynia. Heden hebben wij weer 5570 Russen
gevangen genomen.
WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele be
kendmaking
In het Kustenland bereidt de vijand, naar
het schijnt, een algemeenen aanval op onze
stellingen aan de Isonzo voor.
Zijn op zich zelf staande aanvallen bij Gra-
disca en Sagrado zijn bloedig afgeslagen.
In het grensgebied van Karinthië en Tirol
duurt het rruchtelooze artillerievuur der Ita
lianen voort.
Een afdeeling Alpenjagers, die Monte Piano
ten Zuiden van Landro had bezet, is door
onze troepen verdreven.
De streek van Ala wordt door plunderende
Garibaldianen geteisterd.
WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieel wordt
bekend gemaakt dat vanochtend te zes uur
een vijandelijk luchtschip, Citta di Ferrara,
op den terugtocht uit Fiume door het water
vliegtuig L 48, met als stuurman luitenant
ter zee Glasing en als waarnemer adelborst
von Fritsch, ten zuidwesten van Lunin in
brand is geschoten en vernield. Twee offi
cieren en vijf man van de bemanning zijn
gevangen genomen.
De Times verneemt dd. 5 dezer uit Milaan,
dat de Oostenrijkers bij hun terugtocht de
brug over den Isonzo te Zaga hebben vernield.
De Italianen dalen van den berg Chiamponi
af en hebben op dat punt vele gevangenen
gemaakt. Zij herstelden de brug en houden
Plezzo (bij den bovenloop van de Isonzo) bezet.
Terzelfder tijd hebben zij, van Caporetto af
dalende, Ternova en Serpenizza (beide aan
den Isonzo ten N. van den Starasella-pas)
bezet. De geheele linie van Cervignano (ten
W. van den benedenloop van den Isonzo aan
den spoorweg naar Monfalcone) tot Grada is
nu bezet, met inbegrip van de oude stad
Aquilea. De troepen nebben zich van een
verder algemeen offensief onthouden, in af
wachting van den val van de strategische
middelpunten Tolmino (Tolmein) en Gorizia
(Görz).
Het eenige ernstige verzet aan den Itali-
aanschen opmarsch aan het front van Friuli
(Friaul) is op 24 en 25 Mei te Canale, aan
den middenloop van den Isonzo, geboden.
Twee weken eerder waren de Oostenrijkers
op hun sterk verdedigde bergstellingen terug
getrokken. Allen van wie bekend was, dat
zij den Italianen genegen waren, werden in
hechtenis genomen en aan de rest van de
bevolking maakte men diets zegt de cor
respondent van de Times dat de Italianen
Afrikaansche troepen voorop zonden om hun
vrouwen geweld aan te doen en alles te
plunderen en te vernielen. Dit had een al
gemeenen uittocht tot gevolg. De Italianen
vonden alle mogelijke versperringen, in elkaar
gedraaide kettingen, gevelde boomen en prikkel
draad, die over de passen en alle terrein dat
toegankelijk was, waren aangebracht. De
bruggen werden verbrand of vernield. Te
Versa staken de troepen de rivier over met
behulp van hout, dat de Oostenrijkers bijeen
gebracht hadden om de brug te verbranden.
KONSTANTINOPEL, 8 Juni. (Wolff.) Het
hoofdkwartier deelt medeOp het front aan
de Dardanellcn heeft gisteren geen actie van
belang plaatsgevonden. Bij Ari Boernoe heeft
onze artillerie gisterochtend vijandelijke waar
nemingsposten vernield. Onze batterijen op
de Klein-Aziatische knst van de zeeëngte
hebben gisteren weer met succes de artillerie
van den vijand, zijn kamp bij Sed-ul-Bahr en
een transportschip beschoten. Aan boord van
het transportschip dat door onze granaten
getroffen werd is brand uitgebroken. liet
schip kreeg slagzij en zonk.
Andere transportschepen verlieten, door ons
vuur verschrikt, met spoed hunne ankerplaats.
KONSTANTINOPEL, 7 Juni. (Wolff, blijk
baar vertraagd.) Naar de meening van goed
ingelichte militaire kringen, is het jongste
succes der Turken tegen de Engelschen en
Franschen bij Sed ul-Bahr bizonder van be
teekenis, en wel omdat de gevechten van den
4den tot den 6den Juni van een omvang en
hevigheid waren als sedert de ontscheping
van de Engelschen en Franschon op den 25sten
April nog niet was bereikt. Het schijnt dat
dezen, nadat zij gedurende verscheiden dagen
versterkingen hadden ontvangen, het plan
hadden opgevat om tot eiken prijs door de
Turksche linies heen te breken en een eind
te maken aan den moeilijken toestand waarin
zij waren geraakt, sinds hun schepen, uit vrees
voor duikbooten, zich op grooten afstand
houden.
De slag was zeer verbitterd. De Engelschen
en Fianschen werden gedurende den eersten
dag door vier pantserschepen gesteund. Deze
echter trokken zich later terug.
De Turken verrichten wonderen van dapper
heid en zoo is het hen ten slotte gelukt de
Engelschen en Franschen terug te drijven,
terwijl zij hun aanmerkelijke verliezen toe
brachten, waarvan natuurlijk het juiste cijfer
niet bekend is.
Gisteren en heden heerschte er op het
Dardanellenfront rust. De vijandelijke schepen
lieten zich gisteren niet zien.
De Britsche marine-staf deelt daarover wat
naders mee.
Een van hun onderluitenant-vliegers tastte
een „Zeppelin" op ongeveer 6000 voet hoogte
tusschen Gent en Brussel aan. Hij bewierp
het Duitsche luchtschip met 6 bommen, ten
gevolge waarvan dit ontplofte, op den grond
viel en gedurende geruimen tijd brandende
bleef. De kracht van de ontploffing was
evenwel voor den Engelschen vlieger zelf bijna
noodlottig geworden. Ze deed zijn toestel
toch duikelen. De bestuurder slaagde er
echter in, de machine haar gewonen stand
in de lucht weer te doen innemen, maar was
tot een noodlanding op vijandelijken, immers
Duitsch-Belgischen bodem, gedwongen. Maar
ook hiervoor wist de koene aviateur raad.
Hij wist nl. weer op te stijgen voordat vijan
delijke militairen waren opgedaagd en keerde
heelhuids naar het vliegveld terug.