flntirmlutionai? nieuws- en Advertentieblad Zeeland, De Oorlog» 000? Uit de Tweede Kamer. FEUILLETON. De Broeders. No. 1181. Zaterdag 19 December 1914 12e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ier Neuzen 1, i ranco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naai plaatsruimte berekend. ADVERTED TE BEZOROEN BU OBN CTOBVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Zitting van Dinsdag 15 December. De Kamer besluit aan de agenda toe te voegen de hoofdstukken IV en III van do staatsbegrooting, terwijl de agenda reeds de hoofdstukken I, II en VII A bevatte, en ver- eenigt zich zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met verschillende wetsontwerpen, waarna aan de orde is bet wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Bevorde- ringswet voor de zeemacht. De heer v. d. Voorst v. Zijp (A.-R., Tietjerksteradeel) herinnert er aan, dat de minister liet onbezet blijven van plaatsen voor adelborst geweten' heeft aan antimilitaire propaganda en verbreiding van de vredes- idee. Spr. vreest, dat bet wetsontwerp geen verbetering zal brengen. Bovendien vreest hij, dat er evenveel, zoo niet meer, mutaties zullen plaats hebben, zoodat velen niet in de gelegenheid zullen zijn bun geschiktheid voor de hoogere rangen te bewijzen. Beter ware z. i. geweest met de reorganisatie van de scheepsmacht voor te gaan. De minister van marine, de heer Rambonnet, ontleent een en ander uit een rapport over de oorzaken der verminderde dienstneming. Spr. verdedigt dan zjjn ontwerp tegenover den vorigen spreker. De heer Hugenholtz (S. D. A. F., Weststellingswerf) meent evenals den beer v. d. Voort v, Zijp, dat er nog te veel mu taties zijn. De minister zegt, dat het ontwerp ook ten deze een verbetering brengt. Het wetsoutwerp wordt goedgekeurd. De vergadering gaat dan in comité-generaal. Zitting van Woensdag, 16 December. Aan de orde is het ontwerp-Bevocgd- li e i d s w e t. De heer De Savornin Lohman (C.-H., Goes) acht de overbrenging van enkele bevoegdheden van het ministerie van Land bouw, nijverheid en handel naar dat van financiën niet in strijd met de constitutioneele beginselen. Spr. zet uiteen, waarom hij zich tot deze opmerking en eenige andere opmer kingen ten gunste van de nieuwe regeling ge roepen acht. De heer Rutgers (A.-R., Hilversum) maakt enkele formeele bezwaren. De heer Nolens (R.-K., Venlo) acht bet niet logisch, dat de arbeidersverzekering ge scheiden wordt van de arbeidersbescherming. Een departement van arbeid zal. z i. nood zakelijk zijn. Z ELAN DIA. 34) Daar treft de laatste bladzijde, de laatst ingekomen posten over het vorig jaar be vattend, zijn oog. Het vermeldt liet bedrag der rente/hem door Hendrik prompt op tijd toegezonden. Een oogenblik rusten de grage vingers van het gierig graaien in de zilveren en gouden specie. Een blad wordt omge slagen terug. Weer dezelfde post staat ver meld. Een glimlach van voldoening, als ge den grijns van hebzuchtig begeeren dien naam wilt schenken, glijdt over zijn gelaat. Zijn gedachten gaan terug naar den avond, toen hij het merkwaardig afscheid nam van zijn broeder. Hij prijst zich om zijn slimheid, zóó voordeel en profijt te hebben getrokken hij lacht in zich zelf om de onnoozelheid en toe geeflijkheid van Hendrik. Wat waren ze fijn, die tweeMaar toch hij had Hendrik boos gekregen, en dat voelde hij nog als een Ook de beer Beumer (A.-R., Kampen) maakt een formeel bezwaar. De beer Teens tra (V.-D., Zuidhorn) spreekt ten gunste van het ontwerp. Ook deze spreker meent, dat het tot een depar tement van arbeid zal moeten komen, mede in het belang van den landbouw. De minister van binnenland se he zaken, de heer Cort van der Linden, verdedigt de regeering tegen de geopperde formeele bezwaren en wijst er op, dat de indeeling, zooals die thans geschiedde, haar oorzaak vindt in practische en historische gronden. De minister van financiën, de lieer Treub, voelt voor liet argument, dat de arbeidersbescherming en arbeidersver zekering niet belmoren gescheiden te worden. Het kan zeer goed zijn, dat de afdeeling later weer teruggaat. Ook komt liet wellicht eens tot een departement van arbeid. De werk zaamheid nopens de herziening van de wet- ten-Talma waren echter reeds zoo ver ge- vorderd, dat het in t geheel niet practisch ware geweest, wanneer spr. die niet onder zijn leiding had gehouden. 'Spr. wijst nog op een bijkomstig voordeel en zegt ook, dat aan de arbeidersverzekering met den grootsten ernst wordt doorgewerkt. De lieer De Savornin Lohman kant zich bij zijn repliek tegen een al te per soonlijke opvatting bij verdeeling van de werkzaamheden onder de ministers. De heer Nolens en Beumer repli- ceeren eveneens. Bij regeling van werkzaamheden wordt besloten, om morgen om half twaalf in de afdeelingen te vergaderen en om half twee weer in bet openbaar tot voortzetting van de begrootingsdebatten. Vrijdag hoopt do voorzitter met de begrooting van binuen- landsclie zaken aan te vangen. De Kamer zet de behandeling van het ontwerpbevoegdheidswet voort. De lieer Al bar da (S.D.A.P., Enschede) klaagt over te lage uitkeeringen. De minister van financiën ant woordt in hoofdzaak, dat de uitkeering aan hen, die zich in normale tijden niet verzeker den niet zoo hoog kan zijn, als die aan hen, die dat wel deden. Het wetsontwerp wordt aangenomen, waarna de behandeling van de begrooting van buitenlandse he zaken word t aangevangen. Zitting van Donderdag 17 December. Bij de voortzetting van de algemeene be raadslagingen over de begrooting van buitenlandse lie zaken beeft de lieer Knobel (V. L.) opnieuw een fusie tusschen triomf. En die andere, Lena, hoe hij ze ge tart en getergd had. Maar haar woorden. Hij kan ze niet kwijt. „Bouw niet op je rijk dom," had ze gewaarschuwd, ,,'t kon wel eens een rietstaf blijken, die de handen doorboort. Je staat in je eigen kracht. God kan je ver nederen Hahad hij die woorden van buiten ge leerd, dat zehem zoo vast in het geheugen waren gedrongen? „God kan je vernederen!" Hèm, den rijken boer van den Eikenhof? Hèm Ja, zeker, hij stond in zijn eigen kracht. En waarom nietwas die kracht gering. Zijn kracht, was ze niet zijn geld. En zou hij dtiar niet op bouwen En met teedere oogen- streeling koost hij de opgestapelde munten aaiend glijden zijn vingers over de witte en gele schijven. Dan ineens versombert zijn gelaat, 't Gaat toch immers niet goed den laatsten tijd. De gelden vloeien immers niet zoo mild meer. En angstig monstert zijn oog don schat. En het tellen vangt weer aan. De eene stapel na den anderen moot hem door de vingers. De getallen in zijn boekje worden vergeleken, gecontroleerd. Aan zilver f aan goud aan papier f Ja, het klopt. Het eindcijfer is hoogzeer hoog. Maar liet stijgt niet, de laatste jaren; het stijgt niet. Het blijft hetzelfde, het diplomatieke en liet consulaire korps be pleit. De tolken in China moeten z i. het Mandarijnsch kennen. Dr. Van Leeuwen (S.D.A.P.), wilde gaarne 's ministers beleid huldigen, doch miste alle feitelijke gegevens daartoe. Gns ont breekt, zeide bij, thans elke kennis van den feitelijken toestand. Spr. wensclite daarom een commissie van buitenlandsche zaken uit de volksvertegenwoordiging, ook om liet gevaar te ontkomen, dat de regeering in haar buiten- landsch beleid in een andere richting gaat dan de groote massa. De beer Nolens (R. K., Weerd) stelde vast, dat de regeering krachtig is opgetreden, en braclit daarvoor hulde aan den minister, mede namens zijn politieke vrienden. De regeering bad echter geruchten en medcdec- lingen in de buitenlandsche pers over onze neutraliteit, nadeelig voor ons land, sneller moeten doen tegenspreken. Spr. hecht geen overdreven waarde aan tractaten, maar zal alle pogingen steunen om te komen tot een duurzamen vrede. Hij be- pleitte in dit verband herstel van ons gezant schap bij den paus. DE TOESTAND. In Frankrijk en België aldus de N. R. C., waren de Duitschers, sedert de wederzijdsche fronten tot stilstand waren gekomen, toch, voor zoover daar bij zoo'n toestand van stil stand sprake is, de aanvallers gebleven. De bondgenooten bleven over het algemeen de fensief, zij liet ook meermalen door tegen aanvallen. Reeds een week of twee geleden hebben wij er op gewezen, dat dit langzamerhand anders begon te worden, de bondgenooten namen allengskens meer op verschillende punten het initiatief tot den aanval, terwijl de Duitschers zich meer uitsluitend tot de ver dediging bepaalden. In de berichten van Dinsdagochtend komt duidelijk uit hoe zoo langzamerhand de rollen zijn omgekeerd. De Duitschers melden ons aanvallen van de bond genooten ten Zuidoosten van Yperen, bet Noordoosten van Suippes (40 K.M. ten Oosten van Reims, niet te verwarren met Suippe ten Noorden van Reims), ten Noordoosten van ürnes (bij Verdun) en twee aanvallen ten Zuidoosten van St. Miliiel. Al die aanvallen zijn afgeslagen zeggen de Duitschers. Nu kan het zijn dat een aanval als afgeslagen kan worden beschouwd, en toch de aanvaller eenig terrein heeft gewonnen. Dit laatste is het geval bij Yperen, naar de Franschen ons meldenover de andere aanvallen spreken zij niet. In den Elzas is het van Fransclie zijde een afwisselend voorwaarts rukken en 't Moet omhoog omhoog Stilstand is achter uitgang Het zwakke vlammetje van liet nachtlichtje flikkert van den kouden tocht langs den vloer, die hem doet huiveren. Wat verkwisting, licht branden in den nacht. Maar toch nog even moet hij toevennog even tellen, nog eenmaal zich vermeien in zijn rijkdom Rijkdom? Hoe lang? Zal hij rijk blijven? Gaat hij niet gestaag achteruit Méér, méér, moet hij hebben. Altijd méér Wie zegt dat daar „God kan je vernederen „Ha, die fijne, die vrouw van zijn broerwat heeft hij met dat wijf te maken 1 Vernederen een rietstaf, die de handen doorboort Afgunst, alles afgunst, die baar zoo spreken deed afgunst, omdat ze zelf niets bezaten, niets, de schamelen, niets mét hun Godha-haHier is zijn God, de zijne 1 Schrapen zal hij, nóg naarstiger, om zijn schat te vermeeren. Zuiniger zal er geleefd in zijn huis, wat Anna ook zal tegenstribbelen en verminderen zal hij het loon der arbeiders ze kunnen hem tóch niet missen En de rente, dien Hendrik hém moet be talen, zal hij verzwaren waarom nietHen drik zal wel loslaten hij is immers zoo gehecht aan het huisje. Kan de vijf, geen vijf en drie kwart, geen zes procent worden Waarom niet? Woeker? Er zijn er wel, die tien vragen. wijken. Het dorpje Steinbacli bij Ihaun hébben zij moeten ontruimen, maar al de hoogten er' omheen houden zij nog bezet. Bij Nieuwpoort zijn intusschen de Belgen en Franschen één a anderhalve K.M. voorwaarts gerukt. Wij zeiden hierboven dat in het Westen de rollen zijn omgekeerd. Dit is van belang, maar van meer belang is, dat niettegenstaande de toestand in het algemeen hetzelfde ge bleven is. Er was stilstand terwijl in liet algemeen gesproken de Duitschers offensief bleven. Nu zijn zij over het algemeen defensief en er is nog stilstand. Die verandering in den stilstand die in tusschen blijvend was, is ingetreden gelijktijdig met den grooten slag in Polen. Het ligt dus voor de hand om samenhang te zoeken. Om de Russen te weerstaan hebben de Duitschers troepen en materieel aan de westelijke legers onttrokken. Bleken nu de Duitschers met de Oostenrijkers tegenover de Russen te zwak, dan zou men kunnen verwachten dat zij zich in het Westen nog meer zouden verzwakken. Dit is echter niet het geval, wel zijn de Russen niet verslagen, maar van een Russisch offensief in westelijke richting is voorloopig geen sprake meer. Het ziet er ook geenszins naar ";t dat de Russen dat offensief eerlang, door de Duitschers en Oostenrijkers beslissend te verslaan, zullen kunnen hervatten. Veeleer laat het zieh aanzien dat de Duitschers en Oostenrijkers, zoo zij er niet in slagen het Russische leger te verslaan, het op zijn minst zullen kunnen blijven tegenhouden. In het eerste geval zullen de Duitschers zich in het Westen weder kunnen versterken, in het tweede behoeven zij hun macht in het Westen niet ten behoeve van het Oosten verder te ver zwakken. Hieruit zou volgen dat wij op het oogenblik het tijdperk beleven, waarin het groote voor deel voor de bondgenooten en het groote nadeel voor de Duitschers, dat Duitschland naar twee tegenovergestelde richtingen tege lijkertijd doet gevoelen, voor hen de grootste nadeelige en voor de bondgenooten de grootste voordeelige uitwerking heeft. Thans schijnt dus het tijdperk voor de bond genooten aangebroken", waarin zij niet een loopgraaf of dorp hij de Yser of bij Reims moeten heroveren maar den oorlog op Duitschen grond te verplaatsen. ant zooals de Times terecht heeft opgemerkt, dat is het doel wat zij moeten bereiken, willen zij den vrede kunnen voorschrijven. Dat zij op het oogenblik daartoe de kracht hebben, is nog niet gebleken. Maar misschien bljjft de bovenbeschreven toestand nog ge- ruimen tijd duren en erlangen intusschen de daartoe benoodigde kracht. Hoe lang die toestand duurt zal afhangen van hetgeen er Neen, zés moet hij voortaan minstens. En als hij niet wil? Als hij weigert? Dan ver- koopen Hajuistverkoopen. Zal het veel opbrengen nu? Toch licht wel een kooper te vinden en hij eenige honderden guldens zal hij kunnen voegen bij de andere zijn schat zal vergrooten. Ja, dat moet hij doen. Als Hendrik soms eens terug komt Waar is Hendrik Wat doet hij Hij weet liet niet, hij weet alleen, dat zijn broer in N. woont. Hoe het met hem gesteld ishij bekommert er zich niet over. Hij komt er nooit. Zeker armoe lijden zooals altijd ge brek misschien Is hij zijns broeders hoeder Die bouwt immers op zijn God Als het Hendrik eens in den zin komt, weer in het ouderlijke huis te gaan wonen dan houdt de rente weer op dan is de kans verkeken Zeker, dat moet hij doen. Hooger rente eischeu. Zes, wel neen, acht percent. Hij moet weigeren, en dan zet hij, Gerrit, zijn eisch door, om te vorkoopen Niet wach ten dan; spoedig schrijven Het jaar móet sluiten met een goed saldo. Er móeten eenige honderden guldens bij Hij kan toch niet achteruitgaanNeen, een sprong vóóruit (Wordt vervolgd). j Nadruk verboden. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1