Dieuws* en Advertentieblad Zeeland Antirevolutionair voor De Oorlog» Uit de Pers. jBiimenlaiidsch Nieuws. No. 1158. Woensdag 30 September 1914. 12e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN, inzending van advertentien vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENT! ËN: Van 1—4 regels ƒ0,40 Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UiTOEVER. V De stemming der Belgen tegenover de Nederlanders. Een der correspondenten van de N. R. Courant schrijft aan dat blad Bij een der ondernemingen van Belgische troepen in de nabijheid van Leuven werd het dorp Linden, ten Oosten dier stad, door hen genomen. Het kasteel der Nederlandsche familie van Blankenhagen aldaar was uit eigen middelen als ambulance ingericht, een veertig tal Belgische gewonden vond de liefderijkste verpleging bij deze om hun philantropie in het dorp alom bekende landgenooten. Van de daken van bet prachtig kasteel woei zoowel de roóde kruisvlag als de Nederlandsche drie kleur. Nauwelijks meester van het dorp, drongen de troepen het kasteel binnen, dat na korten tijd verwoest werd en in vlammen opging. Meer dan eens heb ik u gewezen op derge lijke, analoge gevallen door de Duitschers bedreven, herhaaldelijk wees ik er op hoe de verbittering tegen de Duitschers door deze niet te rechtvaardigen handelingen aanwak kerde en er toe bijdroeg, dat de tot het uiterste gedreven bevolking kwam tot daden die haar noodlottig werden doch dat de Nederlandsche naam, zonder eenige reden en alleen door liet geloof aan dwaze geruchten, zoozeer wordt miskend en dat de miskenning vanhetgroote pliilantropisch werken dat door Nederlanders zoowel hier ter stede als te uwent ten voor- deele der Belgische bevolking wordt gedaan, zulke betreurenswaardige vormen zou aan nemen, hebben met mij wel weinigen gedacht. De onpartijdigheid en objectiviteit geboden mij echter ook van deze gebeurtenis gewag te maken. Het is mij bekend dat de ver tegenwoordiging der Nederlandsche regeering alles, schier het onmogelijke, in het werk stelt de bevolking van het verkeerde hunner op vatting te overtuigen. V Contrabande. Over de willekeurige handelingen van Enge land schrijft de N. R. Courant Het is juist tien jaren geleden, dat de Engelsche regeering, toen onzijdig in den Russisch-Japanschen oorlog, met volkomen juisten nadruk opkwam tegen de onredelijke en voor den neutralen handel hoogst nadeelige uitbreiding, die de Russische regeering toen maals gaf aan het begrip contrabande. De Russische regeering had b.v. levensmiddelen en steenkool tot absolute contrabande ge stempeld. Wij wezen er Jin ons blad van 4 dezer reeds op, hoe de Britsche regeering thans precies hetzelfde doet, wat zij in 1904 zoo terecht wraakte weliswaar n o e mt zij levensmiddelen en brandstoffen nog c o n d i- t i o n e e 1 e contrabande, maar zij behan delt deze en alle andere conditioneele contra bande metterdaad als absolute. Thans heeft de Engelsche regeering nog een stap verder gedaan door verschillende goederen, waarvan bij het door haar voor dezen oorlog aanvaarde 28ste artikel der Londensche Declaratie bepaald is, dat zij niet tot contrabande kunnen verklaard worden, toch tot conditioneele dat i§ dus feitelijk absolute contrabande te stempelen. (Vgl. Set. van 25 dezer no. 225 A.) Wij, achten het onzen plicht er hier met nadruk op te wijzen, dat de Britsche regeering zoodoende „regardless of the well-established rights of neutrals", gelijk de minister van buitenlandsche zaken, Lord Lansdowne, op 12 Augustus 1904 de Russische tattiek karak teriseerde, gebruik maakt van het feit, dat de Londensche Declaratie niet is kunnen in werking treden, teneinde den onzijdigen en dus ook den Nederlandsellen handel op hoogst willekeurige wijze aan banden te leggen. Een schoon voorbeeld. President Wilson heeft een proclamatie uit gevaardigd, bevattende een oproep, om Zondag 4 October te wijden tot een dag van gebed voor het herstel van den vrede. De proclamatie door den president zelf geteekend, de eerste en eenige in deze soort, die ooit door het Witte Huis is uitgevaardigd, luidt als volgt Aangezien de groote volkeren der wereld de wapenen tegen elkander hebben opgenomen, en de oorlog nu millioenen mannen in den strijd trekt, en het beleid der staatslieden niet bij machte is geweest, hun dit afschuwelijke offer te besparen, en aangezien in deze, evenals in alle andere zaken, het ons voorrecht zoowel als onze plicht is, ons te wenden tot den Almaclitigen Gód om raad en hulp, ons voor Hem te veroot moedigen, te belijden onze zwakheid en ons gemis aan alle dusdanige wijsheid als vereischt zou zijn in deze zaken, en aangezien het de uitgesproken wensch en het verlangen van het volk der Vereenigde Staten is, om de zaak van den Vrede te dienen, met gebed, raad en vriendschappelijke gezind heid,, daarom wijs ik, Woodrow Wilson, President der Vereenigde Staten van Amerika, Zondag 4 October a. s. aan als een dag van gebed en smeekingen, en verzoek allen Godvruchtigen op dien dag naar hun bedehuizen op te gaan, en zich daar te vereenigen in een gebed tot den Almaclitigen God, dat Hij, der menschen raadsbesluiten beheerschende, de dingen, die zij niet kannen dwingen of veranderen, recht zettende, in medelijden nederziend op de vol keren die nu in den jammer van den strijd zijn gewikkeld, in Zijn genade en goedheid een uitweg wijzend, waar menschen dien niet zien, aan Zijn kinderen den zegonrijken vrede moge hergeven, onder menschen en volkeren de eendracht moge herstellen, zonder welke nóch geluk, nóch ware vriendschap, nóch eenige gezonde vrucht van arbeid of gedachte bestaanbaar zijnin hun gebeden ook te vragen om vergeving voor onze zonden, voor onze onbekendheid met Zijn heiligen wil, onze onbuigzaamheid en onze fouten om geleid te mogen worden langs paden van gehoorzaam heid naar hoogten van inzicht, en tot gedachten en raadsbesluiten van reinheid en wijsheid. Ten bewijze daarvan heb ik hieronder mijn handteekening gezet, en het zegel der Vereenig de Staten er aan laten hechten. Gedaan in de stad Washington, dezen 8sten dag van September, in 'slleeren jaar 1914, en in liet jaar 189 van de Onafhankelijkheid der Vereenigde Staten. WOODROW WILSON. Pas later. Zoo af en toe klinkt er in de pers zeker verlangen, om eens zijn oordeel te zeggen over het goed recht van wat er thans in Europa geschiedt van de zijde der verschil lende deelnemende partijen aan den oorlog, en vraagt men zich af, of de stipte neutraliteit, die thans door de bladen van alle richting wordt in acht genomen, niet wat al te ver wordt gedreven. Juist de pers van een neu traal land is, meent men, als aangewezen om onpartijdig over de feiten van den dag te oordeelen. Dat deze stemmen zich verheffen is begrij pelijk. Het is met name voor de dagbladpers, die haar kracht en haar taak juist vindt in liet voorlichten van haar lezers bij liet vormen van een oordeel over wat er van dag tot dag gebeurt, een hard gelag, om zich te moeten beperken tot de weergave der feiten en het maken van bijkomstige opmerkingen, zonder over de hoofdzaken, die thans aller gedachten vervullen, te moeren oordeelen. Toch komt het ons voor, dat de eenmaal aangenomen houding de beste is. Immers, een onpartijdig oordeel moet in de eerste plaats berusten op een volledige kennis der feiten. En het is juist deze deugdelijke feitenkennis, die thans ten eenenmale ont breekt. Reeds nu zijn er zeker belangrijke gegevens verkregen door wederzijdsche publi caties, maar de geheele situatie is dermate ingewikkeld, dat men niet enkele feiten uit liet geheele verband kan losmaken om daar over afzonderlijk te oordeelen. Thans zijn bovendien de geesten, ook van hen, die niet direct deelnemen aan den oorlog, te veel belieerscht door liet sentiment, vaak zelfs wisselend sentiment om met de noodige onbevangenheid tot een billijk en juist eind oordeel te komen. Dit kan eerst later ge schieden. Hoe onaangenaam dat ook moge zijn voor den dagbladschrijver, die anders minder dan iemand een blad voor den mond neemt, liet is toch de meest verstandige weg, om zich niet aan onbillijkheid schuldig te maken. (De Rotterdammer). Majoor Verhulst en Kapitein Reimers zijn uit Albanië in Nederland aangekomen en hebben hun opwachting gemaakt bij den Minister van Oorlog. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins waren Zondag in het soldatenkamp te Loos duinen onder het gehoor van den veldprediker Ds. Scliolten van Rotterdam. De coöperatieve vereeniging Centraal Beheer te Amsterdam heeft onder de aandacht van den minister van binnenlandsclie zaken ge bracht, dat liet voor vele fabrikanten en hande laren' die leveranties aan staat, provincie en gemeente doen, in dezen tijd van belang zou zijn, indien zij de hun verschuldigde gelden zoo spoedig mogelijk uitbetaald krijgen. Het zou voor velen een uitkomst zijn, als de pu bliekrechtelijke lichamen nu niet tot 1915 wachten met liet verschuldigde over 1914 ter beschikking te stellen, doch zich bereid ver klaarden, terstond liet verschuldigde voor het reeds geleverde te betalen. De overheid zou met zulk een maatregel een uitnemend voor beeld geven en bovendien velen helpen. Naar aanleiding hiervan heeft de minister aan Gedeputeerde Staten in de provinciën verzocht, de vorderingen ten laste van de provinciën thans zoo spoedig mogelijk te vol doen. en de aandacht van de gemeentebesturen er op te doen vestigen, dat een spoedige vol doening van de vorderingen ten laste van de gemeentebegrootingen der gemeentelijke be drijven hem thans zeer gewenscht voorkomt. Nederland en Engeland. Het besluit van de Nederlandsche regeering om het Oostelijk deel van het land in staat van beleg te verklaren, heeft in Engeland veel instemming gevonden. Daar ziet men in dat besluit een nieuw bewijs, dat Nederland de meest strikte neutraliteit zal handhaven. Overwogen wordt of het geen aanbeveling zou verdienen de groote handelssteden onder den staat van beleg te brengen, opdat de handelscorrespondentie onder censuur kan worden gesteld, aangezien hoe langer hoe meer blijkt, dat een aantal kooplieden herhaaldelijk verschillende regeeringsmaatregelen tot ver zekering van den toevoer van levensmiddelen en veevoeder trachten te ontduiken. De bom te Maastricht eene vergissing. Men verneemt dat de Britsche gezant in opdracht van Zijne Regeering ter kennis van de Nederlandsche Regeering heeft gebracht dat op 22 dezer een Britscli vlieg tuig bij eenen verkennigstocht naar Duitsch grondgebied eene bom. heeft verloren, terwijl tengevolge van mist de bemanning gedurende lVï uur geen plaats heeft kunnen bepalen en zich daarom niet bewust is over Nederlandsch grondgebied te hebben gevlogen. Aangezien dat de stukken van de ten zelf den dagen in Maastricht neergekomen bom, op Britschen oorsprong duiden, waarschijnlijk is dat deze <4>or bedoeld vliegtuig is verloren, heeft de Britsche Regeering in die onderstel ling haar oprecht en ernstig leedwezen aan onze Regeering doen betuigen ovel het onop zettelijk vliegen boven Nederlandsch grondge bied en over het ongeval, zich verheugende dat het geen menschenleveni kostte. Vergoe ding van de veroorzaakte schade is door haar aangeboden. Omtrent het gebeurde te Aerschot schrijft de Nieuwe Gazet Vluchtelingen van omgevende plaatsen als Sclierpenheuvel, Thielt, enz., die huiswaarts keerden, werden mede naar de kerk gestuurd. Zelfs wagens met 10 tot 15 kinderen werden aangehouden. Zij kregen slechts eenmaal wat droog zwart brood water. De vrouwen mochten hun eten brengen. Zaterdags werd aan eenigen door bemiddeling van een krijgsgevangen onder officier, die als tolk diende, de vrijheid bezorgd. Zij bleven thans thuis tot Dinsdagavond 5 uren. Toen moesten allen, vrouwen en kinderen inbegrepen, naar de kerk. Niemand kreeg verlof zelfs maar een oogenblik buiten te gaan. Alleen de kinderen kregen een stuk brood. Er werden emmers water gebracht en ijzeren bekers om te drinken. Woensdagmorgen (den 26sten) werden 40 der jongste mannen uitgezonden om de lijken te gaan begraven. Onderweg werd voortdu rend geroepenAlle Belgen moeten dood. Zij werden zonder eenige aanleiding mishan deld. Om 3 uren kwamen zij terug in de kerk. Tegen half acht werd licht ontstoken. Een officier kwam stilte hevelen. Indien men gerucht maakte, zouden allen worden gefu- sileerd. Hij gebruikte als tolk den heer Louis Cresens. Eenige schildwachten spraken vrij goed Vlaamsch. Zij zegden tegen de burgers „Gaat rustig slapen en betrouwt op God". De twee zijdeuren waren gebarrikadeerd. Voor de vernielde middenpoort schoot men plotse ling een kanon af, door den schok sprongen de ruiten van den koepel. Er heerschte een onbeschrijfelijke paniek in de kerk. Alles huilde en schreeuwde dooreen. Men wilde naar alle zijden vluchten en kon niet. Ieder had de dood voor oogen. 10 minuten latei- kwam men zeggen „slaapt allen rustig, wij zullen u geen leed doen", 's Morgens kreeg men weer enkel wat droog brood, ofschoon men voor de kindereu wittebrood en chocolade beloofd had. Om 10 uren werd men vijf aan vijf in rijen geplaatst, zooveel mogelijk de families bijeen. Eenige ouderlingen en gebrekkigen kregen plaats op hooikarren, die door de jonge mannen moesten worden getrokken. Er werd gezegd dat men naar Duitschland werd vervoerd. Om half twaalf ging men op weg. In het veld stonden meubels uit villa's en aanzienlijke huizen geroofd. Op de tafels en op den grond stonden tal van leege wijnflesschen. In Weze- mael mocht men even rusten. De tocht duurde uren eten werd niet gegeven. Bij aankomst in Leuven waren Duitsche soldaten op vracht wagens aan het harmonika spelen en dansen. De gevangenen werden met treiterend gezang ontvangen aan de statie werden de soldaten afgelostverschillende huizen stonden in brand. Halverwege de Statiestraat gekomen, vielen er plotseling schoten. De wacht aan de statie schoot terug en weldra floten duizenden kogels over de hoofden der vluchtelingen. Deze vielen ter aarde om zich te beveiligen. An deren vluchtten een zijstraat in. De families geraakten van elkander. Sommigen werden gewond door de kogels, een enkele gedood. De meesten bezeerden zich bij den val over de losgesneden draden van de elektrische tram. Weldra bleek er een valsch alarm te zijn geweest. De gevangenen werden naar de statie geleid, van hieruit schoten de Duit- Advertentien voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1