Antirevolutionair voor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. DDe Broedcis. Uit de Pers. No. 1163. Zaterdag 17 October 1914 12e Jaargang. ABONNEMENT: Per drte maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,- per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, teuren en Brievengaarders. INGEZONDEN STUKKEN TE Franco Postdirec- Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd or Feestdagen, bij den Uitgever D. H. MTT001J Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den aag der uitgave ËN advertentie te bezorgen bu den uitgever ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. V Het verbreken der Belgische onzijdigheid door Engeland en België. Onder bovenstaande titel wordt door de Norddeutsche Algemeine het oihcieus Duitsch orgaan een uitvoerig artikel gegeven, waaruit we het voornaamste zullen over nemen. In de archieven van den Belgischen gene- ralen staf te Brussel is door de Duitschers een belangrijk document gevonden. Het bedoeld artikel zegt van dit document: Uit den inhoud van een portefeuille, welke het opschrift draagt „Intervention anglaise en Belgique" (Engelsche interventic in Belgie) blijkt, dat reeds in het jaar 1906 h e t z e n- d n van een Engelse h expeditie korps naar België in geval van een Duitsch-Fransclien oorlog in 't vooruitzicht is gesteld. Volgens een gevonden brief aan den Belgischen minis- ter van oorlog van 10 April 1906, Leeft de chef van den Belgischen generalen staf met den toenmaligen Engelschen militairen attache te Brussel, den luitenaat-kolonel Barnardiston, op diens aandringen in herhaalde besprekingen een uitvoerig plan voor gemeen scha p p e 1 ij k e krjjgs verricht ingen van een Engelsch expeditiekorps van ÏUU.IKJU man met het Belgische leger tegen Duitschland uitgewerkt. Het plan is goedgekeurd door den chef van den Engelschen generalen stat, generaal-majoor Grierson. Aan den Belgischen "eneralen staf zijn alle opgavem^er de sterkte en de indeeling van de EngffTsche troepen macht, over de samenstelling van liet expeditie korps, de plaatsen van ontscheping, een nauw keurige tijdsberekening voor het transport e.d. verstrekt. Met behulp van deze inlichtingen heeft de Belgische generale staf het transport van Engelsche troepen in het Belgische gebied van opmarsch, hun legering en voeding gron dig voorbereid. Tot in alle bizon der heden is de samen werking zorg vuldig uitgewerkt. Zoo zouden een groot aantal tolken en Belgische gendarmen ter beschikking van het Engelsche leger worden gesteld en zouden dit leger de noodige kaarten worden geleverd. Zelfs was reeds gedacht aan de verpleging van Engelsche ge wonden. Duinkerken, Galais en Boulogne waren bestemd als ont schepingsplaatsen voor de Engel; sclie troepen. Van daar uit zouden zy Z ELAN DIA. 25) stotterde Greta „Misschien maar verlegen. „Wat?" zei Jacob. „Bij ons is er een knecht noodig," bracht Greet Weifelend uit. „Maar „O, dat zou je moeder tóch niet doen," zei Jacob bitter. Een donkere blos bedekte Greets hleeke gezichtje. Dat vreesde, dat wist ze. Tóch Ondertusschen had Karei liet huis bereikt. Gelukkig, moeder was er niet; ze was zeker in den stal. En vader? Hem zag hij evenmin. Haastig klom hij de trap op, naar den zolderdaar had hij zijn kamertjedaar be waarde hij zijn spaarpot. Hij had geen ver moeden. wat een pop wel kosten zou. Maar aan een gulden meende hij toch stellig wel genoeg te hebben. Hij opende den spaarpot met het sleuteltje. Reeds meermalen in den met Belgisch spoorwegmateraal naar het ge bied van opmarsch worden vervoerd. Het voornemen om hen in Fransche havens te ontschepen, en door Fiansch gebied te ver voeren, bewijst dat aan de afspraken tusschen Engeland en België afspraken met den Fran- schen generalen staf waren voorafgegaan. De drie mogendheden hebben naar in liet docu ment staat de plannen voor de samen werking van de verbonden legers nauwgezet vastgesteld. Zulks blijkt ook uit het ieit, dat in degeheiine akten een k a a r t van den opmarsch der Fransen en is gevonden. Het stuk bevat voorts enkele opmerkingen van bijzonder gewicht. Zoo staat er in luite nant-kolonel Barnardiston heeft er op gewezen, dat men op den steun van Nederland niet kan rekenen. Hij heeft verder vertrouwelijk mee gedeeld, dat de Engelsche regeering plan lieeft de basis voor de Engelsche approviandecring naar Antwerpen te verleggen, zoodra de Noord zee van alle Duitsche oorlogsschepen zal zyn gezuiverd. Bovendien heeft de Engelsche militaire attaché aangedrongen op de instelling van een Belgischen spionagedienst in de Rijnprovincie. De voornaamste zinsneden in dit hoogst belangrijk stuk spatieeren we, om er de be langstelling van den lezer op te vestigen. Hiermede is echter het artikel van liet Duitsche officieuse blad niet „uit." Bij deze geheime militaire stukken is n.l. gevonden een rapport van den Belgischen gezant te Berlijn, Baron Greindl, welk document de dagteekening van 23 December 1911 draagt. In dat rapport zet Baron Greindl uiteen, dat dit plan ter verdediging van de onzijdig heid van België in een Fransch-Duitschon oorlog zich slechts bezig houdt met de vraag, welke militaire maatregelen genomen moeten worden voor het geval dat Duitschland de Belgische onzijdigheid mocht schenden. Dan zegt Baron Greindl, dat een Fransche aanval niet minder waarschijnlijk is, en zijn stellige aanwijzingen daarvoor We laten liet rapport hier volgen „Van Fransche zijde dreigt het gevaar met alleen in het Zuiden van Luxemburg, het bedreigt ons op onze geheele gemeenschappe- lt|ke grens. Voor deze bewering spreken niet alleen veronderstellingen, wij hebben er stellige aanwijzingen voor. De gedachte aan een omtrekkende beweging van liet Noorden uit behoort zonder twijfel tot de plannen van de Entente Cordiale. Wanneer dit niet het geval was, zou liet voornemen om Vlissingen te versterken niet zulk een geschreeuw te Parijs en Londen hebben veroorzaakt. Men laatsten tijd had hij zulks gedaan. De pen ningen waren de leste' weken duchtig ver minderd. Maar wat nood. Aart zou immers wel spoedig beginnen af te lossen Hij sloot, na den gulden te hebben weg genomen, den spaarpot weder, maar liet het sleuteltje in het slot steken. Toen haastte hij zich naar beneden. Hij was bespiedGerrit Wouters had zich op den tamelijk duisteren zolder bevonden, toen hij eensklaps zijn zoontje de trap had hooreu opkomen. Kort daarop had hij het gerammel van geld gehoord nieuwsgierig was hij naderbij geslopen en had alles gezien. Hij wist niet, wat hij er van denken moest. Waar had Karei geld voor noodig W aar moest hij zoo haastig er mee heen Hij wachtte niet lang. Snel steeg ook hij de trap af. Buiten was niemand te zien. Hij liep liet huis rond. Daar bemerkte hij de kleine groep blijkbaar in druk gesprek. Karei stak de hand vooruit, kennelijk, 0111 Jacobs zusje iets te geven; maar deze schudde heel beslist^ont kennend. Op dit oogenblik bespeurde Jacobs zoekende blik, die een korte poos was afgeleid door Kareis komst, den langzaam naderbij sluipenden boer. Hij gaf plotseling Eva een harden ruk aan den arm en trok haar snel naar de haag- lieeft er daar geen geheim van gemaakt, waarom men wenschte dat de Schelde onver dedigd bleef. Men wilde namelijk onbelem merd een Engelsch garnizoen naar Antwerpen kunnen overbrengen en streefde er tevens naar, in ons land een operatiebasis voor een offensief in de richting van den Beneden-Rijn en Westfalen te vestigen, om ons dan mede in een oorlog te betrekken, hetgeen niet moeiijk zou zijn geweest. Immers na liet prijsgeven van ons nationaal toevluchtsoord zouden wij dodft onze eigen schuld het mogelijk hebben gemaakt ons naar de eischen van onze z.g. beschermers te moeten schikken, als wij zoo onverstandig waren, hen daar toe te laten. De even tronwelooze als naïeve voorstellen van luit.-kolonel Barnardiston hebben ons ten tijde van het sluiten der Entente Cordiale duidelijk aangetoond waarom het ging. Toen het bleek dat wij ons door het z.g. dreigende gevaar van een sluiting der Schelde niet bang Tieten maken, is het plan wel niet opgegeven, maar zoodanig gewijzigd dat het Engelsche hulpleger niet aan de Belgische kust maar in de naastbijgelegen Fransche havens zou worden ontscheept. Daarvoor pleiten ook de onthul lingen van kapitein Faber. Het Engelsche hulpleger zhu te Calais en Duinkerken worden .geland en hij nacht langs onze grens naar Longwy inarcheeren, om Duitschland te be reiken. Het zon dadelijk ons land van het noordwesten uit binnendringen. Daardoor zou het 't voordeel hebben, dadelijk in actie te kunnen komen en het Belgische leger te treffen in een streek, waarin wij op geen vestingen konden steunen ingeval wij een slag wilden wagen. De Engelschen zouden verder in staat zijn, de aan hulpbronnen van allerlei aard rijkste provincies te bezetten, in elk geval echter onze mobilisatie te belemmeren of ze slechts toe te laten nadat wij ons for meel verplicht hadden de mobilisatie alleen in 't belang van Engeland en -zijn bondgenoot te voltrekken. Het is dringend noodig tevoren een veldtochtsplan voor het Belgische leger ook met 't oog op die mogelijkheid vast te stellen. Dat gebiedt zoowel het belang van onze militaire verdediging als ook de leiding van onze buitensche politiek in 't geval van een oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk." opening. Afscheid. In de Dinsdag gehouden vergadering der Kon. Academie van Wetenschappen was van het lid der Academie, Jhr. Mr. A. F. de Savor- nin Lobman, het volgende schrijven ingekomen „Kom mee, daar is de boer van den Eikenhof ,Wat doe jullie hier?" klonk dreigend Gerrits stem. Een booze gedachte rees in zijn brein. „Kom je hier bedelen, en mijn jóngen zijn geld aftroggelen?" Zou Anna toch gelijk gehad hebben, toen ze sprak van doorgestoken kaart en afge sproken spel! Jacob en Eva hadden reeds bijna de opening in de haag bereikt. Toen hij de tergende woorden van den hoer hoorde, stond Jacob opeens stil, hoe Eva ook trachtte hem^mee te trekken. Zijn gezicht bloosde van toorn. Hij zette zich in postuur en zei „We komen lieelemaal niet- bedelen. Karei wil ons geld geven voor een pop voor Eef, maar we willen het niet eens aannemen." „Allemaal praatjes. Pak je weg; wat heb je hier te maken Voort, marschen zijn uitgestrekte arm wees den kinderen den weg. „Vader kwam Greta aarzelend. Maar de hoer, wiens 'argwaan en toorn gaande gemaakt waren, wilde niet luisteren. „Zwijg maar!" zei hij barsch. „Bemoei je er niet mee. Ze hebben hier niet noodig „Maar vader, ik heb ze zelf „Hou je mond, zeg ik je," bulderde de boer van den Eikenhof. Hij kon nooit tegenspraak dulden, van niemand, nu vooral niet. 's G r a v e n li a g e, 7 September 1914. Aan de Koninklijke Academie van Wetenschappen In Onze Eeuw heeft de lioogleeraar Cliantepie de la Saussaye het volgende ge schreven (jg. 1914 bl. 317) „Ook in de „christelijke persis liet niet beter. Standaard, Nederlander, door de kleine pers gevolgd, hebben in de verkie zingscampagne uitgemunt door verdachtmaking, onwaarheid, perfide aantijgingen, waarbij de zonden der liberale pers in het niet verdwijnen. Aan den hoogleeraar is bekend dat ik hoofd redacteur ben van genoemd dagblad D e Ne derlander, en duè verantwoordelijk of aan sprakelijk voor zijn inhoud. De redactie van het blad heeft in haar nummer van 5 Juni j. 1. zich tot den Hoog leeraar gewend met het verzoek, de feiten te noemen waarop zijn beschuldigingen steunen- De hoogleeraar heeft op dat verzoek aan. vankelijk het zwijgen bewaard, en op onze vraag of hij nog een antwoord zal geven, schrijft hij, bij particulier briefje aan de redactie, dat iiij niet voornemens is op de „sommatie" te antwoorden ofschoon hij in zijn portefeuille overvloedig materieel lieeft om zijn oordeel te staven, acht hij het in geenen deele vruchtbaar daarover een polemiek te openen". (Zie N e d e r 1. 17 Juni jl.) Wij, de redactie, hadden nietffevraagd naar vruchtbare polemiek, maar naar mededeeling der feiten. Nn is tweeërlei mogelijk. Of het door den hoogleeraar omtrent de handelingen der redactie, waarvan ik lid ben, te laste gelegde is lippis et tonsori- bus n o t u m, behoeft geen nader bewijs, behoort tot het publiek domein óf wel acht fle<thoogleeraar Chantepie de la Saussaye een man zóó hoog staande in de wetenschappelijke wereld, dat hij tot Voorzitter eener Afdeeling der Koninklijke Akademie van Wetenschappen kon worden gekozen het zedelijk geoorloofd, medeburgers de grie- vendste beschuldigingen naar het hoofd te werpen, zonder die te praeciseeren, laat staan bewijzen, zoodat weerlegging onmogelijk is; meent hij althans dat, tegenover iemand van mijne richting, niet de wetten behoeven 111 acht te worden genomen, die anders in weten schappelijke en hoogstaande kringen als van zelve sprekend worden geëerbiedigd. Is de eerste onderstelling juist, dan acht ik mij niet meer gerechtigd plaats te nemen onder de leden van deze Academie is de andere onderstelling juist, dan voel ik mij onder het pracsidium van iemand als de hoogleeraar Chantepie de la Saussaye niet veilig. Karei keek zijn vader half boos, half ver schrikt aan. H\j was in zijn hart verontwaardigd over de behandeling, den kinderen aangedaan. Wat dreef zijn vader toch? „Vader," begon hij, „wij hebben zelf Buiten zich zelf van woede, nu zijn eigen kinderen tegen hem partij trokken, keerde Gerrit Wouters zich om en gaf Karei een hevigen slag in het gezicht, zoodat hij achteruit- wankelde. Jacob en Eva hadden ondertusschen de opening bereikt en begaven zich vol veront waardiging en teleurstelling huiswaarts. Toch kon Jacob niet nalaten, telkens stil te staan en door de haag te glurenf Hij zag, hoe Karei door zijn vader werd geslagen en in zijn drift zou hij haast op den boer weer zijn afgevlogen, had Eva hem niet gesmeekt toch mee te gaan naar huis. De boer had het wagentje gegrepen en reed Greta, die aan al haar leden beefde, naar het woonhuis. Karei volgde op eenigen afstand hij schreide niet, maar er lag in de oogen van den knaap een zonderlinge uit drukking. (Wordt vervolgd). 11 Nadruk verboden. DOOR

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1