flntirmlutionair voor Dienws- en Advertentieblad Zeeland. Zaterdag 15 Mei 1915, Een Zangavond voor België. FEUILLETON. IBe Broeders. No. 1223. Zaterdag 15 Mei 1915. 12e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdircc- teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTQ9IJ Az. te TF.R NEUZEN. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN BE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Vergadering van Aandeel houders der Naamlooze Ven nootschap „LUCTOR ET EMERGO", te TER NEUZEN, welke D. V. zal gehouden worden op des namiddags ten 3 ure, in de Clir. Bewaar school (Zandstraat) te Ter Neuzen. Ter Neuzen, Mei 1915. De wd Voorzitter, D. E. WOEFERT IIz. 't Was niet de eerste zangavond voor België, dien we op Hemelvaartsdag bijwoonden in de Ger. kerk van Ter Neuzen. We willen eerlijk zijn en bekennen, dat we ons op den tweeden beter thuis gevoelden dan op den eersten. En bij vernieuwing hebben we kunnen con- stateeren, dat er geen schooner en edeler muziekinstrument is dan de menschelijke stem, mits geschoold en geoefend. Een Comité, dat zich reeds vroeger interes seerde voor de evangelisatie in België, had in den nood der tijden aanleiding gevonden, cm te trachten opnieuw iets voor onze zuider buren te doen. Als Voorzitter van die Commissie opende de lieer J. J. v. d. Ouden de vergadering met gebed, nadat gezongen was Ps. 118:8 en 14 en sprak daarna een kort openingswoord. Hij wees op de verwoesting, die de oorlog in het naburige België heeft teweeggebracht en op den nood, waarin do kerken en de evangelie- satie aldaar verkeeren, tengevolge van dien oorlog. De Commissie wilde iets doen in liet belang der noodlijdenden. Zij vond Zaamslag's Zang vereeniging „Zingt den Heer een nieuw lied" bereid, geheel belangeloos bare luilp te ver- leonen. Ook vond zij een tweetal sprekers genegen, een woord bij deze gelegenheid ten beste te geven. De Voorzitter gaf thans liet woord aan den eersten spreker, ds. Van Ilulsteijn, die ver klaarde slechts een kort woord te zullen spreken, daar bet hoofddoel van de saamge- komenen toch was, den zang te beluisteren. De Schrift wekt ons op om te zingen de engelen in don hemel zingen. Als engelen zingen, zou de menscli het dan niet doen De menscli heeft nog veel meer stof om God te verheerlijken door zijn lied dan de engelen. Z E L A N D I A. 53) Zijn angst vermeerdert met het oogenblik af en toe snakt hij naar adem, en ondanks den guren wind werpt bij zijn jas open. Daar nadert iemand Zou liet Karei zijn Als oortst rillingen schokken hem,den sterke. „Hé daar!" klinkt hem een stem tegen. t Is de veldwachter, die zijn nachtelijke ronde doet. Hij laat plotseling zijn zaklantaren in liet doodelijk bleeke gelaat van Wouters stralen. „De boer van den Eikenhof zegt hij vraag- aarzelend. Deze tracht zich eenigermate te herstellen. „Ja ik." „Zoo laat nog op de wandeling. Is er iets bijzonders, als ik vragen mag?" Natuur en genade spreken van de groote deugden Gods. Onze zangen beliooren lof liederen te zijn, om die deugden groot te maken. Was de zonde niet tusschenbeide gekomen, er zouden op aarde als in den hemel enkel lofzangen gehoord worden. Nu echter worden er ook andere liederen gehoord boete-, bede-, klaagliederen. Elk menscli behoort te zingen; God wil, dat wij deze kunst zullen beoefenen. Hoe jammer, dat onze Gereformeerden dit niet altijd beseffen. Waarom is er hier geen Chr. Zangvereeniging Zij moge er spoedig komen. 't Is te betreuren, dat de gave van den zang zoo dikwijls wordt misbruikt. De zang is een gave Gods. Hij wil als Gever van die gave er door verheerlijkt worden. De eere Gods moet door den zang worden bevorderd. Dat is ook het doel van eene Christelijke Zangvereeniging als zij rjoed is. Ook in ons zingen behooren wij oprecht te zijn. Zingen wij tot lof des Heerén, dan moet dat een toon des harten zijn. Zelfs minder kunstvol gezang is Gode-wel'gcvallig mits liet oprecht de eere Gods bedoelt. Zingen zal liet werk zijn der gezaligden in den hemel, laat het dan ook de bezigheid zijn hier op aarde reeds van allen die God liefhebben. Zaamslag's Zangvereeniging verdient onzen dank, dat zij hier wil komen zingen niet ten eigen bate, doch tot voordeel van onze Zuide lijke buren. Spreker gaat thans ïn korte trekken na, wat Zuid-Nederland op godsdienstig gebied voor ons geweest is. Herinnert aan Guido de Bray en de Nederlandsclie Geloofsbelijdenis aan Caspar van der Heijden, Datlienus en anderen. Thans heeft België onze hulp noodig. Er wordt nog gearbeid tot verbreiding van het Evangelie, ja, maar de moeilijkheden zijn zoo groot, vooral tegenwoordig. Er is veel geld noodig. De Zangvereeniging wil iets doen om te helpen. W elke voorrechten hebben wij niet, verge leken bij onze Zuiderburen. Laten onze gaven er van getuigen, dat wij die voorrechten waardeeren. Spreker wenscht de Zaamslagsche Zang vereeniging succes op haren arbeid en wenscht haar Gods besten zegen toe. Thans was het woord aan de zangeressen en zangers van Zaamslag. En liet mag gezegd worden, deze zangver eeniging mag er zijn. Zij beschikt over zeer goede krachten, die de aanwezigen van het begin tot het einde wisten te boeien. De liederen die zij ons deed liooren, waren voor een goed deel oude bekenden en voor de uitvoering onder de leiding van den lieer Geellioedt hebben wij allen lof. „Nee, niets of ja nee, och, 'tis De politieman kijkt hem verwonderd aan. Als ik soms „Heb je soms mijn zoon Karef van avond nergens gezien Ilèm zoek ik. Ik vrees Maar wat hij vreest, houdt hij in. Is hij al niet te ver gegaan, met er over te spreken met den veldwachter? Zijn angst heeft zijn trots overrompeld. „Is hij al lang weg. Vanavond nog niet thuis geweest?" „Ja wèl van avond hij is tegen een uur of negen naar buiten gegaan en niet meer teruggekeerd, Ik begrijp niet, waar bij mag zijn gebleven. Ik dacht soms, dat je hem hier in het dorp had opgemerkt". „Nee, ik heb hem in 't geheel niet gezien. Als je wilt, dat ik mee ga zoeken, tot je dienst dan." „O nee hij zal wel weer komen, misschien zit hij al thuis." „Anders „Nee, dank je. Goeden avond Hij stapt al door. Hel spijt hem reeds, den politieman over Karei te hebben aange sproken wat heeft die er eigenlijk ook mee te maken, als hij tóch geen inlichtingen kan verschaffen. En wie weet, hij, Karei, is wellicht ai thuis. Neen, hij heeft een domuien Vele van de liederen waren in hun eenvoud treffend en spraken direct tot liet hart. Mogen wij een proeve geven We nemen: Elk zijn kruis. Zaamslag's zangkoor heeft de opgekomenen zeer aan zich verplicht en ondanks liet verzoek om niet le applaudiseeren, bewees nu en dan liet handgeklap, dat de liederen en de wijze van uitvoering in den smaak vielen. Gedurende de pauze werd liet woord ver leend aan den lieer Van Bellegem, evangelist in België, doch thans tijdelijk te Breskens. Hij doet interessante niededeelingen omtrent den arbeid der evangelisatie in België en tijdens dezen oorlog onder de geïnterneerden en in de vluchtelingen kampen. Spreker zegt Nederland hartelijk dank voor hetgeen 't doet voor zijne ongelukkige land- genooten. Er is veel gearbeid gedurende de laatste 20 jaren in België, maar er was slechts weinig vrucht te zien. Doch nu in deze droeve dagen, nu blijkt dat Gods woord niet ledig tot Hem weder keert. Wij hebben, zegt Spr., vooral behoefte aan uw gebed, want alleen Gods Geest kan de harten mijner landgenooten veranderen. Hij doet zulks op liet gebed. Er wordt met. vrucht gearbeid onder de vluchtelingen. Een woord van troost wordt gaarne ontvangen. Geregeld wordt er gewerkt onder de geïnterneerden. Nooit is er zulk een schoone gelegenheid geweest om liet woord des Ileeren uit te strooien, als thans onder de Belgen in Neder land. Er is groote belangstelling. De Schrift wordt gaarne ontvangen eij gelezen. God weet, waarom de oorlog zoo lang duurt, ook met liet oog op onzen arbeid. De Vlaming is onwetend op godsdienstig gebied, wat trouwens geen wonder is. Hij kent de Schrift niet, vandaar ook zijn verkeerde opvattingen omtrent de eeuwige dingen. Daaioin juist is liet onze dure roeping Gods Woord aan hem te brengen. zet gedaan met den veldwachter er in te be trekken; morgen heb je liet gepraat er over op het dorp; want Willemsen kan tocli niets zwijgen, dan wat hij niet weet. Wat hoeft hij zich dan toch ook zoo ongerust te maken zich zoo dwaas aan t.e stellen. Hij is al weer buiten het dorp, dat hij heelemaa) rondgewandeld heeft. De torenklok achter hem slaat twaalf, 't Lijkt wel, of het nog donkerder is dan zoo straks De wind is eer aangewakkerd, dan gaan liggen. Opnieuw overvalt hem de angst. Daar, terzijde van den weg, aan het einde van de breede olmenlaan, ligt „de put". Alweer die bange gedachte.... Zou Karei... Als hij eens En of hij er tegen vecht, of hij zich voor de zooveelste maal een dwaas scheldt, de onrust drijft hem de laan in naar den put. Hij loopt er rond eenmaal. Niets bemerkt hij. Achter een zwaren iep lukt het hem den lantaren aan te steken. Nogmaals, in gebukte houding, het licht laag langs den grond dragend, speurt hij den omtrek af. Dan, ineens, uit zijn mond een scherpe ver- wensching, blusöht hij den lantaarn, en be geeft hij zich naar den straatweg. Hij zal niet meer zoeken. Zeker, het kan niet anders. Karei moet al thuis ïzijn. Maar toch blijft de onrust hem door het bloed kriebelen toch wringt de angst in zijn binnenste. Spreker gelooft zeker, dat de druk van dezen tijd iets goeds zal uitwerken voor zijn volk. Daarom is hij ook zeer blijde, dat er bier iets gedaan wordt om te helpen bij dcgi arbeid. God zegene daarvoor de zangvereeniging van Zaamslag en allen, die opgekomen zijn en hun gebed en gaven willen schenken voor dit doel. Zelfs de leerlingen der Amerikaansche Zondagscholen willen hun steun verleeneu en geld zenden. Die steun zal onder Gods zegen rijke vruchten dragen. Nadat de Zangvereeniging de vergadering op nieuw vergast had op tal van hare schoone liederen, sprak de Voorzitter, de lieer Van den Oilmen, een kort. slotwoord. Ilij dankte de zangeressen en de zangers, het Bestuur der Zangvereeniging en haar directeur, de sprekers en de opgekomenen, benevens den Raad der Ger. kerk. Spreker hoopte, dat wij de Zaamslagsche zangvereeniging spoedig weer zouden liooren en dat deze avond aanleiding zou zijn tot oprichting van een dergelijke vereeniging in Ter Neuzen. Was daar straks verzocht niet te applau diseeren, thans gaf hij daartoe volle verlof: in de collectebus Ds. Van Ilulsteijn sloot de samenkomst met dankzegging. Er waren ruim 350 toehoorders aanwezig. De collecte bracht iets meer dan f30,vop. Derhalve kon na aftrek van de allernoodza kelijkste onkosten, voor liet bewuste doel een goede f 40,worden afgezonderd. 'V Een kalm oordeel. De Lusitania. Van enkele zijden wordt ons gevraagd, ze»t de N. R. C. waarom wij hebben nagelaten, te protesteeren tegen do vernieling van de Lusitania, en onzen afkeer van deze daad kenbaar te maken. Wij hebben geen bezwaar, ons daaromtrent bier té uiten. Voorop zij dan gesteld, dat wij natuurlijk het vreeselijke feit geenszins goedkeuren, noch onverschillig daaromtrent zijn. Doch dé N. R. C. heeft er van afgezien, de gruwelijk heden van den oorlog aan een kritiek te onderwerpen, waarmede, ongetwijfeld, veelal een gemakkelijk succes bij liet publiek kan worden behaald, doch die aan den anderen kant niet veel meer bereiken kan, dan een zekere overprikkeling van dat publiek. Er worden naar ons oordeel aan beide zijden der strijdende partijen systemen van oorlog voering toegepast, die men achteraf, als de volkeren weer tot bezinning gekomen zijn, alom ten sterkste zal afkeuren. De redactie van de N. R. G. meent voldoende vertrouwen in hare lezers te mogen stellen, dat dezen uit de feiten hun oordeel en conclusiën zullen Weer moet hij bet huisje aan den straatweg passeeren. Plotseling is liet hom, alsof hij daarbinnen bij een sterfbed zich bevindt. Met wondere klaarte ziet hij zijn vaderhoort hij diens vermanende stem„zoek je heil niet alleen in de dingen der aarde". Die herinnering ergert liern. En hij tracht ze, als een drukkenden last, van zicli te schud den. Het lukt niet. Het licht brandt pög in huisje. Vreemd at heeft liet -te beduiden Immers niets, wat heeft hij met dat huis, of met degenen' die er wonen, te maken Mien Een nieuw schrikbeeld vervaart zijn ontsteld brein. Mien Zijn zuster, Zij is daar immers ook gestorven gestorven zónder hem. Hij wou haar sterven niet eeiis helpen verlichten. „God zal het over je be zoeken en je eenmaal tot verantwoording roe pen Die woorden heeft Hendrik op den bewusten avond van Miens heengaan, hem toegevoegd. En de herinneringen aan zijn verleden kron kelen als vurige slangen tegen hem op, krin gelen zich om zijn borst, om zijn bals, schroe ven hem de keel toe, dat hij 'hijgt naar zijn adem. (Wordt vervolgd.) Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. j Nadruk verboden. DOOR God geeft aan elk zijn kruis, Geen menscli, hoe hoog verheven, Ontgaat het in dit leven, Geen komt er ooit van vrij, God geeft het n en mij. Uw kruis is 's hemels gaaf'; Het moet u sterker maken, Zoo gij er voor wilt waken, Te vord' ren op uw pad, 't Zij hobbelig of glad. En valt het kri^js u zwaar. Dan wordt er hulp geboden Tot. God, Die redt, gevloden 1 Hij wijst u door het kruis Den weg naar 't Vaderhuis. maimm. im.ii.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 1