Hntirevoluiionatr
tlieuws* en Advertentieblad
Zeeland,
De Oorlog.
0001
Uit de Pers.
No. 1202.
Woensdag 3 Maart 1915.
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NELZEft
Inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE^BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
V Ter nagedachtenis.
Met groote ontroering, zegt de Rott., ont
vingen wij zooeven de tijding van het afsterven
van den heer Hovy. Wij wisten wel, dat hij
naar menschelijke berekening niet lang meer
bij ons zou zijn, maar zóó spoedig hadden wij
het einde dan toch nog niet verwacht.
Het heengaan van Hovy stemt niet tot de
saamstelling van een optelsom zijner schier
tallooze verdiensten voor Kerk, Staat en
Maatschappij. Hier wel meer dan ooit is het
tijd voor een woord onmiddellijk uit het hart.
Want Hovy was vóór alles een man van
het hart. Geloof, hoop en liefde, zegt de
Apostel, zijn de drie kostelijkste schatten van
Gods kinderen, maar de meeste van die is de
liefde. Dat Schriftwoord was in Hovy aan
schouwelijk leven geworden.
Midden in de wereld verkeerend in zijn
jeugd, was hij door God Zelf gegrepen en tot
bekeering gekomen. Sindsdien was zijn leven
geworden een leven nit het geloof, en dat
niet alleen in de groote bewegingen op het
publiek terrein, waaraan hij zulk een werk
zaam aandeel nam, rnaar tot in de kleinste
bijzonderheden van zijn persoonlijk dagelijksch
leven toe. Het was voor hem alles uit God
en tot God. Hij was een geloofsheld in span
nende oogenblikken en tegelijk was zijn geloof
een kinderlijk geloof. Voorwaar, hij was naar
des Heilands woord gelijk een kindeke ge
worden en zóó zag hij overal Gods Koninkrijk.
Zóó trof dan ocrk elk, die hem persoonlijk
van nabij mocht kennen, hoe steeds de hoop
hem sterk maakte. Nooit lag hij gebroken
terneder, nooit werd hij moede om te hopen.
Op den zonnigen zomerdag, als van uit zijn
landhuis te Zeist een lange warme wandeling
werd ondernomen, schalde hem soms op eens,
getroffen als hij werd door de schoonheid van
Gods natuur, de lofpsalm van de lippen. Maar
ook in dagen van donkerheid en hoe bang
waren ze soms, als hij zoo smartelijk getroffen
werd in zijn naaste betrekkingen, aan wie zijn
hart zoo hing was het wonderbaar om te
zien, hoe snel en veerkrachtig hij zich van
den slag weer oprichtte. Een oogenblik over
weldigde hem de smart in haar ontzaggelijken
omvang en haar schrijnende beteekenis, maar
zóó ook werd hij weer indachtig, hoe het zijn
God was, die het al bestierdedan trok hij
enkele intieme vrienden om zich saameen
gezamenlijk gebed, een gedeelte van Gods
Woord, een gemeenschappelijke troostzang
en Hovy stond weer en nam weer zijn volle
actie op.
Maar oneindig meer nog dan die beide was
het overrijke liefde, die naar alle kanten van
Hovy uitstraalde, en die hem dan ook van
alle zijden, van hoog en laag, van eenvoudige
en geleerde, van man en vrouw de wederliefde
deed toestroomen. Men doet aan niemand te
kort, wanneer men zegt, dat geen man in ons
midden zóó algemeen en zóó ongedeeld aller
liefde bezat als hij. En waarlijk, dat was
geen wonder. Zijn behoefte om zich te geven
met zijn persoon en zijn goed, zonder eenige
nevenbedoeling, alleen en uitsluitend uit den
drang om voor anderen te leven, was letterlijk
onuitputtelijk. Geen minuut van den langen
werkdag, dien hij maakte, was voor hem zelf,
pas als hij met en voor anderen kon leven
was Hovy zichzelf. En niet één terrein van
Christelijke werkzaamheid of hij stond er
vooraan. De Vrije Universiteit dankt aan hem
meer dan aan iemand anders voor haar hoog
leeraren niet alleen, maar voor haar studenten
niet minder opende hij jaren lang zijn gastvrije
woning, en bestuurde haar als Directeur; de
Gereformeerde Kerk diende hij als ouderling,
één zijner liefste functie's letterlijk geen vorm
van pliilantropie, of Hovy was een der be
zielende krachten zijn lidmaatschap voor Zee
land van de Eerste Kamer was niet meer dan
een publieke bekroning van een jarenlange toe
wijding meer in den stille zijn actie op het ter
rein van het Lager Onderwijs is schier niet te
overzien; van „Boaz" was hij de aangewezen
voorzitterer kwam aan zijn toewijding geen
einde. Eén ding moet nog vooral genoemd zijn
ontzaggelijke liefde voor de arbeiders. In het
hart van dezen man van patricischen huize was
tot het laatste spoor van alle menschelijke
hoogheid weggevaagd door zijn Christelijke
liefde. Directeur eener groote industrieele
onderneming, was hij een der pioniers in ons
land, om de sociale positie zijner arbeiders te
verbeteren op een wijze, die toenmaals zijn
tijd verre vooruit was. En niet alleen zijn
eigen arbeiders, maar alle, die met hem den
Christus beleden, waren hem vóór alles broe
ders in zijn Heerals hij op een vergadering
van „Patrimonim" kwam dan blonken de ge
zichten en ging gejuich ophet werd hun
pas goed, als broeder Hovy in hun midden
kwam. Voeg nu bij dat alles nog zijn tallooze
binnen- en buitenlandsche, persoonlijke vrien
den, die allen zijn persoonlijke hartelijkheden
genoten, en waarvan velen ook, waar noodig,
materieele ondersteuning vonden, en men
ontvangt althans eenigermate een voorstelling,
wat een leven van liefde en toewijding hier
werd afgesloten. Liefde geven en te ont
vangen, dat was zijn zieleweelde in voorspoed,
dat was zijn troost in droefenis.
Thans is dat alles ten einde. Hovy is van
ons weggenomen en thans bij zijn God. „En
nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie doch
de meeste van deze is de liefde".
Pijnlijk gering.
Pijnlijk gering is de invloed, die van de
mannen der Godsdienstig democratische club
en de daarmee verwante groep der Synthese
op de ontwikkeling der vrijzinnige politiek
uitgaat.
Met don godsdienst moet meer worden ge
rekend, het religieus besef ook in de staat
kunde sterker tot de uiting komen zoo
spraken in den aanvang van 1914 een aantal
mannen van vrijzinnigen huize.
Maar eilieve, wat is er van dit alles terecht
gekomen
Het optreden van Prof. Kohnstamm en de
zijnen gaat geheel buiten de heerschende
richting in de vrijzinnige partijeu om, legt
daarop geenerlei beslag, geeft daaraan geen
leiding.
Let op hetgeen op den Hemelvaartsdag van
het vorige jaar in de vrijzinnige gelederen
geschiedde. Door het gansche land riep de
vrijzinnige concentratie haar aanhangers op
landdagen samen. Maar tevergeefs tracht ge
van die meeting één toon te beluisteren, die
de schare bepaalt bij de heilschatten door
Christus' hemelvaart verworven. Tevergeefs
zoekt ge ééne uiting die eene vage aanwijzing
geeft van een voelen van de beteekenis welke
het Maranatha, Jezus komt, ook vuor het
staatkundig leven heeft.
Van dien Christus wordt gezwegen.
Ook nu, in deze dagen van aangrijpenden
ernst.
Als onze Koningin in haar heerlijken Kerst
groet ons oproept om met de Herders te gaan
naar de kribbe van Bethlehem en den Heer
al onze nooden op te dragen dan zwijgt
de groote liberale pers en geen woord in haar
kolommen vertolkt de vreugde over het bezit
van zoo verheven een Souvereine die haar
volk in ootmoedig geloofsvertrouwen voorgaat.
Op den 18en December van 1914 bracht de
heer Brummelkamp in de Tweede Kamer
waardig en sober de vraag ter sprakeof de
Regeering niet het oogenblik gekomen %cht
om met aanwijzing harerzijds van een be
paalden datum, de natie uit te noodigen één
dag, het geheele land door, af te zonderen
tot een openbaren bededag.
Hij wees op het voorbeeld van den Presi
dent der Atnerikaansohe republiek, hij wees
op Willem den Zwijger, die nog stervende,
bad voor „dit arme volk". Hij herinnerde
aan Maurits, van wien Da Costa in de laatste
verzen van Den slag bij Nieuwpoort zong
Met wapperende veder
Keert Maurits' ruiterij van het eenzaam slag
veld weder,
Geen vijand zag zij meer op deez' haar laat-
sten rit,
Maar d' overwinnaar, in het stof gebogen,
bidt.
Geen enkele stein van de linkerzijde viel
hem bij.
Verzet rees van allen kant.
Onze sympathieke Minister-President weer
hem af met dit woord, waarop wij thans niet
nader kritiek oefenen, maar dat voor de ka
rakteriseering der vrijzinnige politiek boek-
deelen spreekt: „Dat men zich in tijden van
druk en voorspoed wendt tot den Allerhoogste,
is een uiting van vroomheid, die den mensch
siert. Het komt mij echter voor, dat het zelfs
twijfelachtig is, of het wel zou strooken met
den wensch van de meerderheid der leden
dat de Regeering in geloofszaken het initiatief
7ou nemen, dat zij zich op eenigerlei wijze in
geloofszaken mengen".
Een uiting van vroomheid, die den mensch
siert
Acli wat is er van de doorwerking van liet
beginsel dat godsdienst, dat wil zeggen de
dienst van God, de staatkunde zal beheer-
schen, bedroevend weinig te ontdekken
(De Rotterdammer).
Aan de grens.
Als een unicum op het gebied van streng
doorgevoerde militaire maatregelen mag wel
het volgende meegedeeld worden. Een vrouw
van Belgisch Koewacht (dorp), wier tuin, aan
de achterzijde van haar woning aan de grens
ligt, wilde dolgaarne op liet Nederlandsche
deel van liet dorp eens komen een stap of
tien was daarvoor voor haar voldoende maar
die Duitscliers in haar tuinZe ging naar
Moerbeke en slaagde erin door tusschenkomst
van burgemeester en schepenen aldaar van
een Duitsch kapitein een paspoort voor één
dag te krijgen Woensdag 1.1. kon ze volgens
den voorgeschreven weg gaan. Dat is in dit
geval van Koewacht naar Stekene, van daar
naar De Tromp, een wijk van Stekene, waar
een Duitsche grenswacht ishier werd de
vrouw door een dame aan den lijve betast
en gefouilleerd. Toen deze formaliteit was
afgeloopen kon ze verder over St. Jansteen
naar Koewacht; hier aangekomen had ze een
afstand te voet afgelegd van ruim 4V2 uur.
Zoo kwam ze, in verschillende huizen druk
zaken en boodschappen doende, want ze moest
vóór drie uur nam. weder te De Tromp zjjn,
in de onmiddellijke nabijheid van haar woning
aan de achterzijde. Weder die Duitsche
wachters in en door die tuinen en erven,
waarlangs vroeger honderden stiekem over
de grens wisten te komen en zoo druk ge
smokkeld werd maar toen was er nog geen
versperring in die tuinen en toen deden er
nog geen Duitschers dienst. Het was wel
erg meende zehaar woning ziende, tien
stappen er van verwijderd, is ze genoodzaakt
langs een omweg van een 22, 23 K.M. haar
weder te bereiken. Maar, zuchtte ze gemoe
delijk het zijn ook oorlogstijden.
Een Hollander, die uit Isegliem dicht bij
het front in België komt meldde aan een
onzer correspondenten dat daar vele barakken
gemaakt zijn voor huisvesting van Duitsche
soldaten. Twee maal daags komen daar
treinen met telkens 200 gewonden.
Iedereen moet te 8 uur binnen zijn. Een
dame, die weigerde aan een officier, die bij
haar ingekwartierd was, de huissleutel af te
geven, opdat hij na 8 uur binnen kon komen,
werd veroordeeld tot 200 Mark boete, wat
aan het stadhuis werd aangeplakt.
De Duitschers in Frankrijk en België.
PARIJS, 27 Febr. (Reuter). Officieel.
Een Duitsch smaldeel heeft eenige bommen
op de Belgische kust geworpen, achter Nieuw
poort, waarbij een vrouw en een grijsaard
gedood zijn. In Woëvre werd een Duitsch
vliegtuig, dat trachtte onze linies over te
trekken, door ons vuur teruggedreven. n.en
Fransche vlieger slaagde erin 3 bommen op
de kazernes van Metz te werpen.
PARIJS, 27 Febr. (Reuter). In het com
muniqué van hedenavond wordt gezegd I11
Argonne heeft onze artillerie een vijandelijk
munitiemagazijn hij St. Hubert in de lucht
doen springen. In het boscli van Malancourt
heeft de vijand een onzer vooruitgeschoven
loopgraven met brandende vloeistoffen over
goten de loopgraaf werd bijgevolg ontruimd,
de soldaten die daarin waren ontvingen ernstige
brandwonden. In de omstreken van Verdun
heeft onze artillerie eenige vijandelijke kanon
nen vernield en 20 munitiewagens in de lucht
doen springen, vernietigde voorts een afdeeling
troepen en joeg een geheel kamp uiteen.
Van het Westelijk gevechtsterrein.
BERLIJN, 1 Maart. (Wolff.) Officieele mede-
deeling uit liet groote hoofdkwartier
Bij Wervicq ten N. van Rijsel is een Eugelsch
vliegtuig door onze beschieting gedwongen om
te landen.
Op een plaats van ons front hebben de
Franschen weer, geljjk reeds eenige maanden
geleden liet geval is geweest, projectielen ge
bruikt, die bij hun ontploffing kwalijk riekende
verstikkende gassen ontwikkelden. Schade
werd daardoor niet aangericht.
Onze stellingen in Champagne zijn gisteren
herhaaldelijk door ten minste twee leger
corpsen aangevallen.
Deze voorwaartsche bewegingen werden na
hevige gevechten op korten afstand zonder
uitzondering afgeslagen.
In de Argonnen hebben wij 2 mijnwerpers
buit gemaakt.
Tusschen den oostelijken rand van de
Argonnen en Vauqnois hebben de Franschen
gisteren vijfmaal beproefd om door te breken.
De aanvallen mislukten met zware verliezen
vqor den vijand.
Ten O. van Badonvillers door ons genomen
stellingen zijn ook gisteren tegen vijandelijke
pogingen om ze te heroveren bezet gehouden.
In België.
Te Brussel gaat het gerucht, dat wegens
de tusschenkomst van Amerika, geen uitvoering
zal worden gegeven aan de bekende dwang-
belasting.
Uit Antwerpen wordt gemeldI11 de stad
is het droevig stil, geen druk gedoe van aan
komende en vertrekkende schepen, geen druk
beweeg op straten en pleinen. De drukste
straat is thans wel de straat waar het werk-
loozenbureau gevestigd is 's morgens komen
de mannen, 's middags de vrouwen om onder
stand. Duizenden per dag. De meeste her
bergen worden al om 8 uur gesloten.
De bewering, dat de Duitschers Antwerpen
enorm versterkt hebben, is een legende. De
Noordelijke fronten liggen er nog, als na het
bombardement der stad en de inbezitneming.
De door de Belgische troepen met prikkeldraad
versperde wegen langs het Kanaal naar Heren
thals zijn door de Duitschers voor het verkeer
opengesteld.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
ST. PETERSBURG, (Pet. Tel.-Ag.) Mede-
deeling van den grootcn generalen staf
De vijandelijke infanterie die bij Svento-
jansk de Njemen over was gestoken, is naai
den linkeroever teruggeworpen.
Op denzelfden oever wordt ten noorden van
de versterkingen van Grodno de strijd langs
een aanzienlijk front voortgezet. Eenige
dorpen werden afwisselend door beide par
tijen bezet.
De Duitsche belegeringsartillorie is gisteren
middag om 4 uur begonnen Ossowiec met
haar stukken van groot kaliber te bombar
deeren.
Een zeer onstuimige aanval van de Duit
schers tegen den sector tusschen de Bobr en
Jedvabno (ten Z.W. van Ossowiec) is met