Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. De Oorlog. Uit de^Pers. FEUILLETON. De Broeders. 12e Jaargang. Zaterdag 31 October 1914 No. 1167 ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,- per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, teuren en Brievengaarders. Franco Postdirec- Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave^ ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE m,htfw Lu nF PHOAGTIE'. ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfe TE BEZOEKEN BIJ DEN UITOEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. Mr. Troelstra als diplomaat. Mr. Troelstra, die begrijpt dat liet fiasco zijner partij op internationaal gebied, op zijn partijgenooten een pijnlijken indruk heeft moeten maken, heeft langs een nieuwen weg zich de leiding onzer internationale verhou dingen verzekerd. Hij is, naar het schijnt zonder opdracht van partijgenooten, in het buitenland als Sociaal-Democraat opgetreden door zich eerst in verbinding te stellen met zijn partijgenoot dr. Adolf Midler, en heeft naar aanleiding daarvan een onderhoud ver zocht betreffende de verhouding van Duitsch- land en Nederland, met den Duitschen onder- Staatssecretaris. „Zoo antichambreerde ik," schrijft hij in Het Volk, „dezer dagen „met andere diplo maten" een paar malen in de Wilhelmstrasze". Het bericht van zijn onderhoud heeft hij den onder-Staatssecretaris ter goedkeuring voor gelegd, na dezen meegedeeld te hebhen dat het zou worden gepubliceerd niet in de Ned. Staatscourant, maar dan toch in Het Volk. Ziehier de verklaring welke de Duitsche onderstaatssecretaris heeft afgelegd na de mededeeling eener verklaring van den p a r- t ij g e n o o t, Adolf Midler, op liet „gewicht" waarvan door den diplomaat Troelstra was gewezen „Ik kan u de woorden van den heer Muller slechts bevestigen. De Duitsche regeering kent de Hollanders, zij weet, dat deze een zelfbewust en evenals mijne Oostpruisische landgenooten eigenzinnig volk zijn. Wat zouden wij met hen be ginnen Geen ernstig menseh bij ons denkt eraan, den Hollanders geweld aan te doen, om uw land bij het Duitsche Rijk in te lijven. Wat ook deze of gene privaatpersoon vroeger wel moge gezegd of geschreven hebben, in de Duitsche regeering bestaat ten opzichte der onvoorwaardelijke erkenning der Hollandsche onafhankelijkheid en inte griteit de meest volledige eenstemmigheid. Dit kan ik u niet slechts persoonlijk, maar ook ambtelijk verzekeren. Dit wat de politieke onafhankelijkheid betreft, die u wel het eerst interesseert. Over de ekonomische verhoudingen na den oorlog is thans nog niets zekers te zeggen. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat zich in aansluiting aan den oorlog een ekono mische toenadering tusschen verschillende staten ontwikkelt en dat Holland het dan zelf in zijn belang zou achten, zich daarbij aan te sluiten. Maar ook in zulk een geval zou iets nieuws tusschen ons en Holland slechts op vriendschappelijke wijze tot stand komen." Alzoo kan Nederland nu gerust zijn. De S.-D. diplomatie heeft „onzen landgenooten een grooten dienst bewezen. Bij een volgend onderhoud zol onze nieuwe diplomaat ook eens moeten vragen, wat de Duitsche regeering met deze verklaring doen zal, als Duitschland in zijn belang eene andere richting voor zijn diplomatie „noodwendig' acht. Zou, nu onze diplomatie onder S.-D. leiding komt', op Buitenlandsche Zaken niet aanzienlijk kunnen worden bezuinigd (Ned. DE TOESTAND. De Duitschers, zegt de N. R. C., hebben Zaterdag den overgang over de gekanaliseerde Yser geforceerd. Het is nu Woensdag en er is nog geen bericht gekomen, dat zij van dat voordeel gebruik hebben kunnen maken. En hoe is liet oversteken van de Yser anders als een voordeel voor de Duitschers te beschouwen, dan als inleiding van de vermeestering van Nieuwpoort en Dixmuiden, om van daaruit verder naar Duinkerken en Calais op te rnar- cheeren? Maar op Nieuwpoort, noch op Dix muiden waait nog, volgens de tot dusver in gekomen berichten, de Duitsche vlag, en wan neer de tijding daarvan ook heden nog uitblijft, kan men," dunkt ons, wei aannemen dat zij, zoo zij ooit komt, nog wel wat langer uit blijven zal, dat m. a. w. de bondgenooten er in zijn geslaagd het aanvankelijk succes van de Duitschers, bestaande in het forceeren van den overgang over de Yser, te neutraliseeren. Evenmin zijn de bondgenooten, naar men uit de berichten moet opmaken, er echter in ge slaagd om de Duitschers weer over de Yser terug te drijven. Niet onwaarschijnlijk achten wij liet, dat de Duitsche aanval op de Yser- linie, juist als de aanval op de Maaslinie tusschen Toul en Verdun, niet anders dan tot een begin van succes heeft geleid, en het daarbij voorloopig blijft, al hebben zij hun pogingen nog niet opgegeven. Van het Oostelijk gevechtsterrein heeft het Russischë gezantschap in Den Haag ons be langrijke mededeelingen verstrekt. Het vorige bericht over de krijgsverrichtingen in Polen deed zien, dat de Duitschers een 50 K.M. van voor Warschau waren teruggeslagen I.owicz, Skierniewice en Rawa hadden de Russen stormenderhand genomen. De berichten van heden wijzen op een geweldige (achterwaart- sche) zwenking van het Duitsch-Oostenrijksche front naar links. Uit de berichten van Woensdag- v Z EL AN DIA. 27) Hij had getracht bij een anderen boer weer aan den arbeid te geraken, maar bij de slapte, die in het landbouwbedrijf de laatste jaren heerschte, bovendien nfi met den winter in 't zicht, waren al zijn pogingen vruchteloos geweest, hoe gaarne men overigens den be scheiden en ijverigen Wouters ook geholpen had. Hem schoot niet anders over, dan te verhuizen naar de stad, waar wellicht gelegen heid zou bestaan, op de een of andere wijze, aan den slag te geraken, waarmee dan ook! Eén hoeve had hij tot heden zorgvuldig ge meden bij zijn zoeken naar werk. Het was die zijns broeders, o, De gedachte aan hem en aan de smadelijke bejegening, die nu reeds éen en andermaal zijn kinderen daar hadden moeten ondervinden, sneed schrijnend door zijn ziel. Hij haastte zich niet, zijn huis te bereiken hij zag er tegen op binnen te treden en de laatstverdiende penningen op de tafel te leggen. Wel wist Lena er van, dat het de laatste dag was, maar het zou toch in volle zwaarte pas wegen op beider ziele, als het onherroepelijk een feit was geworden. Voor het hek, dat zijn erf van den straatweg scheidde, hield hij stil en leunde, liet hart vol droeve overpeinzingen, en als schrikte hij er voor terdg, binnen te treden, er tegen aan. Van den kant van het dorp naderde iemand met snelle schreden. Onwillekeurig hief Wouters het hoofd op en herkende zijn broeder. Gerrit was reeds dichtbij en haastte zich blijkbaar, om Hendrik te hereiken. Tegen zijn gewoonte, hield hij stil, toen hij bij zijn broeder was aangekomen. Evenzeer tegen ziin ge woonte groette hij. Hendrik wist niet hoe hij het had wat moest hij hiervan denken P Werktuigelijk groette hij terug. „Ik hoor, dat je gaat vertrekken zei Gerrit. „Ik denk, dat je dat weinig zal kunnen schelen," antwoordde Hendrik, met bitterheid in zijn stem, die hij vergeefs poogde te ver bergen. „Dat is betrekkelijk," luidde norscli het wederwoord. „Waarom zou je er belang in stellen je hebt me nu al meer dan tien jaar links laten liggen. Sedert Miens dood ochtend moet men opmaken, dat dit front thans van Sandowierz naar het Noordwesten loopt en vervolgens, even voorbij Radow, naar het Westen ombuigt. Het loopt dan verder Westwaarts vé&rbij Piotzkow of Petrokow. In verband daarmee klinkt liet bericht, dat de Russische cavalerie Lodz binnen is gereden geenszins onwaarschijnlijk. De vraag is nu maar of de Duitsch-Oosten rijksche strijdkrachten op genoemde linie, of iets ten Zuiden ervan kunnen standhouden. Want de Russen kunnen niet in Westelijke richting opmarcheeren, zoolang liet vijandelijke leger hier in hun flank staat. Zij moeten liet daartoe geheel verdrijven of vernietigen. Misschien is echter deze terugtocht een begin daarvan. Alsdan zou een geheel nieuwe phase van den oorlog aanvangen. De worsteling aan de Yser. De correspondent van de Press Association te Dover meldt dat Engelsche torpedo jagers te Nieuwpoort af en toe de rivier opvaren. Zij geven dan de volle laag aan de Duitsche linie, zwenken, doen met de kanonnen aan de andere zijde hetzelfde en vuren bij yvijze van afscheid ook de kanonnen achteruit af. De correspondent verzekert, dat de Duitschers alleen op een plaats die door de machine geweren bestreken werd, 2000 dooden hebben verloren. Omtrent dc vreeselijke gevechten lezen we nog nader in de Times De hoofdweg van Brugge naar Nieuwpoort vormt juist beneden St. PierreCapelle een vork en gaat op twee punten over den User. Beneden dezen tweesprong eu over het land er tusschen stortten de Duitschers zich op de Bondgenooten-linie. Tegelijkertijd viel een macht over den weg van Leke Dixmuiden aan. In dien bocht van de rivier bijna oostelijk van Pervyse waren 2 machinekanonnen geplaatst om de verdedi gers aan weerszijden te steunen. Artillerie nam ook aan het gevecht deel, maar het was hoofdzakelijk een worsteling met geweer, revolver en bajonet. De Duitschers trachtten de bruggen over te komen. Zij moeten hon derden verloren hebben door het kruisvuur van de mitrailleuses. Toch kwamen zij over. De Bondgenooten konden den stormaanval niet houden. De Duitschers stormden recht op de Bel gische verschansingen aan daar werd gevoch ten met revolver, bajonet en geweerkolven. Een reusachtige Belg gebruikte nabij de zuide lijke brug zijn geweer als een strijdbijl en sloeg daarmee man na man neer, tot hij ein delijk door een schot werd geveld. Een 5000-tal Duitschers kwamen naar schat ting over den Yser, doch nauwelijks één levende ziel keerde terug. Zij die noord en noord- oostel. van Dixmuiden vermoedelijk een Gerrit maakte een afwerende beweringde herinnering aan zijn gestorven zuster maakte lieni onrustig. „O, daar hebben wij het nu niet over. Maal ais je denkt, dat ik er geen belang bij heb, dat jullie vertrekkenheb je het mis." Het kwam er zoo schamper, zoo beleedi- gend uit. „Wat meen-je?" „Ik zal het je heel kort zeggen. Ik heb twee deugdelijke redenen, om er belang in te stellen." Hendrik kon niet nalaten zijn broeder met zekere nieuwsgierigheid aan te kijken. „En die zijn „Ten eerste zal ik van dat eeuwige geschooi en gebedel af zijn." Hendriks hand omklemde vaster het hek, waartegen hij geleund stond. Hij wist zich nauwelijks meester te blijven, hij deze harde, wondende woorden. „Ik weet niet, wat je bedoelt. God weet, dat ik je nog nimmer iets heb gevraagd." „o, Laat God er maar buiten. Die halen jullie, fijnen, er altijd bij, als je je praat je goed willen maken." Hendrik kende dien toon. 't Was dezelfde van vroeger, vol hoon en vijandschap, die zoo dikwijls Miens tranen te voorschijn hadden geroepen, en zijn verontwaardiging hadden 2000 overstaken werden door Belgische infanterie en cavalerie zeer warm ontvangen en hoofdzakelijk met den bajonet in het kanaal geworpen. Ongeveer 3000 man Duitsche infanterie drong Dixmuiden binnen en hielden dit eenigen tijd, maar kanon en geweer dreven de Duit schers ujt de huizen en slachten hen op de straten. Toen Zondagmorgen aanbrak, was Dixmuiden één kerkhof. De Duitschers in Frankrijk en België PARIJS, 27 October. (Reuter.) Officieele kennisgeving. In de streek tusschen de Yser en Leus is de strijd nog steeds buitengewoon lievig. Op dit deel van het front hebben de troepen der bondgenooten nergens terrein verloren. In de streek tusschen Yperen en Rouselaere zijn zij vorderingen blijven maken. In de streek van Sóissons en van Berry au Bac is een artilleriegevecht geleverd met voordeel aan onzen kanthet is geëindigd met de vernieling van verscheidene vijande lijke batterijen. In de streek ten oosten van Nancy tusschen het bosch van Bezance en dat van Paroy zijn wij tot het offensief overgegaan en hebben den vijand over de grens geworpen. Een helsche strijd. Aan de „Times" wordt uit Noord-Frankrijk geseind, dat eergisterenochtend na hevige nachtelijke gevechten 2500 lijken van Duit schers in het Yserkanaal dreven. Het water was rood van het bloed. De straten van Dixmuiden waren met dooden bezaaid. Het nachtelijke gevecht was eon ware hel geweest. Van 't vallen van den avond tot 't aanbreken van den dag was van man tegen man gevochten. Soms vielen de strijders samen in het kanaal en verdronken beiden. De Duitschers hadden bevel gekregen, het kanaal tot eiken prijs over te trekken. Een gevangen genomen officier erkende het„al moet het duizenden soldaten kosten, wij moeten er over" was gezegd. De correspondent schat de verliezen aan Duitsche zijde alleen dien nacht op 5000 man. Hij seint voorts dat Zaterdag een Duitsche brigade, die langs de kust marcheerde, tusschen Nieuwpoort en Middelkerke door het vuur der Engelsche oor logsschepen vernietigd is. Een Pruisisch regiment vernietigd. Het Journal van 26 dezer bevat het volgende telegram uit Duinkerken Te Dixmuiden hebben de Fransclie zee soldaten onder de volgende omstandigheden een Pruisisch regiment zoo goed als vernietigd Met de bedoeling om de Duitschers naar Dixmuiden te lokken deden de Engelsche en de Fransche troepen in die stad alsof ze er uit wegtrokken. De list slaagde beter dan wakker gemaakt. Het was dezelfde, kon het, nóg snijdener, nóg bitterder. Het bloed steeg hem naar het hoofd, en een scherp antwoord lag hem op de tong; tóch hield hij zich in. „Je weet," zei hij, „hoezeer je me grieft. Ik zeg je nog ééns, nóóit hebben we iets van je gevraagd Jij niet, nee." „Miiju vrouw nog minder." „Zoo dom waren jullie niet. Je stuurde er de kinderen op af", en bij lachte heesch en aangenaam. „De kinderen „Ja, de kinderen. Hou je maar niet van den domme. Ik heb ze zelf betrapt, toen ze mijn Karei geld afpersten. De jongen stond met zijn gulden in de hand. Maar Daar is geen woord van waar. Karei wou Jacob en Eva zélf, uit eigen beweging, geld geven. Maar ze wilden het niet aannemen we hadden het ze zelf streng verboden." „Maak mij dat tocli asjeblieft niet wijs. Hoe kwam Kareis gansche spaarpot leeg. Wie hadden dat geld allemaal binnengesleept met mooie praatjes „Mijn kinderen niet. Nooit." „Och, kom; ik zeg je immers, dat ik ze op lieeterdaad betrapte. En mijn Karei heeft het zélf bekend „Dan heeft hij gelogen (Wordt vervolgd). Nadruk verboden. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1