Boekbeoordeeling.
Uit Stad en Provincie.
strooms van Sieniawa over de San te komen
werden reeds in den aanvang afgeslagen.
Ten oosten vau de San is de toestand on
veranderd. Onze zware artillerie houdt de
spoorlijn van Przemysl naar Grodek bij Medyka
onder vuur.
De troepen van het zesde legerkorps ver
overden op den 27sten wederom 8 Russische
kanonnen. De insluitingsstellingen om Prze
mysl worden door de Duitsche en Oosten-
rijksch-Hongaarsche troepen ten noorden en
ten zuiden van de vesting verder vooruitge
schoven.
Aan de Dnjestr en ten zuiden daarvan duren
de gevecliteu voort.
Aan de Proerh linie en in Polen is niets
van belang voorgevallen.
Van het Zuidelijke gevechtsterrein.
ROME, 80 Mei. (Reuter). Ambtelijk. De
Oostenrijksche forten Luserna, Busa en Spit-
zörle aan de grens van Tirol en Trente zijn
door ons artillerievuur zwaar beschadigd.
Wij vermeesteren Ala op 27 dezer, na een
gevecht dat van 12 uur 's middags tot in den
avond had geduurd. Onze verliezen waren
gering.
Op de grens van Karinthië hebben wij,
niettegenstaande er zware mist hing, op 27
dezer den hooggelegen pas in de Raccolana-
vallei genomen.
Een van onze luchtschepen heeft aan de
grens van Friaul in den nacht van 27 op 28
dezer een tocht boven het vijandelijk gebied
ondernomen en den vijand groote schade
toegebracht.
Bij de Po-monding is in dienzelfden nacht
een vliegtuig van den vijand naar beueden
geschoten en buitgemaakt.
De duikboot- en mijnoorlog.
LONDEN, 30 Mei. (Reuter.) Bij Ouessant
(eiland bij Brest) is op 28 dezer het Britsche
s.s Tulloch-Moor door een Duitsche duikboot
getorpedeerd. De bemanning is bij Barry aan
land gebracht.
De Ring Suey, van de Blausvpijplijn, die
met een rijke lading van Batavia huiswaarts
stevende, had in het Kanaal de opwindende
ervaring, tweemaal door een Duitsche duikboot
achtervolgd en onder geschutvuur genomen
te worden. Het schip met een gekwetste
aan boord veilig te Plymouth binnengevallen.
Hulp aan België.
PARIJS, 29 Mei. (Havas.) De paus heeft
kardinaal Gibbons, aartsbisschop van Balti
more, die het eerevoorzitterschap van het
centrale steuncomité voor België heeft aan
vaard, een brief van gelukwensch doen schrij
ven, waarin hij hem hulde brengt voor zijn
deelneming aan het internationale liefdewerk
voor het geliefde Belgische volk.
De aigemeene indruk uit Italië.
Zaterdagavond j.l. om half zeven werd in
het hotel te Genua gefluisterd, dat de oorlog
was uitgebroken. Maandagmorgen om 9 uur
vandaar vertrokken kwam ik met slechts Va
uur vertraging te Chiasso aan. De gelegen
heid om onderweg iets van troepen- of mate-
riaalvervoer te zien was absoluut buitenge
sloten, daar de gordijntjes vau de wagons
reeds vóór vertrek uit Genua gesloten waren
en tot voorbij Milaan gesloten bleven. Voor
de gestrenge handhaving van dit gebod en
ook van het verbod tot oponthoud in de zij
gangen zorgde een lichtgewapend soldaat, een
zeer net en beleefd man, die echter met de
uiterste nauwgezetheid zijn plicht meende te
moeten vervullen. Niettegenstaande dat be
merkte een der dames, die even de kans
schoon zag, aan een station naar buiten te
gluren, een grooten trein met kanonnen. In
de krant las ik, dat de schildwachten langs
de spoorbaan order kregen op iedereen, die
poogde door de kiertjes van de gordijnen de
transporten te bespieden, onvoorwaardelijk te
schieten.
De reis door Duitschland leverde geen
moeilijkheden op, alles ging normaal zooals
gewoonlijk. Ongewone stilte op de groote
stations, hier en daar Fransche en enkele
Russische krijgsgevangenen aan 't werk op 't
land en in de wijngaarden, een trein met
Russische gevangenen te Frankfurt en een
ongehoord groot aantal soldaten overal was
alles, wat in Duitschland aan den oorlog her
innerde. Het onderzoek aan de grens bij het
verlaten van het land was strenger dan ge
woonlijk voor de reizigers uit Italië, zelfs
waren eenige personen, die reeds gisteren
morgen de grens waren gepasseerd, vastge
houden en ten strengste aan den lijve onder
zocht. Met den avo^idtrein konden zij even
wel doorreizen.
De aigemeene indruk, dien ik uit Italië
heb meegenomen, is, dat de groote massa op
gezweept door enkele schreeuwers, waaronder
ik ook de pers reken Het enthousiasme
vooi den oorlog lijkt mjjj niet ongeknutseld,
maar opgeschroefd. Ik sprak enkele jongelui,
die eerstdaags onder de wapenen moeten ko
men en vroeg hun, of zij met plezier gingen.
Eenstemmig was hun antwoord ontkennend.
Ik geloof dan ook niet, dat er in het leger
geestdritt en ware vaderlandsliefde zal lieer-
schen en ik meen te mogen voorspellen, dat,
indien de Oostenrijkers in het begin wat
succes hebben en Italië een gevoeligen klap
kunnen toebrengen, het geschreeuw om vrede
dat van de laatste weken spoedig zal ver
vangen. Maasbode.
Het ontwakende Volk.
In de „Times" kwam Zaterdag een merk
waardig artikel voor, eindigende met een
betoog, dat het Engelsche volk zich nog
krachtiger in moet spannen, om den vijand
te vernietigen, maar waarin tevens eenige
bekentenissen voorkomen, die doen zien, dat
men in Engeland den toestand meer overeen
komstig de werkelijkheid wil zien beschouwd.
De „Times" schrijft dan o. m.
„De vreeselijke verlieslijsten, die wij dag
aan dag publiceeren en het groote percentage
aan verliezen onder de dappere, jonge officieren,
zijn op zich zelf welsprekend, doch wij zouden
wenschen er zeker van te ziju, dat de volle
beteekeuis van de tragedie die deze lijsten
openbaren, wordt beseft. Wij betalen thans
zwaar, omdat wij vóór den oorlog niet toege
rust waren en omdat de neiging om terug
te deinzen voor het ten volle voldoen aan de
eischen, door den oorlog gesteld, tot op dit
oogenblik nog niet totaal is overwonnen. Die
tegenzin is wel aan het afnemen, doch in
sommige kringen wordt zij nog dwaselijk
betoond.
De huidige, voortdurende vernietiging op
groote schaal van menschenlevens stompt
onze vatbaarheid voor indrukken af. Als
treinen in het noorden op elkaar loopen en
't grootste spoorwegongeluk teweegbrengen,
dat in de analen geboek staat wanneer in
de haven van Sheerness honderden mannen
op één oogenblik de eeuwigheid invliegen
dan staan wij met onze aandacht in droefheid
stil bij zulke rampen.
Wanneer slagschepen worden in den grond
geboord, dan wekt het onze vrees, of niet
onze overmacht ter zee er te zeer door zal
verminderen.
Maar er is deze laatste paar weken aan
den overkant van het Kanaal op zijn minst
één gevecht geweest, waar in enkele minuten
meer manschappen zijn geveld, dan in al deze
vier rampen te zamen, en echter waren die
verliezen slechts een tiende gedeelte van de
verliezen van een geheelen dag.
Dat dergelijke verliezen geen diepen indruk
maken is ten deele te wijten aan het bij
stukjes en brokjes publiceeren van het nieuws,
hetgeen ongetwijfeld geëischt wordt door de
militaire noodzaak waarover wij niet kunnen
klagen. Indien zij dan slechts voorbijgaande
belangstelling vinden, valt daarvoor niemand
te laken
Fransche vliegers te Mannheim-Ludwigshafen.
Tien menschen gedood.
De Duitsche Rijksdag.
BERLIJN, 29 Mei. (Wolff.) Bij de be
spreking van de maatregelen, in verband met
den oorlog genomen, heeft de soc.-dem.
afgevaardigde Ebert in den Rijksdag ge
zegd Volgens de verklaringen van den rijks
kanselier hebben Oostenrijk-IIongarije en
Duitschland vérstrekkende concessies aan
Italië aangeboden en daarmede hun ernstigcn
wensch naar het behoud van vrede getoond.
(Teekenen van instemming). Het Italiaansche
volk is lichtzinnig in de verschrikkingen van
den oorlog gestort. (Zeer juistItalië heeft,
behalve het Italiaansche taalgebied -in Oosten
rijk, 't welk het zonder slag of stoot kon
krijgen, nog ander gebied waar geen Italiaansch
wordt gesproken, willen hebben (instemming).
Italië voert derhalve een aanvallende ver
overingsoorlog (zeer juistOnze partijgenooten
in Italië zijn dit met ons eens.
Nu het gevaar, dat ons bedreigt, nog is
toegenomen, zijn wij één met het geheele
volk (toej.) en zullen gezamenlijk al onze
krachten inspannen om ons land te verdedigen
(toej.) Wij zijn het echter met de breede
krfngen van alle volken in dat opzicht eens,
dat wij een vrede willen zonder een ander
volk te overweldigen. Slechts na een zoo-
danigen vrede is vruchtbare samenwerking
van alle beschaafde volken duurzaam mogelijk.
Daarom kunnen wij ons tegen elk streven,
dat den vrede van allerlei veroveringen af
hankelijk wil maken. Dat wij deze bereid
willigheid om vrede te sluiten uitspreken,
kan niemand als zwakheid aanmerken, omdat
het economische en millitaire weerstandsver
mogen van ons volk schitterend is gebleken
en onze dappere troepen een gunstigen toe
stand op de gevechtsterreinen hebben be
vochten. Wij, sociaal-democraten, spannen
in dezen reusachtigen strijd alle krachten in
voor de zelfstandigheid en onafhankelijkheid
van Duitschland.
Westarp (conservatief) zeideNaar onze
opvattingen zijn de grondstellingen van de
internationale soc. dem. voor de beantwoording
van dergelijke vraagstukken van nul en geener
waarde (zeer juist! rechts, rumoer links.) Het
is voor het Duitsche volk een eerezaak, ver
woestingen zooals ze in Oost-Pruisen en den
Elzas zijn aangericht, onder geen beding weer
te laten voorkomen. (Zeer juistrechts.)
Wij stellen ons volkomen op het stand
punt dat de rijkskanselier heeft ontvouwd.
Wij moeten ons alle mogelijke waarborgen
verzekeren dat niemand het meer waagt tegen
ons naar de wapenen te grijpen. Dat kuunen
wij slechts bereiken, als wij alleen de militaire,
economische en politieke belangen van het
Duitsche rijk laten gelden en c. q. ook voor
gebiedsuitbreiding, die voor dat doel dienstig
kan zijn, niet terugschrikken. (Zeer juist!
rechts.) De oorlogsverklaring van Italië is
slechts een nieuwe hamerslag, waardoor de
volkomen eensgezindheid van het geheele volk,
het vaste besluit om elk offer te brengen en
de onbuigzame wil om te overwinnen, wordt
beklonken. (Luide toej.)
Scheffer (nationaal liberaal) noemde de rede
van Ebert in hoofdzaak een belijdenis tegenover
het Duitsche volk. (Zeer juist links.) Ebert
heeft voor binnen- en buitenland vastgesteld,
dat de houding van het volk sedert het begin
van den oorlog niet is veranderd. Het volk
is zich zelf gebleven er is niets grooters dan
de waardige, trotsche, zelfbewuste kalmte
waarmede het Duitsche volk de oorlogsver
klaring van Italië heeft opgenomen (levendige
stemming.) Wij eerbiedigen vreemd eigendom
en begaan geen buitensporigheen, zooals Italië
tot schande der menschheid begaat. Ook
voeren wij geen veroveringsoorlog, maar de
ongehoord groote offers aan goed en bloed
maken het ons tot plicht ons tastbare waar
borgen te verzekeren dat deze offers niet te
vergeefs zijn gebracht (toej., handgeklap.)
Als deze waarborgen grensuitbreiding noodig
maken, ten einde beter te zijn toegerust tegen
aanvallen, dan achten wij het onzen zedelijken
plicht deze grensverandering tot stand te
brengen (toej., handgeklap. Liebknecht roept
kapitaalbelangenLuide uitroepen „foei"
rechts. Algemeen rumoer. Uit het huis wordt
geroepen„laat den gek toch praten
Voortdurend rumoer. Foei-geroep links. De
president roept Liebknecht tot de orde.)
Scheffer besluit met de woorden„Wij
zullen ons niet laten overbluffen door hetgeen
we pas hebben gehoord. Wij zullen toonen
dat het geheele volk in nood en dood schouder
aan schouder staat (levendige toej.) Een lange,
bloedige weg scheidt ons misschien nog van
de overwinning, maar wij zullen dien weg
met Duitsche trouw tezamen alleggen (luide
toej., handgeklap.)
Bij de bespreking van de sociale en politieke
maatregelen bepleitte de soc.-dem. Sachse de
wenschen en grieven der mijnwerkers in het
Roergebied.
Staatssecretaris Delbrück beloofde dat mis
standen onmiddellijk uit den weg zouden
worden geruimd. Ik constateer zeide spr.
dat in tegenstelling met Engeland, waar de
toestanden in den mijnbouw zeer veel on
gunstiger zijn dan in Duitschland, bij het begin
van de oorlog onze werkgevers en werkne
mers vrede hebben gesloten en in elk opzicht
hun plicht tegenover het vaderland hebben
vervuld, bij langeren werktijd en onder af
wijking van de veiligheidsvoorschriften (toej.)
Loongeschillen zijn vereffend door een loon
regeling in overeenstemming met de stijging
van prijzen. Ik ben overtuigd dat in den
mijnbouw zal gelukken, wat op ander gebied
is gelukt. De mijnbouw is voor den oorlog
van even groot belang als het werk in de
loopgraven.
Bij de bespreking van het voedingsvraagstuk
heeft Wurm (soc.-dem.) verklaard, dat de
sociaal democraten overtuigd zijn, dat de
voedingsmiddelen thans en na den nieuwen
oogst volkomen voldoende zullen zijn om hot
uithongeringsplan van den vijand te verijdelen.
Aan het slot der vergadering heeft de
president gezegdDe dag van gisteren heeft
de herinnering aan den 4en Augustus wakker
geroepen, toen wij ons geplaatst zagen tegen
over den wereldoorlog, dien de haat en de
begeerlijkheid der vijanden ons opdrong. Voor
de Italiaansche regeering is het weggelegd
geweest, aan dozen vreeselijken oorlog een
trouwbreuk tegen een bondgenootschap van
meer dan 30 jaar toe te voegen. Het zinnen
op wraak van Frankrijk, de haat van Rusland,
de nijd en het uithongeringsplan van Enge
land hebben het Duitsche volk niet zoo ge
troffen als deze stap der regeering van het
land, dat zijn vroegere bondgenooten zooveel
verschuldigd is van hetgeen het binnen een
menschenleeftijd is geworden (teekenen van
instemming). Met de trotsche verachting die
elk Duitscher voor trouwbreuk gevoelt, met
kalme vastberadenheid zal het Duitsche volk
ook dezen nieuwen vijand tegemoet treden.
Wij bouwen op de trouw van onze bondge
nooten en vertrouwen op God en ons goed
recht (toej.) op de militaire en economische
kracht van het vaderland (hernieuwde toej.)
Wij gaan uiteen met het onwankelbaar ver
trouwen, dat ook een wereld van vijanden
ons niet kan vernietigen."
Bij den uitroep „leve de keizer, het volk
en het vaderland" stonden alle afgevaardigden
op en de burgerlijke partijen stemden geest
driftig met den uitroep in.
De Rijksdag is tot 10 Augustus verdaagd.
N. R. C.
1. Van oorlog en vrede, overdenkin
gen naar aanleiding van den grooten
oorlog, door H. S. S. Kuijper.
Prijs fO.BO. Uitgave D. A.
DAAMEN, Den Haag.
We hebben dit elftal overdenkingen met
belangstelling gelezen. De schrijfster legt er
den nadruk op, dat „er geen andere levens
wijsheid is dan die, welke de Bijbel ons leert."
Die levenswijsheid bestuurt haar in haar over
denkingen. Ze zijn vol treffende gedachten,
vertolkt in zinnen, die tot lezen noodigen
gegoten in een vorm, eigenaardig passend bij
het werk. Mej. Kuijper toetst „oorlog en
vrede" aan het Woord des Heerensnijdt
menig wanbegrip weg; handhaaft de souve-
reiniteit des Allerhoogsten vestigt uw aan
dacht op het wijs bestel Godstracht u een
blik te doen slaan in den haat, die de volkeren,
vnl. Duitschland en Engeland bezieltmaar
spreekt het ook uit, dat éénmaal vrede komt.
„Maar niet geleidelijk gegroeid uit deze be
deeling. Integendeel, deze bedeeling gaat in
geweldige catastrofen te gronde. Eerst Christus'
wederkomst zal vrede op aarde brengen."
We kunnen niet anders, (al is wellicht een
enkele voorstelling van zaken, b.v. in de 6e
overdenking, niet gansch onwraakbaar), dan
dit net uitgevoerde en duidelijk gedrukte
boekje van harte aanbevelen. Het kan tot
geestelijke besturing zijn. Te meer hopen wij,
dat velen zich mogen opgewekt gevoelen, dit
werkje zich aan te schaffen, waar Uitgever
en Schrijfster besloten hebben, de te maken
winst met deze uitgave, te bestemmen voor
de Zending.
Met „Van oorlog en vrede" te koopen onder
wijst en sticht ge u zelf, en steunt ge een
tak van dienst in het Koninkrijk Gods, die
in deze dagen uw hulp dubbtd behoeft.
Z.
2. 't Geheim van een gelukkig leven,
uit het DuitsclTdoor W. D. Lint
hout, predt. te Amsterdam, 3e druk,
Apeldoorn.
Neerlaudia-Drukkerij, Prijs f 0.15.
Een boekske van 26 bladzijden, dat blijkens
den 3den druk, zijn lezers niet heeft teleur
gesteld. Het geheim, waarvan de titel ge
waagt is het opvolgen van het Schriftwoord:
„Werpt al uw bekommernis op Hem, want
hij zorgt voor u." 't Is een zeer eenvoudig,
soms ietwat oppervlakkig boekje. Toch kan
het ongetwijfeld zijn nut doen, waar het op
wekt tot een blijmoedig geloofsvertrouwen.
Wat de uitvoering betreft, de druk is niet
overal onberispelijk, maar voor zulk een ge
ringen prijs mag men zijn eischen ook niet te
hoog stellen. Z.
TER NEUZEN, I Juni 1915.
Coöperatieve Broodbakker ij.
Men schrijft uit Mannheim-Ludwigshafen d.d.
27 Mei aan de N. R. Ct.
Hedenmorgen kregen wij hier bezoek van „feind-
liche Flieger". Tegen zeven uur hoorde ik het
brommen der motoren en ondekte ook spoedig aan
de overzijde van den Rijn, boven de toppen der
boomen van ons „Waldpark", een vliegtuig. De
machine blonk in de stralen der morgenzon en
teekende zich als een witte vogel scherp tegen
het heldere blauw der lucht af. Op de eerste
volgde een tweede, nog een en nog een, het was
dus een volledige vliegerafdeeling. Het gebrom
der motoren was niet van de lucht en van alle
kanten kwamen de groote vogels opzetten, ik telde
er zes, volgens enkele berichten zijn er echter
meer geweest.
Nauwelijks waren de eerste vliegers boven.den
Rijn, of van alle kanten begon het schieten, het
kraakte en knetterde overal. Tusschen de dreu
nende schoten der kanonnen hoorde men het ge
tiktak der machinegeweren, afgewisseld met doffe
zware slagen, die waarschijnlijk van ontploffende
bommen afkomstig waren. Hoog in de lucht
barstten de shrapnels, waarvan de rook als onregel
matige lichtgrijze wolkjes hangen bleef. Deze
wolkjes vormden zich gevaarlijk dicht bij enkele
vliegers, op een gegeven oogenblik begon een der
machines bedenkelijk te schommelen en sloeg een
andere richting in, de overigen volgden den loop
van den Rijn. Naar men ons zooeven officieel
mededeelt heeft een der vliegers moeten landen en
is gevangen genomen. Tevens gaat het gerucht,
dat ook in de buurt van Neustadt een vlieger
neergekomen is.
Onze vroede vaderen hadden ons reeds herhaalde
lijk gezegd, hoe wij ons bij dergelijke gelegenheden
hadden te gedragen, maar dit onverwachte bezoek
deed ons helaas ai de regels der voorgeschreven
etiquette vergeten. In plaats van in den kelder
te kruipen of tegen een muur te gaan liggen,
kwamen de meeste menschen aan 't venster en
staken den neus zoover mogelijk naar buiten, op
het gevaar af, dit lichaamsdeel te verliezen. Mijn
buurman vertoonde zich in slaaprok met een foto-
grafietoestel in de hand op zijn balkon om de
vliegers te kieken en aan de andere zijde bemerkte
ik eenige dames, die naar haar toilet te oordeelen
op deze morgenvisite ook niet niet waren voor
bereid. Slechts een mijner kennissen heeft de ge
geven instructies opgevolgd en is met de zijnen
in den kelder gekropen, de man woont trouwens
vier hoog en zou dus bij een eventueelen bommen
regen het eerst in aanmerking zijn gekomen.
Zonder verlies aan menschenlevens is dit vlieger-
bezoek helaas niet afgeloopen. Te Mannheim is
geen schade aangericht, daar zijn ook geen bommen
gevallen, maar aan de overzijde van den Rijn, te
Mundenheim en Ludwigshafen, zijn een tiental
menschen dood en ruim twintig min of meer zwaar
gewond. Zooals bij de meeste vliegeraanvallen,
zijn ook thans tde slachtoffers menschen, die met
den oorlog niets te maken hebbenook de mate-
rieele schade is niet aangericht in de gebouwen,
die men had willen treffen, maar hoofdzakelijk in
burgerwoningen.
De bevolking heeft zich prachtig gehouden.
Van een paniek was geen sprake. Te Mannheim
werd de markt, waar reeds veel menschen bijeen
waren snel en ordelijk ontruimd en in de buurten
waar de bommen vielen, zocht iedereen zoo goed
mogelijk dekking, hoewel veelal pas toen er reeds
menschenlevens te betreuren waren. De stemming
onder de menschen was rustig. Men beschouwt
zulke bezoeken nu eenmaal als een noodzakelijk
gevolg van den oorlog en zegt tot zichzelfAls die
„da draussen" dag in dag uit aan dergelijke en nog
grootere gevaren ziju blootgesteld, dan past het
„daheim" niet, te klagen. Deze opvatting komt
trouwens overeen met de stemming, zooals die
thans hier is.
Gisterenavond werd in het Vereenigingsgebouw
alhier een vergadering gehouden van personen,
die gevolg hadden gegeven aan een onlangs gedane
oproep, om sympathie te betuigen met de oprich
ting eener Coöperatieve Broodbakkerij.
De vergadering werd geopend door den heer
C. Lok, die het doel dezer samenkomst uiteenzette.
Hij begon met er op te wijzen dat vooral in de
laatste tijden het publiek overgeleverd is aan de
willekeur der bakkers wat betreft de prijs en het
gewicht van het brood. Daar het hier geldt een
der voornaamste voedingsproducten, is van liever
lede bij velen een ontstemming ontstaan, die zich
langs zoo meer uitte in verschillende gesprekken.
Als uitvloeisel dier gesprekken zijn daden gevolgd,
zoodat eilkele weken geleden een oproep gedaan
werd tot sympathiebetuiging. Het succes hiervan
was dat een 80-tal personen hun instemming be
toond hebben.
Thans deelt spr. mede, dat hij verschillende co
öperaties, alsmede de Nederl. Coöperatieve Bond,
gevestigd te Den Haag, had aangeschreven, ten
einde verschillende gegevens in zijn bezit te hebben
en deze de vergadering voor te leggen. Enkele
brieven, waarin wenken werden gegeven om tot
oprichting eener coöp. bakkerij te komen, alsmede
het groote nut van zulk een coöperatie, werden
voorgelezen en door spr. met voorbeelden ver
duidelijkt.
Het doel is „het algemeen belang". Hij beroept