men had kunnen hopen. Ziende, dat er in die richting geen verderen tegenstand geboden werd, naderden de Duitschers en in den na middag stond er een regiment voor de poorten der stad. Geen Franschen, Engelschen of Belgen waren er te zien. De Duitschers, die zeker meenden, dat Dixmuiden ontruimd was, besloten de stad te bezetten en, zooals hun gewoonte is, kwamen zij de stad tpet hun paradepas binnen, terwijl de muziek speelde, Nauwelijks waren zij de voornaamste straat ingetrokken of een schrikwekkende losbarsting overstemde het geluid van de muziek. Verscheidene machine-geweren die in de huizen verborgen waren, hadden plotseling het vuur geopend. Een dolle paniek ontstond onder de Duitschers. Zonder aan weerstand te denken, wilden zij vluchtten, maar van alle kanten hagelden de kogels. De machine geweren hielden weldra met vuren op en de matrozen, uit hun schuilhoeken voor den dag komend, vielen op het overlevende deel van het Pruisische regiment aan, dat op het ge zicht der Fransche bajonetten de wapens wegwierp en zich overgal. Enkele uren later keerden de verbonden strijdmachten te Dix muiden terug en bezetten het sterk. Een bijzondere correspondent van Reuter te Dover deelt bijzonderheden mede over de beschieting van de'Duitsche stellingen tusschen Nieuwpoort en Middelkerke door de vereenigde Engelsche en Fransche smaldeelen. De bodems waren twaalf uur lang in aanhoudend gevecht. Het vechten begon om 6 uur 's ochtends op den dag van Trafalgar, toen het smaldeel, op ongeveer 4 K.M. uit de kust, de schansen van de Duitschers 5 K.M. landinwaarts onder vuur nam. De matrozen bleven tot zes uur 's avonds op hun post. Hetvuren was snel en aan houdend. Een Engelsch schip verschoot alleen 1000 lyddiet-bommen en granaatkartetsen. Het vuur van de schepen richtte ouder de Duitsche schansen en batterijen in de duinen vreeselijke verwoestingen aan. De bondge- nooten vernielden o. a. een Duitsche batterij veldartillerie, verstrooiden een Duitschen pon tonniers-trein, die bijeen was gebracht ont den overgang over de Yser te forceeren, vernietig den een munitie-kolonne, doodden generaal v. Tripp en zijn geheelen staf en dwongen de Duitschers hun stelling voor Nieuwpoort te ontruimen. Sommige kanonnen losten 14 schoten in de minuut. De aangerichte schade was van de schepen af duidelijk te onder kennen. Een poging van de Duitschers om de schoots- verheid te vinden door het oplaten van een vliegtuig dat rookende ballen liet vallen, mis lukte. Aan het einde van den dag was de heele kust van Nieuwpoort tot Westende schoongeveegd en stond alles in vuur en vlam. Later werd gemeld dat de Duitschers vier duizend dooden -en gewonden verloren hadden. In een beschrijving, die een correspondent van de Times van het vechten te land geeft, vermeldt hij dat de Duitschers erin slaagden door een aanval uit Westende en Slype de Groote Bamburgh, een groot complex van boerderijen aan de kust, te vermeesteren. Dit was een slag voor de bondgenooten, aangezien die boerderijen een soort van vesting vormen. Zooals gewoonlijk, beschikten de Duitschers ovèr een overstelpend aantal mitrailleurs. Ook van het Engelsche smaldeel werden te Nieuwpoort machinegeweren aan wal gezet en haastig naar voren gebracht om de Groote Bamburgh te redden, maar zij kwamen te laat. De Duitschers waren al in de hoeve en hadden hun machinegeweren opgesteld. De Belgen waarschuwden luitenant-ter-zee Wise van de Severn met zijn 20 man, dat zij de hoeve niet moesten naderen, maar hij verstond hen niet en viel op 50 M. van de lioeve. BERLIJN, 28 October. (Wolff.) Ambtelijke mededeeling uit het groote hoofdkwartier De gevechten bij Nieuwpoort en Dixmuiden durennog voort. De Belgen hebben daar aanmerkelijke versterkingen gekregen. Onze aanvallen worden voortgezet. Zestien Engelsche oorlogsschepen hebben deelgenomen aan het gevecht tegen onzen rechtervleugel. Hun vuur had geen uitwerking. Bij Yperen is de toestand gisteren onveranderd gebleven. Ten westen van Rijsel is onze aanval met succes voortgezet. In het Woud van Argonne zijn weder eenige loopgraven veroverd. De manschappen die zich daarin bevonden zijn gevangen genomen. Op het westelijk front heeft zich verder niets van belang voorgedaan. PARIJS, 28 October. (Reuter). Het offi- ciëele bericht luidt: Gisteren zijn de aanvallen der Duitschers in de streek tusschen Nieuwpoort en Atrecht veel minder hevig geweest. Wij hebben overal onze stellingen gehand haafd en zijn ten Noorden en ten Oosten van Yperen vooruitgekomen. Ook hebben wij eenige vorderingen gemaakt tusschen Chambrin ten Z.W. van La Bassée en Atrecht. Meer en meer wordt bevestigd dat de ver liezen der Duitschers aan dooden, gewonden en gevangenen op het Noordelijk deel van het oorlogstooneel aanzienlijk zijn geweest. Op den rechteroever van de Aisne hebben de Duitschers een zeer hevigen nachtelijken aanval beproefd in de omgeving van Craonne. Zij zijn teruggeslagen. In Woëvre hebben onze troepen hun op- marsch voortgezet in het bosch tusschen Apremont en St. Mihiel en ook in het bosch van Le Prêtre. 27 October. (Part., v. d. B.) Reizigers, die vanavond uit Ostende gekomen zijn, deelen mede, dat de slag bij Dixmuiden en Nieuw poort nog in hevigheid toeneemt. Voortdurend hoort men daar zwaar kanongebulder. In Ostende zelf liggen tallooze gewonden. De bewoners zijn bijna allen gevlucht. Men ziet in de straten slechts Duitsche troopen, welke naar het front trekken en uit den slag terug- keerende oververmoeide manschappen, welke te Ostende rust nemen. Op dit gedeelte van het front wordt bijna uitsluitend door Duitsche marinesoldaten gevochten. Op den Zeedijk hebben de Duitschers zwaar geschut opgesteld, dat de Engelsche schepen, die voor de haven kruisten, verdreven heeft. Toch doemt nu en dan een oorlogsschip aan de horizon op, dat dan onder schot genomen wordt. Ook in de duinen hebben de Duitschers kanonnen opge steld. Ostende heeft van het Engelsche geschut vuur niet veel geleden. Alleen het Hotel Majestic op den hoek der Louisest raat is zwaar beschadigd. Het koninklijk verblijf, dat op dezelfde hoogte ligt, is ongedeerd. De Duitsche soldaten hebben het paleis niet betreden er staan schildwachten voor. In Ostende, dat op 10 K.M. afstand van Nieuwpoort en op 25 K.M. afstand van Dixmuiden ligt, kan men het gewoel van den slag duidelijk hooren. Gisteren zijn er 500 Engelsche krijgsgevangenen binnen gebracht, die na een paar uur oponthoud door gevoerd zijn naar Gent. Ook liggen er veel gewonde soldaten der bondgenooten. De wegen naar Gent zijn overdruk van versch aanruk kende troepen, maar vooral van lange treinen met gewonden. Een Duitsche hoofdofficier, die eergisteren ernstig gewond binnengebracht en later over leden was, is gisteren met militaire eer be graven. Ook in de dorpen in den omtrek van Ostende zijn de bewoners grootendeels gevlucht. Voed sel is er weinig, daar alles opgeëischt wordt ten behoeve vati het Duitsche leger. Nabij Ostende hebben de Duitsche troepen een loods gebouwd voor luchtschepen. De loods is geheel van onontvlambaar linnen vervaardigd. De Duitsche keizer. De Times verneemt uit Kopenhagen, dat de Duitsche Keizer sedert de vorige week op het Westelijk oorlogsterrein vertoeft, waarheen een bijzondere trein hem uit het Oosten had overgebracht, en nu zelf de bewegingen van de troepen leidt. Met den Koning van Saksen heeft hij in een auto de troepen en hun stel lingen in oogenschouw genomen, de soldaten aangesproken en overal hun geestdrift gaande gemaakt. In de laatste dagen zijn volgens een bericht aan de Times uit Parijs vijf Duitsche vlieg tuigen neergeschoten. Een Taube die boven Rein's vloog en met bommen wierp, werd door een Franschman nagezet. Er volgde een gevecht in de lucht met mitrailleurs. Een tweede Taube kwam aanstevenen, maar beiden werden zwaar getroffen en vielen, 'ie Duinkerken werd een Taube neergeschoten, nadat zij twee bommen geworpen had, waarvan een niet ontplofte en een andere in het zand viel. De twee andere vliegtuigeu werden te Méharicourt bij Montdidier, naar men zegt, met een schot ten val gebracht. Naar aanleiding van een bezoek, aan lord Kitchener gebracht door kolonel Sir Aubrey I Woolls-Sampson, uit Zuid-Afrika, die over samenwerking tusschen de strijdkrachten van Zuid-Afrika en die van Engeland was komen overleggen, heeft de minister van oorlog het volgende telegram gezonden aan Botha: „Woolls- Sampson heeft mij gevraagd wat hij kan doen om de zaak en het Rijk te helpen, en hoe Zuid-Afrika het best kan steunen. Ik zeide hem dat m. i. iedere man in de Unie dadelijk den Duitschers in Zuid-West-Afrika op het lijf moet moet vallen, en die zaak daarop be hoorlijk tot een eind moet helpen brengen. Is dat volbracht, dan zal ik er voor zorgen, dat zij, die daar hebben gevochten Afri- kaandèr en Brit hier vertegenwoordigd zullen worden, wanneer de oorlog dan nog aan den gang is en ik hoop dat allen het Rijk trouw zullen dienen." Engelsche verlieslijst. Een Engelsche verlieslijst gedagteekend van 20 September, somt 1800 namen op. Onder hen zijn 1538 vermisten, van wie 624 tot de Gordon Hooglanders en 430 tot de King's Own Yorkshire Light Infantry belmoren. De Vossische Ztg. verneemt uit Madrid dus wel langs een omweg dat het Fransche leger 400,000 gewonden en zieken heeft. Er is een geweldig tekort aan verpleegmiddelen. In Biarritz liggen 400 Engelschen ziek aan rheumatiek. Biarritz alleen heeft 5000 ge wonden en krijgt er nog 3000. Er was plaats voor 15001 LONDEN, 28 October. (Officieel.) Na Dins dagochtend uit Rustenburg te zijn opgetrokken, heeft Botha 's middags voeling gekregen met de partijgangers van generaal Beyers en hen op de vlucht gedreven. Den geheelen dag heeft Botha ze vervojad en 80 man gevangen genomen. Tal van voelingen, van Beyers zijn gewond. Aan de zijde van Botha is slechts één ge wonde. De vervolging wordt voortgezet. succes zal hebben als die van (Reuter). Het bericht over een nieuwen opstand in Zuid-Afrika veroorzaakt veel minder beweging in Engeland dan men had kunnen vermoeden. Ieder is overtuigd dat ondanks den grooten invloed der leiders, deze opstand even weinig Maritz. Bovendien vertrouwt men volkomen dat Botha en Smuts den toestand geheel beheer- sclien. De dagbladen zijn zelfs van meening dat de opstand een gunstig gevolg zal hebben en den band tusschen de loyale Boeren en Engel schen en de regeering nog hechter zal maken. Of de opstand, gelijk waarschijnlijk is, weldra zal zijn gedempt, of niet, hij zal geen afbreuk kunnen doen aan de militaire macht van het Britsche rijk noch den wil van zijn volken, niet alleen in Europa, maar in de geheele wereld, om den oorlog door te zetten, tot de vijand zal zijn overwonnen, schokken. 27 October. Dd. gisteren wordt uit Kaap stad gemeld, dat Reuters verslaggever bij het commando van Brits bericht, dat de volgende proclamatie door de Duitschers, die zich bij de strijdmacht van Maritz bevinden, op ruime sfchaal wordt verspreid in Kakamas onder de Hollandsche Zuid-Afrikaners „Nademaal Engelsche troepen Ramansdrift hebben genomen, en daarmee de Duitsche grens hebben geschonden zoodoende den oorlog van Europa overbrengende in Zuid- Afrika verklaar ik nadrukkelijk, dat de Duitschers geen oorlog voeren tegen de Hol landsche Zuid-Afrikaners. Daarentegen zullen wij alle maatregelen nemen om op alle punten de aanvallen der Engelschen af te slaan. Wij zullen den oorlog uitsluitenden tot liet uiter ste voeren tegen Engeland en de Engelschen. w. g. Seitz, gouverneur van Duitsch West- Afrika. Windhoek. 16 Sept. Oostenrijk en Servië. WEENEN, 28 October. (Wolff.) Het hoofd kwartier meldt officieel Den 27en dezer hebben wij in Servië nieuwe voordeelen behaald. De plaats Ravnje (ten zuiden van Waljewo), en de sterk verschanste Servische stelling aan den grooten weg ten noorden van Crnabara, in het landschap Macva, zijn na dapperen tegenstand van de -Serviërs stormenderhand genomen. Vier kanonnen, acht machinegeweren zijn veroverd, vijf offi cieren, 500 man gevangen genomen en veel oorlogsmaterieel buit gemaakt. Belangrijke Russische overwinning. De overwinning, die wij bij de Pilitza be haalden, waarvan de teiugtocht van den vijand over een groot front het gevolg was. is van enorme beteekenis. PETROGRAD, 28 Oct. Off. In den slag ten Zuiden van de Pilitza, die 4 dagen duurde brachten onze troepen den vijand een beslis sende nederlaag toe. In den nacht van 27 October trok de vijand in wanorde terug op de lijn EdhnskRadom Ilja. Wjj namen kanonnen en krijgsge vangenen. Een der lezers van het Vad. schrijft: Vrijdagavond reed ik per auto naar Gent en kwam daar ten negen ure aan. De reis was kalm doch de controle bij de posten \Vas strenger dan te voren, In de stad was het akelig stil, en alleen zag men Duitsche soldaten en een enorm druk verkeer van militairo au tomobielen. Van de vele dwaze berichten die telkens de ronde doen betreffende proclamaties der Duit schers is geen woord waar. De burgemeester maakt 't telkens bekend. Van't stadhuis waait nog |de Belgische vlag zusterlijk naast de Duitsche. De bewoners zijn zeer bang. Wij zeiden tegen elkander: bespottelijk bang. Om half tien 's avonds |konden wij geen rijtuig meer bekomen. De koetsier welke ons zeer goed bekend was, wilde en ging ook met ons mede doch zonder rijtuig. De inwoners zijn bevreesd dat de Duitschers het nemen 't welk volgens hen herhaaldelijk voorkomt. Toppunt onzer ervaring was, dat ik bij pen burger aanbelde wien ik nog kort geleden een genoegen had gedaan en die mij eenvoudig liet staan. Hij stak zijn hoofd buiten en riep „Mijn kleine is ziek"vervolgens bleef ik op straat staan. Ik zocht in aller haast mijn vriend op welke nog steeds met onzen koetsier bezig was een hotelier op te kloppen. Wij bonsden nu samen op de deur en ramen en wel zoo hard dat de naastbijzijnde Duitsche wacht ons kwam ge lasten op te houden. Wij konden toen echter op straat blijven de man liet ons stil staan. Alle grootere hotels waren door Duitsche officieren ingenomen. Wij zijn nog bij enkele andere geweest, doch niemand wilde ons lo- geeren. De eenige weg die ons open bleef was het vriendelij aanbod van onzen koetsier aannemen en bij hem in de keuken overnachten. Eerst belden wij met veel moeite en leven een slager op en bekwamen wat zeer taai vleesch. Zoo kwamen wij ten slotte in de voormelde keuken. Direct kwam de vrouw uit bed en bereidde ons het vleesch, 't welk met brood, na al die vermoeienis, toch smaakje. Mijn vriend bleef in een stoel zitten en ik als zwakkere kon in het bed van den zoon des huizes liggen, in hetzelfde kamertje waar de koetsier met zijn vrouw en kind in het andere bed lagen. Slapen was echter zoo goed als uitgesloten. Den ganschen nacht werd zwaar geschoten, vermoedelijk in de buurt van Nieuw- poort, 's Morgens ging mijn vriend weg en ik ging op verkenning uit. Voortdurend groote troepen, welke vertrokken, tëfwijl weer andere aan kwamen. treinen met gewonden werden binnengebracht en het Roode Kruis was gped vertegenwoordigd. Drie vliegmachines zag ik boven de stad die in den omtrek doolden. Ik kon echter geen nieuws bekomen. De Duitschers zijn nog vol moed en zijn vast overtuigd binnen drie weken ook in Engeland te zullen zijn. Ik zou om half een per auto vertrekken. Toen ik echter bij het café kwam vanwaar ik zou vertrekken, was mijn chauffeur in gesprek met drie heeren, een Hollander en twee Duitschers. Dezen boden hem 75 francs om even naar Oudenaerden te rijden. Ik ver zette mij daartegen en derhalve gebeurde dit niet. Het gevolg was eep hevige woorden wisseling, waarop ik, liever niet in verder conflict met de Duitschers willende geraken, met spoed vertrok. De reis terug was zonder verdere avonturen. Een der oorlogscorrespondenten van de N. R. C. uit Brussel schrijft Te Leuven, zoo heette het algemeen, heersch- te typhus en diphtheritus en op onze reis naar Luik, waar we zes Grieksche studenten uit de gevangenschap zoudén gaan verlossen, besluit ik dit eens te onderzoeken. Leuven blijft toch altijd nog het centrum van het verwoeste België, maar de Duitschers zijn druk bezig dp stad weer haar oude gedaante te hergeven. Niet alleen is het gemeentebe stuur weer in èere hersteld en zwaaien de Belgische politieagenten er weer den scepter, niet alleen zijn alle straten gereinigd en de puinhoopen verdwenen, maar men is zelfs bezig de huizen weer op te bouwen en, waar dit voorshands niet mogelijk is, groote schut tingen te plaatsen rond de bouwvallen. Hon derden arbeiders worden door den gemeente raad gebruikt om alles weer in goeden staat te brengen, waardoor tegelijkertijd de werke loosheid veel verminderd is. De handel herleeft er weer allerwegen, en men treft vooral h^r reeds vele Duitsche kooplieden aan, die hun waren van hier naar Brussel en Antwerpen vervrachten. Velen daarvan waren bij het uitbreken van den oorlog door de Belgen over de grenzen gezet. Het is me .opgevallen, dat er een neiging bestaat bij de Belgische bevolking om zich met de Duitsche soldaten te verbroederen, waartoe ze dikwijls door den nood gedwongen worden. Want nood wordt er geleden, en zal er dezen winter nog heel wat meer geleden worden. Het is volkomen onbegrijpelijk waarvan al deze menschen gevoed moeten worden, nu de industrie vrijwel stilligt. De Duitschers trach- ten alle eigenaars van fabrieken, jmz. te be wegen hun zaken weer op te vatten, maar dikwijls ontbreken natuurlijk de grondstoffen of zijn de fabrieken zelf gedeeltelijk of geheel verwoest. De mindere klasse zegt eenvoudig„den Duutsch zal seffens weggaaif"daar blijft het bij, en met de handen in de zakken wachten ze met vast vertrouwen de dingen af, die komen zullen. Werken doen ze niet meer, en met groote moeite vinden we iemand, die een kleine reparatie aan onzen auto wil uit voeren. „Dit is het eerste werk, dat ik doe sedert de Duitschers hier kwamen. Ik was bij de schieterij na de bezetting van Leuven, en ze hebben me naar Keulen gestuurd, maar later weer losgelaten. Toen was mijn vrouw onder- tusschen naar Gent gegaan en toen ik die eindelijk gevonden had, moesten we weer verder vluchten naar Brugge en later naar Holland. Sedert eenige dagen ben ik nu weer hier, maar ik zal toch voor den Duutsch niet werken, en ander werk is er niet in mijn vak". Zóó denken er velen over. Hoe ze leven, dat is het raadsel. En nu gaat men op groote schaal voor de noodlijdenden in België zorgen. Baron Lanbert, voorzitter van het Comité National de Secours et d'Alimentation Beige, is te Londen geweest, en de Spaansche en de Amerikaansche gezant hebben hem krachtig ondersteuud, zoodat nu een groot deel van de bevolking hier eenvoudig om niet gespijsd wordt. Bij al die ellende valt het op, dat nog steeds de scholen niet heropend zijn, en de kinderen natuurlijk verwilderen. Het wekt verder be vreemding, en het zal de algemeene toestand in België niet te goede komen, dat het ge goede deel der bevolking het land verlaat en rustigjes in Holland of Engeland blijft, terwijl het zich van de gewone burgerij, die toch de kern der bevolking uitmaakt, weinig of niets aantrekt. Als ieder op zijn post blijft, en naar ver mogen medewerkt om de ellende te verminde ren, zal deze niet zulke groote afmetingen aannemen, als nu voor de naaste toekomst wel gevreesd moet worden. Met bitterheid wordt er dan ook bijv. te Leuven van de vlucht der professoren "en hooge heeren ge sproken. Velen hunner vreezen natuurlijk als gijzelaars gevangen genomen te worden, maar mijn navorschingen leeren mij juist, dat de omstandigheden voortdurend verbeteren en de Duitschers toeschietelijker worden. In de hospitalen, die door de laatste ge vechten weer overvuld zijn, werken de Belgi sche geneesheeren, die eenigen tijd geleden door de Duitschers eigenlijk naar huis zijn gezonden, opnieuw met hun Duitsche collega's samen om de gekvvetsen te verplegen, en een hunner licht mij juist in over de zoogenaamde tvphus epidemie, die hier geheerscht heeft. Er zijn werkelijk heel wat gevallen voorge komen, maar er komen er nu geen nieuwe meer bij, daar, dank zij de gezamenlijke be moeiingen van den'Duitschen kommandant en den Belgischen gemeenteraad, de sanitaire maatregelen den gezondheidstoestand der stad aanzienlijk verbeterd hebben. Het gebrek aan water (vooral had den toestand onhoudbaar gemaakt. Mijn zegsman heeft de beminnelijk heid met mij naar den commandant van het station te Leuven te gaan, om van dezen een De slag .bij Nieuwpoort. Van Reizigers uit Ostende. Duitsche vliegtuigen neergeschoten. Een bezoek aan Lord Kitchener. De opstand in Zuid-Afrika. a. a Ervaringen te Gent. Zwerftochten op het oorlogsterrein.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 2