Antirevolutionair
voor
Dieuw en Advertentieblad
Zeeland.
No. 1162.
Woensdag 14 October 1914.
12® Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,-
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
leuren en Brievengaarders.
INGEZONDEN STUKKEN TE
Franco
Postdirec-
Oit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlên vóór - uren op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN EN ADVERxi^lte TE BEZOROEN BIJ UBN UITOEVBR.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
V Nog nooit beleefd.
Wat de inwoners van Ter Neuzen en om
streken de laatste dagen beleefd hebben, zal
niet licht uit het geheugen gaan.
Heel de vorige week door trok een schare
van vluchtelingen op allerlei vaartuigen langs
de Schelde naar Vlissingen en Engeland.
Altijd maar weer kwamen sleepbooten, kasten,
jachten, mailbooten voorbij, alle zwart van de
menschen, die er op samengepakt waren.
Het scheen wel een volksverhuizing.
'tZou hier echter nog erger worden.
Ter Neuzen herbergde reeds tal van Belgen,
die hier sinds enkele weken vertoefden. An
deren kwamen bij honderden binnen in 't laatst
der vorige week, allen uit Antwerpen^en
flnistr skon
Ze mochten hier echter sinds Vrijdagmorgen
niet meer blijven, alles moest verder. Eerst
begreep men de noodzakelijkheid van dien
maatregel niet, doch verder op den dag werd
het maar al te duidelijk, waarom geen vluch
telingen meer binnengelaten werden en de
hier reeds vertoevenden verder gezonden.
Vrijdagmiddag kwam de eerste bezending
Belgische soldaten, die zich over onze grens
hadden begeven en dus ontwapend waren
door onze troepen, 't Was maar een handjevol,
vergeleken bii wat er later kwam.
's Avonds werden van eene boot, die op de
ree lag een 30-tal gewonden hier aan land
gebracht, en ter verpleging opgenomen in het
ziekenhuis en elders. Een groote menigte
was op de been, toen de droeve stoet voorbij
kwam, sommigen in raderbrancards, anderen
gedragen, de licht gewonden op karren met
stroo of in rijtuigen.
We zouden dien nacht evenwel nog meer
te zien krijgen. Ongeveer half twee kwam
een lange trein van Hulst met een troep
geïnterneerden, Belgen en Engelschen, die pa
van spijs en drank voorzien te zijn, dadelijk
met twee booten van den Prov. Stoombootdienst
vervoerd werden naar Vlissingen.
Toen we 's nachts half drie thuis kwamen,
wisten we wel, dat er nog meer zouden volgen,
doch dat de stroom zóó groot zou worden,
kon toen niemand nog voorzien.
Heel den Zaterdag en den Zondag hielden
de treinen niet op, telkens nieuwe scharen
aan te voeren. En ofschoon de Provinciale
Stoombootdienst, Zondag nog versterkt door
de booten van dien dienst op de Ooster-Schelde
en de Administrateur De Bats, onafgebroken
honderden, ja duizenden naar de overzijde
brachten, er' bleven de beide avonden nog
altijd een 2 a 3 duizend op straat staan, die
toch niet onder den blooten hemel mochten
vernachten.
Zij vonden voor den nacht een slaapplaats
in schuiten, in gebouwen van de Staalfabriek,
in de electrische Centrale, in de Iloogere
Burgerschool, in werkplaatsen, in pakhuizen,
bij medelijdende burgers, kortom overal waar
men maar een geschikt hoekje vond om de
moede strijders neer te leggen.
Want moede en uitgeput waren velen zeer,
dat was die mannen wel aan te zien.
Hun uitrusting, althans van velen, zag er
allesbehalve netjes meer uit en hlijkaar
hadden velen zich in geen weken kunnen
wasschen.
De eerst-aangekomenen werden overvloedig
voorzien van alles wat het Ter Neuzensch
garnizoen en de burgers kon gevenbrood,
koffie, versnaperingen, sigaren, appels en peren,
perziken en noten, nieuwe petten en kousen,
enz. Dames beijverden zich om uit te deelen
wat ze hadden.
Doch op den duur was er geen uitdeelen
meer aan men raakte zelf zonder brood. De
molenaar moest den heelen Zondag door-
stoomen om tarwemeel aan te voeren, en de
bakkers kenden geen rustdag. „Is er hier
geen bakker, meneere was telkens de
Vraag, van de hongerige mannen. „De hakker
is geheel uitverkocht, doch hij is bezig aan
een nieuwen voorraad." Welnu, dan zullen
we wachten, tot het klaar is en de sol
daten bleven in troepen voor de winkel,
zitten of liggen wachten.
Wie helpen kon, bleef niet achter.
Velen namen er eenigen in huis en schonken
koffie, gaven gelegenheid om zich eens te
wassclien anderen stonden op straat de koffie
te schenken.
Wie naar de kerk ging was toch met zpn
gedachten op straat't was een vreemde
Zondag.
Gelukkig dat die duizenden Belgische sol
daten zoo gedwee waren als lammeren, men
had er niet den minsten last mede. En wie
hen op eenigerlei wijze wel deed, werd be
loond met een„duizendmaal dank, madam,
als we terugkeeren, komen we goeden dag
zeggen 1"
Er zullen hier op Zaterdag, Zondag en
Maandag een kleine 25000 man, waaronder
een paar dnizend Engelschen, zijn doorge
trokken. De Engelschen gingen grootendeels
naar Dordrecht, de Belgen meest naar fries
land, naar we vernamen.
Zoo was het in Ter Neuzen.
Doch in Axel, Zaamslag, Hoek, kortom alle
andere plaatsen in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaan-
deren kreeg men andere, en in sommige op
zichten nog veel grooter ellende te zien.
Langs de wegen in 'tgras, op de straten
en pleinen zag het zwart van de vluchtelingen.
De bevolking van Axel, onder anderen, was
Zaterdag meer dan verdubbeld. Er kon geen
kerk of school gehouden worden alles lag
vol. Vele boeren hebben 100 vluchtelingen
op hun erfelk burgerhuis zit vol van gratis-
logé's.
't Is een -onbegonnen werk ook maai eemgs-
zins van verre eene beschrijving te geven van
de menschelijke ellende, die thans in onze
omgeving is te zien.
We hebben elders in ons blad een verslag
opgenomen van een correspondent, die schrijft
over den toestand in Roozendaalwelnu we
zouden er hier eene eopie van kunnen nemen.
Het hart breekt bij de gedachte, wat er van
al die menschen worden moet.
Nu de soldaten weg zijn, worden hier weer
vluchtelingen doorgelaten, die overal in t land
zooveel mogelijk verdeeld worden, tot in
Friesland toe.
De regeering tracht, in overleg met den
Duitscheu gouverneur in Antwerpen, zooveel
mogelijk den stroom terug te leiden, opdat elk
weer zooveel mogelijk naar eigen huis ga.
Gelukkig, dat God zulk schoon wedergeeft
in deze dagenanders ware de ellende niet
te overzien.
Een preek
van Ds. van Broekhuizen.
Ds. II. D. van Broekhuizen, welbekend,
heeft Zondag den 13en September te Pretoria
in de groote kerk een preek gehouden over
Zuid-Afrika en den oorlog. De
kerk was stampvol.
Wij volgen, zegt de N. R. C., het eenigszins
verkorte verslag van de Volkstem.
De predikant zei in den aanvang, dat
hij als dienaar des Goddelijken Woords
eenig en alleen zich had af te vragen,
wat Gods Woord het volk ten deze leert.
Want een volk moet Gods wil doen.
Israels geschiedenis, de geschiedenis van
de wereld is vol van straffe Gods op een
wederhoorig en hardnekkig volk. En hij
ging voort
Mijn tekstwoord vindt gij in Numeri 14
42a,43c. „Trekt niet op, want de Heer zal
in 't midden van u niet zijn, omdat gij u afge
keerd hebt van de Heer 1"
Deze woorden worden uitgesproken door
Mozes, de man Gods, de vriend van Jahveli,
de leider van Israël, toen 't volk met geweld
wilde intrekken in 't beloofde land tegen
't bevel des Heeren. Toen zij moesten
intrekken en strijden, volgens Gods hevel,
weigerden zijnu dat God hen beveelt niet
in te trekken en niet te strijden, nu willen
zij. En nu komt Mozes' woord zeer duidelijk
en krachtigTrekt niet op.
Wij letten korteliks op
I. Gods bevel.
II. Gods waarschuwing.
III. Gods reden voor dat hovel.
Hoe duidelijk en klaar klinkt Gods bevel
hier tot 't volk van IsraëlTrekt niet op.
Wonderlijk is toch de mens, als hij moet yil
hij niet, als hij niet mag, wil hij. Toen de
gelegenheid daar was om op te trekken en
't land Kanaan erfelik in bezit te nemen,
volgens Gods bevel, weigerden zij, murmu
reerden zij. Dreigden om Mozes, Jozua en
Kaleb te stenigen. Waarom? Omdat 10 van
de verspieders verteld hadden van de grote
steden van de Enaks kinders. Zij waren
bevreesd voor de grootheid, de sterkte, de
grote menigte van hun tegenpartijders 1 Zij
dachten niet aan de Heer en aan Zijn Woord.
Neen, allen zagen zij op zichzelfDachten
aan de macht, grootte en sterkte van den
vijand (De toespelingen op den Boerenoorlog
ontgaan hier den lezer niet. Red.) Nu na
hnn ongehoorzaamheid, ontrouw, opstandigheid
tegenover deze Almachtige God, nu willen zij
plotseling. Nu moeten zij! Nu kome wat
komen wilIntrekken, optrekken, oorlogen
Laten wij nu aan de hand van Gods VV oord
zien, waarom de Heer zo duidelik en beslist
zegtTrekt niet op.
't Woord „krijg" komt van 't Hebreeuwsche
woord milchama. Volgens *t Nieuwe Testa
ment verstaat men daaronder'n vijandig
samentreffen van twee volken, tengevolge van
'n vijandelike aanval, die 't ene volk op t
andere maakt
Wat is de positie hier: hebben de soldaten
en de burgers van Duits Zuid-W est n aanval
op onze Unie gemaakt? Neen! Heeft Duits
land 'n aanval op Engeland of zijn kolonies
gemaakt? Neen, er bestaat tusschen Engeland
en Frankrijk 'n „entente cordiale", 'n vriend-
schappelik verbond, maar geen of- of defen
sief verbond 1 't Lag aan Engeland, óf oorlog
of niet. En wat deed 't? 't Sloot zich aan
en trad als aanvaller op. Lees 't protest van
Engelse professoren van Cambridge en Ramsay
MacDonald, Ponsonby, Rowntree, Sir W. Byles,
Bedauke, van Morley, J. Burns, enz., en tal
van Engelse bladen ertegen protesterende.
En wat nu Nu moeten wij de grenzen
gaan overschrijden 't Land van anderen in
trekken, ten koste van dierbaar bloed en
kostbare levens! Aanvallen is zonde! Het
is ongerechtigheid. En de voornaamste, ja de
enige schuld en het kwaad dat hieruit voort
komt,, ligt bij aanvallen 1 En nu zullen wij
wij tegen Gods woord, tegen Bijbels krijgs-
recht, de grenzen overschrijden en aanvallers
worden. Wij zullen ons geweten, onze handen
gaan bezoedelen. Wij zullen onschuldig bloed
van onze edelste en dapperste zonen gaan
opofferen.
't Tekstwoord hier voor ons is niet, zoals
onze toestand is. Hier zijn de leiders Mozes,
Aaron, Jozua, Kaleb, die weigeren aan te vallen,
omdat de Heer zo beveelt. Bij ons is 't tans
andersom, 't Is onze regering, die dit beveelt!
Mozes en de zijnen staan alleen tegenover
't ganse volk, maar zij staan alleen, omdat
God 't gebiedt. Tans gebiedt de regering
en volgens mijn heilige overtuiging, op grond
van Gods woord, zegt de HeerTrekt niet op.
Mijn gemeenteleden en de tientallen van mijn
volk, met wie ik gesproken heb, zeggen allen
als met éen woordTrekt niet op.
Maar de vraag van de Evangeliedienaar is
niet naar de meerderheid of naar aanzien des
persoons, maar slechts: Wat zegt God? Al
staat men dau alleen, gelijk dat viertal hier.
O, als we op hen gelijken, gemakkelik is
't zeker niet, om soms alleen te moeten
staan Doch als 't moet, dan moet 'tAl
worden allen onze vijanden, zelfs koningen
en machtigen, we mogen niet zwijgen, we
moeten spreken. 'tZou 'n verkrachting van
Gods woord, van onze eigen konscientie zijn,
als wi] in deze kritieke tijd de hand op onze
mond zouden leggen.
De Heer roept ons hedenavond tot 'n moeilike
taak Men houdt 't makkelikst vrede, als men
zich bij de machtigen en de groten der aarde
schaart. Maar mag dat? Kan dat? Onmo
gelijk Dan zeggen wij, alleen staande Hier
sta ik, God helpe mij, ik kan niet anders
Bedienaar van Gods woord, ben ik niet van
's mensen woord afhankelik. Protestant is in
de eerste plaats om te protesteeren tegen
alles, wat indruist tegen Gods woord, tegen
Gods wil. Hier is 't geen kwestie van per
sonen, maar van Recht en Gerechtigheid
volgens Gods woord.
Wat de kwestie van recht betreft, wie de
oorlog begonnen is, zal de tijd ons leren
iedereen weet welke leugengeest thans losge
broken is. Men spreekt van 't barbaarse
DuitslandLaat men toch niet met dat
Farize-isme tot ons komen. Wij allen ont
houden de toestand van ons arme land en volk
en 't is nog te kort na onze eigen oorlog, om
daar niet alles van te weten.
Wat omtrent Rusland Wil men de Slaaf
laten regeren over Europa Deuk aan Siberië,
de gevangenissen, de vreselike wreedheden,
dageliks onder do regering van de Tsaar van
Rusland's onderdanen gedragen in tijd van
vrede. Wat omtrent Japan en Indië
Daar bestaat 'n verbond van invloedrijke
Japanners en Hindoes (Indiërs), om de aziatiese
volken te verlossen van de Europeesche
regeering! Graaf Okoema schrijft erover; de
hoogste ambtenaren van de Keizer var. Japan
zijn leden ervan. In 't Hogerhuis van Japan
werden de volgende woorden geuit: „De heilige
plicht rust op ons (Japan), nu 'n helpende
hand te bieden aan Sjina, Indië, Korea. Wij
zijn begerig dat zij allen zullen verlost worden
van het juk van Europa. En wij zullen aan
de wereld tonen dat de oosterse volken meer
dan mans genoeg zijn om te strijden tegen
't Westen."
'n Juichkreet gaat in Indië en Japan op om
levens te nemen van de blanke manhoe
meer hoe liever. Boedhisme, Mahomedanisme,
Parsisme en al de godsdiensten van 't Oosten
juichen de slachting van de Kristenen toe.
Zijn wtj daartoe gekomen
Protesteeren wij niet alleen tegen 'n intrekken
in D. Z. W., maar ook tegen 't meevechten»
van 't gele ras. Dat ook door deze strijd
Europa in de grootste nood, misschien in een
oorlog zal wikkelen, die haar zal verwoesten.
De prediker ging nu over tot „Gods
waarschuwing". Als gij, zei hij, zonder
God trekt, is het uw ondergang. O er
is durf genoeg. Er zijn er die zeggen
„Wij zijn dapper genoeg, wij hebben
wapens genoeg. Dit is voor ons maar
'n brekfis" (breakfast, een hapje). Maar,
als gij zonder God uittrekt, wee u Bedenk
ook, Gods gebod zegt: Gij zult niet stelen,
gij zult niet doodslaan. In dit verband
zei de prediker
Nogmaals, wat in Europa heeft plaats ge
vonden, daar spreken wij ons niet over uit.
Engeland heeft gezegd de God der heirscharen
zal ons helpen, zo Duitsland, zo Oostenrijk,
zo Rusland. Frankrijk alleen heeft Gods naam
weggelaten en ik eer 't land ervoor.
De prediker vroeg zich verder af, hoe
wij 4dan weten, dat de Heer niet met het
volk van Zuid-Afrika in den oorlog zal
gaan. De Heer is niet gevraagd
Hebben wij 'n biddag gehad vanwege onze
Regering, ons Parlement? Zijn onze leiders
op hunne knieën gegaan en hebben gevraagd
Heer, wat wilt Gij Zijn zij tot ons als volk
gekomen en gevraagd: wat vvil't volk Want
hier is 't niet 'n kwestie van wetten, maar
't leven van tientallen onzer mannen en zonen.
Bloed zal vloeien Huizen zullen opgebroken
worden. Dit wordt alles gedaan zonder God
of volk te raadplegen De overheid bezondigt
zich voor God, zo ze zonder oorzaak oorlog
voertOorlog voert om ongerechtige oorzaak
Nodelobs de levens van tien- en honderdtallen
waagt! Al wat niet uit de roeping van de
door God aan de overheid verleende macht
V .1.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.