Oorlogsberichten.
is bedoeld, de Palingsbrug, zoo wij ons niet
vergissen.
Ligt er een waterweg achter een gevechts
linie, dan zal de vijand, zoo hij er kans toe
ziet, nimmer in gebreke blijven de bruggen,
die daarover leiden, onder vuur te nemen.
De vernietiging van de bruggen belemmert
immers den toevoer en, bij een geslaagden
tegenaanval, den terugtocht. Dat hebben we
kunnen zien bij den tegenslag door de Fran-
schen bij Soissons geleden. De gezwollen
Aisne sloeg de bruggen weg. De Franschen
aan de overzijde van de rivier waren afge
sneden van de hoofdmacht, geen reserves
konden hen worden toegevoerd, hun linie van
terugtocht was bedreigd, met moeite trokken
zij over de rivier terug.
Bij Nieuwpoort is geenzins iets van dien
aard geschied. Slechts licht schijnt de brug
beschadigd en van een aanval der Duitschers
op de troepen der bondgenooten, die aan den
duinkant over den Yser staan, hooren wij niets.
Wij brachten het gevecht van Soissons dan
ook alleen maar in herinnering als een geval,
waarin de beteekenis van de bruggen over
een waterweg achter liet front duidelijk aan
den dag is getreden en verklaarbaar wordt
waarom de Duitschers in den laatsten tijd
hun granaten zoo dikwerf op Nieuwpoort
hebben gericht, het steunpunt van de bond
genooten bij hun opmarsch langs de kust aan
deze zijde van de Yser.
Het tweede punt van belang was, zoo wij
zeiden, de ontruiming van het dorpje Heudi-
court, door de Duitschers.
Trekt men op de kaart een rechte lijn van
St. Mihiel naar Thiancourt, dan ligt Heudicourt
nog even ten Noorden van het midden van
die lijn.
De Duitschers zouden Heudicourt tengevolge
van het welgerichte Fransche artillerievuur
hebben ontruimd. De Fransche infanterie
heeft zich er niettemin niet genesteld, ware
dit toch het geval, wij zouden het stellig mede
hebben vernomen.
Nochtans doet het noemen van Heudicourt
zien hoever het Duitsche front, dat om St.
Mihiel en Camp des Romains heenbuigt, daarna
weer in Noordelijke richting terugloopt. Een
granaat, afgevuurd uit een vèrdragend Fransch
kanon, staande voor de Duitsche linie ten
Noordoosten van St. Mihiel, zou kunnen ont
ploffen te midden van de Duitsche troepen,
die ten Noorden van St. Mihiel met het gelaat
naar de Maas zijn toegekeerd.
Wij spraken van een punt dat een projectiel
uit een vèrdragend Fransch kanon zou kunnen
bereiken. Bij Verdun is al sinds drie maanden
de toestand zoo, dat de Duitschers, indien zij
dat begeereu, de forten van Verdun zouden
kunnen beschieten, met name die ten Noord
westen van de stad. Zij hebben dat tot nog
niet gedaan. Immers een sterk onverslagen
veldleger bevindt zich tusschen hen en de
vestingeen beschieting daarvan schijnt der
halve voorshands zonder zin. Als de vleugel
van een vlinder breidt zich de versterkte zone
van Verdun ten Noordwesten van de stad uit.
Douamont ligt in de punt van den vleugel cn
daarop hebben de Duitschers eenige granaten
gevuurd. Louter een betooging of de inleiding
van een krachtiger actie tegen de vesting
Dat zal men moeten afwachten, echter zou
men verwachten dat een actie tegen Verdun
zou aanvangen met een poging tot verbetering
van de Duitsche posities ten Oosten van de Maas.
In het Westen zegt de N. R. C. is het
wederom de hoek, die het front om St. Mihiel
heen maakt, die even onze aandacht vraagt.
Op het been van dien hoek, dat van St. Mihiel
naar Pont a Mousson loopt, is weer eenige
beweging, een lichte siddering op te merken
geweest. Van Pont a Mousson leidt een weg
naar het Westen, die zich alras in tweeën
splitst, De Noordelijkste tak loopt over Reg-
niéville, waarvan in de laatste communiqués
sprake is. Het plaatsje zal langs dien weg
juist 10 K.M. van Pont a Mousson liggen.
De gevechten, die hier hebben plaats gevonden
zijn voorshands van geringe beteekenis. De
Franschen hebben aangevallen, eenige loop
graven bezet en een deel ervan weer moeten
ontruimen, daarin stemmen de wederzijdsche
mededeelingen overeen. Volgens de Franschen
is het deel wat zij hebben moeten ontruimen
het kleinste, volgens de Duitschers verreweg
het grootste deel van hun verovering. Het
laatste Fransche bericht spreekt nog van een
nieuwen tegenaanval der Duitschers in het
Pretrebosch, die geen succes had.
Evenmin als ten Westen van Pont a Mousson
schijnt de opvlamming van-den strijd in de
Argonne eenig effect van beteekenis te hebben.
Een telegram aan dit blad uit Ter Neuzen
spreekt van verschillende teekeuen, die er op
wijzen, dat aan de Yser dezer dagen een
ernstige poging tot doorbreken zal worden
gedaan. Wie zullen die poging doen, de bond
genooten of de Duitschers Te dien opzichte
geeft het telegram geen uitsluitsel, maar
waarschijnlijk zijn de bondgenooten bedoeld.
In alle geval lijkt ons de verwachting van de
Duitsche soldaten, dat zij eerlang naar de Yser
zullen worden gecommandeerd in verband met
de voortdurende beschieting van de brug over)
de rivier bij Nieuwpoort niet zonder belang.
De berichten van het Oostelijke gevechts
terrein maken den indruk, dat daande partijen
elkander thans vrijwel in evenwicht houden.
Geen enkele partij is in staat een succes te
boeken dat op de kaart af te bakenen is.
LONDEN, 21 Maart. (Reuter). Het Engel
sche stoomschip Flaminian, van Glasgow naar
Kaapstad onderweg, is Dinsdag vijftig mijl uit
de Scilly-eilanden in den grond geboord. De
bemanning van 41 koppen is opgepikt door
het Deensche s.s. Finlandia en te Holyhead
aan land gebracht.
Aan de bemanning was nauwelijks tijd ge
geven, zich in de booten te bergen.
De Flaminian mat 8500 ton en was in 1914
gebouwd.
PARIJS, 31 Maart. (Reuter.) Het minis
terie van marine maakt bekend dat gister
namiddag een Fransch oorlogsschip buiten
Dieppe een Duitsche duibboot opmerkte. Het
maakte er onmiddelijk jacht op en noodzaakte
ze te duiken. Toen beschoot het de periscoop
en trachtte de duikhoot te rammen. Op het
oogenblik dat de periscoop onder water ver
dween, kwam een groote hoeveelheid olie aan
de oppervlakte.
Men zal de rapporten van de kapiteins der
Duitsche duikbooten 36 en 28 moeten afwachten
als het niet dezelfde duikboot is geweest,
die de Falaba en de Aguila in den grond heeft
geboord en haar nummer had veranderd
voor men een oordeel mag vormen over de
bizonderheden die de Engelsche bladen ver
tellen,- zegt de N. R. C. Naar de verhalen
van de overlevenden, gelijk die bladen ze
geven, lijkt het wel, dat de Duitsche duikboot
in beide gevallen met onnoodige wreedheid
is opgetreden. Op de Falaba werd een tor
pedo afgevuurd terwijl er nog een aantal
menschen aan boord waren, en op de Aguila
met hét kanon geschoten, terwijl men er nog
bezig was de booten te strijken, zoodat drie
leden van de bemanning werden gedood.
Verscheiden werden er gewond. Dat is on
begrijpelijk van hardvochtigheid, vooral als
men leest, dat dezelfde duikboot een poos
later den stoomtreiler Ottilie aanhield en dien
niet in den grond boorde, maar kennis gaf,
daar-en-daar een Engelsch schip tot zinken
had gebracht en er vier booten waren ge
streken. De kapitein van de Ottilie wilde toen
nog de duikboot rammen, maar toen hij den
boeg op de duikboot wilde richten, zorgde
deze achter den treiler te blijven. De Ottilie
begaf zich naar de aangeduide plek en pikte
twintig schipbreukelingen van de Aguila op.
Hoe komt de kapitein van de duikboot in het
eene geval zoo hardvochtig en in het andere
zoo menschlievend Heeft misschien de
Aguila, terwijl de booten werden gestreken,
ook de duikboot trachten te rammen of er op
geschoten
Het torpedeeren van de Falaba, terwijl er
nog menschen aan boord waren van de
duikboot, die vlak bij lag, natuurlijk duidelijk
te zien is ook onbegrijpelijk. Behalve
daardoor zijn er veel menschen omgekomen,
doordat het strijken van de booten slecht in
zijn werk is gegaan. De paniek vermoedelijk.
Een boot viel met alle inzittenden te water.
Verscheiden zakten niet behoorlijk, vertelt een
overlevende, en kantelden. Een paar werden
tegen het schip geslingerd. De zee was woelig.
Kapitein Davis bleef op de brug en ging met
zijn schip onder. Dat de Duitschers op hun
duikboot de drenkelingen in hun doodstrijd
uitjouwden en uitlachten, gelijk verscheiden
geredden beweren, valt moeilijk te gelooven.
Wij hebben al iets meegedeeld uit het ge
sprek, dat Karl von Wiegand, de correspondent
van de New York World, te Kiel met kapitein
Claus*Hansen van de U 16 heeft gehad. Wij
nemen er nog iets uit over.
De Amerikaansche journalist vroeg of de
neutralen gevaar liepen. Ja, zei Hansen, omdat
de Engelschen de onzijdige vlag gebruiken en
ons rammen als ze kunnen en op ons schieten.
Of hij een Amerikaansch schip in den grond
zou boren Niet als hij het wist. Bovendien,
vervolgde hij glimlachend, er zijn zoo weinig
Amerikaansche schepen, dat wij ze vrij wel
kennen.
Kapitein Hansen vertelde van hetgeen hij
in het Kauaal had verricht, zijn laatste werk.
Hij torpedeerde een klein Engelsch schip,
nadat de bemanning in de booten was gegaan.
Fransche torpedojagers daagden op en hij
ontliep ze door weg te duiken. Dieuzelfden
avond hield hij tegenover Havre de Dulwich
aan. Hij gaf tien miuuten om in de booten
te gaan. Zij waren er binnen de vijf minuten
in. Hij torpedeerde het schip. Den volgenden
dag was hij voor Cherbourg. Juist voer de
Ville-de-Lille uit. Blijkbaar een Fransche
duikboot voor zich meenende te zien, heesch
het schip de Fransche vlag. Vervolgens ging
het er van door zonder op de seinen van de
U 16 te letten. Kapitein Hansen zag twee
vrouwen en twee kinderen aan boord. Na
tuurlijk kon ik het schip toen niet torpedeeren,
zei Hansen. Hij vervolgde echter het schip.
Eindelijk gaf dit het op, en alle 24 opvarenden
gingen in de booten. Met bommen werd het
schip tot zinken gebracht. De matrozen, die
het deden, namen een achtergelaten terrier
mee die is op de U 16 gebleven. Hansen
gaf de vrouwen en kinderen dekens en voedsel
en sleepte de twee booten tot vlak bij Barfleur.
Twee dagen later torpedeerde hij bij Dieppe
de Dinorah, die paarden en geschut aan
boord had.
De U 16 heeft geen druppel sterkedrank
aan boord, haast geen enkele Duitsche duik
boot. Wel heeft ze een orkest, bestaande uit
drie harmonica's, een accordion en een triangel.
Hansen kon moeilijk gelooven, dat de Engel
schen de gevangen genomen bemanning van
Duitsche duikbooten niet als krijgsgevangenen
zouden behandelen. „De Engelschen zijn er
te ridderlijk voor," zei hij. „Ze weten, dat
wij slechts onze bevelen gehoorzamen. Maar
in elk geval zal het de zaak niet veranderen.
Al hangen ze op wie ze te pakken krijgen,
wij zullen onzen plicht doen."
Amerikaansche bladen hebben een intervieuw
met den gezagvoerder van de Duitsche onder
zeeboot „U 16" kapitein Hensen, gehad. Deze
vertelde o. m. (we volgen de vertaling van de
N. R. C.)
„Het is een vreeselijk zenuw-moordend werk.
Niet iedereen kan er tegen. Wanneer wij
onder water varen heerscht een doodsche
stilte in het vaartuig, want de electrische
machine werkt geluidloos. Het is niets onge
woons de schroef van een boot te hooren die
over ons heen of dicht langs ons vaart. Wij
sturen uitsluitend op kaart en kompas. Wordt
de lucht in de boot warmer, dan wordt zij
allengs bedorven en mengt zij zich met de
stank van machine-olie. Dan wordt de atmos
feer afschuwelijk. Een overweldigende slaap
zucht maakt zich dikwijls van de nieuwelingen
meesteren het kost de uiterste wilskracht
om wakker te blijven. Ik heb mannen gehad
die de eerste drie dagen niet aten, omdat zij
geen oogenblikje slaap wilden missen. Dag
aan dag door te brengen in een zoo kleine
ruimte, waar ternauwernood ruimte is om de
beenen uit te strekken, en dan steeds op je
hoede te moeten zijn, is een geweldige belasting
voor de zenuwen.
Ik heb wel acht uur aan een stuk met mijn
oogen aan de periscoop gezeten en in het
schitterende glas gekeken tot mijn oogen en
hoofd er pijn Van deden. Wanneer de be
manning uitgeput is, pakken wij een flinken
slaap en rusten onder water uit. De boot
slingert dikwijls zachtjes met een beweging,
die aan een wieg herinnert. Voor wij naar
boven gaan, laat ik altijd verscheidene minuten
groote stilte in acht nemen teneinde, door te
luisteren aan de schelpduune wanden van den
onderzeeër, er ons van te vergewissen of er
ook schroeven in de nabijheid slaan."
Kapitein Hensen voorspelde nog, dat de
blokkade van de Engelsche kusten een krach
tiger karakter zal aannemen, zoodra de be
manningen der onderzeeërs meer met het werk
vertrouwd zullen wezen.
Men schrijft aan de N. R. C.
De economische toestand van de bevolking
té Antwerpen wordt met den dag ernstiger,
zoo zelfs, dat tal van middenstanders zich
hebben aangemeld om in den omtrek op het
land arbeid te verrichten, als het omspitten
van den grond voor het poten van aardappe
len, dat van wege het Dvitsche gouvernement
op groöte schaal plaats vindt. Als loon wordt
2 ct. per vierkanten meter voor omspitten op
een diepte van 40 c.M. betaald.
In het voorschrift omtrent het broodrantsoen
is weer wijziging gebracht. Tot voor eenige
dagen was dit 2 K.G. per week en per hoofd.
Sinds eenige dagen is bepaald, dat dit rant
soen voor personen beneden de 16 jaar slechts
1 K.G. mag bedragen.
In Hoboken is het eveneens met de be
volking treurig gesteld.
WEENEN, 31 Maart. (Wolff.) Officieel be
richt van den grooten generalen staf
Op het front in de Oostelijke Beskiden is
de dag tamelijk rustig verloopen. In de sec
toren die zich aan de Oostzijde hierbij aan
sluiten, duren de gevechten voort.
Op de hoogten ten Noorden van Disna en
ten Noordoosten van Kalna zijn opnieuw ver
scheidene stormaanvallen van de Russen, die
de vijand des nachts herhaalde, afgeslagen.
Ook ten Noorden van den Uzsok-pas zijn
nachtelijke aanvallen van den vijand met
zware verliezen voor hem gefnuikt. Er zijn
weer 1900 gevangenen aangebracht.
Op de overige gedeelten van het front is
niets van belang gebeurd. Er zijn daar alleen
artilleriegevechten geleverd.
Sedert 1 Maart zijn in 't geheel 183 officie
ren en 39,942 man gevangen gemaakt en 68
machinegeweren veroverd.
China en Japan.
LONDEN, 31 Maart. Naar de Pekingsche
correspondent van do Daily Telegraph meldt,
hebben de onderhandelingen in de zestiende
conferentie op Dinsdag een ongunstigen keer
genomen. Er komen berichten in over de
voorbereiding van een Japansche militaire
actie tegen de spoorwegen van Poekou (bij
Nanking aan de Jangtse) naar Tientsin en van
Moekden naar Peking.
BERLIJN, 31 Maart. Uit Peking wordt
gemeld dat Japan aan China een nieuwen
eisch heeft gesteld en wel op korten termijn,
namelijk om een verbod tegen den Chineesche
boycot van Japansche goederen uit te vaardi
gen. Dientengevolge kwam het te Peking tot
groote anti Japansche betoogingen, waarbij
ook Japansche consulaire beambten werden
aangevallen.
Het Nowoje Wremja verneemt uit Tokio
dat de aan het bewind gekomen Doschikai-partij
in een oproep tot het volk heeft verklaard,
te zullen optreden voor een politiek van defi
nitieve afrekening met China.
De Times meldt (vermoedelijk uit New-
York), dat er weer van een spoedigen vrede
gesproken wordt, vooral in financieele kringen,
waar men steeds meer geneigd is te gelooven,
dat Schiff, do Amerikaansche financier, gelijk
had, toen hij onlangs uiting gaf aan de over
tuiging, dat de oorlogvoerende partijen econo
misch niet in staat zouden zijn den oorlog
langer dan den herfst voort te zetten. Aan
het gemak, waarmede de Duitsche leening
van p. st. 2,000,000 in schatkistbiljetten is
geplaatst, hoofdzakelijk, naar het schijnt, te
Philadelphia, dankt deze meening voor een
deel haar onstaan.
Volgens de New-York Herald handelden de
bankiers te Philadelphia op grond van gezag
hebbende iulichtingen, volgens welke de oorlog
spoedig gedaan zou zijn. Dat Duitschland in
Amerika een leening heeft trachten te plaatsen,
hoewel het zoo weinig kan koopen, schrijft
men toe aan den wensch om zoodra de vrede
hersteld is in staat te zijn aankoopen te doen.
Een andere factor is Dernburgs redevoering,
waarin hij zeide het raadzaam te achten België
op te geven.
Aan den anderen kant maken de telegram
men uit Europa melding van de mislukking
van niet-officieele pogingen ten gunste van
den vrede, welke, zegt men, de president der
Unie heeft ondernomen door bemiddeling van
zijn vriend kolonel House, een rijk zakenman
uit Texas. Volgens een in omloop zijnd ver
haal heeft House de hoofdsteden der oorlog
voerende landen bezocht om te zien uit wel
ken hoek de wind woei. Als resultaat van
zijn verblijf te Berlijn zou hij gerapporteerd
hebben, dat zijn zending hopeloos was.
(N. R. C.)
Aan het Belgisch informatiebureau wordt
uit Havre gemeld
Op 27 Maart zijn hier 250 motorfietsen met
zijspanwagen aangekomen, bestemd voor het
Engelsche leger. Ze zijn gepantserd en de
soldaat die in het aangespannen wagentje
zal plaats nemen, heeft een mitrailleuze tot
zijn beschikking, om den vijand op een afstand
te houden.
Van regeeringswege is in Duitschland be
kend gemaakt, dat de aanmaak van oorlogs-
materieel, met name van munitie, niet mag
verslappen en dat daarom in het belang van
het land van de arbeiders in de werkplaatsen
van den staat en van particulieren, die aan
leveranties voor het leger bezig zijn, verlangd
wordt, dat zij alleen op Eerste Paaschdag
vrijaf nemen.
PETROGRAD, 30 Maart. De „Rjetsj" ver
neemt uit Tokio, hoe de Japansche minister
van buitenlandsclie zaken, baron Kato, aan
den correspondent van dat blad meedeelde,
dat 250,000 man Japansche troepen gereed
staan ter inscheping naar China en Mantsjoerije.
Doorbreken aan de Yser?
Van het Westelijke gevechtsterrein.
BERLIJN, 1 April. (Wolff.) Officieele mede-
deeling uit het groote hoofdkwartier
Bij de vermeestering van het door de Belgen
bezette klooster Hoek en van een klein steunpunt
bij Dixmuiden hebben wij een officier eu 44 Belgen
gevangen genomen.
Ten W. van Pont a Mousson in en bij het Le
Prêtre-boseh is de strijd gisterenavond tot staan
gekomen.
Op eenige plaatsen zijn de Franschen in onze
voorste loopgraven binnengedrongen.
De strijd wordt vandaag voortgezet.
Bij voorpostengevechten ten N.O. en O. van Lu-
néville hebben de Franschen zware verliezen geleden.
In de Vogezen zijn alleen artillerie-gevechten
geleverd.
De Lodewijk van Nassau aangehouden.
Reuter seint uit Londen
Het Hollandsclie stoomschip Lodewijk van Nas-
san is in het Kanaal aangehouden en naar New-
haven opgebracht. Het is vastgesteld, dat de lading
bestond uit lijnolie.
Verondersteld wordt, dat het stoomschip vijande
lijke onderzeebooten van olie voorzag.
Het stoomschip had geen acht geslagen op twee
seinen om te stoppen. De bemanning bestaat voor
het meerendeel uit Duitschers, de gezagvoerder
was niet in st&at zijn papieren te toonen.
Het stoomschip is voorloopig weer vrijgelaten.
N. R. C.
Engelsche stoomschepen in den grond geboord.
Een Duitsche duikboot geramd
Getorpedeerde Engelsche schepen.
LONDEN, 1 April. [Reuter.] Toen het stoomschip
Crown of Castile, van Newfoundland naar Havre,
de duikboot zag, riep de kapitein vrijwilligers op
om te stoken. Drie kwartier duurde de vervolging.
Toen troffen schoten de brugkajuit. De bemanning
kreeg een half uur om te ontkomen. Het duurde
twee uur voor de Duitschers met kanonschoten en
bommen het schip tot zinken hadden gebracht.
Twintig Chineesche stokers waren zoo ontsteld,
dat zij niet konden meedoen aan het vaart maken.
De bemanning van de duikboot pochte er op, dat
zij de Falaba in den grond had geboord. Zij jouw
den en schreeuwden hatelijk: „Brittannia rules the
waves 1" Een officier zeiWe hadden eerst plan
jullie allen in den grond te schieten, maar we be
sloten ten slotte jullie een kans te geven. De
bemanning roeide 6V2 uur voor ze werd gered.
De Crown of Castile had veevoeder aan boord.
De duibboot, die het schip Dinsdag bij de Scilly-
eilanden tot zinken bracht, was de U 28. Het
nummer was overgeverfd, maar van dichtbij nog
te onderscheiden. De Crown of Castile liep op
zijn best 12 knoops. De officier van de duikboot
zei tegen de Engelschen, dat zij in vier dagen zeven
schepen in den grond hadden geboord, en voegde
er sarkastisch bij „Brittannia rules the waves, eh
Waarop een stnurman antwoordde met do woorden
van minister Asquith „Wait and see" [wacht een
beetje].
De Flaminian liep niet harder. De eerste stuur
man van dat schip schatte de vaart van de U 28
op 17 knoop. Toen de bemanning het schip verliet
lag het Deensche stoomschip Finlandia dichtbij te
wachten. Het nam haar vervolgens op. De U 28
loste 28 schoten op de Flaminian, die, zoover de
Engelschen konden zien, geen uitwerking hadden.
Tenslotte was er nog een torpedo noodig.
De Duitsche duikbooten.
Het leven in een duikboot.
Treurig gesteld in Antwerpen.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
ST. PETERSBURG, 31 Maart. [Pet. Tel.-Ag.]
Mededeeling van den generalen staf
Op het gevechtsterrein ten westen van de Njemen
duren de gevechten voort. In de omstreken van
Krasnopolo vorderen onze troepen met succes en
dwongen de Duitschers gisteren tot een overhaasten
terugtocht, waarbij wij ongeveer 200 man met 2
officieren gevangen maakten en 2 mitrailleurs
vermeesterden.
In de Karpathen werd ons offensief voortgezet.
Maandag hebben wij opnieuw 38 officieren en on
geveer 1750 man gevangen genomen en 5 mitrail
leurs buit gemaakt.
Uit de Vereenigde Staten.
Vrede in financieele kringen.