Oorlogsberichten. gaat noch komt. Wordt er iemand aange houden die toch aan de waakzaamheid is ontsnapt, dan wordt hij van post tot post overgegeven en naar de hoofdwacht gebracht om gefouilleerd te worden. Vooral wordt nauwkeurig onderzocht of er geen brieven of schrifturen mede over de erens gaan. Daarvoor schijnen de Duitschers erg beducht te zijn. Bij het gaan naar Nederland gaat men niét zoo streng te werk, maar het is toch raadzaam geen brieven of couranten mede te nemen. De posten die in het zoo genaamde hazegras (eene kolossale uitge strektheid gronds der heeren Lippens) zijn uitgezet, schijnen hun tijd te passeeren met het schieten van hazen en konijnen, daar men steeds geweerschoten hoo rtknallen komt er evenwel ook eens iemand van deze zijde der grens, belust op konijntjes, dan kan hij er vast op rekenen dat spoedig een kogel hem zal waarschuwen terug te gaan. Het beste is maar aan dat verzoek zoo gauw mogelijk gehoor te geven, want dat men ook raak durft schieten, ondervond in de afgeloopen week iemand, die uit Knocke de grens wilde passeeren. Hij werd, naar men mij vertelde, door twee kogels in de borst getroffen en gedoodeen tweede heeft een schot in een been gekregen. Dat de Duitschers streng de hand houden aan het verbod om België te verlaten, blijkt uit de bewering van een dame, die in de al- gemeene vlucht uit Knocke naar Oostburg was gevlucht en daarna was teruggekeerd met een ziek jongetje van 12 jaar. Zij wilde dezer dagen, nu het knaapje weer beter was, naar Oostburg terugkeeren, bang als zij was geworden van het schieten op Zeebrugge. Ofschoon haar pas in orde was, werd zij door de Duitsche posten teruggestuurd hun parool was dat zij hoegenaamd niemand mochten doorlaten. Van het Westelijk gevechtsterrein. Oorlogslazaret afgebrand. PARIJS, 8 Dec. (Reuter.) Officieele kennis geving Gisteren heeft de vijand aan de Yser en rond Yperen grooter bedrijvigheid getoond dan den vorigen dag. Onze artillerie heeft met succes het vijandelijk vuur beantwoord. Om Vermelles, dat wij hebben hernomen was sedert twee maanden hardnekkig ge Vochten. Aan de Aisne en in Champagne zijn artillerie gevechten geleverd. Het geschut heeft ver scheidene vijandelijke troepen uiteengejaagd. In Argonne en bij Pont a Mousson hebben wij eenig terrein gewonnen. BERLIJN, 8 Dec. (Wolff.) Officieële mede- deeling uit het groote hoofdkwartier Op het front in Vlaanderen ondervinden de troepenbewegingen door de slechte gesteld heid van den bodem, veroorzaakt door de laatste regens, groote bezwaren. Ten noorden van Atrecht hebben wij enkele kleine vorderingen gemaakt. Het oorlogslazaret te Rijssel is gisteren afgebrand, waarschijnlijk is brandstichting de oorzaak. Menschenievens zijn niet verloren gegaan. De bewering der Franschen dat zij in het Argonnerwoud zijn opgeschoten, is in strijd met de feiten. Sedert geruimen tijd zijn de Franschen daar niet aanvallend opgetreden. Integendeel winnen wij er allengs terrein. Bij Malancourt, ten oosten van Varennes, hebben wij gisteren een steunpunt der Fran schen vermeesterd. Het grootste deel der Fransche bezetting is daarbij gesneuveldde rest, eenige officieren en ongeveer 150 man, gevangen genomen. Gisteren is een aanval der Franschen op onze stellingen ten noorden van Nancy afge slagen. De Duitschers in Frankrijk en België. PARIJ8, 8 December. (Reuter.) Officieel bericht In België werd een hevige aanval van de Duitschers op Saint Eloi, ten zuiden van Yperen, afgeslagen. In de bosschen en in het oosten van Ar gonne is de strijd nog altijd zeer levendig. Overigens valt geen gebeurtenis van te- teekenis te vermelden. PARIJS, 9 December. (Reuter.) Het offi cieele bericht luidt Van de zee tot de Leie zijn artilleriege vechten geleverd. Aan de Aisne hebben wij in een artillerie duel voordeelen behaald. In Argonne hebben onze artillerie en in fanterie voordeelen van beteekenis behaald. Verscheidene loopgraven z'jn genomen. De vijand heeft een loopgraaf met behulp van een mijn opgeblazen. Onze artillerie op de Maasheuvels heeft de overhand over die van den vijand gekregen. Hier en in Argonne hebben wij over de ge- heele linie vorderingen gemaakt. Van het Oostelijk gevechtsterrein. 5000 gevangenen. BERLIJN, 8 December. (Wollf.) Officieele mededeeling uit het groote hoofdkwartier Van het front aan de Oost Pruisische grens zijn geen berichten van belang ontvangen. In Noord Polen vervolgen de Duitsche troepen ten oosten en zuidoosten van Lodz de snel terugtrekkende Russen op den voet. Afgezien van de gemelde buitengewoon zware, bloedige verliezen, hebben de Russen tot dusverre ongeveer 5000 gevangenen en 16 kanonnen met munitiewagens verloren. In Zuid Polen is niets van beteekenis ge beurd. WEENEN, 8 December. (Wolff.) Van middag is officieel meegedeeld dat de gevechten in West-Galicië in hevigheid toenemen. Onze troepen hebben, thans ook uit westelijke rich ting aanvallend, den vijand uit de stelling WieliczkaDobczyce (beiden ten Z. O. van Krakau) verjaagd. Tot dusver hebben wij meer dan 5000 gevangenen, w. o. 27 officieren, naar het binnenland gezonden. In Polen zijn nieuwe aanvallen der Russen ten Zuidwesten van Piotrkof (Petrokof) door onze en Duitsche troepen afgeslagen. In de Karphaten is niets van belang ge beurd. ST. PETERSBURG, 8 December. (Reuter.) Vijandelijke strijdkrachten, samengesteld uit Duitschers en Oostenrijkers, zijn ten noorden en vooral ten zuiden van Krakau gesignaleerd. Dit is daaraan toe te schrijven, dat de Oosten- rijksche troepen niet meer in staat zijn on afhankelijk op te treden en de aanwezigheid van de Duitschers tijdens het gevecht noodig hebben. Gedurende den slag in de tweede helft vau November had Lodz groot belang voor de krijgsverrichtingen. Maar nu het Duitsche offensief aan het front Lodz—Lowicz mislukt is, heeft de verdediging van Lodz alle be langrijkheid verloren. Deze groote stad bood uit militair oogpunt vele nadeelen, daar het front er een ongewone buiging door kreeg en onze verbindingen werden bemoeilijkt. Ook moet men voorbereid zijn, dat met de op den linkeroever van den Weicbsel heer- schende kalmte, er een wijziging zal komen in onze troepenopstelling in deze streek. Drie Duitsche kruisers in den grond geboord. LONDEN, 9 December. (Reuter, officieel.) De Duitsche kruisers Scharnhorst, Gneisenau en Leipzig zijn in de buurt van de Falkland- eilanden in volle zee in den grond geboord. Van het Duitsche eskader, dat op 4 Nov. in de Stille Zuidzee den Engelschen kruiser Good Hope in den grond heeft geboord en de Monmouth zoo zwaar heeft beschadigd dat hij reddeloos op de Chileensche kust moest worden gezet, zijn door dit belangrijke wapen feit de sterkste schepen vernietigd. De Scharn horst en do Gneisenau waren gepantserde kruisers van 11,600 ton, in 1906 van stapel geloopen. De Scharnhorst liep 23,8, de Gnei senau 22.5 knoop. Beide schepen waren be wapend met 4 stukken van 21 c.M., 10 van 15 c.M., 14 van 8.8 c.M. en 1 torpedolanceer- buis, De bemanning van beide bestond uit 764 koppen. De Leipzig, een pantserdekkruiser, mat 3250 ton, was in 1905 van stapel geloopen en had een snelheid van 23 knoop. De bewape ning bestond uit 10 stukken van 10.5 cM. en 2 torpedolanceerbuizen, de bemanning uit 303 koppen. Van het eskader zijn nu nog slechts do Nürnberg (3470 ton) en do Dresden (3650 ton) over. De Falkland-eilanden liggen in den Atlan tischen Oceaan, ten Oosten van de Zuidpunt van Zuid Amerika. Blijkbaar is dus het Duitsche eskader, na den slag bij de Chileen sche kust, om Kaap Hoorn gevaren. (N. R. C.) LONDEN, 9 December. (Reuter, officieel.) Het Engelsclie eskader onder bevel van den vice-admiraal Frederick Sturdee, bemerkte op 8 December half acht 's ochtends bij de Falkland-eilanden de Duitsche kruisers Scharn horst, Gneisenau en Leipzig. In den loop van het gevecht dat zich vervolgens ontspon, zijn de Scharnhorst, die de admiraalsvlag van graaf von Spee voerde, de Gneisenau en de Leipzig in den grond geboord. De Dresden on de Nürnberg, die tijdens het gevecht zijn ontsnapt, worden vervolgd. Twee Duitsche kolenschepen, die het eskader vergezelden, zijn genomen. De verliezen aan Engelsche zijde zijn niet groot. Het Engelsche eskader heeft verscheidene overlevenden van de Gneisenau en de Leipzig gered. Beijers gedood JOHANNESBURG, 8 December. (Reuter. OfficieelBeijers, de leider van den opstand in Transvaal, iieeft een schot gekregen. Men gelooft, dat hij dood is. PRETORIA, 9 December. (Reuter.) Offi cieel De dood van Beijers staat nog niet vast. Het schijnt, dat hij gedurende een scherp gevecht 'aan den oever van de Vaat met eenige andere opstandelingen getracht heeft de rivier over te steken. Men vuurde op hen en zag Beijers van zijn paard vallen, stroomafwaarts drijven en spoedig onder water verdwijnen. Alle maatregelen zijn ge troffen om het ljjk te vinden. Een ambtelijk rapport, hier ontvangen, meldt Er was bericht gekomen, dat Beyers Vrijdag met vijftig man het kommando rebellen onder Conroy en Stead in de buurt van Lindley had verlaten en zich in de richting van Wonderkop bij Kroonstad had begeven. Hij moet toen den spoorweg overgestoken en in Noordwestelijke richting het district Hoopstad ingetrokken zijn. Maandag viel kommandant Sarei du Toit hem op 24 K.M. ten Zuiden van Bothaville aan. De opstandelingen splitsten zich in tweeën. De eene afdeeling, een man of dertig sterk, vluchtte onder Beyers naar Klerkstroom en werd achtervolgd. Dienzelfden dag trokken de Unietroepen de Vaal over. Gisteren troffen zij de rebellen aan bij Klerkstroom, bij de samenvloeiing van Zandspruit en Vaal. Er volgde een scherp gevecht, dat een kwartier duurde. Gedurende het gevecht trachtten Beyers en eenige anderen de rivier over te steken. Er werd op hen geschoten en men zag Beyers van zijn paard vallen, maar hij slaagde er in een ander paard bij den staart te grijpen. Dit paard zwom naar den Vrijstaatscher oever terug. Kortbij dien oever zag men, dat Beyers stroomaf waarts werd gedreven. Hij riep om hulp. Het gevecht was toen nog aan den gang. Spoedig daarna verdween hij onder water. Men gelooft, dat hij al vroeger in het ge vecht was gewond. Zijn revolver en veldkijker zijn gevondenook zijn dood paard. Aan Unie-zijde geen verliezen. Er "zijn alle maatregelen genomen om het lijk van Beyers te vinden, maar de gezwollen staat van de rivier maakt dat zeer moeilijk. Een episode uit den strijd bij Melle. Onder dezen titel schrijft een der oorlogs correspondenten van D e T ij d uit Sluis Ik heb in België e&n soldatenbrief gelezen, waarin de gevechten bij Melle beschreven worden. Het is wel reeds eenigen tijd ge leden, dat die geleverd werden, maar het blijft niettemin vermeldenswaard, omdat het zooveel laat zien van moed en ook van schrik. De soldaat schreef dan o. m. aan zijn ouders 's Avonds werd onze post verrast door de verschijning van een uhlaan. De post ver schrikte zóó van deze onverwachte komst, dat hij reeds op bijna 100U M. afstand op hem schoot en daardoor miste, 's Nachts kwamen weer drie wielrijdersdie lieten we dichter naderen, schoten er twee neer, maar de derde ontkwam. Toen wist men blijkbaar onze stel lingen, want 's morgens te 10 minuten vóór 8 begonnen de granaten rond ons neer te vallen on we betrokken de loopgraven. Aan vankelijk konden we niets uitrichten, want van den vijand was geen spoor te vinden. Als echter vijandelijke infanterie kwam op zetten, kwamen we in actie. Vooral de grena dier van het le bataljon de Marche, vrijwilli gers, vochten met gróoten moed. Onder hen waren verschillende Russische studenten van Luik. Een van hen, Arouldchik, een reus van een kerel, stond voortdurend rechtop te schieten. Z'n kameraden trokken hem voort durend neer, omdat het te gevaarlijk was in die houding, maar dan antwoordde hijlaat me, zóó kan ik ze beter zien. Ten slotte werd hij door een kogel in den schouder getroffen. Nu is hij dood en heeft me in zijn laatste uur nog een brief meegegeven voor z'n familie. De burgerwacht kwam met 4 kanonnen te hulp, maar toen één hunner werd gedood, sloeg den anderen de schrik om het hart en zij gingen op de vlucht. Wij bleven doorvuren tót omstreeks 3 uur in den middagtoen moesten we voor de overmacht wijken. We besloten de kanonnen mee te nemen, sommigen gingen trekken, anderen duwden tegen de mondingen. Een schrikkelijk drama had dan echter plaats. Niemand wist immers, dat de burgerwachter één der kanonnen geladen hadden achtergelaten en toen dit in beweging werd gebracht, ging het plots af, waardoor vijf mannen eenvoudig uit elkander gereten werden, die aan den mond stootten. Een luitenant verloor een been. Een mijner kame raden was zwaar gewond, Van Vucht nl., uit Luik. Als ik hem passeerde riep hij nog, als wees hij me terug„A BerlinA Berlin 1" Gruwelen te Dinant. De heer August Monet, Antwerpsch corres pondent van de Telegraaf, heeft uit den mond van een Nederlander, den heer 11. C. B. Staller, een uit Dinant teruggekeerd dentist, een ijzingwekkend verhaal opgeteekend om trent hetgeen in deze stad is geschied, nadat zij door de Duitschers was bezet. Op Vrijdag 21 Augustus, toen de Franschen nog een gedeelte der stad hadden bezet, reed een gepantserde Duitsche auto door de stad. Van uit den auto ward onder het voortrijden met machinegeweren links en rechts op de bovenverdiepingen der huizen geschoten. Het was laat in den avond, zoodat de meeste menachen al te bed waren, alwaar dan ook velen gedood of gewond werden. Den vol genden dag werd de stad met geschut en met bommen uit vliegmachines gebombardeerd. Dit duurde tot Maandagmorgen. Toen waren de Franschen afgetrokken en kwamen de Duitschers de stad binnen. Hun eerste werk was 153 burgers ge vangen nemen, dezen brengen op 't pleintje voor de gevangenis en ze daareenvoudig fusileeren. Daarmee echter was 't niet uit. In deze verschrikkelijke dagen zijn te Dinant en de omliggende gemeenten als Anseremme, Leffe en Nefle, méér dan 800 burgers omge bracht, waaronder vele vrouwen en kinderen. De Duitschers beweerden dat de burgers op hen hadden geschoten. Doch dit schieten was geschied door de Fransche troepen. De burgers hadden trouwens al hun wapens afge geven. Een groot aantal menschen, waaronder de heer Staller, werden in een kerk opgesloten. „Drie dagen zoo verhaalt de heer S. bleven we gevangen in deze kerk. Vrouwen en kinderen werden opgesloten in kleine vertrekken van de abdij, waar geen stoel was om op te gaan zitten. Drie dagen brachten deze ongelukkigen door tusschen vier kale muren op een steenen vloer, zoo goed als zonder voedsel. In deze omstandigheden kwamen vier vrouwen in de kraam Sommige officieren kondigden ons telkens aan, dat we met z'n allen gefusileerd zouden worden, deden ons zelfs wel eens op rijen staan en dan door een patrouille soldaten op ons aanleggen. Dan barstten ze in lachen uit en zeiden, dat het voor 's anderdaags zou zijn. Ik ben er zeker van, dat méér dan één der gevangenen daar stapelgek geworden is. Maar wat moet dan niet de marteling ge weest zijn van de vrouwen en kinderen, die vóór hun oogen, hun echtgenooten, vaders en broer zagen fusileeren Dat ging met de snelheid van den bliksem. In een oogenblik waren in den jammerenden hoop, mannen, vrouwen en kinderen uit elkaar getrokken de mannen werden aan den éénen kant van het pleintje geplaatst, de vrouwen en kinderen aan den anderen, en tusschen de twee groepen in, plaatste zich het executie- peleton. Onder een hartverscheurend gejammer, waarbij vrouwen en kinderen op de knieën kropen voor de officieren, werd „vuur1" bevolen, en honderd drie-en-vijftig ongelukkigen wentelden in hun bloed Twee hadden zich laten vallen, ofschoon ze door een wonder niet geraakt waren, vier anderen waren slechts gewond, maar hielden zich ook dood. Toen zei de officier Wie nog rechtstaan kan, sta recht. Er wordt niet meer geschoten 1 Maar als de zes ontsnapten overeind stonden, commandeerde hij Legt die nu óók maar neer En wéér knalde een salvo, dat ook aan het leven van deze zes een einde maakte. En dan deed de officier nog een tijdje werken met een mitrailleur op den bloedenden rompenhoop." Nu heb ik u nog enkele gruwelen te vertellen, die voorvielen in den omtrek van de stad. De heer Poncelet, een der meest geachte kooplieden van Dinant, was er in geslaagd, met z'n vronw en zes kiuderen de stad te ontvluchten. Hij werd echter ingehaald en dan moest hij met z'n vrouw en z'n kinderen op een rij gaan staan. Hij aan den éénen kant, de kinderen tusschen in en de vrouw aan den anderen kant. Toen beval de officier den man neer te schieten. Dat vonden zelfs de soldaten zoo kannibaalsch, dat ze weigerden aan te leggen. Dan trok de officier z'n revolver en brandde zelf den heer Poncelet door de hersenen. Bijna in dezelfde omstandigheden werd te Neffe de heer Himers omvergeschoten, die eigenaar was van een fabriek aldaar en consul van de Argentijnsche Republiek. Ook hij werd gefusileerd onder de oogen van z'n vrouw, die den officier een millioen francs had aan geboden, als hij haren echtgenoot sparen wilde. Te Anseremme hadden zich achttien vrouwen en kinderen woggestopt onder een brug. Duitsche soldaten ontdekten hen en begonnen hen te bewerken met een machinegeweer, tot niemand meer 'n tceken van leven gaf. 's Anderdaags hebben zij van de lijken een stapel gemaakt en dezen verbrand, waarschijn lijk omdat men later niet zien zou, dat hier uitsluitend weerloozo schepselen waren omge bracht. Ik heb den afgrijselijken hoop overschot gezien. Over de behandeling, die de soldaten de meisjes deden ondergaan, zal ik maar niet veel vertellen. Den eersten dag onzer gevan genschap in de kerk, kwam daar tegen den avond reeds een officier, die op een stoel klom en proclameerde, dat alle vrouwen naar huis mochten gaan, maar zónder haar man of haar kinderen. U begrijpt wel, dat de vrouwen van deze grootmoedigheid geen gebruik wenschten te maken." Verder verhaalt de heer Staller o a. nog verschillende staaltjes van plundering, waarbij de Duitschers voor het openen van brandkasten gebruik maakten van een toestel, bestaande uit een acetyleenspuit, waaruit door onder sterken druk staande zuurstof een vlam te voorschijn komt, „die door het hardste staal snijdt als boter". De ongesteldheid van Keizer Wilhelm. BERLIJN, 9 Dec. (W.B.) De Keizer heeft ook heden het bed niet kunnen verlaten echter heeft de Keizer het rapport van den chef van den generalen staf van het veldleger over den oorlogstoestand in ontvangst ge nomen. Tegenspraak. HAMBURG, 9 Dec. (W. B.) In verband met een bericht van de Times te Londen, over aankoopsplannen van Amerikaansche zijde, verklaart de Hamburg-Amerika-Linie dat zij niet voornemens is haar zeer kostbare, gedurende den oorlog in Amerikaansche havens liggende passagierschepen te verkoopen. LONDEN, 9 Dec. (Reuter). Aiders, vroeger consul van Duitscldand te Sunderland, als Engelschman genaturaliseerd, heeft beschul digd van verraad terecht gestaan, wijl hij Duitschers geholpen heeft Engeland te ver laten, ten einde zich bij het Duitsche leger te voegen. Ahlers werd schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Onder de troepen, die Egypte moeten helpen verdedigen, zijn, naar men uit een Exchange- telegram uit Alexandrië ziet, behalve zee-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 2