Antirevolutionair
nieuws- en Advertentieblad
De Oorlog.
VOOt
Atc lanue
Uit de Pers.
No. 1186
Woensdag 6 Januari 1915..
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars. Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- ®n Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOfLJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regei meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE
De vooruitzichten voor Nederland.
De oud-minister H. P. Staal heeft in zijn
jongste oorlogsartikel in Het Vaderland uit
voerig nagegaan hoe wij bij een mogelijk
verder verloop van den oorlog er voor kunnen
komen te staan. Die beschouwingen leiden
hem tot de volgende conclusies
De omstandigheden zijn voor de Duitschers
nog volstrekt niet van dien aard, dat een
terugslag voor hen op het Westelijk oorlogs
terrein als waarschijnlijk is aan te nemen
heeft met dat al zulk een terugslag op een
gedeelte van hun slagfront plaats dan zal dat
vermoedelijk eerst zijn na een voor de Ver
bondenen zeer uitputtend gevecht. Houden
deze laatsten na dat gevecht dat over eene
breede strook overal volkomen zegevierend
moet zijn wil het tot een groot resultaat
leiden geen machtige reserves over om het
aanvankelijk verkregen succes met kracht uit
te buiten en als 't ware bij de tegenstanders
een débacle in het leven te roepen, dan zal
de bedoelde terugslag vermoedelijk slechts dit
resultaat hebben, dat door de Duitschers op
eenigen afstand achterwaarts een nieuwe
stelling wordt ingenomen. Worden zij bij her
haling teruggeslagen, en genoodzaakt achter
den Rijn terug te gaan, dan is er noch voor
hen, noch voor de vervolgende Verbondenen
eenig voordeel, doch daarentegen groot nadeel
aan verbonden om de oorlogshandelingen op
ons gebied over te brengen
heeft de terugtocht der Duitschers plaats
ten gevolge van een terugslag in het Oosten,
dan gelden voor beide partijen de motieven
om ons grondgebied te ontzien in dezelfde
mate zoo niet in nog hoogere mate.
Op grond van een en ander ben ik van
meening, dat wij, ook als het eens blijken
mocht, dat de Duitschers zich op het Westelijk
oorlogstooneel niet kunnen handhaven, de
verder volgende gebeurtenissen kalm en met
vertrouwen kunnen afwachten.
Wil dit nu zeggen dat er, volgens mij,
mogelijkheid en aanleiding voor ons zou be
staan om iets te veranderen met betrekking
tot onze militaire maatregelen
Ik haast mij deze vraag te beantwoorden
met een uitdrukkelijk neen!
Ook al zijn wat ik natuurlijk aanneem
mijne beschouwingen over het algemeen juist,
de oorlogvoerende partijen houden er hun
eigen beschouwingen op na, en zullen daar
naar handelen.
Voorts zjju bij een oorlog steeds van die
onverwachte wendingen mogelijk, die met alle
voorafgaande berekeningen en beschouwingen,
hoe juist zij ook schenen, spotten.
Al verder kunnen zich steeds interneerings-
gevallen voordoen, die ons verplichten de
wacht te blijven houden aan de grenzen.
En ten siotte kunnen er voor ons, onaf
hankelijk van den loop der oorlogsopératiën,
moeilijkheden rijzen, waarbij het noodig is,
onmiddellijk gewapenderhand te kunnen in
grijpen.
Neen, de Regeering, die zoo groote verant
woordelijkheid draagt, mag en k a n op dit
oogenblik niet overgaan tot vermindering of
beperking in zake de militaire maatregelen en
het parool moet voor haar en voor ons volk
vooreerst blijven „Steeds geree d".
Maar en dit duidelijk te maken is het
doel van mijn schrijven hoe de opératiën
daar buiten ook loopen, wij hebben m.i. geen
aanleiding om ons ongerust of zenuwachtig
te maken.
Een officieel bericht uit Weenen dd. SI
December, aldus de N. R. Crt., heeft een vrij
uitvoerig overzicht gegeven van den toestand
in de Karpathen, hetgeen, als men het aan
de kaart toetst, wel geschikt is daarover licht
te ontsteken.
Wij weten dat de Russen in de Boekowina
(het gebied, dat ten Noorden van Roemenië
ligt), een volgens de Russische berichten met
voordeel wordt voortgezet. „De terugtocht
van de Oostenrijkers in de Boekowina, zoo
melden zij, „neemt onder den druk van onze
troepen een zeer overhaast karakter aan".
De Oostenrijkers melden van hun kant dat
zij stand houden aan den bovenloop Suczowa
en van Czeremosz. Den bovenloop van deze
rivieren vindt men in de Karpathen en wel
langs de Noordoostelijke helling, die aan de
zijde van Boekowina.
De Russen zijn hier dus nog wel niet op
Hongaarsch gebied doorgedrongen, maar de
Oostenrijksch Hongaarsche troepen zijn reeds
vrijwel geheel uit Boekowina verdreven en
verdedigen aan de grens van dat gewest den
toegang tot Hongarije.
Dit nieuwe Russische offensief in de Boe
kowina, in het verre Zuidoostelijk gedeelte
van de Karpathen, moet voor de Oostenrijkers
thans dubbel ongelijk komen, waar in het
Wëstelijk gedeelte van het gebergte niet
slechts hun nieuwen opmarsch, die een om
vatting van den Russischen linkervleugel be
oogden, tot staan is gebracht, maar zij daar
zoodanig zijn teruggeslagen, dat van een be
dreiging van de Russische Zank in die streek
geen sprake meer is, integendeel de Oosten
rijkers, als zij zich niet kunnen herstellen, op
hun beurt voor een omvattende beweging van
de Russen beducht moeten wezen. Behalve
dus in het Westen van de Karpathen zullen
de Oostenrijkers ook versterkingen noodig heb
ben in het Zuidoostelijk gedeelte van de
Karpathen.
Versterkingen spoedig te laten aanrukken,
schijnt reeds van het begin van den oorlog
af voor de Oostenrijkers met moeilijkheden
gepaard te zijn gegaan en het is niet aan
nemelijk, dat die moeilijkheden op den duur
geringer zijn geworden.
Waar wij opmerkten, dat de Oostenrijkers
reeds den 31sten December officieel erkenden,
dat ze Boekowina hadden ontruimd, schijnt
ons het (niet-officieele) Reuterbericht uit St.
Petersburg, meldend dat de Russen door de
bezetting van Sereth, Radautz, enz., meester
zijn van de spoorwegen in Boekowina, door
de gebeurtenissen te zijn achterhaald. De
opmerking, dat die spoorwegen naar West-
Galicië voeren is op zichzelf juist. Het is
echter de vraag of de Russen hun troepen,
die in Boekowina optreden, wel per spoor
naar West-Galicië willen sturen. (Trouwens,
als ze naar West-Galicië moesten, had het
geen zin ze Boekowina in te sturen. Zij
moeten dan immers langs denzelfden weg
terug, waar langs zij gekomen zijn.) Waar
schijnlijk schijnt liet ons toe dat zij hun offen
sief rechtstreeks in de richting van de Hon
gaarsche laagvlakte zullen trachtten voort te
zetten. Voorts weet men ook niet in hoe
verre de Russen van de Galicische spoor
wegen, die een smallere spoorwijdte hebben
dan de Russische, gebruik kunnen maken.
Van uit Zuidelijke richting werd Zaterdag
te Breskens weer hevig kanongebulder gehoord,
vermengd met de dof-zware slagen van mijnen,
die men deed springen.
Er zijn ongeveer een 10-tal vreemde mijnen
aangespoeld aan de Zeeuwsche kusten.
Aan den Vrijen Dijk, onder de Belgische
gemeente Bouchoute, lieten de Duitschers de
laatste dagen vuurpijlen op. Zeker zijn dit
seinen, die gegeven worden naar de patrouil-
leerende cavalerie in Vlaanderen, om te kennen
te geven waar de grens is. Zooals men weet,
blijft de cavalerie des nachts bij het patrouil-
leeron wel een tweetal uren van de grens.
Uit de hoogte en den schijn van het licht kan
men dan zoowat de afstand berekenen.
Aan de grens te Veldzicht, nabij Watervliet,
kan men nog steeds des middags en des
avonds op het door den Duitschen comman
dant vastgestelde uur de grens over. Er
wordt een druk gebruik gemaakt, om kleine
hoeveelheden naar België langs dezen weg
te voeren. Ook vele bejaarde vluchtelingen,
die geen geld meer hebben, keeren naar hunne
woonsteden in Noord-Vlaanderen terug.
Te Cadzand nabij de Belgische grens, is een
boot gestrand. De reddingsboot van Cadzand,
schipper J. van den Heuvel, ging er op af
en bevond, dat het een Duitsche motorboot
was van torpedo-model, gemerktPau 2, Kra
nenburg. De bemanning bestond uit 6 man
en wenschte de boot niet te verlaten.
Aan het strand tusschen den vuurtoren te
Nieuwesluis en de Belgische kustgrens zijn
een viertal mijnen aangespoeld. De Neder-
landsche kustwacht bewaakt sterk de toe
gangen en de wegen in de duinen langs de
gestrande mijnen. i
PARIJS, 2 Januari. (Reuter.) Officieel
bericht
Geen andere belangrijke gebeurtenissen
vallen te vermelden dan een onafgebroken
geweervuur, dat in den afgeloopon nacht
gericht werd op onze loopgraven ten oosten
van Vermelles en in de streek ten noorden
van Chaulnes, voorts een aanval der Duitschers
ten westen van het bosch van Consenvoye,
welke aanval geen succes heeft gehad.
PARIJS, 3 Januari. (Reuter.) Officieel
bericht
Ten noorden van de Leie heeft de vijand
gisteren Zonnebeke hevig beschoten.
Tusschen Leie en Oise zijn wij bij La Bois-
selle 500 M. opgeschoten.
Tusschen Oise en Maas heeft onze zware
artillerie verscheidene vijandelijke verster
kingen op de hoogvlakte van Touvent vernield.
Bij Perthes-les-Hurlus zijn wij 300 M. voor
uitgekomen. Bij Beau Séjour hebben wij den
vijand in infanteriegevechten zware verliezen
toegebracht.
Op de Maasheuvels, in het bosch Le Bouchet
(ten noordoosten van Troyon), in het bosch
Le Prêtre (ten noordwesten van Pont a
Mousson) en in de Vogezen bij Celles-sur-Plains
hebben wij eenig terrein gewonnen.
In den Boven-Elzas hebben wij een Duit
schen trein in het station van Altkirch be
schoten en van den spoorweg tusschen Dars-
pach en Dierspach, ten zuidwesten van Altkirch
hebben wij gedeelten vernield.
De langzamere gang van ons offensief moet
worden toegeschreven aan den voortdurenden
regen, die den grond doorweekt en bijna overal
de krijgsverrichtingen onmogelijk maakt.
BERLIJN, 3 Januari. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
Geen verandering in Oost-Pruisen en in
Noord-Polen.
Westelijk van den Weichsel slaagden onze
troepen in Polen er na hardnekkige gevechten,
welke verscheidene dagen hebben geduurd,
in, om het zeer krachtig versterkte steunpunt
der Russische hoofdstelling, Borysnow, te
nemen. Daarbij zijn 1000 gevangenen ge
maakt en 6 machinegeweren vermeesterd.
In drie nachtelijke aanvallen trachtten de
Russen Borysnow te heroveren, doch deze
aanvallen werden onder groote verliezen af
geslagen.
Ook ten oosten van Rawa vorderden wij
met onze aanvallende beweging langzaam.
De in Russische berichten meermalen ver
melde Russische successen bij Inowlods zijn
geheel verzonnen, Alle Russische aanvallen
in die streek zijn onder groote verliezen voor
de Russen afgeslagen en gisteren niet herhaald.
Overigens is de toestand ten oosten van
de Philica onveranderd.
WEENEN, 3 Januari. (Wolff.) Officieele
kennisgeving uit het groote hoofdkwartier
Hernieuwde pogingen van den vijand om
door ons front ten westen en noordwesten
van Gorlice heen te breken zijn weder onder
zware vei liezen voor den vijand mislukt.
Tijdens deze gevechten, die den geheelen
dag duurden, hebben onze troepen een heuvel
ten zuiden van Gorlice, waarom verwoed was
gevochten, stormenderhand genomen. Daarbij
is een vijandelijk bataljon in de pan gehakt,
een hoofdofficier, vier officieren en 850 man
gevangen genomen en twee machinegeweren
buit gemaakt. Verder is een Russisch vlieg
tuig naar beneden geschoten en vermeesterd.
Op het overige front is niets van belang
gebeurd.
KONSTANTINOPEL, 3 Januari. (Wolff.)
Het Turksche hoofdkwartier deelt mede
Onze troepen hebben den len Januari Ar-
dahan ingenomen. Daaromtrent zijn de vol
gende bijzonderheden te melden Een afdeeling
onzer troepen, die in het Tsjoras gebied ope
reerde, stiet bij haar opmarsch naar Ardahan
den 28sten December op Kozakken die terug
gedreven werden. Aidahan werd verdedigd
door 3000 man infanterie en 1000 kozakken,
die onder bevel stonden van generaal Zachen
en over zes stukken veldgeschut en twee
machinegeweren beschikten. Onze afdeeling
draalde, ofschoon zij in getalsterkte de min
dere was, niet en viel den 29sten December
's ochtends de goed versterkte en met artillerie
voorziene stellingen van den vijand aan. De
bloedige slag eindigde tegen den avond met
de vlucht der Russen, die zware verliezen
hadden geleden. Onze verliezen zijn onbe-
teekenend. Vóór hun vlucht hadden de
Russen een groot deel van de stad en van
hun voorraden munitie en levensmiddelen
in brand gestoken, de eigendommen van
mohammedanen geplunderd en de mohamme
danen zelf aan duizenderlei folteringen onder
worpen. Zij hadden tal van ongewapende
mannen en vrouwen met. de bajonet gedood
en aan de mannen de oogen uitgestoken.
Groote voorraden munitie en oorlogstuig,
benevens een deel- van het transportmaterieel
des vijands zijn in onze handen gevallen.
De vreugde der van het Russische juk be
vrijde bevolking is niet te beschrijven. De
door aan onze zijde vechtende vrijwilligers
betoonde moed verdient alle lof.
In Perzië toonen onze Perzische broeders
dezelfde toewijding. Onze troepen hebben in
samenwerking met Perzische stapimen 4000
Russen, die over tien kanonnen beschikten,
bij Miaudrab (50 K.M. ten noordoosten van
Sandesjboelak) geheel verslagen. De Russen
hadden meer dan 200 dooden, een groot aan
tal gewonden en verloren zes kanonnen. Wij
hebben een aantal geweren, munitie en oorlogs
tuig buit gemaakt.
Naar uit Ezeroem wordt gemeld, zijn groote
transporten Russische gevangenen uit de
laatste gevechten op weg daarheen, 000 zijn
er reeds aangekomen.
KEULEN, 3 Januari. Een door de censuur
besnoeid telegram uit Sofia aan de Kölnische
Ztg. verzekert dat tot steun van Servië uit
Frankrijk over Saloniki en uit Rusland langs
den Donau geregeld zendingen aankomen.
Fransche kanonnen worden door Fransche
artilleristen vergezeld.
De Roemeensche dienstplichtigen, die in het
buitenland vertoeven, hebben bevel gekregen,
in den loop dezer maand naar Roemenië terug
te keeren.
Kardinaal Mercier heeft een „herderlijk
schrijven" aan de kerken van het aartsdioces
van Mechelen gezonden, dat Zondagmorgen
in alle die kerken moest voorgelezen worden.
Zijn [groote vaderlandsliefde en zijn gezind
heid ten opzichte van den Duitschen overwel
diger verbergt de kardinaal in dat schrijven
geenszins, gelijk o.a. uit de volgende aanha
ling blijkt
„Ons vaderland bloedt. Zijn zonen sneuvelen
bij duizendtallen. Welhaast zal er op Bel
gischen bodem geen huisgezin meer gevonden
worden, dat niet in rouw gedompeld is.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
DE TOESTAND.
De Duitschers in België.
Van het Westelijke gevechtsterrein.
Van het Oostelijke gevechtsterrein.
Van het Russisch-Turksche gevechtsterrein.
Van den Balkan.
Een herderlijk schrijven van den kardinaal
van Mechelen.