Oorlogsberichten.
Binneiilandsch Nieuws.
Volgens een der ulilanen zouden zij be
stemd zijn om de bruggen te bewaken, de
grens af te zetten en den verderen uitvoer
van vee en paarden te voorkomen. Over het
Leopoldskanaal, dat evenwijdig aan onze grens
loopt, zijn de bruggen echter reeds opgeblazen.
Er liggen daar enkel nog maar planken over
de vaart.
Ook vertelde een dezer ruiters, dat van de
Engelsche vliegers, die Zaterdag boven Vlaan
deren kruisten, er inderdaad éen is neerge
schoten en te Blankenberglie gedaald. Ze
hadden geen van allen bommen geworpen.
Ook de weg Stroobrugge—Maldeghem is nu
voor een deel opgedolven en doorsneden met
loopgraven, waar mitrailleurs in zijn geplaatst.
Ook Zondag, zag ik de Duitschers in de
duinstreek tusschen Knocke en het Zwin al
maar naarstig aan den arbeid om hun ver
sterkingen voort te zetten. Het was voor het
eerst weer eens een zonnige dag en als in
een gulden schijnsel lichtten de blanke heuvels
zoover wij zien konden langs de zee. Voor
ons was er door den kijker van allerlei dui
delijk te onderscheiden, 's Morgens om tien
uur kwam een hoofdofficier met zijn staf te
paard het „mollenwerk" inspecteeren. In
'enkele diepe ingravingen in het zand zagen
wij wel een vijftig soldaten bezig met schoppen
en andere werktuigen om te graven zware
balken met dwarsleggers te plaatsen als ge
raamte voor de betonvloeren, waar de kanon
nen op gezet moeten worden, die ten deele
nog achter de duinen staan. Stoeten paarden
hebben de stukken daarheen getrokken. Over
rails door den lossen zandbodem beneden komt
dan het zware geschut, de machine geweren
op de hoogplateaux. Een heele kolonie van
badkoetsjes is er uit de badplaats Knocke
aangevoerd, die tot primitieve woningen dienen
voor de wachtposten. Tot in den nacht wordt
er de versterking van de kust voortgezet.
Steeds verder strekken zich de loopgraven
uit. Öp sommige plaatsen zijn die door onder-
aardsche gangen verbonden. Bij wijze van
tijdverdrijf wordt er dan jacht gemaakt op de
opgeschrikte hazen en konijnen en in den
rusttijd zitten de mannen zoo in het zand te
kaarten.
Inmiddels was de prikkeldraadversperring
op diep in 't strand geslagen palen langs onze
grens bij sterken vloed weer weggespoeld.
Dag en nacht wordt over de achtergelegen
akkers en om het Schor van het Zwin gepa
trouilleerd, om overal menscheu, die nog door
willen komen naar of uit ons land, op te sporen.
Vooral op brievendragers maken de Duit
schers jacht, zoodat het steeds moeilijker
wordt voor de vluchtelingen om nieuws te
vernemen van hun betrekkingen in Knocke,
Heyst, Brugge, Oostende enz. Tot sommen
van drie-, vierhonderd frank worden geboden
om een brief over te brengen.
Deskundigen zijn het er over eens, dat de
Duitschers zich hier nu zoodanig hebben in
gegraven, dat het wel moeilijk zal zijn hen er
uit te krijgen. Dat ze Brugge gekozen hebben
als het centrum voor hun nieuwe stelling,
waaromheen hun front zoo noodig zal kunnen
draaien tot aan Antwerpen toe, acht men
vooral van belang, omdat de Engelscheu
slechts noode zullen overgaan tot een ernstige
beschieting van dit prachtige oude juweel
onder de steden.
Intusschen hebben de bezettingstroepen zich
zoo behagelijk mogelijk gelegerd in de hotels
der bekoorlijke badplaatsen. Van overal sleepen
zij de bedden en matrassen daarheen, om in
de groote zalen te slapen. Zij hebben nu ook
het Soute, van Knocke uit het dichtst bij de
Nederlandsche grens gelegen, ontruimd, evon-
als de huizen aan den duinkant van de Ave
nue Lippens in Knocke zelf. Met groote deer
nis vernemen de Belgen hier dit alles, omdat
zij allen zulke aangename herinneringen hebben
aan deze weelderige badplaatsenstreek. Van
de schilderachtige denneboschjes zijn al heel
wat boomen weggehakt. Verbitterd hooren
zij van vernielingen, die hier en daar zouden
worden gepleegd door Duitsche soldaten, die
doodvermoeid of licht gewond in ruim een
uur tijds van het front per electrische tram
langs de zeekust naar Knocke en omstreken
worden gevoerd om er wat uit te rusten. In
een immers niet onverklaarbare gemoeds
stemming komen die zwaar beproefde kerels
dan soms tot braspartijen, waarin zij bv. de
weelderige bar van het Grand Ilotel te Soute
hebben stukgeslagen.
Strandbewoners vertelden, dat zij door hun
kijkers herhaaldelijk Engelsche kruisers ver
kennen ter hoogte van het lichtschip, dat
voor Ostende ligt.
Inmiddels wordt het voor de arme bewoners
in deze streek steeds moeilijker om aan de
kost te komen ten gevolge van het requisi
tioneeren van de Duitschers. In Heyst is het
rantsoen gesteld op I kilo brood in de drie
dagen en Zaterdag moesten de menschen aan
het station van diezelfde plaats weer vier
honderd koeien en 350,000 kilo aardappelen
leveren voor den vijand.
Het is opmerkelijk, zooals de Duitschers
voortgaan krachten aan het front van de
Yser te onttrekken voor de versterking van
hun tweede verdedigingslinie. Zoo trokken
Zondag nog weer vierentwintig kanonnen
langs Heyst in de richting van Westcapelle.
De tram, die de troepen heen en weer voert,
rijdt ook 's nachts door.
Gisterenmorgen zijn de Duitschers bezig ge
weest aan het zand bij Cadzand aangespoelde
mijnen te laten springen. Herhaaldelijk
klinken ontploffingen tot liier door, zopdat de
ramen rinkelen en deuren openspringen.
Naar een correspondent van het bureau Vaz
Dias meldt, zijn Zondag Zeebrugge, de haven
van Heyst en Ostende van uit Zee beschoten.
Het bombardement van Zeebrugge was in het
4e en 5e district van Z.-Vlaanderen zeer duide-
elijk te hooren.
Een correspondent van „De Tijd" meldt,
dat van te voren een aanval op die plaatsen
was gedaan door vliegers, die bommen wierpen.
Een 12-tal vliegers vertooonden zich Zondag
boven Duinkerken en verscheidene naburige
plaatsen en hebben 30 bommen neergeworpen,
die weinig schade aanrichtten. Het aantal
slachtoffers, dat gering is, is nog niet te ver-
meidon.
BERLIJN, 10 Januari. (Wolff.) Uit het groote
hoofdkwartier wordt gemeld
Op het Oostelijk oorlogsterrein is het weer
nog niet beter geworden. Op het Oostelijke
front is de toestand onveranderd gebleven.
Kleine Russische aanvallen ten Zuiden van
Mlawa zijn afgeslagen.
Weenen. (Wolff.) De Neue Freie Presse schrijft
in een hoofdartikel
Lord Crewe heeft in het E ngelsche Hooger-
huis de werkelijk belachelijke bewering 'geuit,
dat er nog nooit een zeeoorlog was geweest,
waarin de oppermacht ter zee met zóó geringe
kosten was gewonnen, als thans in dezen
oorlog door Engeland. Wij gelooven niet, dat
ei vele overwinningen ter zee zijn bevochten,
die zóó duur hebben gekost. Nergens behaalde
de Engelsche vloot een werkelijk succesner
gens kon zij haar technische superioriteit be
wijzen. Tot dusver verloor zij een superdread-
Dought, twee dreadnoughts en zes kruisers.
Haar militaire overmacht kon zij in den slag
bij de Falkland-eilanden en bij de vernietiging
van de Emden enkel naar lord Crewe zelf
toegeeft toonen, door hulp van de vloten
van Australië, Frankrijk en Japan. En zelfs
met die hulp konden de Britsche schepen niet
alle Duitsche kruisers, die buitengaats waren
vernielen.
Daartegenover staan de schitterende ver
richtingen van de Duitsche vloot, wier onder
zeebooten en kruisers 6000 K.M. van hun basis
tot aan de kusten van Engeland voortdrongen
en er steden bombardeerden. Dat getuigt van
de hoogste technische en militaire bekwaam
heid.
Wel heeft ook lord Kitchener enkele woor
den .van lof over de vloot gesproken, maar
die zijn voldoende geweest om de teleurstel
ling te doen beseffen, die hij moet gevoelen.
Hij geeft toe dat de Engelschen en de Fran-
sciien bij den slag van Nieuwpoort niets, in
het geheel niets hebben bereikt.
Er bestaat geen enkele aanwijzing voor,
dat de Engelsche minister van oorlog den
toestand hoopvol inziet, of dat hij niet gelooft
aan den kracht van den tegenstander.
Nog het merkwaardigste is, dat de millioe-
nen soldaten, waarover Kitchener nog op 9
November zoo dreigend had gesproken, blijk
baar als stof zijn verdwenen. In de plaats
van die millioenen worden nu 218,000 man
genoemd. Het nieuwe leger moet naar Crewe
die uit de school klapte zich heeft laten
ontvallen, dienen om de vreeselijk zware ver
liezen goed te maken, die de Engelschen ge
leden hebben. Er is dus geen uitbreiding van
het Britsche leger, maar een stoppen van de
geslagen gaten.
Den bondgenooten wordt nu voorgehouden
wat alles de Engelsche vloot voor hen heeft
gedaan.
Daarentegen zijn de resultaten van het oor
logvoeren der Duitschers nog nooit zoo open
hartig erkend, als thans door lord Curzon,
wiens rede een krachtige aanklacht tegen zijn
eigen regeering was.
In het Hoogerhuis heeft lord Crewe in ant
woord op een vraag gezegd, dat naar het
oordeel der regeering het gezonken slagschip
Formidable door twee vijandelijke torpedo's
is getroffen en niet gelijk een gerucht wil
door een ontploffing in de kruitkamer te'
gronde is gegaan.
Op een vraag of de Engelsche troepen die
naar het front gaan, ingeënt zijn tegen typhus,
antwoordde lord Crewe dat de inenting niet
verplicht is, maar dat de regeering wel de
soldaten aanmaant zich te laten inenten.
De regeering heeft voorts steun toegezegd
aan hen, die schade hebben geleden bij de
beschieting van Scarborough, Hartlepool en
Whitby.
Lord Selbourne heeft in dezelfde vergadering
kritiek geoefend op de wijze, waarop minister
Churchill den „oorlog met woorden" tegen de
Duitschers voert. Hij noemde dat onduldbaar
en kon zich niet begrijpen hoe 's ministers
ambtgenooten het verdroegen.
Dezelfde spreker wenschte nadere ophel
dering over de omstandigheden, waaronder
de Goeben en de Breslau uit de straat van
Messina hebben kunnen ontsnappen. 'Ook
vroeg hij behandeling voor krijgsraden, in ge
vallen dat Engelsche oorlogsschepen in den
grond worden geboord.
De commandant van een üuitsch vliegtuig
eskader, dat in de omgeving van Reims ver
kenningen deed, heeft den correspondent van
de New-York Times het volgende medegedeeld
„Zes vliegmachines van het eskader hebben
sedert de oorlog begon 15.000 mijlen afgelegd.
De Fransche militaire vliegtuigen zijn ongeveer
20 mijlen sneller dan de onze, maar het biedt
geen voordeel, om zoo snel te vliegen, want
men kan geen goede waarnemingen verrichten.
Op een hoogte van 6000 voet is men volkomen
beveiligd tegen vuur van beneden.
„Gevechten in de lucht zijn thans gewone
gebeurtenissen. Een van de meest belang
wekkende ontmoetingen was die tusschen een
eskader van vier van onze vliegtuigen, ge
wapend met revolvers, en een groote en een
kleine „Bauernschrek" bijnaam, dien de
Duitschers geven aan de Fransche vliegtuigen,
welke met machinegeweren gewapend zijn.
Het gevecht duurde bijna een uur, op een
hoogte van vijf duizend tot zes duizend voet.
De groote „boerenschrik" was toen genood
zaakt te landen, terwijl de kleine wegvloog.
„De Franschen zijn uitmuntende vliegeniers,
de Engelschen eveneens, maar de Duitschers
zijn beter geoefend. Vooral wat goed geoefende
verkenners betreft, zijn wij in het voordeel.
Generaal Von Lanisch, chef van den staf
van Heeringen, vertelde aan den correspon
dent „Kort geleden schoten wij een Fransche
vliegmachine naar beneden op een hoogte van
81000 voet. Ons nieuwe kanon kan vier mijlen
hoog schieten."
De correspondent zet verder uiteen, dat,
evenals de Duitsche cavaleristen niet allen
Uhlanen zijn, alle Duitsche vliegtuigen geen
Taubeti zijn. Veel moer in gebruik dan de
Ta'ube is de tweedekker Aviatiek. Deze aero
planes zijn niet bestemd voor snelle vlucht,
maar voor het omhoog voeren van lasten,
zooals blijkt uit haar gedachten voorraad
bommen.
Wat vorm en afwerking betrof, vond de
correspondent deze helsche machines zeer
belangwekkend. De 40-ponders en 20-ponders
zagen er uit als miniatuur-torpedo's, met een
propeller aan het eind en een stalen ring
voor handvatsel. Wanneer de luchtvaarder
een bom wil laten vallen, behoeft hij slechts
een kleine beweging te maken, die niet meer
dan een seconde eischt en waardoor de propeller
wordt losgelaten. Als de bom valt, geraakt
de propeller in snelle beweging en drijft de
machinerie binnen in de bom. Na een val
van honderd meter is deze al gereed om uiteen
te barsten, wanneer zij iets raakt.
Een twintigtal Belgische landbouwers hebben
kortgeleden Engeland verlaten, om zich in de
zuidelijke Staten van Noord-Amerika te vesti
gen. Dit is de eerste groep van een op groote
schaal ontworpen landverhuizing, waartoe de
gouverneurs der zuidelijke Staten de Belgische
vluchtelingen hebben uitgenoodigd.
Daar men in Amerika flinke landbouwers
altijd gebruiken kan, is daar het plan gevormd,
in de zuidelijke Staten een Belgische kolonie
te stichten. Aan de landverhuizers worden
de grootst mogelijke voordeelen geschonken.
De vice-president van de landverhuizings
commissie in de zuidelijke Staten, de heer
W. H. Mansz, bevindt zich thans te Londen,
om voor dit plan zooveel mogelijk aanhangers
te winnen.
Elke Belgische landverhuizer krijgt een
bezitting, niet verder dan vier of vijf kilometer
van een spoorwegstation verwijderd en met
gegarandeerd goeden bodem. Bij zijn aankomst
zal hij reeds een geheel ingericht huis vinden,
alle voor den landbouw noodige werktuigen
en een hoeveelheid levensmiddelen, zoodat hij
dadelijk aan den arbeid kan gaan. Het eerste
deel betaalt hij na een verblijf van een jaar
en de heele som, die het land tot zijn eigendom
maakt, moet binnen twintig jaren of na nog
langer tijd betaald worden.
De Belgen zullen al het mogelijke vinden,
opdat zij zich spoedig tehuis gevoelen. Wan
neer zij Katholiek zijn, zal de regeering een
katholieke kerk voor hen laten bouwen en
den geestelijke het eerste jaar zijn traktement
betalen. Eveneens zullen zij een school krijgen,
en ook hier zal de onderwijzer het eerste
jaar zijn salaris van de Regeering ontvangen.
Men hoopt in de zuidelijke Staten, dat zeer
vele Belgen door dit aanbod tot landverhuizing
zullen besluiten.
De voorzitter van de commissie voor onder
steuning in België, Herbert Hoover, is te
Londen teruggekeerd. De vraag is gesteld,
zei hij, hoe groot de bevolking is, welke in
België is achtergebleven. Vóór den oorlog
werd de bevolking van dit land geschat op
7,700,000. Tegenwoordis zijn er naar schatting
ongeveer 110,000 uitgewekenen in Engeland,
ongeveer 350,000 in Nederland en ongeveer
50,000 in Frankrijk. De verliezen door den
oorlog worden op 200,000 personen geraamd.
Volgens betrouwbare opgaven bedraagt de
bevolking, die zich thans in België bevindt,
met uitzondering van de Duitschers, ongeveer
zeven millioen zielen.
Het Duitsche bezettingsleger verleent veel
meer hulp, dan men van een leger in oorlogs
tijd zou kunnen verwachten. Het grootste
deel van het Belgische gebied is bezet dooi
den landstorm. Deze officieren en manschappen,
die uit hun particulieren kring zijn opgeroepen,
leggen meer mededoogen aan den dag dan
menig beroepssoldaat. Verscheiden van de
officieren, verklaarde de heer Hoover, hebben
met ijver de taak op zich genomen, om ons
te helpen bij het vervoer van levensmiddelen
en op andere wijzen. Ondanks alle beweringen
daaromtrent, zijn er geen inkomende rechten
of vorderingen van welke soort ook op de
voedingsmiddelen, welke door de commissie
welke door de commissie worden ingevoerd.
Het bezettingsleger is buitengewoon stipt
geweest in het eerbiedigen van de overeeu-
komst, dat geen van de levensmiddelen, door
ons geïmporteerd, hetzij direct of indirect
door hen mochten worden genuttigd. De
Duitsche regeoring heeft thans een algemeene
verordening in België uitgevaardigd, dat geen
voorraden van eenigerlei soort, die in den
gewonen loop van zaken door het steuncomité
moesten worden teruggegeven, opgeëischt
zullen worden.
Een onderzoek heeft getoond, dat 'n vol
komen verbinding met België werd verkregen
door brieven te verbergen in brooden. Evenals
de meeste soldaten zijn de Duitschers niet
geneigd om hun tijd te verspillen met het
opensnijden van elk brood. Zij hebben een
voudig bepaald, dat als er brood in België
gebracht werd, dit moest geschieden onder
leiding van het Steuncomité, en dat alle
handelsverkeer over de grens moet worden
gestaakt.
Te Kessenich ontving Vrijdag de burge
meester van de Duitsche overheid telegra-
phisch bericht, dat den volgenden dag om
10 uur voorm. 25,000 kilo hooi diende ge
leverd te worden. De raad dier gemeente,
die daarover vergaderde, besloot tot mede-
dedeeling, dat die levering niet kon geschieden.
Ook moeten vóór 15 Januari door de gemeente
Kessenich 15,000 francs in handen der Duit
sche overheid gesteld worden. Bovendien
werden nog opgeëischt een aantal koeien,
varkens en levensmiddelen.
Voor de naburige gemeenten Geijstingen,
Kinray, Opitter en Molenbeersel is het bevel
tot levering van hooi, stroo en vee nog grooter.
Genoemde gemeenten moeten elk ook nog
500 flesschen wijn opleveren.
In al de dorpen iu het kanton Maeseyck
zijn de paarden opgeschreven.
In het begin van October heeft een Au
stralisch schip in de haven Rabaul, Duitsch
Nieuw-Guinea, het oorlogsvaartuig Kornet
vermeesterd. Sedert doet het onder den
naam Una dienst bij de Australische vloot.
Uit een verhaal, dat de Times nu geeft, blijkt,
dat het schip bij verrassing genomen is. Het
werd 's nachts in de haven opgemerkt. Het
Australische schip ging dwars voor den in
gang liggen, met zijn 12 ponder en machine
geweren op de Kornet gericht. Niets bewoog
er op liet Duitsche schip. Een sloep met ge-
wapenden roeide er heen, de mannen klommen
aan dek. Alles was in slaap, behalve de
kapitein, die net was opgestaau en zich in
zijn hut stond te scheren. Toen de deur open
ging zag hij een revolver op hem gericht en
hij was gevangen.
De Berlijnsche Morgenpost heeft over de
gevechten in Oost-Afrika vernomen, dat deze
bijna zonder uitzondering met een overwinning
van de Duitsche troepen zijn geëindigd. De
grootste zegepraal is in Tanga bevochten.
Daar kwamen de Engelschen en Indiërs met
8000 man aan land. De Duitschers, die be
langrijk in de minderheid waren, en alles met
elkaar niet meer dan een 2000 man hadden,
brachten hun op den eersten dag een verlies
toe van 600 dooden en gewonden. Nadat zij
den volgenden dag versterkingen hadden ge
kregen, werden de Engelschen en Indiërs met
een verlies van drieduizend man verslagen en
moesten op hunne transportschepen de vlucht
nemen naar Mombassa. De Duitsche verliezen
waren gering.
De Frankfurter Zeitung verneemt dat een
groot aantal Zwitsers uit de Fransche koloniën
Cochin China en Tonkin zijn gezet, alleen
omdat zij deelgenoot waren in Duitsche firma's
of bij Duitsche firma,s in dienst waren. De
Zwitsersche Regeering moet hiertegen bij do
Fransche hebben geprotesteerd.
Een Londensch avondblad schrijft dat het
(tegengesproken) bericht omtrent de gevangen
neming van kardinaal Mercier in bijna alle
talen van Europa was vertaald, behalve
misschien in het Duitsch en het Oosten-
rijksch.
In den tijd van 23 tot 30 November-
het zevendaagsche tijdvak, waarin de verzen,
ding van postpakketten naar het veldleger
werd toegestaan, zijn bij de postkantoren in
Duitschland 6,950,114 particuliere postpaketten
voor het veldleger aangenomen geworden.
Door tusschenkomst van de Javasche
Bank is opnieuw een bedrag van f 50,000 uit
Nederlandsch-Indië bij het Kon. Nat. Steun
comité ingekomen.
De leening ruim volteeken d.
Naar het Hand. meldt, hadden de inschrij
vingen Zaterdagavond, voor zoover was na te
gaan, een bedrag van 225 millioen bereikt.
Er was toen dus nog voor 50 millioen te
weinig geteekend. Maandag echter, de dag
van sluiting, is deze groote Staatsleening vel-
De Belgische kust opnieuw beschoten.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
De Engelsche vloot.
De Formidable.
De oorlog in de lucht.
Landverhuizers.
De bevolking in België.
Uit den Oosthoek van België.