Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
De Oorlog.
Ons laatste nummer.
FEUILLETON.
IDe Broeders.
No. 1227.
Zaterdag 29 Mei 1915
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTÜOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de
redactie bestemd, te
zenden aan den Uitgever, Vloos-
wijkstraat 21, Ter Neuzen, met
vermelding„Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën
tot 1 uur op den dag der uitgave.
Met het verschijnen van het laatste nummer
van den 12en jaargang houdt ons werk voor
Luctor et Emergo op.
Twaalf jaar hebben we met ons blad lief
en leed gedeeld, doch thans meenen wij dezen
arbeid ter wille van onze partij in deze streek
lang genoeg te hebben verricht en wenschen
dien aan anderen over te laten.
We hebben daarom aan het Bestuur der
Vennootschap gemeld, dat we met het eind
van dezen jaargang de betrekking van redacteur
van Luctor et Emergo zouden neerleggen.
Waar de gelegenheid zich aanbood, om onze
taak aan een opvolger over te dragen, hebben
we daarvan gaarne gebruik gemaakt in de
hoop, dat het hem gegeven moge zijn, dit
werk nog langer dan wij met genoegen te
verrichten.
Moge zijn arbeid in dezen onder Gods zegen
strekken ten nutte van onze partij en tot
verdediging en verbreiding der antirevolutio
naire beginsolen.
H. KOELMANS.
Ter Neuzen, 28 Mei 1915.
DE TOESTAND.
Onder de berichten, die ons in de laatste
dagen van de onderscheidene gevechtsterrei
nen toekomen, zegt de N. R. C., verdienen
ongetwijfeld die uit Galicië het meest de
aandacht.
Over een front, dat zich van Pilica door
Zuid-Polen door Galicië tot nabij de grenzen
van Roemenië en Bessarabië uitstrekt, woedt
daar nog stoeds een reusachtige slag.
Twee dagen slechts vermochten de Russi
sche legers, die van de Dunajec, Biallaende
Karpathen terugtrokken, den opmarsch der
Z E L A N D I A.
55)
Karei Zal ze roepen, scheeuwen, gillen,
dat het krijscht door den nacht, dat het snerpt
boven den wind uit
IJdele overleggingenze weet hetze
voelt het.
Mokkend zet ze zich neer de ellebogen op
de knieënde oogen strak gevestigd op de
wijzers der klok. jïen uur is hij al weg. „Je
kunt er op rekenen, dat ik hem meebreng."
Maar waar blijft hij
Weer werpt ze een blik op Greta; die
thans oogenschijnlijk in een rustigen slaapligt.
Komen ze nóg niet
Pijnigend-traag kruipt de wijzer over het
witte veld tartend haar groot ongeduld.
Reeds eenige malen is Anna opgestaan en
de deur van het aangrenzend vertrek ge
naderd. Maar telkens is ze weer op haar
Duitsch-Oostenrijksche legers aan de Wisloka
tegen te houden.
Veel gunstiger waren voor de Russen de
omstandigheden aan de linie van de San.
Het derde Russische leger, dat uit zijn verband
was geraakt, was aan het front onttrokken en
door aanmerkelijk sterkere versche troepen
vervangen. Deze konden tot den tegenaan val
overgaan op de troepen der centralen, en de
offensieve kracht van de laatste zou allicht
door den uiterst langen vervolgingsmarsch
ongunstig zijn geïnfluenceerd.
Het eerste begin van den nieuwen slag
was voor de Russen niet fortuinlijk. Immers
tusschen Jaroslau en Sieniawa (een 30 K.M.
ten Noorden van Jaroslau) werd dep 17den
Mei de overgang over de San geforceerd en
de Duitsch-Oostenrijksche troepen nestelden
zich op den Oostelijken oever.
Ten Zuiden van Jaroslau, (dus tusschen
Jaroslau en Przemysl) handhaafden zich echter
sindsdien de Russen op een terrein van 10
tot 20 K.M. Lreedte op den Westelijken oever.
De afdeelingen der centralen die over den
stroom waren getrokken, hadden zware
tegenaanvallen der Russen het hoofd te bieden
en konden op hun aanvankelijk tactisch succes
niet voortbouwen, en zoo scheen het of de
San nogmaals, gelijk in December, de eind-
grens van den Duitsh-Oostenrijkschen opmarsch
zou worden en de centralen al van geluk
zouden mogen spreken, zoo zij niet, evenals
toen, het heroverd grondgebied, weer zouden
moeten prijsgeven. Deze stilstand was ver-
onderstellenderwijs gemakkelijk genoeg te
verklaren.
Gebruik makende van hun spoorwegnet en
van de tekortkomingen van den Russischen
verkenningsdienst, hadden de centralen weer,
gelijk zoo dikwijls reeds, op een deel van het
front een plaatselijken overmacht geconcen
treerd en daarmede een aanmerkelijk succes
bevochten, maar de Russen waren weer al
terugtrekkende sterker geworden, hadden
nieuwe legers aangevoerd en hun numerieke
meerderheid op het bedreigde punt hersteld.
Tevens lag voor de hand de veronderstel
ling, dat de oorlogsverklaring van Italië, hoe
zeer ook voorzien, toch nog, nu zij eenmaal
een feit was geworden, op de dislocatie van
de Oostenrijksch-Duitsche troepen van invloed
was geweest, met andere woorden, dat troepen
uit Galicië naar de Italiaansche grens op weg
waren. Temeer zou mon voor deze veronder
stelling kunnen voelen, als men aannam,
dat een van de motieven tot de krachtsont
wikkeling in Galicië in het begin van Mei,
was geweestindruk maken op het aarze
lend Italië.
Kort samengevat, waren dus voor de hand
liggende verklaringen van het stilstaan van
schreden teruggekeerd.
Opnieuw wendt ze zich naar die deur, die
haar als met geheime krachten schijnt te
trekken.
Zal ze gaan
Steelsgewijze een dief gelijk, schuift ze haar
blik over de slapende Gree.
Dan sluipt ze naar de deur, die ze opent.
Een ongelukkige, ellendige hartstocht, dien
ze zoo reeds al te vaak bevredigd heeft,
steekt den vuigen kop thans omhoog. De
brandewijnflesch, is reeds meermalen haar
toevlucht en trooster geweest. En ze voelt
zich zoo diep, diepellendigZou ze
Waarom niet? Een vreemde gloed brandt in
haar oogen. Haar handen beven. Waarom
zou ze niet. Die knagende pijn moét weg.
Die angst moét verdwijnen
Nog eenige oogenblikken kampt haar rede
lijk verstand tegen de demonische verleiding.
Dan
Ze staat voor de kast, waar ze haar last
kan bevredigen.
Maar 't is donker, te donker om te kunnen
onderscheiden. Een klein lampje steekt ze
aan. Dan opent ze de kast, grijpt de flesch,
zet die aan de lippen en drinkt. En bij de
eerste teug schijnt ze in een andere wereld
te komen, een wereld van lichten en kleuren,
het Duitsch-Oostenrijksch offensief in Galicië:
le. De versterkingen door de Russen ont
vangen. 2e. De oorlogsverklaring van Italië.
Van het Westelijke gevechtsterrein.
BERLIJN, 26 Mei. (Wolff.) Officieele
mededeeling van het groote hoofdkwartier
Een nachtelijke voorwaartsche beweging
van den vijand tegen onze pas veroverde
stellingen ten W. van den dijk Belvvaarde is
gemakkelijk afgeslagen.
Het aaantal machinegeweren, dat den
Engelschen afgenomen is, is tot 10 geklommen.
Ten N.O. van Givenchy slaagden gekleurde
Engelsche troepen erin, gisterenavond het
vooruitspringende gedeelte van onze voorste
loopgraven te bemachtigen.
Meer naar het zuiden tusschen Liévin en
de Loretto-hoogte zijn 's middags diepe ge
lederen Franschen tot den aanval overgegaan,
die volkomen mislukte.
Ten N. en ten Z. van den weg Souchez
Bethune was het den vijand aanvankelijk ge
lukt, in onze loopgraven binnen.
Nachtelijke tegenaanvallen brachten ons
echter weer in het volle bezit van onze stel
lingen. Honderd Franschen bleven als ge
vangenen in onze handen.
Ook ten Z. van Souchez zijn telkens her
haalde krachtige aanvallen, die door blanke
en gekleurde Fransche troepen tegen onze
stellingen ondernomen worden, vlak voor de
hindernissen gestuit.
De vijand leed overal zeer zware verliezen.
Bij de gevechten aan de Loretto-hoogte
heeft zich vooral een Silezisch infanterie-regi-
ment onderscheiden.
Een voorwaartsche beweging van den vijand
in het oostelijke gedeelte van het Bois le
Prètre werd met gemak afgeslagen.
Ten Z. van Lens hebben onze vliegers een
vijandelijk vliegtuig neergeschoten.
Het Fransche hoofdkwartier publiceert een
rapport over het geslaagde offensief van de
Franschen tegen de Lorette-hoogte, ten noor
den van Atrecht, waaraan het volgende is
ontleend
De Duitsche generale staf hechtte buiten-
ewone waarde aan het bezit van deze hoogte,
e bezetting had bevel gekregen de stelling
tot den laatsten man te verdedigen. De strijd
ontwikkelde zich tot een grooten slag, die
eindigde met een volkomen overwinning der
Franschen. In den loop van het gevecht
hebben wij ruim 3000 Duitschers gedood, wier
lijken geteld zijn wij hebben duizend krijgs
gevangenen gemaakt en een groote hoeveel
heid oorlogstuig vermeesterd.
Door de verovering van de Lorette-hoogte
hebben de Franschen een zeer belangrijk deel
van hun offensief ten noorden van Atrecht
waar verdriet en klacht als schimmige scha
duwen vliedeneen wereld van hartstocht,
die brandt, brandt. En de bevende hand grijpt
opnieuw naar het vocht, dat lonkt en lacht
in de speling van het licht op de geslepen
vlakken der karaf. En weder drinkt ze een
lange, volle teug
Hoort ze daar Greta's klaagstem niet
Ze zet de karaf neer, laat het licht op de
tafel staan, en haast zich naar de andere
kamer. Maar als ze het bed is genaderd, ligt
de kleine weder bewegingloos. Ze moet zich
hebben vergist.
Terug dan weer? Ja, terug. Ze moet den
drank weer wegbergen. Waggelend keert ze.
En als ze haar hand opnieuw uitstrekt, is
het niet om de karaf weder weg te bergen,
maar om ze aan den dorstenden mond te
zetten. En hoe meer ze drinkt, hoe meer ze
alles om zich heen schijnt te vergeten. Ze
heeft zich op een stoel geplaatst bij de tafel,
de karaf vóór zich het licht er naast. Haar
leelijk gelaat is onnatuurlijk rood.
Geheel en al geeft ze zich aan haar boozen
hartstocht over. En de drankdemon, met zijn
vriendelijk en verleidend masker, ketent haai
en slaat haar hechter in zijn boeien.
Lachen en lustige geluiden verneemt haar
ooralles rond haar is licht en heerlijk en
bereikt. De Duitschers hebben tot twee maal
toe de bezetting afgelost, maaar werden ten
slotte verdreven.
Van het Zuidelijke gevechtsterrein.
WEENEN, 26 Mei. (Wolff.) Officieel be
richt uit het groote hoofdkwartier
In Tirol is een vijandelijke afdeeling Condi-
no (Juqicariö) binnengerukt.
Bij den Padon-pas, ten N.O. van den berg
Marmolata, zijn de Italianen bij de eerste
schoten gevlucht.
Aan de Karinthische grens hebben onze troe
pen verscheidene aanvallen onder aanzien
lijke verliezen voor den vijand afgeslagen.
Ten westen van de Plöchen is de vijand met
achterlating van wapenen gevlucht.
In het grensgebied nabij de kust is het tot
dusver niet tot gevechten gekomen.
Aan de grens van Tirol en Trente.
ROME, 26 Mei. (Reuter.) Het communiqué
vat de krijgsverrichtingen van 24 dezer aan
grens van Tirol en Trente aldus samen Onze
troepen, die overal het offensief namen, hebben
de volgende punten bezetForcella, Montozzo,
Touale, Ponte Caffaro, in het dal van de
Guidicaria gebied ten noorden van Ferrara
Monte Baldo Monte Corno, Monte Foppiano
Pasubio, Monte Boffelani, aan het uiteinde
van de dalen van Agno en Leograde hooge
passen in het dal van de Brenta. Wij hebben
verscheidene gevangenen gemaakt. In Cadore
hebben wij alle grens-passen bezet. Artillerie
van den vijand van gemiddeld kaliber heeft
het vuur geopend op Missurina zonder resul
taat. Aan de grens van Carnia hebben wij
in den nacht van 24 op 25 Mei door een
bajonet-aanval den pas-overgang naar het
Inferno-dal veroverd.
Aan de grens van Friuli hebben wij den
25en aan den middenloop van den Isonzo op
gelukkige wijze de offensieve krijgsverrich
tingen voortgezet bij Caporetto. Onze troepen
werden opgesteld op de heuvels, die wij
tusschen Iudrio en Isonzo veroverd hadden.
De Oosteurijksche artillerie van Santa Maria
en Santa Lucia, ten zuidwester, van Talmino
opende het vuur op de heuvels tusschen
Indrio en Isonzo zonder resultaat. Aan den
benedenloop van den Isonze hebben wij even
eens ons aanvallend optreden voortgezet om
de rivierlinie te bereiken. Overal trekt de
vijand terug, de bruggen verwoestend.
Onze vliegers werpen bommen op de elec-
triciteitsfabrieken en het spoorweg-station te
Monfalconc.
w. G. Cadorna, chef v. d. staf.
Italië.
Omtrent den aanval van de Oostenrijkers
op de Italiaansche kust verneemt de Corriere
della Sera nog eenige bizonderheden. 's Mid-
vroolijk, om er bij te zingen, te huppelen, te
dansen in wilden galop
De karaf is leeg.
Ze zal haar vullen. Er is nog voorraad
genoeg, onder in de kast, onder het kleine
luikje, opdat Gerrit het niet bemerken zal.
Ze staat op, orn naar de kast te gaan. Maar
ze zwaait in haar dronkenschap uit de rich
ting en valt bijna op den grond ze steekt
haar hand uit, om steunsel te zoeken, doch
slaat dien in een spijker, dat de hand bloedt,
terwijl een sleutel van den wand valt. De
pijn schijnt ze niet eens te voelen maar de
sleutel brengt haar eenigermate terug in de
werkelijkheid.
Ze raapt hem op. Een „zonderling denk
beeld schiet haar te binnen, dat ze met koppig
heid, eigen aan den toestand, waarin ze zich
bevindt, vasthoudt en wil uitvoeren.
De brandkast moet ze openenze wil eens
zien, zien, nu hij, die er anders als een bul
hond bij waakte, weg is. Ze laat zich op den
grond neervallen, steekt den sleutel, na vele
vergeefsche pogingen, in het slot en draait en
rukt en draait weder en windt zich op, als
niet dadelijk de deur zich opent.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden.
DOOR