Antirevolutionair
coot
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
De Oorlog-
FEUILLETON.
IDe Broeders.
Uit de Pers.
Uit de Tweede Kamer.
Zaterdag 20 Maart 1915.
12e Jaargang.
No. 1207.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
3
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITÏOOIJ Az. te TER NEUZEN
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave
c
I
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE: ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIE^! TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. J
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
V De Rijksmiddelen in 1915.
De opbrengst der rijksmiddelen (hoofdsom
eri opeenten) over de maand Febr. 1915 be
droeg f9.712.869,21.
Het één-twaalfde der raming over liet ge-
heele jaar bedraagt f 13.356.333,26.
Wij laten hieronder volgen de inkomsten
over de eerste twee maanden van 1915, ver
geleken met die over de eerste twee maanden
van 1914.
Middelen.
Grondbelast.
Personeel
Inkomstenbel.
Bedrijfsbel.
Hoofdsom
Opcenten
Vermog.bel.
Hoofsom
Opcenten
Invoerrechten
Formaatreg.
Suiker
Wijn
Gedistilleerd
Zout
Bier en Azijn
Geslacht
Goud, zilver
Esaailoon
Zegelrechten
Registratier.
Hypotheekr.
Successier.
Domeinen
Staatsloterij
Jacht, vissch.
Loodsgelden
1915.
638.379.895
701.532.64=
1.905.067.86
378.787.45
425.585.20=
81.133.49
2.525.145.44=
3 987.90
5.399.422.83
43.086.19
2.254.1*86.08
435.389.83
195.757.37
1.130.517.61
53.227.47.5
86.47=
736.508.01=
700.117.30
57.053.56=
2.573.499.62=
111.823.32
113.212.52
920.—
221.113.07=
1914.
670.854.85=
611.479.00=
1.325.953.93
132.595.38
- 402.222.65=
40.222.26
21864.817.83
5.31U
4.514.982.51
43.713.09
4.764.243.09
344.312.81
218.346.43
905.736.99
92.470.35
82.15=
1.212.450.96
1.355.752.64
134.914.48=
2.589.254.135
132.449.87=
184.020.61=
2.308.42
565.969.84=
Totaal,. f20.686.54U7 f23,114.474.31=
Bij het bedrag der bedrijfsbelasting is in
begrepen hetgeen aan Ned.-ïndië zal zijn uit
te keeren.
De opcenten geheven ten bate van het
Leeningsfonds 1914, gaven de volgende op
brengst Directe belastingen .grondbelasting
f21.635.49; suikeraccijps f266,855.50; wijn
accijns f3.658.65; accijns binnen- en buiten-
landsch gedistilleerd f'227.297,52zegelrecht
van buitenlandsche effecten fl7.740.37V2;
registratierechten f64.963.651/jhypotheek
rechten f 1.725.91 Vgtotaal der opbrengst
f 696.877.18y8. M. Crt
Z E L A N D I A.
46)
Anna voedt den verderfelijken hartstocht
om haar spijt en ergernis, waarvan Gerrit
zelfs de minste notitie niet meer schijnt te
nemen, voor eenige uren kwijt te zijn.' Wel
heeft haar man de zwaarste bedreigingen
tegen haar uitgebracht, als hij haar weer be
trapt, maar wat stoort ze zich daaraan Slechts
de zorg voor haar kinderen weerhoudt haar,
zich geheel over te geven aan den schrikke-
lijken demon die haar regeert.
Het heeft een heel tumult gegeven, toen
Gerrit haar meedeelde-, dat Karei, pas thuis
van de school, de plaats van een der ont
slagen arbeiders zou innemen. Dat zou nooit
gebeurénhij, de zoon van Wouters, zou
moeten zwoegen als het kind van een arbeider
die schande wilde ze zich ten minste niet
laten aandoen dat ging te ver. Maar al haar
tegenwerpingen, al haar verzet was vruchte-
Dankbaar.
Verblijdend is het te zien, hoe telkens weer
de bladen berichten brengen, dat de offer
vaardigheid voor onze Christelijke instellingen
ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden eer
toe- dan afneemt. Nu deze, dan gene instel
ling op Kerkelijk-, School- of Philanthropisch
gebied laat haar stem hooren, om van haar
behoefte aan steun te doen blijken en telkens
weder voorziet ons volk op milde wijze in
den nood.
Het is zulk een heerlijke tegenstelling met
wat we om ons heen zien.
Daar wordt van alle zijden de verbitterde
krijg gevoerd, mannen in de kracht des levens
bij duizenden en tienduizenden ten doode ge
voerd, Janden en steden verwoest. En dat
alles louter en alleen om den strijd voor de
economische macht. Het stoffelijk bezit overal
voorop gesteld en voor dat bezit alles opge
offerd. Want men tracht wel aan dat alles
een schoonen glimp te geven, door het voor
te stellen als ging het om de cultuur, maar
ook zóó blijft die cultuur dan altoos het
tweede, niet meer dan een gevolg, dat eerst
komen kan, als de bange strijd om de voor
aanzitting op stoffelijk gebied is uitgetreden.
Juist door dien strijd om de macht endoor
de donkere wolken, waarmede ook onze vader-
landsche hemel bedekt werd, is onder ons do
geestelijke snaar in het hart geraakt. Het
ware snoode ondankbaarheid jegens God, in
dien we niet den voorspoed en groei, die onze
Christelijke beweging in den laatstcn tijd
mochten geworden, op lioogen prijs zouden
stellen, dat zou ons schuldig doen staan. Maar
voor do verliooging van geestelijk leven, die
ons thans door de spannende tijden gewerd,
mogen we zeker niet minder danken. En niet
liet minst schoon komt dat uit, wanneer blijkt,
dat men onder ons, als het geestelijke om
steun vraagt, los is van liet stoffelijke. Ver
goding van de stoffelijke macht óm ons heen,
en wij als Christenen daartegenover met de
daad toonend, dat voor ons liet stoffelijke aan
het geestelijke ondergeschikt en dienstbaar is.
De jaren van voorspoed met al de daaraan
verbonden gevaren hebben onder ons Christen
volk" de spankracht van het zielsleven niet
verzwakt.
Wij kunnen daarvoor niet dankbaar genoeg
zijn. (De Rotterdammer.)
Onze Koningin blijft voorgaan.
Onze Koningin blijft voorgaan als eene
trouwe landsmoeder.
Zij wekt door haar vorstelijk voorbeeld haar
loos geweest't moést en Karei, verschrikt
over het woeste tooneel van een vader en
een moeder, die met dreigende gebaren tegen
over elkander stonden en bevreesd, dat liet
tot handtastelijkheden zou komen, hadzijn
moeder toegeroepen, dat hij zelf graag mee
vvo 11 werken, dat hij groot en sterk was, dat
hij niets liever zou doen, dan den heelen dag
in het bedrijf zijns vaders bezig te zijn. Het
einde was geweest, dat zij er maar weer in
berust had, zooals ze ten siotte' in alles moest
berusten.
Karei en Greta hebben zich steeds sterker
aan elkander gehecht. Het gemeenschappelijk
leed, waarover ze evenwel bijna nooit spreken
omdat liet voor hun kinderharten inderdaad
onuitsprekelijk is, heeft hen nauwer aan
elkander verbonden. En als Karei niets te
doèn heeft, en dat gebeurde maar zelden be
halve op den Zondag, zoekt hij Greta op en
beiden zetten ze zich neder op een eenzaam
plekje, om ongestoord te kunnen praten. In
die stille uren heeft Karei aan Gree verteld
van zijn slecht gedrag in de stad, ja, haar
zelfs niet verheeld, wat hem ten huize van
oom Hendrik is wedervaren. En ze hebben
gesproken over Eva en Jacoben Gree heeft
zich nog eens herinnerd aan de onvergeteljjke
uurtjes met haar lieve nichtje doorgebracht
en toen is ook de valsclie aantijging van Karei
onderdanen op tot eene trouwe betrachting
van liet: bid en werk.
De geestelijke toon van teere godsvrucht
ontbreekt niet.
Denk slechts aan den heerlijken Kerstgroet,
waarmee zij haar volk opriep naar Bethlehems
kribbe te gaan.
En dan, hoe spreken hare maatschappelijke
gedragingen van hoog plichtsbesef.
In alles leeft zij met haar volk mee.
Bij liet Nationaal Steuncomité verraste zij
door haar Koninklijk initiatief en milden zin.
Bij de Staatsleening was de Koningin voor
een enorm bedrag de eerste, die inschreef.
Geen werk van barmhartigheid, dat den
oorlogsnood zoekt te ieenigen, of Onze Ko
ningin steunde het.
N11 pas weer schonk zij aan de Nationale
Vereeniging tot steun aan miliciens 25 mille.
Waarlijk, in deze dagen van spanning zijn
tusschen Neerland en Oranje nieuwe banden
gelegd. (De R.)
Zitting van Donderdag 18 Maart.
Indische leening overteekend.
De t ij d e 1 ij k e voorzitter van den
ministerraad deelt mede, dat de I n-
d i s c li e 1 e e n i 11 g de gekoesterde verwach
tingen verre heeft overtroffen. In Indië is
ingeteekend voor ruim 64 millioen, in Neder
land voor ongeveer 66 millioen.
Het wetsontwerp in zake de
veroordeeling aangenomen.
Vervolgens wordt de beraadslaging over
liet wetsontwerp in zake de voorwaar
de 1 ij k e veroordeeling voortgezet.
De lieer Hugenholtz (S.D.A.P.,) ver
dedigt in afwezigheid van den heer Mendels
het door dezen met den lieer Kleerekooper
voorgestelde amendement, om reeds nu liet
ondergaan van een derde van de gevangenis
straf (minimum 4 maanden) de voorwaardelijke
invri]heidsstellicg mogelijk te maken, in de
plaats van de twee dorden, die liet ontwerp
wil. Ook verdedigt spr. de andere strekking
van het amendement, om de voorwaardelijke
invrijlieidsstelling mogelijk te maken voor
allen die hooger dan met 1 Jaar zijn gestraft.
De lieer Sasse van lJsselt (R.-K.)
bestrijdt het amendement op grond van de
overweging, dat dan de algemeen preventieve
werking van de straf verloren zou gaan.
De minister van justitie voegt
daar nog aan toe, dat het gezag van liet
.rechterlijk gewijsde te veel zou lijden.
Het Woensdagavond ingediende amendement
tegenover de kinderen van hun oom weer ter
sprake gekomen en Karei heeft Greta beloofd
zijn vader tocli nog eens de volle waarheid
te zeggen, als vader eens niet zoo stug
en zoo norscli keek, als vader eens niet zoo
vreemd was. En het bijbeltje, dat Greta zoo
lief is geworden, wordt 'telkens voor den dag
gehaald, (ook de geschiedenis daaraan ver
honden, is Karei bekend), en gelezen. Het
is Gree een genot, als Karei, dicht bij haar
gezeten, haar wil voorlezen, en dan is het
haar, als ze met gesloten oogen. de woorden
uitdrinkt, of ze voor eenige oogenblikken wég
is uit ai de moeite en smart van haar jong,
treurig leven; en Karei schijnt het, als hoort
hij den weergalm van die woorden vol ernst,
uit den mond van zijn oom op dien angst
vollen avond.
De donker begint al aardig te vallen, als
vader en zoon de hoeve naderen Karei nog
immer achter zijn zwijgenden vader aan. Daar
zijn ze hij het hek, dat toegang geeft tot liet
erf en reeds is Wouters liet binnengegaan,
terwijl Karei er nog eenige schreden van
verwijderd is, als deze zich eensklaps fluiste
rend bij den naam hoort roepen. Onwille
keurig staat hij stil en kijkt in de richting
van liet geluid. Wouters heeft niets ver
nomen en is verder gestapt. Daar voelt Karei
zich bij den arm gevat.
Duynstee met een redactiewijziging neemt de
minister over.
De heer Rutgers (A.-R.) vreest niet voor
vermindering van de algemeene preventieve
werking van de strafwet bij aanneming van
het amendement-Mendels.
De heer H ugenlioltz repliceert.
De lieer Van R a a 11 e (U.-L.) deelt mede,
dat de groote meerderheid der commissie van
rapporteurs tegen het amendement is.
Dit wordt daarop verworpen met 43
tegen 18 stemmen,
Na aanneming z. li. s. van de artikelen
wordt het wetsontwerp eveneens
aangenomen met 54 tegen 9 stemmen.
Aan de orde is de wijziging van de wet op
de vermogensbelasting.
De heer de Monté verLoren (A.-R.)
heeft verschillende principiëele bezwaren. Zoo
betreffende den aanleg van eigendommen met
vruchtgebruik heiast en de waardeschatting
van de onroerende goederen.
Na de pauze zet spr. zijn rede voort en
komt hij tot de slotsom, dat men nu niet
meer de werking van het ontwerp kan uit
stellen tot 11a de bijzondere omstandighede.n,
maar liet best zou het zijn, dat de werking
van de wet in de wet zelve zou worden be
perkt tot een bepaalden datum en niet meer
aan de regeering zou worden overgelaten.
Ook de lieer Van den Berg van
Heemstede (R.-K.) bestrijdt het ontwerp,
vooral omdat liet onroerend goed te zwaar
wordt belast. Spr. zal echter niet tegen
stemmen onder deze omstandigheden.
De heeren Kooien (R.-K.) bestrijdt het
ontwerp eveneens. Spr. kondigt eenige amen
dementen aan, die hij nog niet gereed heeft.
Spr. wil voorloopig het stelsel van schatting
zoo later, als het is en dan de Kamer doen
uitspreken, dat vóór 1 Maart 1917 een nieuwe
regeling moet komen.
De lieer Ter Spill (V.-L.) bepleit een
gunstige uitzonderingsbepaling voor de bos-
schen en andere natuurmonumenten, opdat die
niet word< 11 verkocht voor bouwterrein e. d.,
hetgeen z.i. zeer ten nadeele zou zijn van de
bevolking.
DE TOESTAND.
Het zal Vrijdag een maand geleden zijn,
aldus de N. R. C., dat de Engelscli-Fransche
vloot met haar actie tegen de Dardanelles
forten is begonnen. Nochtans is de forceering
van de zeeëngte nog niet gelukt. Wel zijn
tamelijk spoedig na liet begin van dit krijes-
bedrijf de (verouderde) forten aan den ingang
Een groote, lang opgeschoten jongen houdt
hem staande. Tot zijn ontsteltenis herkent
Karei in het schemerdonker zijn ouden kwel
geest. 't Is werkelijk Aart Bouwens, dien hij
langzamerhand geheel vergeten is.
„Wat moet je?" vraagt hij, instinctmatig
fluisterend.
„Nou nog mooier. Dat zou je niet weten
hé? Dacht je, dat je zoo gemakkelijk van me
af kwam Nee kameraad, ik heb jé weten te
vinden zooals je ziet. Je moet me helpen.
Ik heb geld noodig minstens een paar gulden.
Heb je ze bij je Of anders breng je ze me
straks; ik zal hier een poosje wachten. Maar
je moet ze me bezorgen, hoor je, je moet
Onder liet spreken door heeft hij met beide
handen Karei vastgehouden. Deze rukt zich
onwillig los. Hij is in het geheel niet in een
stemming, om naar Aart Bouwens praat te
luisteren.
„Laat me met rust", gromt hij. Met jou
heb ik niets meer te maken, fdaak dat je
wegkomt, of ik jaag den hond op je af."
Aarts oogen glinsteren boosaardig. Hij
tracht nogmaals Kareis hand te vatten, hein
vrees aan te jagen, maar Karei is snel voort
geschreden en smijt liet groote inrijhek heftig
achter zich dicht.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verbodefl.
DOOR