Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. De Oorlog. Zaterdag 15 Mei 1915, Uit de Tweede Kamer. FEUILLETON. !D© Broeders. Zaterdag 8 Mei 1915 12e Jaargang. No. 1221. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LIT70OU Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENT1EN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Vergadering van Aandeel houders der Naamlooze Ven nootschap „LUCTOR ET EMERGO", te TER NEUZEN, welke D. V. zal gehouden worden op des namiddags ten 3 ure, in de Chr. Bewaar school (Zandstraat) te Ter Neuzen. Ter Neuzen, Mei 1915. De wd Voorzitter, D. E. WOLFERT Hz. Zitting van Dinsdag 4 Mei. Aan de orde is de interpellatie- Schaper over de levensmiddelen circulaire van den minister van landbouw enz. van 24 April. De heer Schaper (S.D.A.P), acht het een bezwaar, dat de on- en minvermogenden, voor wie de maatregel toch bedoeld is, liet gebuilde brood (wittebrood) niet goedkooper kunnen krijgen. Spr. wijdt daarop uit over de geringe waarde van het bruinbrood als voedingsmiddel voor vele personen. Spr. vreest voor ontevredenheid. Ilij dringt aan op uitbreiding van den maatregel tot het gebuilde brood. Spr. wil het daarvoor be- noodigde geld uit een oorlogsbelasting halen, door de rijken te dragen. Men heeft dan ook niet meer te onderscheiden tusschen min- en meer vermogenden. Spr. acht de toekenning van een duurte- bijslag niet gewenscht. Hij bespreekt daarna het beleid van den minister met betrekking tot de prijzen en is van oordeel, dat de leiding niet krachtig is. In het bijzonder wijdt hij zijn aandacht aan de aardappelen en de kolen. Spr. stelt daarop de volgende vragen 1. Of de minister bereid is, zijn maatregel ook over gebuild tarwebrood uit'te strekken 2. of de minister bereid is den maatregel toe te passen ook op andere levensmiddelen, in het bijzonder aardappelen3. of de minister voornemens is ten aanzien van andere levens middelen al het mogelijke te doen om door bepaling van maximumprijzen en door uitvoer verboden, benevens strenge handhaving van een en ander, de prijzen te doen dalen, resp. stijging daarvan te voorkomen. ZELANOIA. 52) „Gree," zegt hijtrachtend zijn stem rustig te doen klinken, „hou je nu maar stil. Kijk, ik ga Karei halen." En hij steekt alweer den lantaren aan. Hij zal eens den kant van het dorp uitloopen. Hij moet immers Karei ergens vinden. Hij trekt zijn jas weer aan. „Mees nu maar wil hij troosten, maar 't is niet noodighet doodzwakke kind ligt reeds alweer stil en bleekals levenloos. „Begin nu geen dwaasheden," voert hij Anna, tegen. „Gebruik je verstand. Ik zal den jongen gaan halen. Je kunt er op rekenen, dat ik hem meebreng." En zonder haar antwoord af te wachten, gaat hij opnieuw naar buiten. Met haastigen tred stapt hij de eikenlaan door, die naar den weg leidt. 'Een oogenblik staat hij stil. Plotseling flikkert hem een ge- Nadat besloten is bij de behandeling van het buitengewoon crediet tevens aan de orde te stellen de motie-ter Laan omtrent het recht van vereeniging en vergadering en de vrije verspreiding van geschriften voor dienstplich tigen, en aan de agenda oa. toe te voegen het wetsontwerp tot liet verleenen van vrijdom van invoerrecht voor sinaasappelen en de interpellatie-van Vuuren omtrent de Indische leening, beantwoordt de minister van landbouw enz. de interpellatie-Schaper. De minister beantwoordt de eerste vraag in ontkennenden zin. Op de tweede antwoordt spr. zich voorloopig te willen bepalen tot de circulaire van 24 April, en op de derde, zooveel mogelijk in den voor den lieer Schaper ver langden zin te willen werkzaam zijn. De heer Schaper verklaart bij repliek dit antwoord onbevredigend te achten. Spr. dient een motie in, waarin den mi nister wordt verzocht, zijn circulaire uit te strekken tot de levering van gebuild brood en meel. De heer de Jong (U.-L.) protesteert met kracht tegen het optreden van Het Volk inzake de circulaire van den minister. Daarin is de circulaire gemaakt tot een middel tot agitatie. Wat gezegd werd door de sociaal-democraten was demagogie van de ergste soort en bluf. Omtrent de circulaire zelf vraagt spr. wat ten aanzien van sommige artikelen de regeering meer heeft toegezegd dan zij kan houden. Spr. zal stemmen tegen dé motie. Zitting van Woensdag 5 Mei. Aan de orde is de interpellatie- Schaper in zake de tweede circu laire van minister Posthuma. De heer De M u ra 11 (U.-L.,) verklaart bezwaar te hebben tegen het vaststellen van een maximumprijs voor aardappelen. Na eenige beschouwingen over de aardappel prijzen, stelt spr. den minister de volgende vragen 1. of de minister inderdaad den maximum prijs heeft vastgesteld voor den uitvoer, alleen om het stijgen van den binnenlandschen verkoopprijs Ie verhinderen; 2. ot de minister geen anderen weg weet om dat zelfde doel te bereiken 3. of hij een middel heeft om het behalen van oorlogswinst door de buitenlandsche handelaren te beletten 4. of zijn gedrag ten aanzien van aardap pelen berust op ervaring, opgedaan met andere artikelen. De heer Spiekman (S.D.A.P.), dringt er bij den minister op aan, dat hij zijn maatregelen niet te haastig neme en den weg van de dachte door het hoofd. Zijn geldKan hij het erf alleen laten Als er eens Kom, waarom nu juist. En bovendien, de gelds waardige stukken zijn immers veilig in de brandkast. Neen, geen nood VooruitKarei zoeken. Karei Het ijzeren hek bij den ingang van de dreef sluit hij weer zorgvuldig achter zich dicht. Hij had het toch vanavond ook reeds gesloten. Hoe komt het nu open JuistKarei is er straks doorgevlucht en in zijn jachten heeft lnj het open gelaten. Zeker, Karei is dus het erf af. Waar zal hij zijn? Hij zal toch de dwaasheid niet hebben begaan, om ergens in het dorp nachtverblijf te zjjn gaan vragen Dan komt natuurlijk alles, alles uit. Maar, bij wien zou hij kunnen aankloppen Vrienden hebben ze niet op liet dorpvijanden en be- nijders te meer. Maar waar dan in vredes naam te gaan zoekenWaar kan de jongen zijn Hij stapt voort in den stormigen nacht. En hij voelt zich eenzaam. Hij schrikt van het geluid zijner eigen voetstappen op den harden straatweg. Hij zal den lantaren maar blus- schenzou het geen achterdocht kunnen wekken, als iemand hem, onvoorziens ont moette. En, is liet geen geldverspilling boven dien Deze weg is hem bekend genoeghij heeft hier geen licht van noode. Daar, aan circulaires voor dien van kleine wetsontwerpen zal verlaten. Spr. verdedigt de houding, door de sociaal democraten in deze aangenomen, en meent, dat van overheidswege bij lange niet is gedaan, wat in den beginne is toegezegd. Spr. stelt de vraag, of het niet beter is, liever al de moeite en kosten voor de invoering van den maatregel van den minister te be sparen en dadelijk den maatregel uit te strekken over het wittebrood en de tusschensoorten, dus tot alle soort van brood. Verder vraagt spr., of de minister nog iets wil doen voor de wérkeloozen. De heer Vliegen (S.D.A.P.), verdedigt eveneens de houding van de socialisten tegen den heer De Jong en bestrijdt den wenscli naar een duurte-bijslag om van de noodige maatregelen af te komen. Spreker steunt nader de mofie-Schaper, er o. a. op wijzende, dat wanneer de ingetrokken circulaire van 20 Maart ware uitgevoerd, dit veel meer geld hadde gekost dan wat de socialisten nu willen. De heer Teenstra (V.4D.) oefent scherpe kritiek, dat de minister al zijn economische maatregelen heeft genomen zonder de Kamer geraadpleegd te hebben, terwijl hij wel adviezen ontving van allerlei belanghebbenden, dus partijdigeu. De beer T y d e m a n (V.L.), acht zoowel de ingetrokken als de nieuwe circulaire ontoe laatbaar, ook met het oog op de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid. De minister was niet gedekt door eenig besluit van de Kamer of begrootingspost. Zitting van Donderdag 6 Mei. Aan de orde is de interpellatie- Schape r. De minister van landbouw biedt de Kamer zijn verontschuldiging aan, zoo deze misschien ontstemd was wegens de door hem aangenomen houding. Voorts komt de minister terug op verschil lende opmerkingen en verdedigt hrj zijn stand punt nader. Hij heeft geen prikkel noodig om te doen wat noodig isal kan men op zijn maatregelen critiek oefenen, men kan niet ontkennen dat hij pogingen tot regeling heeft gedaan. Spr. kan niet den raad van den heer Van Vuuren, om nu maar het aanbod van de ge meenten aan te nemen, zoo dadelijk volgen, en wel wegens de hooge kosten. Spr. ontkent, dat zijn, ingetrokken, circulaire door sommige burgemeesters te laat is ont vangen. De door spr. toegestoken hand is niet aangenomen, maar het kan zijn dat men nu in nog slechter conditie komt.Spr. heeft zijn rechterkant, moet het huisje liggen, waar hij als kind en jongeling woonde, waar Hendrik Ha, Hendrik en diens vrome vrouw, die hem met haar gekwezel reeds zooveel onaangename uren heeft bezorgd. Ja, daar kan hij de donkere omtrekken van liet huisje reeds vaag onderscheiden. M'at? glinstert daar nog licht door de reten der ge sloten biinden Onwillekeurig staat hij even stil. 't Moet toch reeds een uur of elf zijn. t Is toch werkelijk zoo. Licht, in den nacht. Luisterend toeft hij een oogenblik. Kan het zijn dat zijn oor zelfs stemmen verneemt. Hij zal het zich slechts verbeelden de wind en trouwens, wat bekommert hij er zich om. M at heeft hij er mee te maken. Vóórt moet hijKarei zoeken „God kan je vernederenVoeren de ruwe windvlagen hem opnieuw die woorden in het oor? Kan hij ze dan nimmer kwijt. Is het omdat hij zoo dicht bij de plek is, waar ze eens werden uitgesproken Vernederen HémHij schudt met een krachtigen ruk het hoofdstampt in heftige ergernis hard op den weg, en vervolgt den beangstigden tocht. Vernederen. Lijkt het er niet veel op! Die heks! Kon ze het vooruit weten Weten, dat hij, de boer van den Eikenhof, nu, als een gejaagd hert wordt voortgedreven, om, met een hart vol onrust te zoeken, naai de burgemeesters niet vooraf geraadpleegd, maar hebben dezen het de direct-belangheb- benden gedaan Het antwoord van de ge meenten was technisch zoo onjuist, dat er niet uit wijs was te worden. Spr. meent het recht te hebben om te putten uit de 2Va millioen voor tekort op aan- en verkoop van graan en meel toegestaan. Dooi de vragen van den minister is gebleken, hoe de toestand van de gemeenten was en spr. had op vragen hiernaar zeker moeten ant woorden, als hij eerst een suppletoir crediet had aangevraagd. Na enkele cijfers over de kosten gegeven te hebben, zegt spr. gaarne tot normale toe standen te willen terugkomen. Spr. hoopt, dat de motie zal worden ingetrokken, daar verwerping op zeer veel verschillende gronden zou kunnen geschieden. Na de pauze wordt besloten op Maandag middag te vergaderen en Donderdag en Vrijdag niet. De heer Schaper (S.D.A.P.) zegt in zijn antwoordt aan dèn minister o.a., dat hij niet hoopt op de aanneming van zijn motie, maar dat die toch dit voordeel zal hebben gehad, dat men veel meer weet van de zaken dan vroeger. Hij beantwoordt verder de rede voeringen van de andere sprekers. DE TOESTAND. M'ij vestigden, zegt de N. R. C„ er de aan dacht op, tot welke vérstrekkende gevolgen een geslaagd en voortgezet offensief van de Duitsch-Oostenrijksche strijdkrachten in West- Galicië, over de Dunajec heen, in Oostelijke richting derhalve, zou kunnen hebben. Maar, zoo lieten wij daarop volgen, we weten nog niet van welken omvang het succes dei- Oostenrijkers en Duitschers aan de Dunajec en de Bialla is, en vooral moeten wij afwachten tot hoever hun verderen opmarsch naar het Oosten zal worden voortgezet. Nu zijn daar drie nieuwe berichten over. Het bericht van het Duitsche hoofdkwartier zegt: „Ons offensief tusschen den Woichsel en de Noord-Karpallien neemt goeden voortgang." Dit is vaag en brengt ons geen nieuwe feiten. Van Hoefer, de plaatsvervangende chef van den Oostenrijksch-Hongaarschen generalenstaf, had ons Maandag kortweg gezegd de overgang over de beneden-Dunajec is geforceerd, de rest van het Russische front tusschen Weic'hsel en Karpathen is ingedrukt. Dinsdag drukte von Hoefcr zich wat positiever uit. Hij zeido toenhet lieele krachtig versterkte front der Russen tusschen zijn eigen kind Naar KareiDaar is het dorp reeds. Waar nu heen Links? Rechts? Rechtuit Mreer stampt hij in machtelooze woede op den weg en een vloek siddert over zijn lippen. Zou hij roepen Niet te hard Dwaas, die hrj iswat zou het baten, En als hij luid keels zal roepen hoe zal hij zich belachelijk maken, zich op straat gooien. Zal hij dan bij den een of ander aankloppen en vragen, of ze nergens Karei hebben gezien. Waar? Bij buren Is het niet te dwaas, om er langer over te denken. Hij zal het dorp rondwanduien. Misschien De onrust wordt steeds sterker, 't Is of zijn borst tusschen buffers dreigt te beklemmen; of zijn keel bij tijden wordt dichtgeschroefd. Zal hij nu den lantaren maar weer niet aan- stekeu Hier Neen, op dit dorp zeker niet. Wat belachelijk figuur zou hij maken En waar zou de jongen ook moeten zijn. Zou hij toch misschien in de sloot ver dronken Wég dat denkbeeld. Er was niets te zien. Het hek stond immers aan Heeft hij dat wel gesloten? Zou een ander dan Karei het niet kunnen geopend hebben. Als een dief het erf was opgcslopen En dan nu, in zijn afwezigheid daar Anna alleen thuis is metGreta met Gree (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 1