Antirevolutionair
1 voor
nieuws* en Jldvertentieblad
Zeeland.
De Oorlog,
FEUILLETON.
JDe Broeders.
Uit de Pers.
No. 1173.
Zaterdag 21 November 1914.
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
leuren en Brievengaarders.
Franco
Postdiree-
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlën vóót uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE
REDACTIE: ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ. DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
V De Rijksmiddelen in 1914.
De opbrengst der Rijksmiddelen (hoofdsom
en opcenten) over de maand October 1914
bedroeg f 16,371,801,17®.
Het één-twaalfde der raming over het ge-
lieele jaar bedraagt f 12,728,096.48.
Wij laten hieronder volgen de inkomsten over
de tien eerste maanden van 1914, vergeleken
met die over de tien eerste maanden van 1913.
Middelen.
Grondbelast.
Personeel
Bedrijfsbel.
Vermog.bel.
Mijnrechten
Invoerrecht.
Formjatzeg.
Suiker
Wijn
Gedistilleerd
Zout
Bier en Azijn
Geslacht
Goud, zilver
Essaailoon
Zegelrechten
Registratier.
Hypotheekr.
Suceessier.
Domeinen
Posterijen
Rijkstelegr.
Staatsloterij
Jacht, vissch.
Loodsgelden
1914.
12,072,490,88
9,814,193,87
11,323,363,94 "J
7,864,713,36'
lo,5o3,98
12,212,927,67
21,613,27°
23,142,830,155
1,126,003,49
25,143,106,71
1,589,837,58
1,305,456.99
4,727,149,98
316,346,176
561,26
4,873,221,026
5,336,108,405
620,890,02*
14,556,165,765
1,004,273,883
14,249,750,75
5,383,391,—
457,072,90
159,580,50
2,406,191,05
1913.
12,084,205,58
9,890,006,42
10,858,685,826
7,365,869,346
26,895,44
14,269,856,266
25,828,875
22,673,106,04
1,198,554,61
23,791,472,56
1,540,314,80
1,359,030,99
4,782,729,66
426,240,—
497,21
5,547,668,305
6,472,397,90
680,419,01
13,148,958,15
1,210,333,12
14,725,911,056
4,382,220,—
620,879,36
173,347,99
3,055,631,17
Totaal f 157.722,798,53 f 160,311,077,68
Bij het bedrag der bedrijfsbelasting is inbe
grepen hetgeen aan Ned.-Indië zal zijn uit te
keeren.
Onder het bedrag der posterijen zijn be
grepen de saldo's van buitenlandsche afreke
ningen en de porten in afrekening.
De „Times'
strategie.
over de Duitsche
De militaire medewerker van de Times breekt
den staf over de Duitsche strategie.
Hij ziet er geen eenheid in. Het oorspron
kelijke plan van concentratie tegen Frankrijk
daargelaten, dat in vredestijd kalm was voor
bereid, heeft de Duitsche legeraanvoering geen
Z EL AN DIA.
30)
„Welja, bouw maar op je God Hij laat je
nu anders mooi in den steek, vind ik. Ik ge
loof, dat het zonder Hem beter gaat. Ik heb
Hem niet noodig; jij bouwt op Hem. Welnu,
ik ben rijk, jij arm."
Lena had tot nu toe gezwegen. Nu kón
ze niet langer.
„Beter arm mét Zijn gunst, dan rijk zónder
Hem," weerlegde ze.
„Oók al zoo'n fijne 1"
„Door Gods genade!"
„Hm!" schamperde hij.
Zij liet zich niet uit het veld slaan.
„Bouw niet op je rijkdom, zwager," zei ze
't Kou wel eens een rietstaf blijken, die de
handen doorboort. Je staat in je eigen kracht.
God kan je vernederen. En wat baat het
een mensch ook al, al wint hij de geheele
wereld en leed schade aan zijn ziel
„Vernederen hé. Och ja, deed Hij het maar
hé Wat ben jullie vromen toch liefderijke
mensch en. Nu, mij een zorg. Laat ik de
bewijzen gegeven van bekwaamheid. Zij liet
zich de vruchten van de aanvankelijk (tegen
Frankrijk) behaalde voordeelen ontrooven dooi
de angstkreten van de Silezische magnaten.
Zij is in gebreke gebleven om de nederlaag
der Oostenrijkers af te wenden. Te laat is
men terdggekeerd tot de oorspronkelijke
stelling in het Westen, en na drie-en-een-halve
maand hebben de Duitschers geen enkele
beslissende overwinning behaald, behalve dan
in bulletins.
Moltke de groote Moltke zou nu in
het Westen den Rijn als ruggesteun nemen,
maar zulk een besluit kan men niet verwachten
van de Duitsche leiders, die zich hoofdzakelijk
door militairen trots laten besturen. Zij zullen
naar den Rijn terugtrekken, als zij daartoe
gedwongen worden, en niet eerdér. Zij durven
België niet ontruimen, zelfs ofschoon Silczië
door zwermen kozakken bedreigd wordt. Zij
beschouwen België als een prachtig wingewest;
en ofschoon het dit alleen in hun verbeelding
is, zullen zij nooit door een terugtocht er
kennen, dat de heele strategie een bankroet
is geweest. Duitschland zal zijn beste en
daarna zijn slechtste troepen vooruitwerpen
en knakken, tot zij uitgeput zijn. „Wanneer
de Preobazensky-gardes Potsdam naderen en
de een of andere kozaksche betman door de
Brandenburgsclie Poort zal rijden, zal men
zien dat de laatste Duitsche schooljongens en
oude mannen van den landstorm hun hals nog
breken op de linie van graniet van de bond-
genooten."
De man van de Times betoogt dan verder
dat de bondgenooten het offensief niet be
hoeven te hervatten, maar rustig kunnen af
wachten tot Duitschland uitgeput is.
Engeland en de onzijdige scheepvaart.
Reuter 'schrijft
Op een vraag van een van de leden van het
lagerhuis naar uitvoerige inlichtingen omtrent
de gedragslijn der regeering met betrekking tot
het vervoer van oliën en koper, beschouwd als
contrabande, heeft Asquith, de eerste minister,
geantwoord, dat de Engelsche regeering uit
betrouwbare bron vernomen had, dat oliën,
koper en enkele andere artikelen, die onder
de huidige omstandigheden in Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije kunnen worden ingevoerd,
in die landen uitsluitend voor militaire doel
einden gebruikt zouden worden. Daarom was
de regeering van oordeel geweest, dat zij het
recht had al die artikelen aan de lijst van
onvoorwaardelijke contrabande toe te voegen.
Alle mogelijke maatregelen zijn getroffen om
heele wereld maar winnen mijn ziel
„Spreek zoo niet," maande Lena. „Spreek
nietf verder en verzoek den Heere niet."
„Och, houd op met dat gerammel. Kort
en goed ik moet zekerheid voor mijn geld,
of anders moet het huis verkocht."
„Zekerheid kan ik je niet geven," antwoordde
nu Hendrik. De houding van zijn ontaarden
broeder boezemde hem walging en afkeer in.
„Wil je me op mijn woord niet vertronwen,
welnu, ik kan het niet verhelpen. Doe dan,
wat je niet kunt laten. Ik groet je 1"
En zonder het antwoord af te wachten,
wenkte hij zijn vrouw en beiden traden op
de deur toe.
„Dat zal ik!" siste de boer van den Eiken
hof woedend, en verdween in de inmiddels
gevallen duisternis.
Vol treurige gedachten traden de echtge
nooten hun woning binnen. Alles leek hun
tegen te loopen. Zwijgend zetten ze zich
tegenover elkander aan tafel. Waar was de
moed, waar school het geloof van zoo even
HOOFDSTUK XI.
We bevinden ons in N., de stad, waarheen
nu twee jaar geleden Hendrik met zijn gezin
op hoop van zegen vertrokken. Bang had de
toekomst hun geschenen en het goddelooze
zeggen van Gerrit„ik geloof, dat het zènder
Hem beter gaat," had meermalen als een ver
leidende echo de ziel der echtgcnooten door
klonken. Inderdaad, het scheen wel, of God
aan de oliën en kopersoorten, werkelijk voor
onzijdige landen bestemd, niet te raken.
Aangaande de mijnen in de Noordzee somde
Asquith alle beweegredenen op, welke tot het
besluit van de regeering hadden geleid en
welke reeds zijn genoemd in de verklaring
van 2 November. De eerste minister wees
op de tegenstrijdigheid tusschen de houding
van Duitschland', dat in't geheel geen rekening
hield met de bepalingen van de Haagsche
Conventie in zake de belangen van onzijdigen
en die van Groot-Britannië, dat nauwgezet
de Conventie in acht nam. De bepalingen
van het Haagsche verdrag van 1907 zijn op
de volgende wijze geschonden 1. zijn de mijnen
niet op een dergelijke wijze gelegd, dat zij,
wanneer zij los raken, onschadelijk worden
2. geen voorzorgsmaatregelen zijn genomen
voor de veiligheid van de vreedzame koop
vaarders. De mijnen, vervolgde spreker, staan
niet onder voortgezet toezicht en niets is gedaan
om aan de zeevarenden de gevaarlijke gebieden
aan te wijzen. Aldus zijn een aantal onzijdige
en Engeische visschersvaartuigen en koop
vaardijschepen verloren gegaan en vele onzij
digen, non combattanten, zijn om het leven
gekomen- Gedurende de twee eerste maanden
van den oorlog heeft Engeland zich met opzet
geheel onthouden van het leggen van mijnen,
doch buiten de Engelsche territoriale wateren
heeft het zich gedwongen gezien tegenmaat
regelen te nemen tegen de Duitsche mijnen
en de bewegingen van de Duitsche onderzeeërs.
De regeering heeft zoo garer het zuidelijke
gedeelte van de Noordzee een mijnenveld
gelegd, om den toegang tot het Kanaal te
verdedigen. Daarvan is overeenkomstig de
Haagsche Conventie kennis gegeven.
Op die wijze is de toegang tot de Engelsche
kust en die van onzijdige landen zoo veilig
gemaakt als in de macht van de Engelsche
marine stond en hoewel de wijziging van de
gewone koersen eenige last en verlies van tijd
aan de scheepvaart heeft' veroorzaakt, kan
men de moeilijkheden en de vertraging in
verband met de tegenwoordige omstandigheden
onmogelijk als belangrijk beschouwen. De
Engelsche regeering weet zeer goed, dat er
over dit onderwerp ernstige ongerustheid in
de onzijdige landen heerscht en zij is er van
overtuigd, dat haar politiek geheel begrepen
zal worden. Zij heeft vertrouwen in de open
bare meening in de onzijdige landen en zal
rekening houden met het levendige verlangen,
dat de handel der onzijdige landen in niets
gestoord zal worden, mits echter de levens
belangen van Groot-Brittannië in dezen oorlog
op voldoende wijze gewaarborgd zijn. De
politiek der regeering heeft niet de strekking
om den Erigelschen handel uit te breiden,
had vergeten genadig te zijn. Een groot ge
zin te onderhouden en geen inkomsten en dat
met den winter voor de deur. Daarbij waren
de inkomsten geregeld zoo schraal en de uit
gaven allengskens zoo vele geworden, dat van
sparen en óverleggen geen sprake had kunnen
zijn, zoodat, toen ze met pak en zak vertrokken
uit hun woning, slechts enkele guldens het
heele kapitaal vormden, dat zij bezaten. De
rente welke zij naar afspraak vooruit zouden
betalen aan hun schraperigen broeder, had de
weinige penningen nog bedenkelijk verminderd
Hendrik had liet verschuldigde per post over
gemaakt, daar hij zich aan geen nieuwe on
aangename woordenwisselingen wensclite te
wagen bovenal, daar hij zich niet betrouwde,
kalm te blijven tegenover nieuwe beleedingen
Hij gevoelde zich de kracht begeven, om bij
telkens herhaalde ontmoeting met zijn broeder
diens vijand niet te worden en hem te gaan
haten.
Van te voren had Hendrik een reisje naar
de .stad gemaakt, om een goedkoope woning
te kunnen huren. In de binnenstad was daar
in 't geheel geen kans voorwilde hij niet in
stegen en krotten terechtkomen. Eindelijk
was het hem gelukt in een der nieu,we buiten
wijken een bovenwoning tegen een matigen
prijs machtig te worden. Tegelijkertijd had
hij ook hier en daar geïnformeerd naar werk
maar zijn aanvankelijke pogingen waren niet
ofschoon
zij wil noch den Engelschen handel treffen,
noch dien der onzijdige landen, welke ook,
doch de regeering beoogt slechts den vijand
te verhinderen in het ontvangen van koop
waren, welke zijn macht in den oorlog ten
nadeele van de Britsche en bondgenootschap
pelijke strijdkrachten zouden doen toenemen.
Uit Mechelen.
correspondent van de
N. R. Ct. te
geslaagd
degelijk man was.
hij een
verstond
arbeidzaam en
hij toch uiter-
De
Roermond schrijft
Een inwoner uit Mechelen, een smid-kachel
maker, die van daar bij het laatste bombar
dement met zijne vrouw en kinderen naar
Nederland vluchtte en nu terugkeerde om zijn
huisgenooten terug te halen, deelde mij heden
in een onderhoud het volgende mede
Tien dagen geleden besloot hij te gaan zien
hoe het er met zijn zaak te Mechelen uitzag.
Van Antwerpen moest hij den afstand tot
Mechelen, ruim 2(J K.M., te voet afleggen.
Zonder veel omhaal, nu en dan werd hem
slechts inzage van zijn door den burgemeester
van een Nederlandsch dorpje verstrekten pas
verzocht, kwam hij in zijne geboortestad aan.
Reeds dadelijk bemerkte hij, dat de schade
aan Mechelen toegebracht, nog al te dragen
zou zijn. Zijn gedrukte stemming veranderde
in vreugde, toen hij zijn winkelhuis in zijn
geheel overeind zag staan. Wel was er inbraak
gepleegd uit den winkel waren twee kachels
verdwenen. Alhoewel alle kasten en laden
waren opengebroken, was er overigens nie^s
gestolen. Na dit alles geconstateerd te hebben,
nam hij een kijkje in de stad. De Duitsche
bezetting bestaat nog uit pl.m. 1200 militairen,
meestal mannen van 40 tot 45 jaar Allen
zonder uitzondering maakten direct een gun-
stigen indruk en weldra was hij met de sol
daten in een druk gesprek gewikkeld. Of
schoon hij uit den aard der zaak in den beginne
niet veel vertrouwen in hen had, waren zij
in korten tijd zelfs goede maats. Een onder
officier, met wien hij in een café geruimen
tijd gemoedelijk had zitten praten, had op
diens verzoek den nacht in zijn woning door
gebracht. Voor dit logies liet de sojdaatden
volgenden morgen ongevraagd 6 fraifk achter.
Alles wat de Duitschers noodig hebben,
wordt door hen tegen goeden prijs gekocht
en contant betaald.
Het gewone leven in de stad begint lang
zamerhand terug te keeren, vele zaken zijn
weer geopendhet grootste gedeelte der
neringdoende bevolking is teruggekeerd.
Een ding was hem bij nadere beschouwing
van de geteisterde stad tegengevallen en bij
aard niets anders dan het landbouwwerk en
daarmee viel hier niets te verdienenhoog
stens had hij nog werk kunnen vinden op een
van de vele warinoezerijen in den omtrek,
maar daar was het nu ook de slappe tijd. De
vooruitzichten waren derhalve verre van roos
kleurig toen Hendrik in het laatst van October
zich stadwaarts begaf met zijn huisgezin. Op
een wagen, hem door zijn voormaligen patroon
geleend, en waarop zijn verhuisboedel was
geladen, nam hij ook zelf plaats met Jacob,
die, hoewel spijt gevoelende, dat hij van zijn
woonplaats en van zijn speelmakkers scheiden
moest, toch de gedachte niet geheel en al
onbekoorlijk vond, in de stad te gaan wonen
de stad, met haar vele en geheimzinnige,
onbekende, maar daardoor juist de verbeelding
spannende geneugten. En dan het verhuizen
zélf, in aanmerking genomen het daadwerkelijk
aandeel, dat hij er in nam, bestaande in heen
en weer draven, het aandragen en opladen
van alllerlei huisraad enz. Volstrekt in een
al te gedrukte stemming troonde hij naast
vader op den bok. Moeder was met de
kinderen vast vooruitgegaan een heele wan
deling vooral voor de kleinstenanderhalf
uur loopens. Zoo waren ze bijna gelijktijdig
met vader en Jacob in N. aangekomen en
's avonds hadden ze in het nieuwe huis ge
slapen.
(Wordt vervolgd).
Nadruk verboden.
DOOR