Oorlogsberichten. Biimenlandsch Nieuws. Uit Stad en Provincie. van de, zeestraat gevallen, maar de verster kingen aan de eigenlijke engte zijn intact. Die forten aan den ingang, al zijn ze verwoest, zijn trouwens niet in handen van de gealli eerden, want wel is er den 25sten Januari, naar toen werd gemeld, een landingsafdeeling op de Aziatische kust ontscheept, die het fort Kum Kaleh heette te hebben bezet, maar later is van Engelsche zijde weer gemeld, dat de forten aan den ingang opnieuw worden ge bombardeerd, om den Turken te verhinderen ze te herstellen. Ze zijn dus blijkbaar geen van beide in het bezit der bondgenooten gebleven. Men kan met reden veronderstellen, dat de actie ter forceering van de Dardanellen daarom vrijwel tot stilstand is gekomen, omdat de bondgenooten wachten op een landingsleger, zonder hetwelk de Dardanellen niet duurzaam kunnen worden geopend. Hierdoor wordt bevestigd, dat zij het krijgsbedrijf tegen de zeeëngten voorbarig, immers voordat zij over voldoende middelen beschikten om het met succes te volvoeren, hebben aangevangen, en wel met het doel om den wereldbrand te hunnen bate verdere uitbreiding te geven, om Italië en Griekenland in de eerste plaats, misschien ook de andere Balkanstaten, in den strijd te mengen. Griekenland bijv. zou dan meteen een landingsleger kunnen verschaffen. Wat dit streven, zoowel in politiek als in krijgskundig opzicht op den duur nog zal uitwerken, valt niet te voorspellen. Wel echter kan men zeggen, dat een snel beslissend succes in beide opzichten is uitgebleven. Naar onze correspondent te Athene heeft geschreven, wordt gemeld, dat Goenaris, de nieuwe minister-president, de Kamer, waarvan de meerderheid Wcnizelos-gezind is, voor dertig dagen naar huis zal sturen' Als het tijdstip aanbreekt, waarop bij zich volgens de grond wet aan het parlement moet vertoonen, zal hij de Kamer ontbinden, 't Duurt dan weer vijf-en-veertig dagen, voor de verkiezingen moeten plaats hebben, misschien niet alleen in oud-Griekenland, maar ook in de nieuwe provincies. Het volk moet dan beslissen, of 't met de nieuwe minister genoegen neemt. Als Goenaris zulks weet door te zetten, zal bet op zijn minst 100 dagen duren, voor er weer sprake van is, dat Griekenland mee gaat doen en een landingscorps ter beschikking kan stellen. Ook Italië heeft zich nog niet aan de zijde der entente geschaard, toont zich integendeel tot onderhandelingen met Oostenrijk en üuitschland niet ongeneigd. Aan den anderen kant valt niet te loochenen, dat dit rijk, al doet het voorshands niets positief tegen het drievoudig verbond, zoolang het blijft weifelen, toch ten nadeele van de centrale mogend heden invloed op het krijgsbedrijf oefent. Immers, zoolang deze rekening moeten blijven houden rpet de mogelijkheid dat Italië tegen hen partij kiest, hebben zij Tiiet de vrije be schikking over de reserves, die zij zoo goed als de entente-mogendheden zullen hebben gevormd, of bezig zijn te vormen. De terreinwinst van de Engelschen bij Neuve Chapelle hebben wij gisteren nader omschreven. Hoe het staat bij St. Eloy is nog niet duidelijk. De Duitschers meldden gisteren, dat de Engelsche stelling bij St. Eloy in hun handen was. Volgens een Éngelsch bericht duurt de strijd daar nog voort, volgens een Fransch bericht is de stelling hernomen. Welke van deze onderling strijdige lezingen men ook aanvaardt, duister blijft toch nog hoe nu het front daar in de buurt loopt. De Times liet op een kaart van 16 Januari het front der bondgenooten ten Westen van Wytschate naar Hollebeke (2 K.M. ten Oosten van St. Eloy) ombuigen en op de kaarten, door eenige Engelsche bladen dezer dagen uitgegeven om het succes bij Neuve Cbapelle te ilustreeren, stond, de frontlijn nog evenzoo aangegeven. Volgens deze kaarten hebben dus den Engelschen ook na de herovering van St. Eloy in die streek eenig terrein ver loren en wel waarschijnlijk in dier voege, dat de boog, die hun frontlinie om Yperen (welk belangrijk kruispunt, naar men weet, in handen der bondgenooten is) hier maakt, weer evenals vroeger, wat scherper is uit gedrukt. Veel te beduiden heeft het in alle geval niet. Van het Westelijke gevechtsterrein. PARIJS, 17 Maart. (Reuter.) Officieel berichtHet Belgische leger heeft aan de Yser vorderingen gemaakt en een vijandelijken tegenaanval afgeslagen. De Duitschers hebben een vruchteloozen aanval gedaan op Notre Dame de Lorette, en Soissons en Reims beschoten. De kathedraal is door twee granaten getroffen. In Champagne bebben wij over een front van 500 M. een belangrijke hoogte, die de vijand bezet hield, veroverd. Beschieting van Nieuwpoort. PARIJS, 17 Maart. (Reuter.) De Duit schers beschieten Nieuwpoort hevig met 40 c.M. houwitsers. De Belgen trekkefi partij van het vallen van het water om vooruit té komen. Zij hebben twee vooruitgeschoven stellingen van de Duitschers bestormd. De eene ^stelling (de hoeve Kloosterbroek) ligt dicht bij Oudstuiverskerkede andere stelling is een linie loopgraven aan den weg van Pervyse naar Schoorbakken. Twee kinderen door bommen gedood. BERLIJN, 18 Maart. (Wolff.) Officieele rnededeeling uit het groote hoofdkwartier Een voorwaartsche beweging van de Fran- schen tegen onze stelling aan de zuidelijke helling van de Lorettohoogte is afgeslagen. Gedeeltelijke aanvallen van de Franschen in Champagne ten N. van Lemesnil zijn door tegenaanvallen tot staan gebracht. Een daar tegen den avond opnieuw begonnen aanval werd met zware verliezen voor den vijand afgeslagen. In de Argonnen verflauwden gisteren de gevechten. Fransche vliegers hebben op de open Elzas- sische stad Schlittstadt bommen geworpen waarvan slechts een uitwerking had. Zij trof een kweekschool voor onderwijzeressen, waarbij twee kinderen gedood en tien zwaar gewond werden. Als antwoord hierop werd vannacht de vesting Calais met bommen van zwaar kaliber bestookt. 18 Maart. De actie aan het Yserfront wordt heden blijkbaar voortgezet. Gisteren werd het kanongebulder gedurende den geheelen dag te Sluis en omstreken gehoord. Hedenochtend vroeg begon het weder. Het centrum van den strijd schijnt ten Noordwesten van Dixmuiden te liggen. Yele Duitsclie troepen worden in de richting van het front gezonden en veel gewonden komen terug. 18000 man gebleven bij Neuve Chapelle De Times bevat een teekenend hoofdartikel, dat als een voorbereiding op de noodzakelijk heid van de invoering van dienstplicht in Engeland klinkt. Het blad verklaart dat „men algemeen gelooft", dat de verliezen der Engelschen bij het gevecht om Neuve Chapelle, volgens een ruwe schatting, tweederden van die van de Duitschers hebben bedrogen, welke Sir John. Frensch op tusschen de 17,000 en 18,000 man stelt. Dit zijn ernstige getallen, al is het gevecht dan ook in het voordeel van de Engelschen uitgevallen. En nu staat men nog aan het begin van een veldtocht, die in ernst binnen de eerstvolgende weken geopend zal worden. Het blad heeft alle vertrouwen in den eiuduitslag, maar men weet dat de oorlog door ernstige gevechten en door offers, zwaarder dan Engeland nog ooit heeft moeten brengen, gewonnen zal moeten worden. Er worden stappen gedaan om op groote schaal voor de gewonden te zorgen, maar welke stappen worden genomen om hen te vervangen? Indien de laatste reserves aan weerskanten den eindstrijd zullen beslissen, hoe moeten die reserves dan verkregen en geoefend worden Denken wij vraagt de Times als natie daar' wel aan Het blad verwijst verder naar een ingezon den stuk van den voorzitter van een provin ciaal recruteeringscomité waarin gezegd wordt dat het vrijwilligersstelsel teekenen van uit putting begint te vertoonen. Ook in Ierland gaat het, ondank de pogingen van Sir Edward Carson en Redmond slecht met de aanwerving voor het leger. Het blad besluit zijn artikel met de volgende teekenende zinnen „Indien het vrijwillige stelsel inderdaad teekenen van zwakheid vertoont, zouden "wij er de regeering en het volk opnieuw aan willen herinneren, dat de vraag van andere maatregelen bijtijds overwogen dient te worden. Lord Haldane zelf heeft ons gezegd, dat toe vlucht tot dienstplicht bij een groote onver wachte nationale gebeurtenis noodig zou kun nen zijn. Maar het zal te laat zijn, om een zoo groot en ingewikkeld vraagstuk te be- studeeren nadat die gebeurtenis is ingetreden. Dan moet het stelsel klaar zijn om toegepast te worden, en opdat het klaar zij, moet het van alle kanten lang van te voren overwogen en beschouwd worden. De groote leider van de groote democratie aan geen zijde van den At:antischen Oceaan deinsde voor dwang niet terug, toen de republiek in een doodelijken strijd voor alles wat haar dierbaar was, ge wikkeld was. Wij zijn overtuigd, dat, als de regeering te eeniger tijd ons volk mocht vragen wat Abraham Lincoln aan zijn stam verwanten vroeg, het het offer van heeler harte zou brengen. Het heeft zijn zinnen op de overwinning gezet, want het weet dat het tegendeel van de overwinning de ondergang is. Het zal voor geen middelen, die de over winning mocht eischen, terugdeinzen." Een heldendood. De Belgische oorlogscorrespondent van de Tijd meldt uit De Panne De dagen lijen zich aan de dagen. Wat vóór een halfjaar ons onmogelijk leek is als gewoonte geworden, en waarover ik u in het begin van den oorlog een breedvoeriger! zou hebben geschreven, met uitgesponnen leed en droevenis, is thans een zóó alledaagsch ge beuren, dat ik het niet meer beschrijven durf, omdat 't zoo „alledaagsch" is Een uitzondering zij mij dezen keer vergund. Mij werd door een ooggetuige het verhaal gedaan van een heldendood, even tragisch als grootsch. Hij was een jonge man van de klasse '13, meen ik. Hij was uit Antwerpen geraakt na den val, had zich moedig gedragen, was van den troep weggeraakt, maar had zich ten slotte toch weer bij de zijnen kunnen voegen. Aan den Yser heeft hij dapper gestreden, was de eerste, om zich voor moeilijke opdrachten aan te melden, kortom, was een voorbeeld zijner kameraden. Daarbij diep-geloovig en blijmoedig. De brieven, 'die hij naar huis stuurde, golden vooral zijn moedér, die nog in leven is en helaas als vluchtelinge in Engeland toeft, hetgeen voor den soldaat wel het grootste leed was. Verleden week werd een zijner kameraden aangewezen voor een uiterst gevaarlijken waarnemingspost. Een zóó gevaarlijk punt, dat in den mond der piotten de post de wacht van den dood werd genoemd. De aangewezene was een arme drommel, vóór den oorlog de kostwinner zijner gebrekkige ouders, hetgeen hij nog na beëindiging van den krijg zoo vurig hoopte te kunnen Zichtbaar geblikt ging de aangewezene onder de taak, hem opgelegd. Toen aarzelde de meergegoede niet. „Mijn moeder zal mij missen en betreuren, maar ze zal zonder mij kunnen 1" redeneerde hij. En hij meldde zich vrijwillig aan bij den commandant, om zijn kameraad te vervangen, die eerst later alles te weten is gekomen. Laat ik kort zijn, het ging alles- zoo snel. 's Nachts betrok hij den post, 's morgens be treurden de Belgen een trouwen kameraad, die zijn leven voor een ander geofferd had. Zijn graf noch zijn heldendood zullen zij vergeten. De duikboot- en mijnoorlog. LONDEN, 17 Maart. (Reuter, officieel.) Het stoomschip Fingal (1562 ton) is Maandag voor de kust van Northumberland getorpedeerd en gezonken. Van de opvarenden zijn 6 ver dronken, daaronder de hofmeesteres. Het stoomschip Atlanta (519 ton) is Zondag voor de Westkust van Ierland getorpedeerd. Men meldt uit Hoek van Holland Het Engelsche stoomschip Leeuwarden, varende in geregelden dienst van Londen naar- Ilarlingen, is 4 mijlen ten noordwesten van het lichtschip Maas'door de Duitsche duikboot U 28 in den grond geboord. De bemanning van 16 koppen (14 Engelschen en 2 Hollan ders) is door de stoomloodsboot No. 9 gered en te Hoek van Holland geland. Aan de bemanning werd vijf miliuten tijd gelaten om het schip te verlaten en daarna heeft de duikboot de sloepen opgesleept tot bij het stoomloodsvaartuig. Van het Oostelijke gevechtsterrein. WEENEN, 17 Maart. fV^olf.) Officieel bericht van vanmiddag uit het groote hoofd kwartier In Russisch Polen en YVcst-Galicië zijn ook gisteren op zich zelf staande aanvallen van den vijand afgeslagen. Op het front in de Karpathen is niets van belang gebeurd. In de streek bij Wyszkow hebben vijande lijke afdeelingen getracht door herhaalde nachtelijke aanvallen de door onze troepen veroverde stellingen te hernemen. Deze aan vallen zijn alle mislukt. Ten zuiden van de Djnestr wordt hier en daar gevochten. De toestand is er onveranderd. Een aanval van vijandelijke infanterie op den zuidelijken oever der Pruth, ten oosten van (Jzernowitz, heeft door ons vuur spoedig schipbreuk geleden. Aan de Dardanellen. LONDEN, 17 Maart. Uit een vertraagd telegram vau Maandag uit Athene aan de Daily News Zaterdag heeft een smaldeel van 5 Engel sche schepen, na vernomen te hebben dat de Turken verplaatsbare batterijen in stelling brachten, liet vuur op de kanonnen geopend. De lichte kruiser Amethyst, die het smaldeel leidde, drong ver de zeeëngte in de richting van Nagara binnen. De Turksche batterijen slaagden er in het schip met 22 granaten' te treffen. Van de bemanning werden 28 gedood en ongeveer hetzelfde aantal gewond. De Amethyst keerde terug en wierp voor Phanari het anker uit. De „Dresden" gezonken. Uit Luik wordt aan de Tijd gemeld, dat het bericht der vernietiging van de „Dresden" allerwegen voldoening heeft gewekt, nl had men reeds de overtuiging, dat den een of anderen dag de kruiser in de macht der hem geregeld achterna zitende Engelsche eskaders moest vallen. Uit nader ingekomen berichten blijkt, dat de „Dresden" telkens weder de Amerikaan- sche kusten opzocht, waar hij reeds in Fe bruari was gesignaleerd. Reeds bij zijn laat ste omvaart van Kaap Hoorn was de kruiser die met nieuwe, gefingeerde schoorsteenen naar de Z. Amerikaanscbe Westkust stoomde, door een patrouilleerenden Engelschen hulp kruiser opgemerkt. Van toen af begon een geregelde jacht op het Duitsche schip, dat eindelijk bij de Juan-Fernandez-eilanden ver rast kon worden, dank zij een behendigen berichtendienst der draadlooze telegrafie, welke met de kusten gemeenschap hield. Reeds de eerste schoten, door de zware kanonnen der „Glascow" gericht op den Duitschen kruiser, welke trachtte te ont vluchtten, waren raak en maakten de stuur inrichting van het schip machteloos. Door een behendige manoeuvre sloot het Engelsche eskader de getroffen „Dresden" aan drie zij den in, en toen aan boord de vlammen bé- gonnen op te stijgen, deed de kapitein de vlag strijken. Tevergeefs had hij enkele minuten het scheepsgeschut doen werken na een even heldhaftige als tragische verdediging zag hij het nuttelooze in van verderen tegenstand. De brand had de scheepsruimen aangetast en was niet meer te stuiten. Wilde de gezag voerder niet het leven der bemanning roekeloos aan water of vuur overleveren, dan schoot hem niets anders over, dan zoo snel mogelijk te capituleeren, alvorens de vlammen de kruit kamers hadden bereikt. Hij koos toen liet laatste, nadat hij allo maatregelen had genomen, dat het schip ook voor de Engelschen hopeloos zou verloren zijn. De dappere Duitsche bemanning van het gezonken schip is met alle krijgsmanseer dooi de Engelschen behandeld. De afwezige Belgen. BRUSSEL, 18 Maart. Uitvoerige nieuwe bepalingen zijn uitgevaardigd in zake de be lasting der afwezige bewoners. De gemeente besturen moeten lijsten opmaken en ten spoedigste inleveren van de Belgen, die op 1 Maart j. 1. nog niet naar België waren teruggekeerd. Buitengewone zitting Prov. Staten. Naar wij vernemen zullen de Prov. Staten van Zeeland in buitengewone zitting bijeen geroepen worden tegen Vrijdag 26 dezer,'voor de verkiezing van een lid der Eerste Kamer ter vervanging van wijlen den heer Hovy. Eeste Kamerverkiezing. Het verluidt, dat de onlangs benoemde burgemeester van Middelburg, de heer Dumon Tak, is aangezocht de candidaat van vrij zinnige zijde te zijn voor het lidmaatschap van de Eerste Kamer, ter vervanging van wijlen den heer Hovy, in welke vacature de Provinciale Staten van Zeeland, waarin de verhouding van rechts tot links weinig ver schilt, 26 dezer zullen voorzien. Onder w ij s aan Prinses Juliana. Hare Majesteit de Koningin en Zijne Ko ninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden hebben met ingang van 15 April a.s. aan mejuffrouw B. Cohen Stuart opgedragen, on derwijs te geven aan Hare Koninklijke Hoog heid de Prinses. Daartoe zal met eenige andere kinderen een kleine klasse worden samengesteld. Mejuffrouw Cohen Stuart, die thans nog tijdelijk werkzaam is aan de school, van den heer J. Ligthart, zal het onderwijs geven volgens diens methode. Zij bezit de hulp-akte lager onderwijs en de akte nuttige handwerken en bekwaamt zich voor de hoofd-akte. De eerste jaren zal in bedoelde klasse geen godsdienstonderwijs worden gegeven, daar Hare Majesteit aan zich wenscht te houden dat onderwijs persoonlijk bij de Prinses voort te zetten. Mejuffrouw Cohen Stuart is catechisante van dr. J. A. Cramer.* Uitvoerverbod van varkensvleesch. Met ingang van beden is de uitvoer van varkensvleesch in eiken rorm verboden. Tot dezen maatregel is de minister van landbouw, nijverheid en handel genoodzaakt door de voortdurend stijgende prijzen van het varkensvleesch hier te' lande, welke stijging naar het zich laat aanzien, in de naaste' toe komst nog niet tot staan zal komen, zoo geen maatregelen genomen worden. In dit verbod van uitvoer dreigt evenwel het gevaar, dat de fokkers en mesters, ver ontrust door vrees voor een belangrijke daling van de prijzen, hun bedrijf niet méér loonend achten, en dit zullen staken. Dit dient te worden voorkomen en daarom worden maat regelen beraamd, om te zorgen, dat bet fok- kers- en mestersbedrijf loonend blijft. Hiervoor is het echter noodig, den uitvoer tijdelijk geheel te verbieden, ten einde een regeling te kunnen treffen, die den minver mogende in staat stelt, tot billijken prijs varkensvleesch en spek te koopen en die tevens waarborgen geeft, dat de fokkers, mesters en fabrikanten van vleeschwaren met goed gevolg hun bedrijf kunnen voortzetten. In den loop van deze week zijn of worden te dien einde alle belanghebbenden tot be sprekingen uitgenoodigd. Men waarschuwt, dat niemand zich dus be hoeft te verontrusten en iedere mester en fokker zijn bedrijf rustig kan voortzetten. TER NEUZEN, 19 Maart 1915. De nieuwgebouwde R. K. kerk alhier werd gisteren (Donderdag) in gebruik genomen. Hoek. Het onderzoek naar de ontvreemding van winkelwaren bij den winkelier B. alhier, waarvan wij melding maakten, heeft uitge maakt, dat zeer jeugdige kinderen de daders waren. B. is inmiddels door de betrokken ouders schadeloos gesteld. Het gevaar aan de grenzen. Ten spijt van het zeer strenge toezicht vanwege het Duitsche gezag aan de Belgische grens worden er toch nog steeds personen gevonden, die hun leven blootstellen, om door de posten heen te komen. Hoe gevaar vol dergelijke pogingen zijn blijkt wel nit het volgende Een in de omgeving van Hoek vertoevend vluchtelinge zou in gezelschap van anderen trachtten België binnen te sluipen, teneinde zich in hare woonplaats van den stand van zaken te kunnen overtuigen. Om ecRter eenigzins voor mogelijken onraad beveiligd te zijn, kwamen zij met een paar smokkelaars overeen, hun door deze personen tegen beta- taling den weg te doen verkennen. Aldus trok men 's nachts er op uit. De smokke-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 2