HntireoolNiionair
ooor
Qleuws- en Advertentieblad
Zeeland,
De Oorlog»
Uit hun arbeid weggeroepen
Uit de Pers.
No. 1170
Woensdag 11 November 1914.
I2e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen. Ter Neuzen f\,~. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Ftzstdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN,
inzending van advertentlên vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
r
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
den loop der vorige maand werd hier ter stede
een plaatselijk comité tot ontwikkeling en ontspan
ning der gemobiliseerde troepen opgericht op initia
tief van den burgemeester en in verband met het
Provinciaal Comité te Middelburg. Leden van dit
plaatselijk comité zijn de lieeren Huizinga, voorzitter,
pastoor Bogers, Koelmans, kapt. Putman Cramer,
Kapt. Vogel, Wieberdink, Wabeke, penningmeester
en dr. Ten Bruggencate, secretaris. Zooals misschien
bekend zal zjjn geworden, hebben mevrouw Vogel
en de heer Rommel reeds twee avonden zich wel
willend beschikbaar gesteld om de militairen een
muziekuitvoering te verschaffen. Maar bet Comité
streeft nog iets anders na, dan hen 's avonds aan
gename en nuttige afleiding te bezorgen.
Aangezien vele militairen .niet alleen uit hun
practisch werk zijn weggeroepen, maar bovendien
niet in de gelegenheid zijn bun theoretische kennis
bij te houden of te vermeerderen, meent het Comité
dat het op zijn weg ligt aun dit laatste zooveel
mogelijk tegemoet te komen. Groot is dan ook
het aantal militairen, dat zich heeft opgegeven om
lessen te volgen in de vakken van het L. O., in
landbouw- en teekenonderwijs, in paardenkennis,
Pransch, Duitsch en Engelsch. Leerkrachten zijn
grootendeels onder de militairen aanwezig en wat
de lokaliteiten betreft, het Comité was zoo gelukkig
allerlei lokalen tot zijn "beschikking gesteld te zien
die van de R. Kath. en de Christelijke school,
Bethel. Ebenhaëzer en de G. H. B. S.
Doch er zijn boeken, cahiers en schrijfmateriaal
noodig, de lokalen moeten verwarmd, verlicht en
schoongehoudep worden, en voor lezingen, voor
drachten en muziekuitvoeringen die het comité
zoo gaarne zon organiseeren om de militairen
's avonds het leven aangenaam en nuttig te maken,
is geld noodig voor zaalhuur. Het is daarom dat
het Comité langs dezen weg een beroep doet op
de burgerij, die ongetwijfeld inziet hoeveel nuttig,
om niet te zeggen noodzakelijk werk hier kan en
moet worden verricht en hoe kosten daarvoor
onvermijdelijk zijn. Moge zij het Comité willen
steunen en bedenken dat iedere gift, hoe klein ook,
dankbaar zal worden aanvaard. De administratie
dezer courant wil zeker wel zoo goed zijn, de giften
in ontvangst te nemen en yfte verantwoorden.
De Secretaris van het plaatselijk Comité,
TEN BRUGGENCATE.
Mogen wij de bijzondere aandacht onzer
lezers vestigen op bovenstaand verzoek om
hulp
Er is veel gedaan voor de Belgische sol
daten en voor de vluchtelingen, die binnen
onze grenzen een veilig toevluchtsoord zochten
en vonden.
Dat was goed 't was edel den naam
ran onze Nederlandsche natie, als gastvrij en
milddadig volk waardig.
Intusschen mogen wij terwille van vreemden
onze eigene landskinderen niet vergeten.
Men moet zelf kinderen in dienst hebben,
weggeroepen van huis en werk, om goed te
beseffen, welk een opofferingen ook financi-
ëelehet voor velen is, het gezellig huise
lijk leven te moeten verwisselen voor het
leven in de kazerne en andere tijdelijke
verblijfplaatsen.
De Commissie, uit wier naam Dr. Ten
Bruggencate bovenstaand verzoek doet, wil
trachten de soldaten, in garnizoen te Ter
Neuzen en de onmiddellijke omgeving, eenige
ontspanning te geven en hun tevens de ge
legenheid te verschaffen tot het ontvangen
van onderwijs.
De zaak spreekt duidelijk genoeg voor zich
zelve, om nog verdere toelichting te behoeven.
Er is daarvoor echter eenig geld noodig.
't Behoeven geen groote sommen te zijn, doch
zonder geld kan ook deze Commissie haar
werk niet naar behooren doen.
Wij vertrouwen, dat er onder onze lezers
zullen zijn, die hiervoor een kleiner of grooter
bedrag willen offeren.
Onze uitgever en ook wij zijn gaarne bereid,
giften voor dit doel in ontvangst te nemen,
waarvan we in ons blad verantwoording
zullen doen.
Het kan verkeeren
De Nederlander schrijft
Het lariefontwerp der vorige Regeering
had ten doel aan de nooden van 's Rijks
schatkist tegemoet te komen, en tevens te
leiden in de richting van het, waar mogelijk,
de voorkeur geven aan inlandsch fabrikaat.
En een ieder, die dat ontwerp onbevooroor
deeld heeft bestudeerd, moet erkennen, drit
in die richting een goed stuk werk was ge
leverd, al was er natuurlijk nog veel in te
verbeteren en te wijzigen.
Van hetgeen men in Duitschland, Frankrijk
en Amerika onder protectie verstaat, was in
dat ontwerp geen sprake. Alleen in de
Memorie van Toelichting stond hier en daar,
vermoedelijk om vrienden uit het buitenland
te believen, een zinnetje, dat verdacht klonk,
en dat beter had kunnen zijn weggelaten.
Eene onhandigheid is soms erger dan eene
fout
Men herinnert zich, hoe onder meer, de
Maatschappij van Nijverheid tegen dat ont
werp is te keer gegaan en daarover een hoogst
ongunstig verslag heeft uitgebracht. Maar
men herinnert zich stellig ook, dat zulks ge
schied is onder den invloed van den te wachten
stembusstrijd, en hoe tegen de zeer overhaaste
wijze van het samenstellen van dat verslag
zelfs staande de vergadering krachtig is ge
protesteerd.
Welnu, in de kolom der Officieele Bekend
makingen in de Kerkraadsche Courant
van 24 October j.l. vindt men thans de volgende
mededeeling
„MAATSCHAPPIJ VAN NIJVERHEID.
„Aan het Gemeentebestuur
„te Kerkrade.
„Het hoofdbestnur der Maatschappij van
„Nijverheid acht het gewenscht liet navolgende
„onder uw aandacht te brengen
„De Nederlandsche Nijverheid vindt hier
„te lande in vele kringen hetzij door onbe
kendheid, hetzij om andere redenen niet
„die waardeering waarop zij aanspraak mag
„maken. Al te dikwijls komt het voor dat
„aan buitenlandsclie nijverheid de voorkeur
„wordt gegeven en bij buitenlandsclie onder-
„nemingen orders geplaatst worden die zeker
„niet minder goed door Nederlandsche onder-
„nemingen kunnen worden uitgevoerd.
„Verdient dit ook in gewone tyden reeds
„afkeuring, thans moet het als een zeer ern
stige fout worden beschouwd.
„Elke bestelling toch die in dezen tijd in
„het eigen land geplaatst wordt is een kans
„te meer om de Nederlandsche Nijverheid aan
„den gang te houden en vele bekwame werk
lieden te behoeden voor werkloosheid. Terecht
„is gezegd, dat het beter is één menscli werk
„te verschaffen dan twee menschen te be-
„deelen.
„Het is om die reden dat wij ons veroor-
„loven er met allen nadruk op te wijzen,
„dat het in de benarde tijdsomstandigheden
„meer dan ooit verboden is om toe te staan,
„dat 'eene bestelling aan eene buitenland-
„sche onderneming wordt gedaan, voordat
„bèwezen is dat deze bestelling hier te
„lande niet kan worden uitgevoerd.
„Dezerzijds verklaren wij dat het algemeene
„Secretariaat der Maatschappij van Nijverheid
„te Haarlem, alsmede het door haar gestichte
„Bureau voor Handelsinlichtingen te Amster
dam steeds gaarne bereid zijn adressen van
„Nederlandsche fabrieken te verstrekken.
„Wij vertrouwen dat mede door uw invloed
„de overheid liet voorbeeld zal geven om bij
„elke daad te handelen met die vaderlands-
„liefde, die zich uit in waardeering van dat
„geene wat het eigen land voortbrengt.
„Het Hoofdbestuur voornoemd,
J. VAN HASSELT, Voorzitter.
G. S. DE CLERCQ, Secretaris.
„Haarlem, October 1914."
Met groot genoegen onderschrijven ook wij
dezo bekendmaking, die volkomen dezelfde^
strekking heeft als het destijds zoo gesmade
ontwerpschrijft de Nederlander.
Een particuliere brief uit Pretoria.
Een particuliere brief aan de N. C., uit
Pretoria, bevat o.a. het volgende
Er gebeuren hier wonderlijke dingen, doch
ik vind het maar het sekuurste er hier maar
geen melding van te maken, want wij staan
hier onder de „hou-jou-bek-wet", de afrikaanse
vertaling van de „Peace Preservation Act".
In de buitendislrikten is ook niet vele entoe-
siasme om tegen de Duitschers ten strijde te
trekken, men is klaarblijkelijk de jongste Z.A.
oorlog nog niet vergeten. Men neemt wel mo
ties van vertrouwen aan, doch daar blijft het
bij. Sommigen geven zich, volgens de bladen,
als vrijwilliger op, doch als puntje bij paaltje
komt, trekken zij zich terug.
De oorlog met Duits Zuidwest is tot nu toe
maar bedroevend gegaan. Eerst een groot
spoorwegongeluk, waar heel wat gedood en
gewond werden. Toen de bedanking van
generaal Beyers en deselfde dag het dood
schieten in Johannesburg van generaal De la
Rey. Een paar weken geleden het gevangen
nemen door de Duitsers van twee detache
menten onder generaal Lukin van de Unie-
Verdedigingsmacht, en nu weer het overlopen
van kolonel Maritz met zijn officieren en man-
sshappen naar de Duitsers. Als het so door
gaat sie ik er van komen dat men Duits
Zuidwest nooit krijgt. Men hoort al beweren
dat Botha om soldaten van Engeland ge
vraagd heeft, doch Engeland zal zijn mannetjes
zelf wel kunnen gebruiken.
L.l. Zaterdagavond (10 Oktober) hebben
enige afrikaanse verenigingen alhier de ge
boortedag van wijlen pres, Kruger in het
Operahuis herdacht, waar zang en muziek
gegeven zou worden, en een geschiedkundig
overzicht zou gegeven worden door generaal
Beyers janboel daar geweest zijn. Toen gene
raal Beyers op het toneel verscheen heeft het
janhagel hem van de Galerij met rotte eieren
gegooid.
De dames wierpen generaal Beyers boe
ketten voor zijn voeten. Op het toneel ging
een hele klomp dames rondom generaal Beyers
Staan, om hem niet met de vuile eiers te
laten gooi. Senator Walmarans stak zijn
parapluie op om zodoende Beyers eveneons
te beschermen.
Er waren daar (op de galerij) wel een paar
honderd Engelsen tegenwoordig, en slechts
een 30-tal Afrikaners die de reuk ervan ge
kregen hadden dat zij iets in hun schild
voerden. Een hevige vechtpartij volgde, doch
binnen een kwartier tijds waren er onder de
Engelsen heel wat bebloede gezichten. Een
grote Engelse vlag moet door de Afrikaners
in flarden gescheurd zijn.
De Engelsen waren spoedig van de Galery
gejaagd en geslagen. Toen de avond ten
einde was en generaal Beyers in zijn motor
wilde stappen, begonnen de Engelsen met
klippen enz. te gooien en Beyers te treffen,
doch hij was omgeven door een heel kommando
flinke Afrikaners. De bladen, zelfs niet de
„Vojksstem", maken geen melding van dezen
avond.
In Pretoria is alios nog rustig lioo liet in
de andere delen der Unie is, kan ik u niet
melden, de bladen publiceeren daarvan niets.
De sensor zal hun dat wel verbieden.
BERLIJN, 6 November. Tegenover de Vos-
sische Zeitung heeft de Boerengeneraal zich
als volgt uitgelaten
De ware Boer heeft nooit zijn kernspreflk
prijsgegevenZuid-Afrika voor de Zuid-Afri
kanen.
De Engelsche. berichten ademen een naïeve
zucht om de zaken mooi voor te stellen. Zij
geven trouw-betuigingen van Zoeloes, Basoeto's
en andere Kaffers. Wij gunnen ze de Engel-
schen, maar van de Boeren, op wie het alleen
aankomt,, weten ze slechts onnoozele sprookjes
te vertellen.
Engelands heerschappij in Zuid-Afrika lag
toch als op het uiterste. De oorlog is nu ge
komen en heeft de geheime draden verbroken.
Er is een zekere wanorde ontstaan. Het is
echter slechts een periode van hervorming.
Spoedig zal dat duidelijk worden. Het doel
van alle Boeren is steeds hetzelfdevrijheid,
onafhankelijkheid en los van de Engelsche
heerschappij.
Ik wed met u, dat met Kerstmis ook do
schaduw van Engelands macht over Zuid-
Afrika verdwenen is.
Wij Boeren hebben niets tegen de Duitschers.
Het is al gebleken, dat de Duitschers beter
koloniseereu aan de Engelschen, want de
Duitscher ontwikkelt zijn kolonies, de En-
gelschman wil er slechts «voordeel uit halen.
Met de Duitschers als buren kunnen wij vreed
zaam leven, maar Engelands heerschappij is
onverdragelijk.
Ik verzeker u nogmaals, het is slechts een
kwestie van weken, dat Zuid-Afrika weer aan
de Zuid-Afrikanen behoort.
Elf predikanten van de Ned. Geref. Kerk
hebben een open brief inhoudend strenge af
keuring van den opstand van Maritz en het
verzet tegen den veldtocht tegen Duitsch-Zuid-
vvest-Afrika geschreven. Het zijn di. A. I.
Steytler, J. I. Marais, P. J. G. de Vos, G. F.
J. Muller, A. Moerrees, W. A. Joubert, B. P.
J. Marchand, Ds. S. Botha, J. P. van Heerdon,
Geo. S. Malan en P. G. J. Meiring.
Zij noemen daarin een eveutueele verbre
king van het tractaat, te Vereeniging gesloten,
zonde tegen God, „wiens albesturende hand
wij in alles, en ook in deze bladzijde van onze
geschiedenis erkennen" en zij wijzen op de ram
pen die voor heel het volk eruit kunnen voort
spruiten.
De „Kerkbode" van Kaapstad waarschuwt
ook tegen den opstand van Maritz en vermaant
tot gehoorzaamheid aan de wettige overheid. Zij
bestempelt de gansche beweging „als een geheel
ongerechtvaardige roekelooze opstand, die be
slist verkeerd en zondig is, getoetst aan alle onze
christelike en bijbelse beginselen van de plicht
die de onderdaan aan zijn overheid „als van
God verordend", verschuldigt is".
De Duitschers in Frankrijk en België.
BERLIJN, 7 November. (Wolff.) Officieele
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
Onze aanvallen in de richting van Yperen
hebben ook gisteren met name ten zuidwesten
van Yperen vorderingen gemaakt. Meer dan
1000 Franschen zijn gevangen genomen en drie
machinegeweren buit gemaakt.
De aanvallen der Franschen ten westen
van Noyon zoomede op de door ons eenomen
plaatsen Vailly en Chavonne zijn onder zware
verliezen voor den vjjand afgeslagen.
Het door ons veroverde, slechts zwak bezette
dorp Soupir en het westelijk deel van Sapigneul,
die voortdurend onder zwaar artillerievuur
stonden, hebben wij moeten ontruimen. Bij
Servon is de vijand teruggeslagen en in het
Argonnerwoud verder teruggedreven.
BERLIJN, 8 November. (Wolff.) Offici
eele mededeeling van het groote hoofdkwartier
Onze aanvallen bij Yperen en ten westen
van Rijssel zijn gisteren voortgezet.
Aan de westzijde van Argonne is de be
langrijke heuvel hij Vienne le Chateau, waar
om weken lang gestreden is, door onze troepen
genomen. Daarbij zijn twee kanonnen en
twee machinegeweren buitgemaakt.
Voor 't overige is de mistige dag op het
westelijk oorlogsterrein rustig verloopen.