Hntireoolutionair
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
De Oorlog,
POOI
Uit de Pers.
No. 1172.
Woensdag 18 November 1914.
T2e Jaargang.
-
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LIT 00IJ Az. te TER NEUZEN,
Inzending van advertentlSn vóór - uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels 0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags 1 UUR op
den dag der uitgave.
Duymaer van Twist en Snijders.
Onder dit hoofd schrijft de Nederlander
Het Kamerlid Duymaer van Twist heeft
den Minister van Oorlog gevraagd, of niet op
ruimer schaal dan tot nu toe, verloven aan
militairen kannen worden verleend, en zoo ja,
of de Minister dan bereid is een regeling Je
treffen, waarbij „zooveel mogelijk rekening
wordt gehouden met de maatschappelijke be
langen van lien, die met de mobilisatie zijn
onder de wapenen geroepen."
Dit heeft den gepensioneerden luitenant-
generaal W. G. F. Snijders bewogen, dat
Kamerlid een serie invectieven naar het hoofd
te werpen, en alzoo zijn diepe minachting voor
een persoon van den heer Duymaer van Twist
aan den dag te leggen.
Dat „fatsoenlijke" bladen als de N. CL, de
N. Rott. Ct. enz., dit zonder eenigen com
mentaar op- en overnemen, hef waarschijnlijk
als een „politiek fortuintje" beschouwende,
dat zoo'n hooggeplaatst man een politieken
tegenstander met modder werpt op een wijze
als zij zelve niet zouden durven doen, ver
baast ons niethet is o. i. een bewijs, dat
de liberale bladen zich genoeg op hun gemak
beginnen te gevoelen, om de taktiek die zij
in vroegere jaren steeds tegenover „rechtsche
mannen" hebben toegepast, weer op te rapen.
Wij hebben er reeds meer symptomen van
bemerkt.
Maar wel zijn we verbaasd, dat zulk een
stuk uit de pen is gevloeid van een gepen-
sionneerd luitenant-generaal. Had een ge
pensioneerd sergeant zoo iets te voorschijn ge
bracht, wij zouden ons getroost hebben met
de gedachte, dat niet alle sergeants een be
hoorlijke opvoeding hebben genoten, en dat
er nog sommigen onder hen zijn, die meenen
met liet uiten van donderende klanken, nu
en dan met een vloek daartusschen, een kranig
figuur te slaan.
Maar een luitenant-generaal 1
Doch laten wij den heer Snijders verder
laten rusten, en even zien of hij, in het wezen
cfer zaak, toch niet gelijk had.
„De gewezen luitenant-generaal heeft zelf
reeds opgemerkt, dat de .heer Duymaer van
Twist alleen gevraagd heeft, maar hij vindt
dat die vraag geen zin heeft, indien zij niet
berustte op eene besliste afkeuring van het
beleid van oorlog, op welke stelling hij dan
verder doordraaft.
Inderdaad zou dit kunnen worden vermoed,
indien de heer Duymaer van Twist liet voor
beeld gevolgd had van vele officieren, die
voortdurend hun collega's, ook hun superieuren,
afbreken door vragen te stellen, waarop geen
verwacht wordt, althans niet behoeft te worden
gegeven.
Hier is het echter juist omgekeerd, en wij
moeten hier den Luitenant-Generaal een weinig
op de hoogte brengen van onze constitutioueele
instellingen.
Een Kamerlid is, kradntens zijne betrekking,
verplicht de regeeringshandelingen te
contröleeren. De kiezers ontleenen daaraan
de vrijmoedigheid om hun klachten of wenschen
aan de Kamerleden kenbaar te maken. Die
vragen zijn soms talloos, en als het Kamerlid
nu den vrager afwijst met de opmerking dat
er niets aan gedaan kan worden, omdat „de
dienst" het niet toelaat, wordt zoo'n antwoord
al licht aan onverschilligheid toegeschreven.
Vandaar dat een Kamerlid dikwijls vragen
doet, om de regeering 'in de gelegenheid te
stellen zelve een antwoord te geven aan
de klagers.
Nog een andere reden kan er zijn. De oud-
Luitenant-Generaal zal wel weten, dat tal van
zaken niet door den Minister in casu den
Opperbevelhebber persoonlijk worden afge
daan, maar door een daartoe door hem aan
gewezen ambtenaar. Dat kan niet anders.
Maar als nu iemand klaagt over onjuiste ge
bruikmaking van die bevoegdheid, dan kan
het zijn nut hebben den Minister een vraag
te stellen, om hem daardoor te bewegen eenfe
na te gaan, of wel in zijn geest gehan
deld wordt.
Aan eene door een Kamerlid aan de Regee
ring gedane vraag ligt dus geenszins, zooals
de op politiek gebied allicht min ervaren
Luitenant-Generaal onderstelt, eene vijandelijke
bedoeling ten grondslag.
Nu schijnt intusschen de schrijver van liet
schotschriftje te meenen, dat juist deze
vraag in de gegeven omstandigheden niet
mocht worden gesteld, ómdat zij lamlendigheid
kweekt.
Niemand kan sterker dan wij de geneigdheid
van velen onder ons volk afkeuren om te
mopperen en te klagen over lasteen weinig
meer kloekheid om nu maar niet van
christenzin te spreken ware gansch niet
overbodig.
Maar wij behoeven daarom niet ongevoelig
te zijn voor het leed, dat soms o n t z a g 1 ij k
iser niet stilzwijgend bij toe te zién,
indien het kan worden vermeden.
Golden de vetloven enkel ontspauning of
afwisseling, dan zouden wij daarmeê ons niet
hebben te bemoeien. Maar er zijn huisvaders
en kostwinners in het leger, clie geheel
hu n zaakje zien verloopen, en
dientengevolge bij hun terugkeer geen kost
winning meer hebben. Iemand die een rijks
pensioen heeft, denkt daar misschien wat licht
overmaar bij eenig nadenken zal hij toch
wel beseffen, watjlat zeggen wil. Indien nu
de militair, doorheen paar dagen in de week
„huistoe" te gaan, die ellende kan voorkomen,
en hij tot een compagnie behoort, die op eer,
gegeven oogenblik zoo goed als werkeloos is,
dan is het geen bewijs van lamlendigheid,
indien hij verlof vraagt. En indien nu de
tusschenambtenaren, die hierin moeten advi-
seeren, naar sommiger oordeel niet goed han
delen, dan steekt er geen ongeoorloofde be
moeiing in, als een daartoe aangewezen man
in casu een Kamerlid door het doen van
eene vraag de speciale aandacht der Regeeriug
op dat punt vestigt.
Indien de Minister eenvoudig antwoordt,
dat de dienst vooralsnog verloven op ruimer
schaal niet toelaat, en dat reeds regelingen
in den geest als door den vrager bedoeld zijn,
zijn getroffen, dan kan de vrager naar dat
officieel antwoord de belanghebbende verwij-
zen. ..Wat kwaads zal daardoor verricht zijn?
Wij stellen de militaire macht hoog, en
bestrijden naar vermogen de „lamlendigheid",
die zich maar al te vaak in,ons volk open
baart, vooral waar het geldt het dragen van
militaire lasten. Maar wij betwijfelen of uit
vallen als ook nu weer de gep. luitenant-
generaal zich veroorloofd heeft, tot vermeer
dering van den eerbied voor het leger zullen
bijdragen.
Gelukkig, dat vele hooggeplaatste militairen
daaromtrent betere begrippen koesteren.
Het liberale Vaderland veroor
deelt in een niet malsch artikel den aanval
van den luit.-generaal Snijders, in wiens daad
het blad niet een politieken aanval op een
volksvertegenwoordiger ziet, maar een gevolg
van het in hem verstold militaire systeem, 't
welk niet toelaat dat een kapitein zich
vermeet op eenigerlei wijze anders te denken
of te doen dan zijn chef. Het blad teekent
dit heel aardig aldus
De ukasen zelf zijn ook zeer teekenend. Ik,
Snijders, vind, dat gij Duymaer van Twist, op
dit oogenblik behoordet te staan met getrokken
sabel aan het hoofd van uwe compagnie.
Over de wetenschap dat Steenwijk's afge
vaardigde direct daarom gevraagd heeft, maar
dat de Regeering van zijn aanbod zoo min als
dat van andere Kamerleden gebruik gemaakt
heeft, omdat ze in deze tijden de Staten-
Generaal ieder oogenblik noodig heeft, maakt
<fcze luitenant-generaal zich niet druk. Als
het anders niet is moet de heer Duymaer van
1 wist maar illico als Kamerlid bedanken, een
kapitein is trouwens niet noodig in de Kamer,
ik, luitenant-generaal zit er immers niet eens
in. En dat wordt alles maar gedecreteerd,
zonder »er zich rekenschap van te geven, dat
de heer Duymaer van Twist verplichtingen
heeft aan dat doel van het Nederlandsche
volk, dat hem afvaardigde, aan de partij waar
toe hij behoort, en aan de Kamerfractie waar
van hij deel uitmaakt, en dat het getuigen
zou van gemis aan het eerste begrip van
tucht en discipline, om deze allen niet te ken
nen in zoo gewichtigen stap.
Maar wij vergeten kapitein Duymaer
van Twist mag daarover geen eigen meening
hebben, het systeem-Snijders wil dit niet.
Ilet V frd e r 1 a n d voegt aan zijn be
schouwing, die vooral tegen dat oude militaire
systeem gericht is, nog twee opmerkingen
toe. In de eerste plaats deze, dat het uit
den mond van een hoofdofficier een zeer
loflelijke getuigenis vernam over den heer
Duymaer van Twist, die „een bijzonder plicht
getrouw officier was".' In de tweede plaats
antwoordt het blad op de opmerking van de
Nederlander over de politieke zijde der zaak
het ziet hier geen politiek, en gelooft dat de
luit.-generaal ook tegen een liberalen kapitein
volksvertegenwoordiger op gelijke wijze zou
zijn opgetreden. Ook aan politieke bijbedoe
lingen van de N. C t. gelooft Het V a d.
niet. Maar, zegt het
Dit blad, mordicus gekant tegen elk streven
naar een volksleger, heeft zoo staan gnuiven
van plezier, toen de Excellentie van het oude
systeem aan het uitpakken was, dat het ver
gat te letten op andere dingen. En daardoor
kwam het persfatsoen iewat in het gedrang.
Wat ons echter meer spijt is dat deze
„liberale" courant de rechten van don volks
vertegenwoordiger op zoo minwaardige»wijze
kon zien aantasten zonder een woord van
protest te doen hooren.
Zeer juistzou men in de Tweede Kamer
zeggen.
De strijd in België.
Een correspondent van het Vad. meldt van
de Zeeuwsch-Belgische grens
Zooals ik reeds heb 'geseind is het tram
verkeer geheel stop gezet. De reden, waarom
dit geschiedt, is gelegen in het feit, dat de
Duitschers de tramwagens gebruiken voor het
vervoer van groote hoeveelheden hout naar
de streek tusschen Brugge en Ursel ten einde
daEfrvau loodsen voor de vliegmachines te
bouwen, alsmede voor het oprichten van een
grcot militair hospitaal, waarvan de bouw
reeds begonnen was. Evenwel schijnt het,
dat men het bouwen van deze loodsen heeft
stop gezet. Het hout wordt thans naar Brussel
vervoerd.
In Brugge ziet men overal aanplakbiljetten,
waarin den bewoners wordt medegedeeld, dat
zij de stad uiet kunnen binnenkomen, noch
verlaten tusschen 8 uur 's avonds en 7 uur
's morgens. Ook is het niet veroorloofd öm
's avonds na acht uur zonder een speciale
verlofkaart in de straten te vertoeven.
De klok van het Beffroi en de voornaamste
uurwerken der stad geven den Duitsehen tijd
aan.
oorts verneem ik nog dat het niet geoor
loofd is om Brugge te verlaten in een andere
richting dan die naar Gent. Een poging om
langs andere wegen de stad te verlaten baat
niet, daar de wegen rondom Brugge nauw
keurig door schildwachten worden bewaakt-
Te Ostende zijn eveneens talrijke procla'
maties van de Duitsche overheid aangeplakt
waarin mededeeling wordt gedaan van al het
geen de bewoners hebben te doen en te laten.
Omtrent hec bombardement van het hotel
Majestic te Ostende verneem ik Dog eenige
nieuwe bijzonderheden. Een kleine Engelsclie
torpedoboot was tot dicht bij de kust genaderd
doch vuurde niet. Op een gegeven oogenblik
echter werden door de Duitschers twee kanon
schoten op het Engelsche vaartuig afgevuurd.
Onmiddellijk antwoordde de torpedoboot en
de eerste granaat welke het Engelsche schip
afvuurde, raakte het hotel. Twee andere
schoten van de torpedoboot richtten schade
aan in twee huizen, die op den dijk stonden
en vernielden bovendien geheel het hotel
Lion d'Or achter den dijk staande.
De stad Ostende zelf schijnt geheel uitge
storven. Bijna alle magazijnen en winkels
zijn gesloten, terwijl voorts het grootste ge
deelte der huizen onbewoond is. Het aller
grootste gedeelte der bewoners heeft dan ook
de stad verlaten uit vrees voor een bombar
dement, niettegenstaande de gemeentelijke
autoriteiten hadden verzocht om zulks niet
te doen en zakken zand alsmede hoeveelheden
water beschikbaar te stellen om eventueele
branden als gevolg van een bombardement te
blusschen. De stad Ostende heeft evenmin
als Brugge een oorlogsschatting behoeven te
betalen, doch zij moeten wel voldoen aan
requisities, die worden gedaan. Indien requi-
sities worden geëischt, dan geschiedt zulks
door middel van bons, welke uitsluitend door
het gemeentelijk bestuur worden uitgereikt.
Een nachtelijke uitval uit Dixmuiden.
De Belgische oorlogscorrespondent van De
Tijd seint uit Duinkerken, 12 Nov.Wat
gisteren verwacht werd, is geschied. In den
nacht heeft dc vijand getracht zich de be
zetting van Dixmuiden ten nutte te maken,
om onder begunstiging der duisternis van daar
voorwaarts te rukken. Maar het is hem niet
gelukt. De beteekenis van Dixmuiden als
krijgskundig punt en derhalve ook de bezetting
van Dixmuiden mogen niet overschat noch
onderschat worden. Een bezetting van Dix
muiden door wie ook, beteekent noch voor
ons, noch voor den vijand een beteekenisvol
gewin, in zooverre er noch het lot van Duin
kerken, npch een doorbraak der linie van de
boudgenooten mede gemoeid is. Evenwel
heeft de nu deels plat geschoten plaats, haar
bijzonder belang. Ze is immers gelegen even
over de gekanaliseerde Yser, aan de zijde van
den vijand. Zoolang onze troepen de plaats
bezet Hielden, was er aan de overzijde zelf
een krachtig beletsel voor den vijnnd dê water
linie te forceeren, terwijl deze van het over
schrijden van het water op andere plaatsen
geen krijgskundig voordeel kon trekken. Aldus
beschouwd, is bijgevolg de bezetting op zich
zelf van Dixmuiden voor den vijand winst.
Maar die winst is voor ons nog geen zwaar
verlies, omdat de Duitschers, al zijn ze in
Dixmuiden, nog niet over de waterlijn zijn en
nog niet onze eigenlijke eerste verdedigings
linie hebben doorbroken.
Dit nu hebben ze in den nacht pogen te
doen. Recht duidelijk is 't mij niet, wat ze
daarmede voor hadden, wat zij'met heel den
aanval bij Dixmuiden in de laatste dagen be
oogden. Was 't een schijuoperatie om bij
Yperen te beter te kunnen slagen en onze
troepen vandaar weg te lokken Was de aan
val bij Dixmuiden een werkelijk gemeend plan
om door te breken, hetgeen ik voor mij ge
loof? In ieder geval: ze zijn teruggekeerd en
na Dixmuiden deels in handen gekregen te
hebben, poogden ze deze plaats als basis van
oprukken te bezigen. Bij dag was dit al zeer
bezwaarlijk en daarom werd de nacht ver
kozen. Het, is ongelooflijk met welk een be
hoedzaamheid de Duitschers daarbij te werk
gingen. Komen zij des daags met de over
macht van het getal, in den nacht beproeven
ze het met enkele stoute verkenningstochten,
die voor hun troepen den weg moeten openen.
Maar zoo zorgzaam en stil was de vijand niet
voortgerukt, of de onzen hadden hem dra be
merkt. Er werd echter niet gevuurd. Stil
liet men den vijand in den waan, dat hij on
bemerkt was liet hem al nader en nader
komen dan een geweldige losbranding,
een ijselijk huilen en geknetter in den nacht
De nachtelijke uitval der Duitschers om de
\serlinie bij Dixmuiden te forceeren is op
niets uitgeloopen en op heden is de algemeene
toestand, schoon op vole punten plaatselijke
veranderingen intraden, toch schier ongewijzigd.
De Duitschers In Frankrijk en België.
PARIJS, 14 November. (Reuter.) Een
mededeeling van de Belgische regeering be
helst De aanval van de Duitschers tegen het
groote bruggehoofd van Nieuwpoort is mislukt.
Verscheidene pogingen van den vijand om in
dc streek ten O. en Z.O. van Yperen aan
vallend op te treden zijn gestuit.