Antirevolutionair
voor
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
De Oorlog.
No. 1178.
Woensdag 9 December 1914.
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnea Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
d
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op ^Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór j aren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
sa?
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Y Het Ministerie der wrake.
De protest-vergadering, Zondag door de
vrijzinnig-democraten belegd, moet ietwat eigen-
aardigen indruk maken.
In optima forma maakten zij amok tegen
het Ministerie-Cort van der Linden en meer
bijzonder nog tegen hun eigen partijgenoot,
Minister Treub.
Toch oordeele men hierover niet te hard.
Het overkropte concentratie-gemoed was
reeds zoo geprikkeld dat men zich veeleer
moet verbazen dat niet eerder alarm is ge
blazen.
Sinds het optreden van dit Kabinet toch
liep het de concentratie zoo bitter tegen.
Welhaast scheen het of dit Kabinet zich
ten doel stelde om het misleidende der ver
kiezingsactie, door de linkerzijde gevoerd, in
al haar onoprechtheid bloot te stellen.
Over heel de linie kreeg ze klop.
De dweeper op den troon van Buitenzorg
moest weg door het Kabinet werd Idenburg
hoogelijk geprezen en om aanblijven gevraagd.
De struikroovers die hun zakken met sub
sidie voor het geld van Christelijke scholen
zochten te spekken, werden gehekeld door
Minister Cort van der Linden werd hun goed
recht erkend.
De zedeloosheidwet werd om haar schade
lijke huichelarij geschonden in regeerings-
stukken werd haar goede werking geroemd.
Over Heemskerk's matelooze onverschillig
heid in zake de lotsverbetering der onder
wijzers werd bitter geklaagd en met smachtend
verlangen werd uitgezien naar een man van
de vrijzinnige gedachte, die de papieren zou
doen rijzen Cort van der Linden kwam en
sprakhet mag niet, het kan niet, het zal
niet en sinds dien ging de hongerige concen
tratiemaag te gast aan de worst aan de zweep.
Zoo werd het concentratie-gedoe op ieder
punt vlijmend scherp veroordeeld.
Alleen in één ding bleef de tegenspraak uit
en wel in zake liet tarief.
De klacht dat Kolkman een taak had aan
vaard, die zijne krachten verre te boven ging
en zich bij de opstelling der Tariefwet door
onbevoegde deskundigen had doen terzijde
staan, scheen op waarheid gegrond te zijn.
Maar ziet, nu brengen de bladen het bericht
dat Minister Treub de technische herziening
der Tariefwet heeft opgedragen aan Slote-
maker, denzelfden man, wiens incompetentie
onder Kolkman van de daken werd gepredikt.
Het Ministerie der wrake.
(De Rotterdammer.)
Aan de Yser.
Een Duitsche militair van een pionier-ba
taljon, dat zich bij het overstroomde Yser-
gebied bevindt, geeft in een veldpostbrief de
volgende beschrijving
Na schrikkelijke gevechten en zwaren arbeid
was het ons gelukt om in deze waterrijke
streek voorwaarts te dringen. Eens op een
avond wilden wij ons allen ter ruste begeven,
velen sliepen ook reeds, toen wij plotseling
onder water gezet werden, en wél met zulk
een geweld, dat wij binnen eenige minuten
tot aan de knieën in het water stonden.
Wat bleef ons nu anders over dan terug te
gaan, want de vijanden hadden aan de zee
alle sluizen geopend en wilden ons zoo laten
verdrinken. Des morgens, toen de eb weder
intrad, waagden zij het zelfs een aanval op
ons te doen, en met trompetgeschal bestormden
zij de leege loopgraven, want wij lagen een
heel eind verder achterwaarts en hadden zoo
doende hun plan verijdeld.
Toen de vloed weder opkwam, zagen wij
dooden en gewonden van den vijand hij hon
derden drijven, maar ook velen van ons
Nu zitten we hier, zonder iets te eten te
hebben. Er mag geen licht branden, geen
vuur en alle rumoer moet zelfs vermeden
worden. Ik schrijf dit, in mijn bed liggend.
Nu zult ge denken: dat is toch mooi! Ja,
maar wat voor een bed. Daar er weinig
plaats is, krijgt ieder een stuk grond, twee
meter lang en tachtig centimeter breed. Dan
wordt een kuil gegraven, hierin gaat stroo,
den mantel er overheen, een goed geweten
als hoofdkussen en een gebed als deken, en
men slaapt als een prins. Maar de kuil mag
niet dieper zijn dan 1 meter 40, omdat men
in geval van nood dadelijk klaar moet staan
om te schieten.
Wil men 's avonds wat schrijven, dan wordt
40 cM. dieper een bedekking gemaakt. Daar
kan men dan licht aansteken, zonder dat de
vijanden het zien. Maar men moet plat op
den grond liggen als men schrijft, zooals ik
dat nu doe. Het is niet gemakkelijk, maar
het gaat.
Uit Duitschland.
Men meldt aan het Yad. uit Aken
Alhier kwamen tachtig Belgen van de Yser-
linie aan. Bij hen bevonden zich ook twee
Fransche officieren. Deze werden door de
Duitsche militairen zeer voorkomend behan
deld en zaten apart in een tweede klas-waggon.
De Belgen zagen er betrekkelijk opgewekt
uit en stonden zeer vriendschappelijk te praten
met de Saksische militairen, terwijl zij elkaar
sigaretten gaven. Een van hen, een jonge
kor^braal, droeg een Luiksche medaille op de
borst. De Duitschers zeiden, dat bijbeen
dappere kerel was, en zij hem slechts met
moeite krijgsgevangen hadden kunnen maken.
Uit Keulen meldt men aan het Vad.
Alhier kwamen ongeveer 200 zwaar gewonde
militairen aan, die aan de gevechten bij Dix-
muiden hebben deelgenomen.
Verder arriveerden hier drie zware mor
tieren, die door de zware Engelsche scheeps
kanonnen bij Dixmuiden zijn stuk geschoten.
Van het Westelijk gevechtsterrein.
PARIJS, 5 December. (Reuter.) Het
Leger-bulletin bevat een Jang overzicht van
den oorlog, 't welk van den aanvang afloopt.
Het behelst o. m., dat toen Joffre in begin
September tot aanvallend optreden overging,
de Duitschers nog de hoop koesterden den
linkervleugel van de troepenmacht van French
om te trekken, terwijl de bondgenooten hoop
ten den Duitschen rechtervleugel te kunnen
omvatten. Vandaar den wedstrijd naar de
zee, die onstond, en waarin de Duitschers het
verloren, niettegenstaande zij door de con
centrische ligging van hun front ten opzichte
van het onze, zegt het legerbulletin, in het
voordeel waren. De bondgenooten waren dan
ook in staat den slagboom aan de Yser op te
werpen en dien voor drie weken te houden
tegen de herhaalde en verwoede aanvallen
van 12 Duitsche legercorpsen en drie divisies
cavalerie.
Het doel van de Duitschers was Calais te
bereiken of de linies der bondgenooten bij
Yperen te doorbreken. Maar wij weken geen
duimbreed, en wij namen onneembare stel
lingen in. Het Duitsche offensief was in de
tweede helft van November gebroken. De
slag hij Yperen kwam den Duitschers op
120.000 man te staan. De strijdmacht der
bondgenooten is thans even sterk als bij den
aanvang van den oorlogechter is de qualiteit
van hun troepen enorm verbeterd. Alle sol
daten zijn djep doordrongen van het besef
van hun meerderheid over den vijand en er
van overtuigd, dat zij zullen overwinnen.
Daarentegen hebben de Duitschers tegen
slagen gehad die van verreikende gevolgen
zullen zijn. Zij hebben hun reserves verspild
in (vruchtelooze pogingen. Hun soldaten zijn
thans slecht geoefend en worden slecht aan
gevoerd.
PARIJS, 6 Dec. (Reuter. Officiëele keunis-
geving
Op het front in België, niet ver van het
veerhuis, waarvan de vermeestering door onze
troepen is gemeld, heeft onze zware artillerie
een Duitsch blokhuis vernietigd. De vijand
heeft tevergeefs getracht ons Woldendrift weer
te ontnemen. Op het overige deel van het
noordelijk front, zoomede aan de Aisne heeft
volkomen rust geheerscht.
In Champagne heeft onze zware artillerie
met stcces de Duitsche batterijen fel beschoten.
In Argonne wordt de strijd in de loopgraven
voortgezetwij blijven eenigszins opschieten
en alle aanvallen van den vijand afslaan.
Ook in de streek ten zuidoosten van Varennes
hebben wij eenige vorderingen gemaakt. Het
Duitsche geschut is daar tot zwijgen gebracht.
Op het overig front is niets van belang te
vermelden.
BERLIJN, 6 Dec. (Wolff.) Officieele mede-
deeling
Vannacht is het dorp Vermelles (ten Z.O.
van Béthune), waarvan het behoud in liet
voortdurend Fransche geschutvuur onnoodige
offers zou hebben gekost, door onze troepen
volgens het daartoe te voren vastgestelde plan
ontruimd. De nog overeind sta,ande gebouwen
waren van te voren opgeblazen. Onze troepen
hebben zorgvuldig ingerichte stellingen ten
oosten van liet dorp bezet. De vijand heeft
hen tot dusverre niet kunnen volgen.
Ten westen en zuidwesten van Altkirch
hebben de Franschen niet aanzienlijke strijd
krachten hun aanvallen zonder succes herhaald.
Zij hebben zware verliezen geleden. Voor
't overige zijn op het westelijke oorlogsterrein
geen gebeurtenissen van beteekenis voorge
vallen.
Lodz is vanmiddag door onze troepen ge
nomen. De Russen trekken, na daar zware
verliezen geleden te hebben, thans af.
LONDEN, 5 December. (Reuter.) Aan de
Daily Telegraph uit St. Petersburg:
Tien kanonnen en 75 machinegeweren,
welke op de Duitschers waren buit gemaakt,
zijn Woensdag Lodz binnengebracht. De dooi
bemoeilijkt liet transport in Polen.
LONDEN, 5 December. (Reuter). Aan de
Morning Post uit St. Petersburg
Deskundigen schatten de verliezen van het
Duitsche leger in Polen op twee derden van
de sterkte. De prinsen Oskar en Joachim
van Pruisen hebben met een vliegtuig kunnen
ontsnappen.
LONDEN, 7 December. (Reuter). Aan dp
Daily Mail uit St. Petersburg
De Duitschers vallen krachtig aan en zijn
op verschillende punten voor uitgerukt.
Aan de Morning Post uit St. Petersburg
De Russen koesteren op het oogenblik den
wensch niet om de Duitschers over de grens
te drijven. Zij willen hen in Polen houden
en hen zoo mogelijk vernietigen, in elk geval
hen dwingen steeds grootere versterkingen
aan te voeren, ten einde de bongenooten op
het westelijke oorlogsterrein verlichting te
brengen. De Duitschers zijn nu in Polen
even sterk als bij het begin, ofschoon zij de
helft van hun aanvankelijke sterkte verloren
hebben.
Naar de Reichspost van diplomatieke
zijde verneemt, is het bericht over de geneigd
heid van de Servische regeering, om met
Oostenrijk-Hongarije afzonderlijk vrede te slui
ten, onjuist. De Servische regeering is af
hankelijk van St. Petersburg en in Servië
gebeurt alleen wat Rusland wil.
Ook de geruchten over een aanstaande
kabinetscrisis in Servië noemt het blad onjuist.
Het agentschap Stefanie verneemt daaren
tegen uit Nisj dat het kabinet-Pasjits reeds
is afgetreden en dat een nieuw kabiuet door
Pasjits zal worden gevormd.
Hoe het er in St. Quentin uitziet.
Uit een veldpostbrief in liet Berliner Tage-
blatt
Voor mij ligt liet doel van mijn reishet
heilige Quentin. Wij halen lange treincolonnes
in en rijden rakelings langs plompe boeren
wagens, die groente naar de stad brengen.
Wi] komen over de Aisnebrug en dan door
de lange rue d'Isle tot op liet raadhuisplein,
waar liet Duitsche commendantuur gevestigd
is in het indrukwekkende gebouw van het
Crédit Lyonnais. Een bijzondere afdeeling
vormt daar de requisitie. Het stadbestuur
heeft met liet Duitsche gouvernement afge
sproken, dat in de winkels slechts gerequi-
reerd mag worden onder voorlegging van een
ambtelijk Franscli bewijs. Geld is schaarsch
in de stad en men ziet veel met gele en
groene 25 en 50 centime-biljetten, verder 1
en 2 franc-biljetten werken, waarmee de stad
betaalt. Daar dit papier slechts in Saint
Quentin geldig is, ziet ieder soldaat liet weer
zoo gauw mogelijk kwijt te raken en wordt
er veel ingekocht. Vooral prentbriefkaarten,
veters, zakkammen, zakbatterijen, electrische
gloeilampen, fotografie-platen, enz. De meeste
van deze goéde dingen zijn echter niet meer
te krijgen. Zelfs de warenhuizen zijn gedeel
telijk uitverkocht.
Daar St. Quentin niet beschoten is, heeft
ook de handel weinig geleden. Alle winkels
zijn open. Voor den tijd van den oorlog hebben
zich twee Hamburgsche sigarenzaken daar
gevestigd. En eveneens een Duitsche winkel
van levensmiddelen. Ook heeft de domman-
dant goedgekeurd, dat er twee Duitsche eet
huizen geopend zijn, Frankfurter Hof en Ham
burger Hof, waar men bier uit Elberfeld kan
krijgen. Op straat is het zeer levendig. De
bevolking maakt bonne mine a mauvais jeu,
men spreekt met de handen als woorden ont
breken. Vaak treed ik als tolk op.
Van den raadhuistoren klinkt een klokkespel,
men meent in Potsdam te zijn. Daar hoort
men echter weer sterkere ihuziek. De wacht
trekt op'. Een zwerm van kinderen begeleidt,
zooals bij ons, het regimentsorkest. Op bet
marktplein geven zij concert. Officieren,
dokters, manschappen, alles staat er in groepen
omheen. Daardoor heen dreunen de wagens.
Hier houdt een deftige automobiel stil met
een gedelegeerde van het Roode Kruis. Daar
wordt een vrachtwagen met rooden wijn be
laden. Een reusachtige postautomobiel met
het Wurtemburgsche wapen komt voorbjj.
Ten slotte ook een Parijsche huurauto, die
met kogels als doorzeefd is. Twee luitenants
stappen uit het eigenaardige rijtuig. De eene
heeft een Engelschen soldatenmantel in ulster-
vorm, den ander ontbreekt een schouderstuk.
Zij komen uit het front.
Uniformen zijn niet te krijgen. Laken en
een kleermaker nog minder. Men moet zich
zelf helpen. Wij koopen gewone jassen,
naaien schouderstukken er op en klaar is Kees.
De burgemeester van St. Quentin doet alles
wat in zijn macht is, om de ellende onder de
arme bevolking te verhelpen. Maar de hooge
oorlogsschatting, die de stad opgelegd is, moet
eerst betaald worden. Op mijn dagelijksclie
wandelingen door de voorstad Raucourt hoor
ik steeds weer een fluisterend kinderstemmetje
naast me „un petit sous, un petit sous, mon
sieur." En een vermagerde kinderhand wordt
uitgestrekt. Wie zou daar hardvochtig kunnen
Van de rechtszaal naar de loopgraven.
Een jong Franscli rechtsgeleerde, die in een
Noordelijke stad gevestigd was, zeer gezocht
en verfijnd van smaak, wien een stofje op zijn
schoen verdriet veroorzaakte en een brusque
beweging hinderde, is nu sergeant in een loop
graaf aan 't front. Dagelijks doet hij er ernstig
zijn plicht. En zooals onderstaande brief ge
tuigt, die gericht is aan een van de bekendste
professoren in de rechtswetenschap aan de
Parijsche Universiteit, zoo hij al zijn elegantie
heeft moeten vaarwel zeggen, hij heeft zijn
vluggen geest behouden en zijn goed humeur
Herinnert ge u gelezen te hebben, dat wij
ons hadden meester gemaakt van le Ques-
noy-en-Santerre
Het is het dorp, waartegen we dien vruchte-
loozen aanval hebben gericht, waar ik u van
gesproken heb. Wij hebben verscheidene
malen herhaald cn de laatste is de beste ge-
0
zijn