Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
De Broeders.
Uit de Pers.
No. 1231.
Zaterdag 12 Juni 1915.
13e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIÈN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de
redactie bestemd, te
zenden aan den Uitgever, Vloos-
wijkstraat 21, Ter Neuzen, met
vermelding„Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën
tot 1 uur op den dag der uitgave.
V Levensernst.
Toen in de eerste dagen van Augustus 1914
ook ons land werd opgeschrikt door het gevaar
van een dreigenden oorlog, was er allerwegen
een kentering in den volksgeest merkbaar.
Het zou de moeite loonen, dit te staven
met aanhalingen uit courant en tijdschrift van
die dagen.
Men leefde onder den indruk van het schrik
kelijk wereldgebeuren, dat wellicht ook onze
grenzen zou overschrijden.
Er werd een drang tot gebed waargenomen
de bedestonden, vaak lichtzinnig gesmaad,
trokken duizenden en duizenden.
Een kentering in den volksgeest scheen
reden te geven tot schoone geestelijke ver
wachtingen.
Verootmoediging leek de plaats in te zullen
nemen van verwaten wereldzin.
Een terugkeer tot den God der vaderen
beloofde het heerlijk profijt te worden van
de benauwing, die het wufte leven verengde.
Is het alles slechts een morgenwolk ge
weest
Een vroegkomende dauw
We weten wel, dat de stemming niet kon
blijven, geli]k die was in den aanvang van
den wereldkrijg.
De veer kan niet altoos gespannen wezen.
De eerste indruk moest verslappen.
Maar wat niet behoorde te verdwijnen, wat
als blijvende winste had behooren geboekt te
kunnen worden, is de verdieping van het
geestelijk leven, het verhoogen van den levens
ernst, die op zoo ernstige wijze was vervlakt.
Het schijnt ons toe, dat deze winste niet
ten volle verkregen is.
De eerste indrukken zijn als 't ware, weg-
gewiseht.
Men schaamt er zich min of meer voor.
Een schrijver noemde het „bezinning".
D. w. z.we zijn er al weer aan gewoon
geraakt.
Werden gedurende de eerste weken van
den oorlog schouwburgen en bioscopen bijna
niet bezocht, waren sommige zelfs gesloten,
die tijden zijn voorbij.
En het heeft er allen schijn van, alsof men
zijn schade dubbel wil inhalen.
Het opvoeren van schunnige tooneelstukken,
waarin scènes voorkomen, waarvoor, gelijk
Z E L A N D I A.
57)
Tranen wellen in zijn oogenmaar hij veegt
ze driftig weg. Hij moet sterk zijn 'groot
Maar waarheen dan dezen nacht Onder
den blooten hemel blijven Hij doet weer
eenige stappen vooruit. Staat 'opnieuw stil.
Keert een eindweegs terug. Loopt zoo een
[)oos, zonder het zich bewust te zijn, gestadig
ïeen en weer voor het huisje, thans door
nicht Hanna bewoond.
Opeens wordt de deur geopend. Iemand
steekt onderzoekend het hoofd naar buiten.
„Is daar iemand
Eerst wil hij zich stil, zich schuil houden.
Maar dan treedt bij in het licht, dat door
de geopende deur valt.
De gedaante daar in de deuropening is,
bedriegt hij zich niet? Neen, 't is oom
Hendrik zelf 1
„Oom aarzelt hij.
dezer dagen een modern criticus opmerkte, „een
dragonder zou blozen" gaat weer onder druk
bezoek en „enorme belangstelling" zijn gang.
Bioscopen maken al weder lang goede zaken.
Sportwedstrijden trekken duizenden kijkêrs,
en nog wel op den dag des Heeren.
Toen verleden Zondag tusschen „Sparta"
en „Vitesse" te Amsterdam gestreden werd
om het kampioenschap van Nederland, waren
er tienduizend toeschouwers.
Zoo gaat het op alle gebied.
Wie gehoopt had, dat ook nog slechts voor
het uiterlijke de levensernst verhoogd zou zijn,
ziet zich deerlijk bedrogen.
Gode zij dank, er zijn er nog, die zich buigen
in verootmoediging voor den levenden God.
Niet als Farizeeën, gelijk soms wordt ge
scholden, die zich beter wanen dan hun
medemenschen.
Zij zijn de ware kampioenen voor Nederlands
behoud.
Mocht hun aantal groeien.
En .een algemeene wederkeer tot God de
onvergankelijke winst zijn van deze dagen.
Z.
V Vloek niet.
Elders in ons blad vindt men de beschikking
van den minister van oorlog omtrent het
vloeken en het gebruiken van ruwe taal in
het leger.
Ieder onzer zal het stellig toejuichen, dat
dit kwaad ook van de zijde des ministers
wordt bestreden.
De gronden, waarop het vloeken wordt af
gekeurd, zijn de onze niet.
Wel ten deele.
Vloeken „ontsiert den man, die op beschaving
wil aanspraak maken."
Zeker waar.
Als zonde wordt echter het kwaad niet
gebrandmerkt.
Wat ook van dezen minister niet kon worden
verwacht.
Toch willen we eens wijzen op den voor-
naamsten grond voor des ministers af kouring.
Hij zegt
„Vooral is de gewoonte afkeurenswaardig,
omdat zij zoovelen aanstoot geelt."
Daar is dus over geklaagd herhaaldelijk.
Welnu, laat dat ieder een aansporing zijn,
zijn rechtmatige klacht tegen elke openbare,
anti-christelijke zede ter rechter plaatse te
brengen.
En niet af te laten daarin.
Wie zwijgt, stemt toe.
En geen Christen mag zonder protest de
eere zijns Konings laten aanranden.
Vaak schijnt elk protesteeren wel vruchteloos.
Toch kan het ook degelijk, schoon dikwijls
eerst na langen tijd, goed gevolg hebben.
Gelijk we bij dezen kunnen constateeren.
Z.
Hendrik Wouters van zijn kant kan ook
zijn oogen bijna niet gelooven.
„Ben-jij het Karei vraagt hij verwonderd.
„Ja, oom."
„En wat doe je zoo laat alleen hier Ik
hoorde je voortdurend heen en weer loopen.
Is er iets bijzonders?"
O, er is zooveel. Kan hij dat alles ineens
vertellen
„Oom Hendrik"begint hij.
Deze bemerkt wel, dat er het een of ander
aan hapert.
„Kom binnen, kind," noodigt hij vriendelijk.
Schoorvoetend voldoet de zoon van Gerrit
Wouters aan dit verzoek.
Hij wordt binnengeleid in het kleine woon
vertrek. Daar zitten nicht Hannadaar zijn
ook Jacob en Eva.
Het huisje was sedert eenige dagen weer
bewoond. Nicht Hanna had haar wensch ver
kregen en Eva hield haar gezelschap en was
haar in de kleine huishouding behulpzaam.
En nu waren dezen avond Hendrik met zijn
zoon gekomen, „voor een nachtje" maar, om
den volgenden morgen vroeg weer naar de
stad terug te keeren. Wat gevoelden allen
zich hier in hun eigen huisje, weer dadelijk
op hun gemak. Stonden er ook andere
meubelen, 't was toch de eigen, lieve, vriende
lijke woning, waar zooveel lief en leed ge-
Patrimoniumschrijft:
Al te royaal
In „Het Handelsblad" vestigde een hoofd
officier de aandacht op de bijzonder royale
wijze, waarop ons Departement van Oorlog
sommige militaire autoriteiten bezoldigt
„In elke groep van de Stelling van Am
sterdam wordt het bevel gevoerd door een
„groepscommandant". In verschillende
groepen is deze autoriteit een gepensionneerd
hoofdofficier van het N. I. leger.
„Deze geniet boven zijn pensioen a. het
tractement in Nederland aan zijn rang ver
bonden b. eene toelage (zooals alle hoofd
officieren, werkzaam buiten hunne woon
plaats, genieten) ad f4 daags.
„Een gep. luitenant-kolonel van het Ned.-
Ind. leger, als groepscommandant optredend,
geniet dus: pensioen f3500, tractement
f 4000 (als luit. kol. Nederl. leger), toelage
f 14G0, totaal f8960: inkwartiering 360 maal
f 1.50 is f540, samen f9500.
„Waarom nu een dergelijke groepscom
mandant niet boven zijn pensioen zooveel
extra kan ontvangen, dat hij in betaling
gelijk komt met zijn Nederlandschen rang-
genoot, is velen een raadsel.
„Men vergete niet, dat naast een groeps
commandant twee toegevoegde officieren
staan, van wie meestal één den hoofdofficiers
rang bekleedt en die dikwerf nog van
oudere promotie is dan de groepscom
mandant.
„Het moge waar zijn, dat de aanbieding
dier gepensionneerde officieren om weer in
activiteit op te treden, bij den aanvang der
mobilisatio gretig werd aanvaard, even
waar is liet, dat hunne opoffering wel wat
duur betaald wordt.
„Daar verder in oorlogsomstandigheden
de werkzaamheden van den groepscomman
dant nog meer dan nu, tot eenvoudige ad
ministratieve werkzaamheden herleid zullen
worden, verdient het wel overweging dien
gepensionneerden hoofdofficier af te vragen,
of zij genegen zijn hunne diensten te blijven
presteoren tegen betaling van het tracte
ment, verbonden aan hunnen rang in het
Nederlandsche leger, vermeerderd met de
toelage zooals die aan deze officieren wordt
toegekend.
„Zij genieten dan toch nog altijd pl.m.
f2000 boven hun pensioen."
„Het Handelsblad" teekende hierbij aan:
Wij zijn den hoofdofficier dankbaar, dat
hij nog een staaltje van royaal omspringen
met 's Rijks geld ten beste geeft. Trouwens,
we zijn ervan overtuigd, dat er nog veel
meer voorbeelden zijn. Als er eens een
zamenlijk was doorgemaakt. Was het wonder,
dat het nachtleger niet zoo spoedig werd op
gezocht Er was zooveel te bespreken zoo
veel oude herinneringen kwamen aankloppen.
Ongemerkt was het iaat geworden. Eindelijk
toch had men zich gereed gemaakt, ter ruste
te gaan. De bijbel lag open op de tafel
Hendrik Wouters zou juist beginnen een hoofd
stuk te lezen, toen een onophoudelijk heen
en weer loopen voor het huis de aandacht
had getrokken. In een stad zou zoo iets
nauwelijks zijn opgemerkthier, waar de nacht
veel vroeger wordt gerekend in te treden,
wekte liet bevreemding. Wat moest dat be
duiden Nog een poos had Hendrik gewacht
toen had hij de deur geopend, om eens te on
derzoeken en daar staat nu Karei in het
woonvertrekbleek en ontdaan zenuwachtig
en gejaagd.
Nicht Hanna weet hem spoedig eenigermate
te doen bedaren dan noodigt oom Hendrik
hem uit mee te deelen wat er eigenlijk is
gebeurd.
Had Karei het de eerste maal, toen hij in
dezen kring was verschenen, moeilijk gehad
en was hij toen diep beschaamd geweest,
thans is dit niet minder het geval. Want nu
moet hij zich schamen, niet over zichzelf,
maar over zijn eigen vaderHortend komt
het verhaal er uit. Met ijzing hoort Hendrik
officieele enquête werd ingesteld en den
administrateurs der korpsen en der andere
belangrijke onderdeden van ons leger hunne
meening hierover gevraagd werd, zouden
er zeer waarschijnlijk rare dingen aan 't
licht komen
Ja, dat gelooven wij ook Men krijgt meer
malen den indruk, dat bij „Oorlog" in deze
dagen de kaas wel met al te dikke hompen
wordt gesneden. Een uitzondering maken we
daarbij voor de regeling der vergoedingen aan
gemobiliseerden.
Tegen een „royaliteit", als waarop deze
hoofdofficier in „Het Hbl." wijst, moet vooral
nu geprotesteerd. Verschillende noodzake
lijke tractementsverhoogingen van kleine
ambtenaren en werklieden in 's Rijks dienst
werden van de begrooting voor 1915 afgevoerd.
Vele „kleinen" lijden dubbel zwaar onderden
druk der tijden. Een tractementsverhooging,
waarop zoozeer gehoopt was, gaat niet door.
En de duurte doet het reëele loon dalen
Zij men nu rechtvaardig en billijk.
Worde er niet met twee maten gemeten
We weten wel, dat een kleine verhooging,
toegekend aan een groot corps, veel meer
kost dan een hooge salarieering van enkele
personen, die in hoogen rang dienen. Ook
behoort bij de salarieering rekening te worden
gehouden met de positie, die iemand innemen
moet, de studie, die bekostigd moest worden,
enz., „Kleine" critiek oefenen we niet. Goede
salarieering van leidende functies trekt de
„besten" aan en is veelszins een algemeen
belang.
Maar het schijnt ons toch absoluut onnoodig,
om in dezen tijd de tractementen van leger-
autoriteiten zoo zeer op te drijven door aller
lei toelagen.
Gepaste zuinigheid zij ook het legerbestuur
aanbevolen
De Landstormwet.
Verschillende bladen geven hun voorloönig
oordeel.
Een tweetal volgen hier
De Nieuwe Ct.
Het is een zeer belangrijke maatregel
dien de Minister van Oorlog voorstelt tot
verhooging van de weerbaarheid des lands.
Eu de omstandigheid, dat de regeering
den gang en de mate van toepassing van
den „algemeenen oefenplicht", die hier
mede wordt ingevoerd, geheel in de hand
houdt, zal de instemming die zij voor het
ontwerp zal vinden, stellig vergrooten en
aan bedenkingen kracht ontnemen.
Het Volk:
Van de uitvoering van dit wetsontwerp
hangt alles af. Hoe de regeering zich de
uitvoering denkt, zegt alleen het woord
geleidelijk. Dit is al te weinig gezegd.
het aan. Indien hij er aan mocht hebben ge
twijfeld, of zijn broeder nog voortwandelde
op denzelfden weg van voorheen, dit verhaal
zei hem duidelijk genoeg, dat er van verande
ring of ommekeer niet de minste spraak kon
zijn. Met weemoed moest hij het aanhooreu
uit den mond van diens eigen zoon, dat de
Booze hem wel geheel in zijn macht scheen
te hebben. Medelijden en toorn streden met
elkander in zijn binnenste over zulk een
handelwijze. Wat zou, ging het zóó voort,
nog het einde zijn
„Vannacht blijf je in ieder geval hier!" be
slist hij„als nicht Hanna je tenminste wil
herbergen," voegde hij er ondeugend aan toe.
Nicht Hanna glimlachte eens.
„Dat zal wel gaan, mijn jongenzei ze,
en er was zoo 'n teere trilling van bijna
moederlijke liefde in haar stem, dat Karei de
tranen opnieuw in de oogen kwamen. Welk
een weldadige atmosfeer van dienende liefde
en hartelijke, ongekunstelde onbaatzuchtigheid
heerschte hier. Wat verschil, hier en
thuis
„En morgen zullen we dan wel verder zien,"
besloot oom Hendrik. Hoe er dan zou moeten
gehandeld worden, was hem op dit oogen-
blik zeiven nog niet recht duidelijk.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden.
DOOR