Buitenland.
Uit Stad eii Provincie.
DE OORLOG.
Van het Westelijke gevechtsterrein.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
Van het Zuidelijke gevechtsterrein.
Aan de Dardanelles
Zeppelinbezoek aan de Oostkust van Engeland.
In de Oostzee.
De ontruiming van Przemysl.
Amerika en Duitschland.
De gevoelens in Amerika.
Vóór den aanval bij Yperen.
TER NEUZEN, 8 Juni 1915.
het geval eventueel de kolentoevoer mocht
worden stopgezet.
GEBREK AAN SUIKER.
Door de Eerste Rotterdamsche Bond van
Winkeliers in Koloniale Waren „Ons Belang"
te Rotterdam is aan den minister van Land-
hom^ een adres gericht, waar groote onge
rustheid over den toestand van de markt van
geraffineerde suiker wordt geuit op de vol
gende gronden
dat nadat vanwege den minister de maxi
mumprijs van geraffineerde suiker was vast
gesteld, de prijzen van ruwe suiker, tengevolge
van speculatieve transakties dermate zijn
opgejaagd, dat noodzakelijkerwijs een terugslag
op de markt van geraffineerde suiker moest
volgen
dat thans dan ook de verhouding der prijzen
van de geraffineerde suiker en de ruwe suiker
zoo abnormaal is geworderi, dat het verkoopen
van geraffineerde suiker tegen den door den
minister vastgestelden prijs voor den raffina
deur verlies zoude opleveren
dat tengevolge daarvan binnen korten termijn
het voor winkeliers in kruidenierswaren on
mogelijk zal zijn zich van suiker te voorzien
dat reeds thans feitelijk deze toestand is
ingetreden, aangezien reeds nu door de raffi-
nadeurs slechts bij wijze van gunst aan de
winkeliers omstreeks 70 pCt. van de hoeveel
heid die door hen in vorige jaren placht af
genomen te worden wordt geleverd.
De adressant vraagt maatregelen van den
minister.
DE NESTOR DER TWEEDE KAMER.
Heden viert de heer F. Lieftinck zijn 80sten
verjaardag. De laatste 36 jaar was hij lid van
de Tweede Kamer, eerst voor Franeker, later
voor Zutphen. Hij was vroeger predikant bij
de Ned. Herv. Kerk te Kimswerd.
PARIJS, 6 Juni. (Havas.) Officieele mede-
deeling van hedenmiddag 3 uur
In de streek ten Noorden van Atrecht
hebben wij den 5den Juni nieuwe belangrijke
vorderingen gemaakt binnen het dorp Neuville.
Wij houden nu twee derden van het dorp
bezet.
Wij zijn voorts in het Noordelijk deel van
het Doolhof 450 meter vooruitgekomen. In
het midden en het Zuiden van dit veldwerk
kwamen wij mede lichtelijk vooruit. De wor
steling wordt onafgebroken voortgezet. Op
het heele front van dezen sector is het ar
tilleriegevecht, in het bijzonder bij Lorette,
Neuville en het Doolhof bizonder hevig ge
weest. In den loop van den vijfden en den
daarop volgenden nacht hebben de Duitschers
een zeer hevige poging aangewend om de
stellingen, die zij gedurende de laatste dagen
hebben verloren, te heroveren. De heele
sector van Ablain tot Neuville, in het bijzonder
de suikerrafinaderij van Souchez, was het
voorwerp van een bijna aanhoudende beschie
ting, waarop dd Fransche artillerie met kracht
antwoordde.
Vijf tegenaanvallen deden de Duitschers op
de Oostelijke helling van Notre Dame de Lo
rette. Onophoudelijk deden zij voorts tegen
aanvallen op een punt ten Oosten van den
weg NouletteSouchez. Het Duitsche offen
sief is overal gebroken. De Franschen hebben
al hun posities behouden en den vijand zware
verliezen toegehracht.
Tusschen de wegen van Souchez naar Nou
lette en naar Ablain hebben de Franschen
zich van verscheiden Duitsche loopgraven
meester gemaakt en een dertigtal gevangenen
gemaakt.
WEENEN, 6 Juni. (Wolff. Officieel.) De
verbonden troepen zijn gisteren ten Oosten
van Przemysl Mosciska genaderd en hebben
Starzawa bestormd.
In Russisch-Polen is de toestand onveran
derd. De troepen die van de streek van
Stryj uit de vervolging in Oostelijke richting
voortzetten, hebben aan den Dnjestr het
bruggehoofd Zurawno veroverd en hebben den
vijand ten Noorden van Kalucz opnieuw ge
slagen.
Aan de Pruth wordt doorgevochten.
ROME, 4 Juni, (Reuter.) Het communiqué
luidt
Onze aanvallende beweging aan de Isonzo
stuit op groote moeilijkheden wegens de ge
weldige verschansingen met talrijke bezetting
en veel geschut. Nadat Donderdag de strijd
heen en weer gegolfd had, bleven de top en
de hellingen van de Monte Nero in onze
handen. Wij voerden versterkingen aan om
een beslissing te verkrijgen. De opmarsch
wordt overal elders voortgezet.
LONDEN, 6 Juni. Het Persbureau meldt,
dat de algemeene aanval op de Turksche ver
schansingen in het zuidelijk deel van het
schiereiland Gallipoli,Vrijdagochtend begonnen,
Vrijdagavond is voortgezet. Wij kwamen
daarbij 500 M. vooruit en vermeesterden Turk
sche loopgraven op een front van bijna drie
mijl. Ook werden 400 gevangenen gemaakt.
Wij 'zijn bezig de nieuwe stellingen te beves
tigen en de linie te versterken.
KONSTANTINOPEL, 6 Juni (Wolff.) Uit
het hoofdkwartier wordt gemeld
Aan het front van de Dardanellen is in de
buurt van Sed il-bahr een hevige slag gevoerd.
Hij begon Vrijdagmiddag met een aanval van
den vijand en ontwikkelde zich langs het
heele front. Na bijna twee dagen te hebben
geduurd, eindigde de strijd, door krachtige
tegenaanvallen van onzen rechtervleugel, he
denochtend in ons voordeel.
De vijand werd, na zware verliezen te
hebben geleden, in zijn oude stellingen terug
gedreven. Wij maakten van gisteren tot heden
morgen 17 machinegeweren en een groote
menigte wapenen en oorlogsbenoodigdlieden
buit.
Nadat de poging van den vijand om onzen
linkervleugel aan te vallen was afgeslagen,
wierp hij zich met alle krachten op onzen
rechtervleugel, maar voor onze tegenaanvallen
moest hij vanochtend wijken. Hij was niet
in staat zijn wanhopigen aanval voort te zetten.
Bij Ari Boernoe heeft de vijand in den nacht
van Zaterdag op Zondag een vertwijfelden
aanval op onzen rechtervleugel ondernomen,
waarbij hij handgranaten gebruikte. Ook deze
aanval is met verlies voor den vijand afge
slagen.
Op de andere fronten niets van beteekenis.
LONDEN, 5 Juni. (Reuter.) Hel persbureau
meldt: Vijandelijke luchtschepen hebben een
bezoek gebracht aan de Zuidoost- en de Oost
kust van Engeland. Zij wierpen op onder
scheiden plaatsen bommen, doch richtten
weinig materieele schade aan, terwijl slechts
een klein aantal menschen een ongeluk is
overkomen.
ST. PETERSBURG, 6 Juni. (Pet. Telegr
Ag.) De generale staf van den opperbevel
hebber meldt, dd. 4 dezer
Een aanzienlijke Duitsche zeemacht is om
trent het midden van de Oostzee waarge
nomen. Onze schepen hebben met de Duit
sche schoten gewisseld in de buurt van de
Golf van Riera.
Eeu officieus bericht uit St. Petersburg over
de ontruiming van Przemysl troost de entente-
bondgenooten met de overweging, dat het nog
erger had kunnen zijn. Niet daarom echter
verdient dat bericht de aandacht, maar wel
dat het vertelt, dat de Russen al een maand
geleden zich voorbereidden tot de ontruiming.
Een maand geleden, dat is dus vlak na de
doorbraak aan de Dunajec. Reeds toen schenen
de Russen de beteekenis van den tegenslag,
dien zij een 130 K.M. verder naar het Westen
leden, niet gering te schatten.
De Russen vertellen ons, dat zij tusschen
de Tysmenice (de rivier waar Drohobycz aan
ligt) en de Stryj op den Dnjestr zijn terug
getrokken, terwijl de centralen daar pogingen
doen om over den Dnjestr heen te komen.
Zij staan daar nu een kleine 40 K.M. ten
Zuiden van Lemberg, maar nog aan den
overkant van de rivier.
Nu Przemysl is genomen zijn de Russen
doende den naar het Westen vooruitspringen
den hoek van hun front, waarvan Przemysl
de punt vormde, in te trekken, terwijl hun
vijanden hun druk op beide zijden van dien
hoek hebben hervat.
De Duitschers duidden hun linie van Prze
mysl af naar het Noordoosten aan met de
plaatsen BolestrazyceTorki—Pordziacz—
Storzawa. Deze plaatsen liggen in een rechte
lijn die Przemysl met den bovenloop van de
Wisznia verbindt en een hoek van ongeveer
30° met den spoorweg Przemysl—Lemberg
maakt.
Intusschen nadert generaal Boehin—Ermolli
van het Zuiden dien spoorweg nabij Mosciska,
23 K.M. ten Oosten van Przemysl. De Russen
moeten dus eenige haast maken om hetgeen
van hun troepen zich nog bevindt tusschen
den tang, die hier wordt toegeknepen, terug
te trekken. In alle geval zullen de Duitsch-
Oostenrijksche troepen binnenkort Lemberg
ernstig bedreigen. Te voorzien is echter, dat
er om deze plaats, zoowel politiek als strate
gisch van veel belang, nog een nieuwe slag
zal worden gestreden.
Het tegenoffensief der Russen tusschen den
benedenloop van de San en den Boven-Weichsel
heeft totdusver nog geen resultaat van beteeke
nis opgeleverd.
De Times zegt, dat de groote algemeene
aanval op Gallipoli is begonnen. Een krachtige
poging om door de forceering van de Darda
nellen de verbinding met den bondgenoot, $ie,
naar men zegt, met zijn aitilleriemunitie zuinig
worden moet, te herstellen, is alleszins ver
klaarbaar. (N. R. C.)
De val van Przemysl is, volgens den cor
respondent te Lugano van den Lokal-Anzeiger,
door de heele Italiaansche pers doodgezwegen.
De Engelsche verlieslijst van Vrijdag be
vatte de namen van 154 officieren en 2582
minderen, van wie 36 officieren en 494 min
deren gesneuveld.
Onder de verliezen waren 737 Nieuw-Zee-
landers, aan de Dardanellen gesneuveld of
gewond.
PARIJS, 6 Juni. (Havas). Uit Berlijn wordt
gemeld dat de Amerikaansche colonie aldaar
officieus gewaarschuwd werd dat haar leden
zich klaar moesten houden om te vertrekken.
De diplomatieke betrekkingen tusschen de
Vereenigde Staten en Duitschland kunnen
binnen acht en veertig uren afgebroken wor
den. Vele Amerikaansche onderdanen zijn
reeds in Zwitserland aangekomen. Zij ver
klaren dat zij overal in Duitschland in het
openbaar beschimpt worden, wel in het bij
zonder in de Rijnlandsche steden.
In de Nation schrijft prof. Kirsopp Lake, de
gewezen Leidsche hoogleeraar, nu aan de Havard-
universiteit in Amerika, over de gevoelens van de
Amerikanen.
Alles zoo schreef prof. Lake, een Engelschman,
naar men weet, dd. 815 Mei is door de Lusi-
tania op den achtergrond gedrongen. Ieder was
het er over eens, dat als het Congres had gezeten,
er aanstonds zou voorgesteld zijn, Duitschland den
oorlog te verklaren, en misschien zou het zijn aan
genomen Maar het Congres zat niet, en president
Wilson had als het ware de macht van een abso
luut vorst. Hij alleen kon handelen, en als een
sterk man, die hij is, handelde hij alleen. Hij
sloot zich verscheiden dagen op en ontving nie
mand. Zijn eenig optreden naar buiten was een
redevoering voor nieuwe aankomelingen, te Phila
delphia gehouden. De rede was vermoedelijk lang
te voren geschreven en had geen betrekking op
de Lusitania. De zin „Er is zoo iets als te trotsch
zijn om te vechten" had waarschijnlijk betrekking
op Mexico, maar werd opgevat als in verband te
staan met de Lusitania. En er rees een storm
van afkeuring op. Maar toen de nota van Duitsch
land was verschenen, veranderde de openbare
meening. Over het geheel vindt men nu, dat
president Wilson het rechte woord heeft ge
sproken.
Men acht het algemeen zeer waarschijnlijk, dat,
als de Duitschers weigeren te beloven, geen koop
vaardijschepen meer in den grond te boren, de
Vereenigde Staten een oorlogsverklaring zullen
overwegen. Er zijn er, die denken, dat Duitschland
het er op toe legt, Amerika in den oorlog te
krijgen. Prof. Lake kan dat niet gelooven
Duitschland heeft al de handen vol en houdt
het met een andere opvatting, die ook veel aan
hangers telt. Die is De Duitsche duikbootoorlog
is even jammerlijk mislukt, als de Engelsche blok
kade schitterend is gelukt. De blokkade is het
eenige volkomen geslaagde wat de bondgenooten
hebben verricht. De eenige uitkomst van den
duikbootenoorlog is, dat de geheele onzijdige wereld
tegen Duitschland is ingenomen. Waarschijnlijk
zou Duitschland er graag mee willen ophouden of
althans aanmerkelijk willen inbinden. Maar het
kan dat niet doen, zonder de mislukking te erkennen.
Waarschijnlijk zal het dus tusschen twee dingen
kiezen het er mee uitscheiden of het minder erg
doen als een tegemoetkoming tegenover Amerika
en daarmee trachten het verloren terrein in de ge
voelens van de Amerikanen te herwinnen of het
zal aanbieden niet langer passagiersschepen in den
grond te boren, en het alleen transportschepen of
vrachtbooten te doen. In dat geval zouden al de
passagiersbooten op Amerika veilig zijn.
Prof. Lake gelooft, dat Amerika die schikking
zou aanvaarden, maar doet Duitschland die con
cessie niet of blijft het als voorwaarde stellen, dat
Engeland zijn blokkade Jverslapt, dan zal waar
schijnlijk het zinken van het eerste schip met Ame
rikanen aan boord gevolgd worden door de oorlogs
verklaring. Misschien zal dat al gebeuren bij het
zinken van een groot passagiersschip, al zijn er
geen Amerikanen aan boord.
Men weet in Engeland, gelooft prof. Lake, niet
goed, hoe de Amerikanen over de dingen den
ken. Er is groot verschil van meening onder hen
over de wijsheid van Engelands politiek vóór den
oorlog. Vele Amerikanen zijn van oordeel, naar
prof. Lake meent, dat de schuld voor het uitbreken
van den oorlog min ef meer gelijkelijk over alle
landen van Europa verdeeld moet worden, Engeland
inbegrepen. Maar in verband met wat er gedu
rende den oorlog is gebeurd, is de sympathie, vol
gens prof. Lake, geheel op de zijde van Engeland
en zijn bondgenooten geweest. Dit is nu zoo sterk,
dat meer dan de helft van de menschen die hij
spreekt Amerika ten oorlog zouden willen zien
gaan, al gelooven zij niet, dat Amerika er iets bij
kan winnen. Want zoo besluit prof. Lake
in Europa denken de menschen ten onrechte, dat
de Amerikanen zich steeds door handelsinstincten
laten leiden. Hij kent geen land, waar in het
openbare en het particuliere leven zoo zeer soms
tot in het buitensporige naar het ideale wordt
getracht, als Amerika. Het is verkeerd Amerika
te boordeelen naar zijn gemeentelijke politiek, die
slecht is omdat de beste menschen andere dingen
te doen hebben. Maar als er groote kwesties aan
de orde komen, zijn de menschen, die in Amerika
de leiding nemen en het volk achter zich hebben,
menschen met hooge idealen. N. R. C.
In de Kölnische Zeitung beschrijft een soldaat
de voorbereiding voor een aanval op de vijandelijke
stellingen bjj Yperen.
Het is onmogelijk, zoo vertelt hij, de stem
ming onder de troepen te schilderen. Ieder wilde
de eerste zijn om de vijandelijke stelling te bereiken.
Heele compagnieën meldden zich als vrijwilligers
voor de eerste stormcolonne. En zij, die met deze
rol bedeeld waren, konden nauwelijks hun ongeduld
in toom houden. Zoo veel weerkundigen als in de
laatste veertien dagen voor den storm waren er
nog nooit geweestVoor ons was het een veel
bewogen tijd. Het eene alarm na het andere en
vaak de volle zekerheidvandaag begint het, en
uren later een teleurgestelde terugmarsch naar de
kwartieren, als de weerglazen zich weer eens
valsche profeten hadden betoond. Bij iedere proef-
alarmeering steeg de strjjdlust van onze soldaten,
want niets prikkelt de manschappen te velde meer
dan wanneer de rust door loos alarm wordt ge
stoord. Zoo brak de 21e April aan. Ons bataljon,
dat oorspronkelijk in onzen sector de eerste storm
colonne zou vormen, lag in rust en was daarom
tot de niet benijdenswaardige rol van reserve-divisie
veroordeeld. In den nacht van den 21en op den
22en hadden wij ons vlak voor onze zware artillerie
ingegraven en wachtten met spanning de dingen
af, die komen zouden. Den 22en, tegen vijf uur
's middags, kwam het bevel ons gereed te honden
en een half nur later riep een majoor mij in het
voorbijgaan toe nu begint het 1 Ik nam mijn kijker,
klom op een hoogte en keek in de richting van
de loopgraven.
Onze zware artillerie begon. Een hagel van
granaten wierp zij over de vijandelijke stellingen.
Nu kwam er telkens telefonisch bericht aan de
artillerie, die het onmiddellijk aan de troepen mee
deelde. Wij zijn er door heen, heette het, en reeds
ratelde een batterij veldgeschut naar voren. Onze
compagnies-commandant kwam aangedraafd zoe
hard zijn lange beenen konden loopen. „Zegt de
compagnie dat L. genomen is." Ik deelde het den
manschappen mee. Zij worden steeds onrustiger.
Zonder bevel gekregen te hebben, stonden ze bij
de geweren en namen zij hun bagage op. Ver
langend keken ze naar dc groep officieren, die een
vijf en twintig pas verder om den majoor geschaard
stonden. Daar kwam een ordonnans. „De com
pagnieën bij de geweren." Ik moest bij den majoor
komen als aanvoerder. Ik had dus de eer als eerste
van het bataljon den opmarsch te beginnen. Zin
gend gingen we op weg.
De zen stond nog vrij hoog aan den hemel, toen
wij naar onze gevechtspositie gingen. Met eigen
aardige gevoelens gingen wij door de velden en
dorpen, die wij tot nu toe in dikke duisternis
met de grootste voorzichtigheid hadden moeten
betreden, omdat zij geheel door het vuur bestreken
werden. Het was juist één uur na het begin van
den aanval. „Weet ge, zei me de majoor, dat onze
pantsertrein reeds door L. gereden is
Sneller ging het nu voorwaarts. Op een hoogte,
waar talloo^e granaatkuilen en uitmonsterings
stukken een oud gevechtsterrein kenmerkten, was
een zware batterij opgesteld, en wachtte ternauwer
nood tweehonderd meter achter de loopgraven op
het oogenblik, waarop zij mee kon gaan spreken.
Hier was in een stukgeschoten hoeve het nieuwe
kwartier van den kolonel en den majoor. Onze
compagnie moest zich met de rest van het bataljon
in een naburig boschje ingraven. Ik kon niet
nalaten op het dak van de ruïne te klimmen en
het slagveld te overzien. In de schemering zag
ik echter door mijn kijker slechts onduidelijke
schaduwen.
Mijn oor ving infanterie-geknetter en het don
deren der kanonnen op. Een akelig geluid als een
weeklacht klonk door de lucht. In de verte stegen
lichtkogels op. Witte en roode, kort na elkaar.
Dat was het teeken, dat onze troepen er door heen
waren. Ik ijlde naar den majoor. „Majoor, het
bepaalde punt is bereikt, zooeven is het signaal
gegeven." Op hetzelfde oogenblik ging de telefoon.
Een minuut later draafde ik wat ik kon over het
veld naar het bataljon, dat juist begon te graven
en even later gingen de vier compagniën naar
voren, den vuurschijn en het slaggewoel tegemoet.
Met inspanning van alle krachten ging het voor
waarts. Binnen een paar minuten waren we onze
loopgraven voorbjj. En nu kwamen we op vijan
delijk gebied. Onze stellingen lagen hier maar
honderdvijftig of tweehonderd meter van elkaar.
De vijandelijke loopgraven loopen gedeeltelijk langs
den weg en waren ten deele met water gevuld.
Langs den weg lagen de eerste dooden. De eerste
gevangenen kwamen wij tegen. Oude manschappen,
geen trotsche zonen van de Grande Nation.
Tusschen hen in zwarten in bonte kleeding met
een uitdagenden glimlach op hun dikke lippen.
Op wagens en in karren zaten vrouwen en kin
deren van Belgische burgers gehurkt, die achter
het front werden gebracht. Ruige honden sprongen
om den treurigen optocht heen, die spookachtig
verlicht werd door brandende hoeven. Als in een
bioscoop trekken al deze tooneelen aan ons voorbij,
terwijl wij in den nacht marcheerden, steeds maar
door. Artillerie- en ammunitie-collones haalden
ons in. De staf van een regiment galoppeerde
naar voren. De ellende kwam ons tegemoet.
Gevangenen, burgers en militairen werden talrijker.
Een kudde rundvee werd ons loeiend voorbij ge
dreven. Over ons heen schoot de zware artillerie
schot na schot in Yperen
Wij vestigen de aandacht van onze Lezers
op de speciale premie welke wij voor hen
beschikbaar stellen. Deze premie behoort
zekef in handen te zijn van allen die in dezen
hoogst spannenden tijd, belang stellen. De
prijs is buitengewoon laag.
Naar we vernemen is eerst het algemeene
Militair Tehuis op de bovenzaal van „Hotel
de Commerce" alhier opgeheven, en nu is ook
het Christelijk Militair Tehuis in het lokaal
„Bethel" stop gezet, wegens gebrek aan
financiën.
Dc St. Ct. bevat de statuten van de
„Timmerlieden Patroonsvereeniging" alhier,
wier doel is het bevorderen der belangen van
de patroons in dc bouwvakken. Zij tracht dit
te bereiken door
de patroons nader tot elkander te brengen
het met wettelijke middelen tegengaan van
oneerlijke concurrentiehet bevorderen en
zoo mogelijk oprichten van fondsen tot steun
bij overlijden, ongelukken, invaliditeit en
ouderdomhet bevorderen en zoo mogelijk
oprichten van een bibliotheek van bouwkundige
werken, teekeningen, modellen en aankoop
van kostbare gereedschappen, ten gerieve van
de leden en hunne gezellen, voor rekening
van de vereeniging, bestekken en teekeningen
van groote in het openbaar aanbesteede werken
te koopen of te doen kopieeren het houden
of doen houden van lezingen, kunstbeschou
wingen, vergaderingen, enz., ten einde meerdere
kennis van het vak bij patroons en gezellen
te verbreiden.
Gisteren vertelden hier aankomende
reizigers d3t des morgens boven Gent een
gevecht in de lucht zou hebben plaats gehad
tusschen Engelsche of Fransche vliegtuigen
en een Duitsche Zeppelin, waarbij dit lucht
schip vernield en naar beneden gestort is.
Er zouden 28 dooden zijn.
De in brand geschoten machine kwam
neder op het zusterklooster van de voorstad
St. Atnandaberg, dat daardoor in brand ge
raakte.
Eene zuster in het klooster die met een
kind dat zij tevens wilde redden uit een
brandend vertrek der bovenverdieping sprong,
werd* gedood. Een andere brak de beide
beenen.
De bemanning van het vliegtuig werd gedood.
Het reizigersverkeer naar Gent schijnt
men voor acht dagen stop te willen zetten.