Antirevolutionair
voor
llieuw- en Advertentieblad
Zeeland.
De Oorlog.
Uit de Pers.
No. 1224.
Woensdag 19 Mei 1915.
12c Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever 'J. H. LIT TOOM Az. te TER NEUZEN.
inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V Een internationale roepstem.
Tot do Internationale bewegingen van de
laatste jaren behoort ook do Zendings-opvoe-
dingbeweging, die belichaamd is in verschil
lende nationale en één Internationale Zen
dingsstudie Raad. In Amerika ontstaan
kwam die beweging over Engeland en Schot
land naar Nederland, waar in 1911 te Luntoren
op de Veluwe, de eerste Internationale Con
ferentie voor Zendingsstudie plaats had.
Behalve uit genoemde landen, namen ook af
gevaardigden van Australië, Duitschland,
Frankrijk, Zwitserland, Denemarken, Zweden,
Noorwegen en Britsch-Indië er aan deel. De
Zendings-opvoeding beweging schiet steeds
dieper wortelen, een tweede Internationale
Conferentie is voor 1916 uitgeschreven te
Bazel. Thans heeft de geweldige onweersbui
van den oorlog wel de halmen op het veel
belovend oogstveld neergeslagen, maar de hoop
mag levendig blijven dat dit WERK DES
VREDES niet voor goed verstoord is. De
stemming van den Engelschen Z. S. R. blijkt
uit de volgende woorden, onderteekend door
de secretarissen Rev. G. A. Ramson en G. T.
Manley.
„Ten spijt van de bittere gevoelens, welke
de Oorlog heeft wakker geroepen tusschen
de volken onderling, is onze „liefde tot de
broederen" geenszins verminderd door de
gebeurtenissen van den laatsten tijd. Wij
gelooven even vast als altijd in huii weder-
keerigen goeden wil, en wij zien uit naar
den tijd bij het einde van den oorlog, dat
onze Internationale Zendingsstudie Raad
opnieuw in Gods Hand een middel mag zijn
om de eenheid tusschen de verschillende
volken te vernieuwen en te bevorderen, in
het groote werk voor de dienst van Gods
Koninkrijk.
De grootste onderlinge band die van
het gebed in den naam van onzen gemeen-
Schappelijken Verlosser IS niet verbroken
en KAN niet verbroken worden. Laat ons
ons vereenigen in het gebed
le. ten behoeve van onze broeders zen
delingen, waar zij ook, onder eene uit-
heemsche Regeering mogen dienen
2e. om te vragen dat God de tegenwoor
dige gebeurtenissen moge dienstbaar maken
aan de komst van Zijn Koninkrijk, en
3e. voor een blijvenden vrede."
Niet ophitsen.
Het Huisgezin schrijft
In bladen van alle kleur is de klacht
vernomen, dat ons leger van 300,000 man
te zwak is en op bevordering van den
vrijwilligen landstorm met klem aange
drongen.
De minister is in deze richting thans
met ijver werkzaam, de belangstelling
voor de landsverdediging neemt toe met
liet besef, dat wij nog laug niet aan alle
gevaren ontkomen zijn en de toestand
ernstig, zoo niet hachelijk blijft.
Het jjveren voor een weerbaar Neder
land krijgt een tendentieus en bedenkelijk
karakter, indien men één mogendheid met
name en nadrukkelijk aanwijst, tegen
welke onze weerbaarmaking 'moet zijn
gericht.
Zoo doet de Telegraaf.
Zij zegt, dat onze onafhankelijkheid
staat of valt met Duitschlands nederlaag
of Duitschlands overwinning.
De overwinning van Engeland en Frank
rijk heet de beste waarborg voor onze
onafhankelijkheid. En de Telegraaf vraagt,
welke uitwerking eventueel een beroep
op „onze vrienden" (Engeland en Frank
rijk.) zal hebben, indien blijkt, dat wij niet
al onze krachten hebben ingespannen om
ons tot den laatsten weerbaren man te
wapenen.
Hierop volgt een opwekking om tot den
vrijwilligen landstorm toe te treden.
In dezen gedachtengang hebben wij ons
dus tegen Duitschland, en tegen Duitsch
land alléén te» wapenen.
Van tact en voorzichtigheid getuigt een
opwekking, in zulk een kader gezet, aller
minst.
Feitelijk geeft wie zoo schrijft de neu
traliteit van ons land reeds prijs en be
moeilijkt op ernstige wijze de zware taak
onzer regeering.
Wij moeten ons zoo weerbaar mogelijk
maken, niet om, naar ons vermogen, aan
elke gebeurlijkheid het hoofd te kunnen
bieden, maar om straks voor „onze vrien
den", Engeland en Frankrijk, een waar
devolle bondgenoot te zijn.
Wil de Telegraaf nu met alle geweld
de Duitsche pers een wapen tegen ons in
de hand duwen, haar materiaal verschaffen
voor de voorstelling, dat Nederland niet
onzijdig is, maar aan den kant van Enge
land en Frankrijk staat en licht de meening
doen postvatten, dat hier Engelsche en
Fransclie invloeden aan het werk zijn en
een campagne wordt ingeleid, waarvan
het einde zal zijn deelneming van Neder;
land aan den oorlog aan de zijde der
verbondenen
Wat de Telegraaf onderneemt, is een
gevaarlijk en onvaderlandhevend bedrijf.
En het is noodig, dat de pers, welke
met zulk een bedrijf niet instemt, het
tegendeel ten sterkste laakt, daartegen
protesteere opdat men in het buitenland
wete, dat, wat het Amsterdamsche orgaan
zegt en voorstaat, niet de openbare meening
weergeeft.
Er staat hier te veel op het spel, dan
dat met zwijgen en doodzwijgen zou
kunnen worden volstaan.
Nu Salandra en Sonnino aanblijven, zegt do
N. R. C. zal het er wel van komen, dat Italië
aan den oorlog mee gaat doen.
Dit feit op zichzelf zal aan den algeheelen
krijgskundigen toestand voor liet oogenblik
weinig veranderen.
Immers, de centrale mogendheden hebben
met de dislocatie van hun troepen reeds met
deze mogelijkheid rekening moeten houden.
Wat Italië zal doen, als het eenmaal in oorlog
is, daarover verkeeren we geheel in het on
zekere. Zal het meedoen aan het krijgebedrijf
aan de Dardanellen, een expeditiecorps de
Adriatische Zee oversturen om de Serviërs
te helpen, zal het ook troepen naar Frankrijk
sturen, of zal het zich beperken tot een actie
aan de grens die het met Oostenrijk gemeen
schappelijk heeft? Het is waarschijnlijk, dat
de centrale mogendheden een poging zullen
doen om Italië door een krachtig optreden
tot die laatste beperking te nopen, maar op
al die vragen, moet men het antwoord voor-
loopig schuldig blijven. Evenmin kan men
met zekerheid zeggen of Roemenië nu ook
mee zal gaan doen en welke houding de andere
Balkanstaten zullen aannemen. En daarvan
hangt ook in liooge mate af welken invloed
de tusschenkömst van Italië zal hebben.
De berichten over het Westelijk gevechts
terrein die in ons Ochtendblad staan, kunnen op
liet eerste gezicht den indruk wekken, dat
daar iets van groot gewicht aan den -gang is.
In de eerste plaats de aanhef van de mede-
deeling van den Engelschen generaal French
„De aanval van het eerste leger tusschen
Richebourg, l'Avoué en Festubert heeft de
vijandelijke linie over het grootste gedeelte
van het front ter lengte van twee mijlen
doorbroken."
Deze zin laat echter ook de volgende ver
taling toe
„Een aanval van het eerste leger tusschen
Richebourg, l'Avoué en Festubert heeft over
liet grootste deel van een front van twee
mijlen breed de vijandelijke linies gebroken."
Aan deze vertaling geven wij, ook omdat zij
meer in overeenstemming is met hetgeen er
volgt, dan de eerste, de voorkeur.
Uit het vervolg blijkt n.l., dat liet bericht
van French op het volgende neerkomt. Het
gevechtsfront liep, gelijk bekend, Armentières
aan de Oostzijde voorbij en vervolgens niet
rechtstreeks naar het Zuiden, maar naar liet
Zuidwesten, tot Festubert, dat de punt vormde
van een naar het Westen vooruitspringenden
hoek in de Engelsche linies.
Voor het succes der Engelschen bij Nieuw
Capelle was er aldaar nog een tweede kleinere
inspringende hoek. Hier hebben, gelijk bekend,
de Engelschen een succes behaald, waardoor
zij dien hoek wegwerkten en het front nog
wat naar voren uitbuitten. Zij vermeesterden
een strook gronds, die den 'vorm heeft van
een sinaasappelschijf. Aan den uitersten Zuid-
westelijken rand daarvan liggen 'lAvoué en
Richebourg. Van daar af tof la Quinque Rue
en tot voor Festubert hebben zij hun front
nu evenver vooruit gebracht als het voor
Nieuw Capelle reeds is. We hebben hier dus
te doen met iets wat tot nog toe een zuiver
plaatselijk voordeel is. Misschien komt hier
een doorbraak uit voort, maar dat moeten we
afwachten.
Iets dergelijks is het met liet Fransclie
bericht van Zaterdagavond, waarin staat dat
de Duitschers ten Noorden van Ypcren zijn
verslagen. Het volgende spreekt al van drie
achtereenvolgende tegenaanvallen der Duit
schers en het bericht van gisteravond spreekt
over nog vier aanvallen der Duitschers op dit
front. Waarschijnlijk hebben geen van beide
partijen hier een voordeel van beteekenis
behaald, evenmin als bij Ville-sur-Tourbe in
Champagne.
De toestand samenvattend, kan men zeggen,
dat op het Westelijk front de Franschen en
Engelschen gedurende de laatste dagen offen
sief zijn. De Franschen hebben ten Noorden
van Atrecht eenig terrein gewonnen, zonder
echter totdusver hun opmarsch te kunnen
vervolgen. De Engelschen hebben hetzelfde
gedaan ten Zuiden van Nieuw Capelle, waai
de strijd nog voortduurt.
In het Oosten zijn de Russen ook in Zuid-
Polen over een afstand van 60 K.M. terug
getrokken, zoodat op het front ten Zuiden van
de Pilica de Duitsch-Oostenrijksche troepen
den Weichsel weer tot op een afstand van
.30 a 40 K.M. genaderd zijn.
Voorts hebben zij de boven-San bereikt en
verder naar het Zuidoosten zijn zij, door de
bezetting van de linie Sambor-Stryj -Stanis-
lau tot op een 65 K.M. van de Hongaarsche
grens opgerukt. Hun front sluit daar nu aan
bij den uitersten rechtervleugel, die aan de
Pruth met moeite de tegenaanvallen der
Russen het hoofd biedt.
In Noord-Polen, Suwalki en Kowno tegen
offensief der Russen, tot dusver zonder resul
taat van beteekenis.
OOSTBURG. Het kanongedonder uit de
richting van Yperen houdt gedurende den
laatsten tijd dag en nacht aan en neemt in
lievigheid toe.
SLUIS, Gisterenochtend vroeg werd tus
schen Brugge en de kust een Zeppelin be
stookt door een Franschen vlieger. De vlieger
werd op zijn beurt beschoten door Duitsche
kanonnen. De Zeppelin wist voorzoover hier
na te gaan was te ontkomen, doordat zij
gemakkelijker dan de vlieger rijzen en dalen
kon. (N. R. C.)
Van het Westelijke gevechtsterrein.
LONDEN, 16 Mei. (Reuter.) Maarschalk
Frensch deelt mede, dat de aanval van liet
eerste leger tusschen Richebourg, Ia Vouê en
Festubert de vijandelijke linie over het grootste
gedeelte van het front ter lengte van twee
mjjlen doorbroken heeft. De aanval begon te
middernacht ten Zuiden van Richebourg en
la Voué, waar de Engelschen twee achter
eenvolgende rijen loopgraven over een front
van 720 meter hebben veroverd.
Een mijl verder zuidwaarts hebben wij
vervolgt de mededeeling met een anderen
aanval bij het aanbreken van den morgen
loopgraven ter lengte van bijna 1100 meter
veroverd en het succes over een afstand van
540 meter zuidwaarts uitgebreid door de
Duitsche loopgraven met geschut teUeschieten.
Hier overschreden wij den weg van Festubert
naar la Quinque en drongen wij nagenoeg 1,5
kilometer binnen de Duitsche linie. De strijd
duurt in ons voordeel voort.
Bij Yperen is het gedurende de laatste 48
uur rustig geweest.
BERLIJN, 16 Mei. (Wolff.) Uit liet groote
hoofdkwartier
Ten noorden van Yperen hebben sedert
gisterenmiddag zwarte troepen zonder acht
te geven op eigen verliezen onze stellingen
ten westen van het kanaal bij Steenstraete
en het Sas aangevallen. Alle aanvallen wer
den afgeslagen. Bij Steenstrate duurt de
strijd nog voort.
Ten zuidwesten van Rijsel heeft 'do Engel
sche infanterie, na een krachtige voorbereiding
met geschutvuur, een aanval ondernomen
tegen onze stellingen ten zuiden van Nieuw-
Kapelle. De aanval is op de meeste plaatsen
reeds afgeslagen; op enkele punten wordt
nog gevochten.
A erder zuidelijk, aan beide zijden van den
Loretto-heuvelrug, bij Souchez en ten noorden
van Atrecht bij Neuville, zijn hernieuwde
aanvallen der Franschen door ons vuur go-
fnuikt. Ernstige verliezen hebben de Fran
schen geleden op de Lorettohoogte en bij
Souchez en Neuville.
Ten westen van de Argonuen hebben wij
ons s avonds ten noorden van Ville sur
Tourbe door een aanval in liet bezit van een
sterk Fransch steunpunt ter breedte van 600
en met een diepte van 200 meter gesteld.
Wij handhaafden ons tegen drie nachtelijke
aanvallen, welke den vijand op groote ver
hezen zijn te staan gekomen. Veel materieel
en 60 gevangeuen vielen in onze handen.
Tusschen Maas en Moezel hebben over hel
geheele front levendige artilleriegevechten
plaats gehad. Tot infanteriegevechten kwam
liet slechts aan den westelijken rand van het
Priesterwoud, waar de strijd nog niet geëin
digd is.
WEENEN, 16 Mei. (Wolff) Ambtelijke
mededeeling
In Russisch Polen vervolgen de verbonden
strijdkrachten den vijand ten zuiden van de
beneden-Pilica. Zij hebben het bergland
tusschen Kielce en de boven-Kamienna (de
Lysa Gora) van Russen gezuiverd en zijn
langs den Weichsel tot op de hoogten ten
noorden van Klimontow doorgedrongen.
Aan de San, iu de streek tusschen Rudnik
en Przemysl, zijn de Russische achterhoeden
van den westelijken oever der rivier terugge
worpen. Hierbij werden vele gevangenen
gemaakt.
De uit de Woud-Karpathen opgerukte legers
hebben de vervolging voortgezet. De sterke
Russische achterhoede werd gisteren in de
streek .van de hoogte Magiera uit elkaar ge
slagen 7 kanonnen, 11 machinegeweren en
meer dan 1000 gevarfgenen vielen in onze
handen. Hedenmorgen zijn onze troepen onder
muziek en de jubelende begroetingen der be
volking Sauibor binnengerukt.
Verder de Proeth af heerscht tot aan de
rijksgrens betrekkelijke rust.
In Zuidoost Galicië zijn ten noorden van
Ivolomea nieuwe aanvailen der Russen afge
slagen. Den vijand werd een steunpunt
ontrukt.
WEENEN, 16 Mei. (Korr.-Bureau.) De oor
logscorrespondenten der bladen melden
De omvang en de gevolgen van den door
braak door het West-Galicische front komen
steeds meer aan den dag, daar het geheele
Russische front reeds dermate geleden heeft,
dat de door het Russische opperbevel be-
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
DE TOESTAND.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.