Hntirevolutionafr
mi
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
De Oorlog,
I
Uit de Eerste Kamer.
FEUILLETON.
IDe Broeders.
Uit de Tweede Kamer.
No. 1199.
Zaterdag 20 Februari 1915.
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen fl,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOU Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave
ADVERTENTIEN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naai plaatsruimte berekend.
i
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIE!! J TE BEZOROEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Zitting van Woensdag 17 Februari.
Bij de behandeling van hoofdstuk X van de
Staatsbegrooting voor 1915 (landbouw,
nijverheid en handel) betuigt de heer
De Boer (U.L.) zijn ingenomenheid in het
algemeen met het optreden van dezen minister.
Spr. verklaart zich een tegenstander van een
afzonderlijk departement van landbouw en
van nijverheid en handel. De staat moet niet
te veel invloed uitoefenen op handel en indus
trie. De regeering moge zich niet „onaf
hankelijk" willen maken van het buitenland
ten aanzien van handel en industrie, maar
houde in het oog, de drie bestaansbronnen
van ons land in onderlinge harmonie te hand
haven.
Ten aanzien van den uitvoer van varkens
hoopt spr., dat geen verbod daarvan zal worden
uitgevaardigd. Hij gelooft niet aan de beweerde
groote winsten van onze veehouders. De
bijzondere maatregelen mogen niet genomen
worden ten koste van den landbouwwil
men den landbouw aan het „algemeen belang"
opofferen, dan make men den grond, niet alleen
de producten tot nationaal eigendom.
Verder vraagt spr. naar de plannen omtrent
de bestrijding van het mond- en klauwzeer.
De heer V a^i der Lande (R.-K.) spreekt
over de hooge graanprijzen en over de enorm
hooge vracht, die voor den aanvoer van graan
moet worden betaald.
De heer Van Houten (U.L.) keurt het
af, dat de regeering is toegetreden tot de
saccharine-conventie. Hij noemt de saccharine
geheel en al onschadelijk voor de gezondheid.
De heer Van Hardenbroek (C.-H.)
verklaart zich ingenomen met de houding van
den minister ten opzichte van den uitvoer
van paarden.
De minister van landbouw, han
del en n ij ver beid beantwoordt de
sprekers.
Wat de vrachtprijzen aangaat, de maat
schappijen zijn reeds zeer coulant opgetreden,
en de regeering zal ten deze doen wat
zij kan.
De zaak van de saccharine zal het best be
sproken kunnen worden bij de behandeling
van het wetsontwerp tot goedkeuring van de
toetreding tot de conventie.
Ook de minister is van meening, dat land
bouw, handel en nijverheid in zeer nauw
verband met elkaar staan. Handel en nijver
heid zullen niet in een hoekje worden ge
drongen, en zij, die meenen, dat het heil van
den landbouw gelegen is in steeds meer rijks-
Z EL AN DIA.
42)
Ze kijken scherp toeschoon Karei met
kloppend hart. De winkelier komt uit zijn
woonvertrek, helpt zijn klant, strijkt het geld
in de toonbankla en verdwijnt, na het vertrek
van den kooper, weer in den langen gang.
„Zag je het? De la is niet op slot. Vooruit,
jo, naar binnen. Als je rap bent, heb je de
heele schuif leeg, eer die sukkel te voorschijn
komt. 't Is al een ouwe baas."
„Nee, 'k doe het niet. 'k Durf niet."
„Laffe kerel. Nou, wacht dan maar, en
kijk uit en als er een agent komt, waarschuw
je me hoor driemaal hard fluiten op je vingers.
Maar strakjes is het jou beurt, daar helpt
niets aan."
Karei blijft aan den overkant der straat in
de schaduw van een ingebouwd portaal staan
wachten. Heel gerust is hij niet, ofschoon
vrijwel buiten schootin het uiterste geval
subsidies, kunnen zich op teleurstelling voor
bereid houden.
De minister verdedigt verder de genomen
maatregelen ter bestrijding van de uitbreiding
van het mond- en klauwzeer.
De begrooting van landbouw wordt aan
genomen, eveneens de begrooting voor
Suriname.
Bij de begrooting voor Curacao
prijst de heer Kraus (TJ.-L.) de groote ver
betering in de hoedenindustrie en den toe
stand van het onderwijs, dien hij veel beter
acht dan de reputatie is.
Van der Hoeven (C.-H.)
het rapport van prof. De Geer
pensionneering van ambtenaren
koloniën
autonoom is en
antwoordt
zelve
is nog geen
De heer
klaagt over
nopens de
in Curacao.
De minister van
daarop, dat de kolonie
beslist.
Omtrent de hoedenindustris
beslissing genomen.
In zake onderwijs is men zoo kieskeurig
mogelijk, maar de keus van gegadigden is
niet groot.
De begrooting voor Curacao wordt aan
genomen.
Bij de begrooting van koloniën
bespreekt de heer C o 1 ij n (A.-R.,) de onder-
wijs-politiek in Indië.
Spreker verwijt den minister schending van
het politiek bestand door het eischen van de
facultatiefstelling van het godsdienstonderwijs
voor de gesubsidieerde scholen. Hij vraagt
dringend uitstel van den maatregel, zoo lang
het bestand duurt.
De heer Van den Berg (A.-R.) spreekt
in gelijken geest.
Zitting van Woensdag 17 Februari.
Nadat besloten is Dinsdag a. s. te halftwaalf
afdeelingsonderzoek te houden en morgen
middag de nominatie op te maken voor een
raadsheer in den Hoogen Raad, vangt de
Kamer aan met de behandeling van een reeks
wetsontwerpen. Allereerst is aan de orde
een wetsontwerp tot goedkeuring van een
aanvullingsverdrag van het verdrag
met Duit sc h land betreffende ongeval
lenverzekering.
De heer Kooien (R.-K.) meent, dat dit
verdrag een uitbreiding van den verzekerings
plicht medebrengt.
De heer D u y s (S.D.A.P.) en de minis
ter van financiën bestrijden deze op
vatting, waarna bet wetsontwerp wordt aan
genomen z. h. s
Desgelijks gesdiiedt met de wetsontwerpen
tot goedkeuring van het protocol, toegevoegd
aan de herziene Berner Conventie tot bescher-
kan hij het gevaar ontloopen. Hoe graag
zou hij ook dezen spionnendienst geweigerd
hebben en van het heele plan afgezienmaar
hjj waagt het niet zich tegen Aart Bouwens
te verzetten.
Deze slentert met de handen in de zakken,
als had hij in het geheel geen kwade be
doelingen.
Eenzaam en verlaten lag daar de stille
rechte straat, de gaspitten der op tamelijk
grooten afstand van elkander geplaatste lan
tarens vormden twee duikende lijnen, die zich
in de verte schenen te vereenigen. Ander
licht was schaarschslechts hier en daar
de ruiten van een winkel, uiterst spaarzaam
verlicht.
Voor het winkelraam schijnt Aart verdiept
in het beschouwen der uitgestalde pijpen en
sigaren.
Voorzichtig sluipt hij tot aan de deur.
Nog eens de straat doorgetuurd.
Het sein staat op veilig.
Plotseling, met een ruk, trekt hij de deur
open, is in twee sprongen achter de toonbank,
schuift de lade open en grabbelt in liet geld-
bakje.
Aan het einde van de gang hoort hij den
sloffenden stap van den ouden heer.
In een oogwenk is hij met zijn buit op
straat, zorgdragend de deur achter zich toe
ming van letterkundige en kunstwerken, en
dat tot vermindering van het recht van over
gang bij overlijden van onroerend goed.
Daarna is aan de orde het wetsontwerp om
door verkorting van termijnen de onteige
ning voor werken ter bestrijding van de
werkloosheid door de gemeente te bespoe
digen.
De heer Van Doorn (U.-L.), betwijfelt
liet nut van dit ontwerp, en merkt op, dat
niet geregeld is, boe de schadeloosstelling zal
worden betaald.
De heer Van der Molen (A.-R.) vraagt
schorsing van de behandeling van hel wets
ontwerp, omdat Rotterdam er geen behoefte
meer aan heeft.
De minister van binnenlandse lie
zaken betoogt, dat liet wetssntwerp niets
anders beoogt dan voorloopige inbezitstelling
van liet goed aan de onteigenende partij,
terwijl de globale schadeloosstelling daarbij
bepaald, niets praegudiceert op de definitieve
schadeloosstelling.
Het ontwerpis samengesteld op aanstichting
van Rotterdam, maar ook bijvoorbeeld de
gemeente Uden, in Noord-Brabant, verklaarde
veel prijs te stellen op aanneming daarvan.
Na replieken verdedigt de heer Bichon
van IJ s e 1 monde (C.-II.) een amendement,
om de aankondigingen van onteigeningen
alleen in de Staatscourant te doen geschieden.
Na uitvoerige discussie neemt de minister
een amendement - Tydeman over, om die
aaukondigingen te doen geschieden in de
Staatscourant, benevens in een of meer dag
bladen.
Het amendement-Bichon van IJsselmonde
wordt verworpen met 43 tegen 29 stemmen.
Het wetsontwerp betreffende onteigening
van den verkeersweg Jonkerfransstraat—Cool-
vest en het wetsontwerp betreffende afwijking
van de onteigeningswet zijn aangenomen.
Zitting van Donderdag 18 Februari.
De Kamer zet de beraadslaging over liet
wetsontwerp tot wijziging van art. 276 en
daarmede verband houdende artikelen van het
Burgerlijk Wetboek in zake echtscheiding voort.
De lieer B e u m e r (A.-R.) bestrijdt liet
amendement-Mendels. (Gronden, waarop liet
vonnis tot echtscheiding berust, mogen niet
in liet te publiceeren uittreksel worden op
genomen.)
De heer Visser van IJ zendoorn (V.
L.) bestrijdt liet amendement-Schim v. d. Loeff
(driemaal herhaalde plaatsing van liet vonnis
in een dagblad te vervangen door eenmaal
plaatsing in de Staatscourant) en verdedigt
net amendement-Mendels.
De lieer Van Doorn (U.-L.)
het amendement-Schim v. d. Loeff.
De minister van justitie betoogt
verdedigt
te trekken, en in vliegende vaart ijlt hij weg,
dadelijk gevolgd door Karei. Als de bestolene
eindelijk de voordeur heeft bereikt, ziet hij
in de verte slechts de twee voortijlende
schimmen. Er is geen denken aan, ze na te
zitten voor hem. Grommend kijkt hij de lade
na, zijn onvoorzichtigheid zicli verwijtend,
ze niet te hebben afgesloten.
Een paar straten verder houden Karei en
Aart stil.
Met kloppende harten wordt de buit ge
monsterd. Hij valt niet mee. Eenige centen
en een paar dubbeltjes, alles en alles nog
geen schelling.
„Veel te weinig, de moeite niet, waard,"
zegt Aart. „We hebben minstens twee maal
zooveel noodig. Nou jij nog ereis, Karei
„Ik durf het niet. Laten we het maar
niet meer doen Aart."
„o Zoo, nou het jou beurt is, zou je me in
den steek laten en mij er alleen voor laten
opdraaien, hé. Nee ventje, je moet."
„Ik zeg je, dat ik niet durf
„En ik zeg je, dat je zult. En anders zorg
ik dat je vader alles van je te weten komt.
Ook van je leeggepluuderden spaarpot. Zóo
kom je d'r niet af
Karei geeft geen antwoord.
„Nou
„Ik durf immers niet. Als ze me eens
waarom hij liet regeeringsvoorstel practischer
acht dan dan hetgeen de heer Schim v. d.
Loeff wenscht.
De beslissind over het amendement-Mendels,
dat van weinig practisch belang is, laat spr.
aan de Kamer.
De heer Schim v. d. Loeff (U.-L.) re
pliceert.
De beide amendementen worden daarop
aangenomen, evenals het wetsontwerp.
Aan de orde is dan de aanvullingsbegrooting
voor Waterstaat ten behoeve van de k a n a-
lisatie van de Maas.
De heer Janssen (R.-K.) is ingenomen
met het ontwerp, doch acht het slechts een
eerste stap.
De Kamer stemt over de voordracht voor
de benoeming van een lid van den Hoo
gen Raad.
Met 44 van de 59 stemmen wordt mr, L. E.
Visser, vice-president van de arrondisso-
ments-rechtbank te Rotterdam, no. 1 van de
voordracht, met 51 van de 58 st. prof. m r.
Kosters no. 2, en met 41 van de 56 st.
m r. Schepel no. 3.
De beraadslaging over de Maaskanali
satie wordt voortgezet met een rede van
den heer Duynstee (R.-Kdie slechts
voorziening vraagt ten aanzien van den water
stand in Noord-Brabant en overigens vóór liet
ontwerp is.
De heer Bongaerts (R.-K.), spreekt een
uitvoerige, bijna onverstaanbare rede uit,
waarin spr. liet ontwerp omtrent de Maas
kanalisatie verdedigt en waarin hij uitrekent,
dat de kosten niet te hoog zulien zijn, in
verband met de kosten van een spoorweg en
do vermoedelijke opbrengst.
De lieeren Kooien (R.-K.) en Van Sasse
van Ysselt (R.-K.) waarschuwen tegen het
benadeelen van de provincie Noord-Brabant
door de Maaskanalisatie.
DE TOESTAND.
Van liet Oostelijk oorlogsterrein schrijft de
N. R. C., zijn weer eenige nieuwe
van belang. In de eerste plaats
van Biels k en Plock door de Duitschers.
Ten Noorden van den Weiclisel loopt liet
front nu van Flock over Bielsk en Racionz
en van daar vrijwel Oostwaarts tot Makow.
Vervolgens loopt liet op een afstand van de
Russische fortenlinie evenwijdig met die linie
verder.
„Na een korten strijd", zoo heet liet in liet
bericht van liet groote hoofdwartier, „zijn
Bielsk en Plock bezet", dat wijst er op, dat
de Russen ook op deze linie nog geen vast
beraden poging hebben gedaan om stand te
houden, doch slechts achterhoedegevechten,
„Gekheid. Doe net als- ik. Je hebt toch
gezien, dat ik het 'm nu tweemaal" hebt ge
lapt Kom ga mee, anders wordt het te Iaat.
Daar ginder in de volgende straat weet ik
nog een goede plek."
Hij troont Karei mee.
„Kijk, daar in die melkzaak. Je kunt ge
rust gelooven, dat daar wel wat te halen valt,
want overdag is het druk genoeg met de
klanten. En het is immers zoo gemakkelijk
mogelijk: de deur staat aan. Eer ze je liooren
ben je al weer weg. Wees nou niet kinder
achtig zeg ik je ik zal wel goed opletten op
de politie en als je mijn sein soms hoort, is
het nog tijd genoegik zal vroeg genoeg
waarschuwen."
Zoo dringt Aart aan.
En Karei laat zich door dreigementen en
vleierij overhalen.
Aart betrekt zijn wachtpost en hij gaat met
knikkende knieën op den bewusten winkel af.
Wat Aart heeft beweerd, is waar. De deur
staat op een kier. Niemand bevindt zich in
den winkel. De koperen, helder geschuurde
kannen kaatsen de stralen van de groote lamp
terug, die hoog aan den zolder hangt. De
vloer bestaat uit vierkante wit-blauwe tegels,
blinkend van reinheidop de toonbank ligt
een wit marmeren dekblad.
(Wordt vervolgd.)
berichten
de bezetting
Nadruk verboden.
DOOR