Antirevolutionair nieuws* en Advertentieblad Zeeland. Onze derde Schooldag. FEUILLETON. 3De Broeders. Lit de Pers. No. 1193. Zaterdag 30 Januari 1915. 12e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter. Neuzen ƒ1,—. Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op 1 cstdagea, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentlSn vóór j. uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 14 regels 0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10 Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIË&J TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Hot Comité voor den Schooldag had ditmaal besloten, de eerste vergadering te houden te Axel in Januari en de tweede te Ter Neuzen in Februari. Die eerste vergadering had gisterenavond plaats in de Geref. kerk (voorheen kerk AJ in eerstgenoemde gemeente. De voorzitter van het Comité, de heer De Koning van Spui, opende deze vergadering met een kort, pakkend woord, waarbij hij vooral opwekte tot dank aan God, Die ons te midden van het oorlogsrumoer, dat ons omringt, vergunde rustig onzen arbeid te verrichten, ook op schoolgebied en Die tot heden ons land spaarde voor de verschrik kingen van den krijg. Daarop verkreeg Ds. Pol van Vlissingen het woord tot het houden van eene rede over „Onze Schoolstrijd en de Teekenen der Tijden." Spreker begon met zijne hoorders er aan te herinneren, dat de discipelen de kinderen van Jezus wilden weren, toen moeders tot den Heiland kwamen, opdat Hij hun kroost zou zegenen. Jezus leert ons, dat kinderen juist wel tot Hem gebracht moeten worden. In de vorige eeuw was men deze les van Jezus vergeten zijn naam mocht niet meer genoemd worden bij het Onderwijs op de Openbare school. Daartegen kwam verzet. De Spreker gaf daarbij een korte schets van de onderscheiden wijzigingen onzer School wet en de politieke strijd die tegen deze wet gevoerd werd. Hij herinnert aan de „Scherpe Resolutie" van 1878; aan de hooghartige woorden van Kappeijne, aan het Volkspetitionnemeut, aan onze Unie-collecten, aan het steeds grooter wordend aantal scholen en aan de aanvanke lijke overwinning in dezen politieken strijd door de wets wijzigingen ten onzen gunste. Al is er nog geen volkomen rechtsgelijkheid voor het Bijzonder en het Openbaar Onderwijs, een eerste stap is op dien. weg gezet wij mogen ons verheugen over dit aanvankelijk succes op onzen strijd. De schoolstrijd is echter niet slechts een strijd op politiek gebied't is ook een deel van de groote worsteling der geesten een geestelijke strijd dus. Groen van Prinsterer wilde tegenover het liberalisme van zijn tijd terug naar liet Evangelie. Da Costa had reeds vroeger in zijne Be- Z EL AN DIA. 39) „Scheelt er iets aan vroeg Lena. „Lees maar," zei hij, en reikte haar den brief over. En laat nicht Hanna hem ook maar lezen. Ze kent hem welwe hebben voor haar geen geheimen." Zoo werd de brief gelezen, ook door nicht Hanna. „Wat gaat ge daarmee doen?" vroeg deze na de lezing. „Wat zal ik er mee doen. Hoe hard liet me ook valt, tien procent betalen gaat niet. Het is hem er om te doen," voegde hij er vol bitterheid aan toe. „Ik zal dus wel ge dwongen zijn in den verkoop toe te stemmen." „Ja," zuchtte Lena. Ook haar was het huis lief. „Ja," zei nichtmaar op heel monteren toon, zoodat Hendrik en Lena haar verrast aankeken. „Ja," herhaalde ze; „liet moet verkocht zwaren tegen den geest der eeuw een krach- figen toon doen hooren om te waarschuwen tegen de afwijking van het Evangelie. Hij gaf ons volk zijn strijdlied „Zij zullen ons niet hebben, de goden dezer eeuw 1" Keuchenius veranderde hetde school waar aan de natie gehecht is, in waaraan de natie is vastgehecht. Lohman en niet 't minst dr. Kuyper hebben beiden op de geestelijke zijde van onzen strijd gewezen. De laatste drukte den onderwijzers op 't hartzorgt, dat ge met dé eene hand 't kind vasthoudt en met de andere liet Kruis en God van den hemel zal het u doen ge lukken. Onzo schoolstrijd is een strijd tegen de goden dezer eeuw. Hij is een religieuse worsteling tegen den geest der eeuw, Neutraliteit op schoolgebied voert tot gods- dionstloosheid. En nu is het merkwaardig, dat zelfs in het kamp onzer vroegere tegen standers de oogen voor dit gevaar opengaan. De mannen van het vak kennen de werken van een schrijver als Jan Ligthart, die op herstel van den godsdienst hij de opvoeding aandringt. Onze schoolstrijd is een moreele worsteling tegen de zedelijke ontaarding onzer dagen. Een onafhankelijke moraal haalt den standaard van het zedelijke leven omlaag. De Spreker herinnert hier aan het bekende woord van mevr. RolandHolst over liet „stuivertje wisselen". Onze schoolstrijd is ook een worsteling van nationalen aard. Lïefde tot liet eigen vaderland wordt niet gekweekt door de absolute neutra liteit, die men thans in navolging van de Ossendorpelingen wil. Wat zeggen ons nu in dit opzicht de teeke- uen der tijden 't Is plotseling zoo schrikkelijk donker om ons heen geworden in de laatste helft van 't vorige jaar. De oorlogsfakkel is ontstoken haar rosse vlam teekent zich angstwekkend af tegen den donkeren achtergrond. Wij hieven wonderdadig bewaard tot hiertoe, doch wij kunnen onze oogen niet afwenden van het schrikkelijk pleit, dat over onze gren zen woiflt gevoerd. Wij mogen als Christenen echter niet alleen letten op dien vreeselijken krijg, maar moeten ook ons oor leenen aan de stem Gods, die in dit alles ons toespreekt. Gods gerechtigheid voltrekt zich in de ge- richten, die over de volkeren gaan. 't Bestaan Gods werd geloochend. De wetenschap der wijsbegeerte, het platte materialisme en de zucht naar genot gingen samen in hun strijd tegen God. worden en jij moet het koopen." „Ik die gedachte was nog niet bij hem opgekomen. „Ja zeker; en als je liet hebt gekocht, weet ik er een huurster voor." Hij begon thans haar plan te doorzien. Dat was een goede inval. 't Is immers droog, nietwaar informeerde ze voor de leus. „Kurkdroog, nicht." „Ja, dat dacht ik ook." „Maar nicht, je zoudt ons tocli niet willen verlaten „Kom, kom," weerde Hanna af„dat is maar eigenbaat van jullie. „En zou je het niet heerlijk vinden, dat het je eigendom was en dat je zoo eens af en toe in je eigen oud-ge zellig huisje kon zijn." „Maar nicht," viel Lena in, „dat zou toch niet gaan, alleen daar te gaan wonen." „Welnee, niet alleen. Ik zou Eva mee willen nemen. Nu Nicht Hanna was altijd heel gauw klaar met haar plannen. Hendrik en Lena waren er heelemaal door verrast. „Nu," herhaalde ze. „Is daar niet op in te gaan Zoo zijn er opeens een heeleboel zwarigheden opgelost. Waarom zou dat niet kunnen „Als het zóó kon," kwam Lena; maar ik Nu laat God in deze tijden zien, dat Hij is en dat het menschdom voor Hem bukken moet. Thans wordt geleerd, de knieën te buigen voor Hem. Wij hooren in de teekenen der tijden de stem van de wet Gods. Die wet werd geminacht. Ik wil hier niet in de eerste plaats wijzen op de schrikkelijke dingen, die wij in de laatste jaren hebben beleefd, als bijv. de moord be dreven door mevr. Caillaux. De cultuur werd verheerlijktde mensch zoude een heilstaat stichten zonder en on afhankelijk van de wet des LIeeren. Deze cultuur liep uit op de leer, dat macht boven recht gaat. Wereldzin en liefdeloosheid namen hand over hand toe. De oorlog is een wettig kind van de zonde der volkeren, waardoor God de moderne cul tuur te gronde slaat. Haat en nijd vieren hoogtij. Wij Christenen hooren in deze teekenen der tijden de stem Gods, die ons toeroepttot de Wet en tot de Getuigenis! Slechts de wederkeer tot den Heiland en Zijne geboden kan de menschheid redden. De babel-toren van het internationalisme valt in puin. Vaderlandsliefde heette onzinnig geen bloedvergieten waard. De oorlog breekt uit en eik volk staat rondom zijn eigen overheid en overal open baart zich weder de liefde tot het eigen vaderland. Boven alles uit beluisteren wij het Mara- natha de Ileere komt Het Koninkrijk der hemelen nadert zijne voltooiingde eind-catastrophe komt als een bergstroom aansnellen. We komen nader tot de dag der glorie van Jezus Christus, onzen Heere. Welke conclusie trekken wij uit de aan schouwing dezer teekenen Ie. De teekenen der tijden bewijzen het rechtmatige van onzen schoolstrijd en waar- horgen de zekerheid van onze overwinning. Als Jan Ligthart zijn diepste gedachte uit drukt in gedichten de Spreker geeft hiervan een voorbeeld geeft hij ons volkomen gelijk. Men kan den godsdienst niet missen hij de opvoeding. 2e. Ons ideaal is niet een godsdienstige volksschool in algemeeuen zin christianisee- ring der Openbare school kan ons niet be vredigen. Wij zijn met ons Christelijk Schoolwezen op den goeden weg, doch hebben met in spanning van alia krachten voort te gaan ter bereiking van ons ideaal. Prof. Bavinck zeide terecht: we zijn er nog nietwe beginnen pas. Wij moeten ons eigen systeem opbouwen uit eigen beginsel. kan er niet aan denken, dat u niet meer met ons in hetzelfde huis zou wonen. We zijn zoo aan u gewend „Zeker," scherste Hanna, „en onderhand moet ik maar voortsukkelen, hé, en minstens een paar maal in de week koorts hebben en „Och, nicht, laten we er maar over zwijgen, 't Is alles in den wind geschermd. Hoe moet ik het koopen O, daar is in te voorzien. Zoo hoog zal liet niet loopen. en nu zeker niet. Ik schiet je het geld voor." Dat was een onderwerp, waarover het drie tal niet te spoedig was uitgepraat en dat van vele kanten bekeken werd. Eén zaak bleef hun duister. Ze konden niet begrijpen, wat Gerrit bewoog, zoo te handelen. Want dat de voorgestelde rente slechts diende om tot den verkoop te dwingen, was hun duide lijk genoeg. Maar waarom dat Wilde lnj slechts dwars drijven Hendrik grieven Ja, dat moest het wel zijn. Maar toch hij was immers vrekkig als weinigen, 't Zou hem financieel een schadepost zjjn. Ze begrepen het niet en konden ten slotte alleen onder stellen, hoe weinig vleiend het ook was voor Hendriks broederlijk gevoel, dat hier de gierigheid haar offer bracht aan den haat. 3e. De teekenen der tijden roepen alle voorstanders van Chr. Onderwijs op, alle krach ten in te spannen tot verdere volmaking van ons schoolwezen. Is er nog altijd wel ge noegzame belangstelling? We hebben terug te keeren tot onze eerste liefde. Ons onder wijs moet zoo goed mogelijk gemaakt worden. Huisgezin en school moeten samenwerken, om trouwe onderdanen van onzen Koning te vormen. 4e. Wij mogen met moed voorwaarts gaan, ziende op de teekenen der tijden. Vele vragen komen op in ons hart, doch zien we op die teekenen vi verstaan wij hunne spraak dan kunnen we gerust zijn en mogen we gemoedigd voortarbeiden. God zal ons de overwinning geven. Aan vankelijk hebben we reeds veel gewonnen. Ook in den strijd om het beginsel van ons onderwijs hebben we pal te staan. Wij zullen aanschouwen, dat Gods koninkrijk komt. Als wij slechts getrouw zijn. In den grooten oorlog, die om ons heen woedt, is liet nog onzeker, wie de overwinning zal behalen. Doch in dezen strijd voor 't Christelijk on derwijs zal de zege aan ons zijn. Dat zeggen ons ook de'teekenen der tijden. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd ggbruik gemaakt door de heeren Jansen van Driewegen en Zegers van Axel. De spreker vond in hunne vragen aanleiding om enkele punten nog eeuigszins duidelijker uiteen te zetten. Na een hartelijk woord van welverdienden dank door den Voorzitter aan den Spreker van dezen avond, werd de niet zeer druk bezochte vergadering door ds. Pol met dank zegging gesloten. De leuke „Jap". We gaveu reeds vroeger te kennen, niet te gelooven dat Jayan zijn honderdduizenden over den Oceaan sturen zou, om op doEuro- pecsche slagvelden de beslissing te brengen. Het kan voorloopig tevreden zijn. 't Hééft zijn deel van den buit. En dat met weinig onkosten. In deze meening worden we bevestigd door een bericht uit Japan, waar het blad't nauwst in verband staat met diplomaten en militairen „De Engelsclie pers overstroomt de geheele wereld dagelijks met berichten over zoo schitterende overwinningen der bondgenooten op de Duitscliers, dat het voor Japan ten eenen male overbodig is de overwinnaars te hulp te komen." Een maand daarna zou de verkooping plaats hebben. In de dorpsherberg was de notaris met zijn klerk gearriveerd en daar bevonden zich reeds een aantal dorpelingen voor wie de gebeurtenissen de noodige stof tot be spreking uitmaakte, waarbij .de geschiedenis der beide broeders nog eens van az werd opgehaald. Tegen den tijd, die voor den ver koop was vastgesteld, verscheen ook Gerrit, de boer van den Eikenhof. Hoog en kloek was nog steeds zijn gestalte, maar op zijn gelaat lag een uitdrukking van matheid. Met liet geld was zijn geluk niet gekomen en velen viel het op, dat de trotsche boei er min of meer oud-achtig begon uit te zien ;- alle veerkracht scheen uit die gestalte ver dwenen en het was of een zware last hem steeds drukte. Het was de koortsgloed van den gelddorst, die hem verteerde het was de vrees, arm te zullen worden, die zich meer en meer hij den ongelukkige vast zette, hem nog knorriger en onhandelbaarder maakte, die hem bezwaarde bij nacht en dag, die hem, prikkelachtig en zenuwachtig als lnj er door weid, alle rust ontnam. Zijn komst deed het gesprek een oogen- blik verstommen. (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1915 | | pagina 1