Oorlogsberichten. Telegrafische Berichten. Uit Stad en Provincie. Uit Duitschland over de Troonrede. Woest en ledig. Hoe de Duitschers vechten. De Russen. Loop der bevolking van Ter Neuzen. TER NEUZEN, 18 September 1914. wapens en munitie, welke de Oostenrijkers op hun vlucht in den steek hebben gelaten. Aan de Weichsel hebben de Russen zich meester gemaakt van pontonmateriaal. Voorts hebben zij er verscheiden stoombooten vernietigd, waarvan er een gepantserd was. Het verdient aanmerking, dat de Duitschers wanhopige pogingen hebben aangewend om het Oostenrijkscho leger van den ondergang te redden' De medewerking van de Duitschers werd op ver schillende punten van het front opgemerkt, zoo bij Toerobin, waar 36 stuks verdragend Duitsch ge schut werden vermeesterde Ook op andere punten van het front vielen verscheidene dozijnen Duit- sche kanonnen in Russische handen sommige daarvan hadden, toen zij werden buitgemaakt, nog geen schot gelost. De hulp der Duitschers heeft dus de Oosten rijkers niet voor een verpletterende nederlaag kunnen redden, maar slechts er toe bijgedragen om de overwinning der Russen nog schitterender te maken. Berlijn, 16 September. [Wolff.] De Nord- deutsche Allgemeine Zeitung schrijft over de Troonrede De Koningin van Nederland heeft er in de Troon rede op gewezen in welk een ernstigen tijd de Staten-Generaal bijeenkwamen. Met bizonderen nadruk heeft de Koningin haar volk de plichten der neutraliteit voorgehouden. Wij willen gaarne en met voldoening erkennen dat Nederland deze plichten met de grootste zorgvuldigheid tracht na te komen. Deze erkentenis lijkt ons van te meer waarde, daar het niet aan pogingen ontbreekt om het Nederlandsche volk in zijn inzichten omtrent hetgeen de neutraliteit in den huidigen oorlog ge biedt, te doen wankelen. Daartoe rekenen wij vooral de verachtelijke laster over onze troepen, die voortdurend uit Engelsche, Fransche en Bel gische bronnen de Nederlandsche pers binnen stroomt. Indien de Nederlanders niet uit eigen aanschouwing genoeg wisten van de jongste ge beurtenissen en van de Duitsche troepen, dan moesten zij deze na de lasterlijke schilderingen van onze vijanden, voor een bende roovers, dieven en dronkaards houden. Naar wij hopen, zal de Troon rede er toe bijdragen dat de Nederlandsche pers, trots deze kuiperijen, die er op berekend zijn het Nederlandsche volk tegen ons op te zetten, haar onpartijdig oordeel handhaaft. Prof. dr. G. Wegener heeft een tocht, door Noord-Oost-Frankrijk gemaakt en dien tocht be schreven in de Küln. £tg. Na bij Longwy een diep-tragischen indruk te hebben gekregen van het verschrikkelijk bombar dement, beschrijft hij zijn tocht door het Zuiden aldus „Door naar Stenay, dan verder naar het Zuid westen over Buzancy door het heuvelachtige en bebosclite land, dat reeds tot Champagne behoort, maar nog nergens wijngaarden vertoont, doch met vrij dun staande haver, met kool, aardappelen en klaver bebouwd was, of wel uit weide en woest- liggend land bestond. Hier kwamen wij weer door streken waar verwoed moet zijn gevochten, waar loopgraven, dekkingswallen, weggeworpen uit rustingsstukken gevonden werden, met hier en daar een dood paard met opgezwollen lichaam, de beenen gespreid. Hier en daar zij het ook zelden lag nog een onbegraven menschenlijk maar vaker was dat het geval op plekken waar de boomen of het struikgewas wat dichter waren, en waar de afschuwelijke lucht hing van in ont binding verkeerende, onbegraven dooden." Den algemeenen indruk vat hij samen in de woordenhet geheele land was ledig 1 In schier onafzienbare opeenvolging trokken wij door dorp na dorp. Ten deele was er om hun bezit gestreden, en waren zij daarom vernield vooreen deel ook waren zij geheel ongedeerd. De witte huisjes, die hier in rijen dicht naast elkaar staan, en die aan de vlekken veeleer het aanzien van een stadje dan van een dorp geven, dan in Duitschland het geval zou zijn, lagen vriendelijk in het licht der zon. De bloemen in de tuintjes bewogen zacht heen en weer de kippen liepen op straatmaar geen mensch was te zien. Uur na uur reden wij te midden van akkers, waar nog de oogst op dé hand van den boer wachtte, te midden van weiden, waarop koeien graasden, maar geen landman was te zien. Allengs wekte dat een zeldzaam beklem- menden indruk. Heel Noord-Frankrijk, voor zoover onze troepen daardoorheen waren getrokken, was door de bewoners verlaten. Natuurlijk men heeft die menschen niet allemaal omgebracht, zij moeten gevlucht zijn. En later, in Reims, hoorden wij ook, dat overal de burgemeesters der dorpen zelf de inwoners hadden bezworen„Vlucht, vlucht, de Duitschers komen zij zullen je anders allemaal vermoorden." De Fransche regeering zelf schijnt daartoe het bevel te hebben gegeven. En zoo was gevlucht, wat nog loopen of rijden kon slechts een paar heel oude vrouwtjes of gebrekkige grijsaards, die zich niet meer van hun woning hadden willen laten scheiden of het niet gekund hadden, waren gebleven. En deze slechts heel zelden te voor schijn komende oudjes maakten den indruk van spookachtige desolatie nog te krachtiger. Men stelle zich toch eens voor een geheel bloeiend land volstrekt geen woestenij 1 met alle bewijzen van een schoone, hoogontwikkelde cultuur, met de oveial zichtbare getuigenissen van een rijk, nijver welgeordend levenen temidden van dat alles geen levende ziel In een brief uit Parijs aan de „Daily Telegraph wordt een beschrijving gegeven van de onverschrok kenheid, waarmee de Duitschers vechten. Iemand, die de Duitsche troepen aan het werk had gezien in het gebied tusschen de Maas en de Marne, geeft daarvan o. m. het volgende De Duitsche troepen komen aanstormen en werpen zich tegen de Fransche loopgraven en vuurlinies, zonder zich te bekommeren om de verliezen aan mensclienlevens. Wij ontwaren duidelijk, dat zr geen poging doen, strategie of taktiek in toepassing te brengen, zij manoeuvreeren niet. Zij stormen aan en loopen zich het hoofd te bloeden tegen een bewegenden muur. een muur die terugwijkt, maar nooit wordt doorbroken. Hun mannen vallen als vliegen en nog rukken zij voorwaarts. Regiment na regiment stort zich tegen de Fransche linies en wordt half vernietigd door de artillerie en het ge weervuur. Indien hun verliezen aan den eenen kant te zwaar worden, probeeren zij het ergens anders en voeren nieuwe colonnes op en nieuwe regimenten, die weer in stukken worden geschrten, voor de Fransche kanonnen worden verplaatst en de Fransche linie achterwaarts wordt geschoven. Al wat ik van het Fransche leger zeggen kan, zonder te treden in verboden bijzonderheden, is, dat al zijn bewegingen, hetzij bij den aanval, hetzij bij het teruggaan, verwonderlijk elastisch zijn en met machinale stiptheid uitgevoerd worden. De Fransche artillerie, infanterie en cavalerie, zoowel als de intendance en den dienst voor het opvoeren van de munitie werken prachtig. En overal worden de van hoogerhand aangeduide plaatsen steeds zonder eenige verwarring bereikt en bezet. Terwijl in al deze gevechten de Fransche ver liezen betrekkelijk gering zijn geweest, waren de verliezen van den vijand reusachtig. Ik zou een voudig niet kunnen zeggen, hoeveel Duitschers er de laatste acht dagen gevallen zijn. Op sommige plaatsen zijn geheele regimenten vernietigd. Met eigen oogen heb ik dat gezien. Opeens kwamen dan de Duitschers b.v. uit een bosch, afdeeling na afdeeling. Een granaatkartets voor iedere afdee ling en er bleef ternauwernood meer iemand overeind. Zoo ontving de Fransche artillerie hen. Op twee of drie ondiepe plaatsen in de Maas lagen de lijken zoo dicht, dat de rivierbedding er door afgesloten was en het water de oevers over stroomde. Men zou over de lijken der Duitschers de ri vieren te voet hebben kunnen oversteken. De uit werking der Fransche artillerie overtreft alles, wat men zich kan voorstellen. De Duitsche granaat kartetsen hebben veel minder vernielende uitwer king. Daarentegen zijn de Duitschers beter uit gerust wat hun machinegeweren betreft. Zij hebben daarvan heele afdeelingen, en die verbergen zij heel behendig in bosschen en gedekte plaatsen. Nadat zij dan de Franschen er toe hebben verlokt aan te vallen, openen zij op korten afstand het vuur. Maar de Franschen hebben die taktiek thans doorgrond en zijn dus op hun hoede. Generaal Joffre heeft bevolen, dat zij niet langer in gesloten formatie mogen aanvallen." Wat moeten wij nu van het vervoer van Rus sische troepen van Archangel over Engeland naar België en Frankrijk denken In Noorwegen ging het gerucht, dat er Russische troepen naar Archangel waren gezonden. Uit Engeland zijn al een paar weken geleden berichten gekomen, dat ze daar waren geland. Wij hebben in het begin van de maand een Nederlander gesproken, die vast en stellig beweerde, dat hij ze in Engeland had gezien. Eergisteren namen wij uit de Daily News de ver zekering over van zijn correspondent Philip, die uit Gent seinde, dat hij er persoonlijk voor instond, dat de Russen daar of althans in België waren. Hij haalde ook een Belgisch blad aan, dat een gevecht beschreef, waarin de Belgen, versterkt door Russen, een voordeel op de Duitschers hadden behaald. Maar gisteren kregen wij een telegram uit Londen, ons de nadrukkelijke tegenspraak van het officieele persbureau meldende. „Het Pers bureau meldt ons," zoo lezen wij nu ook in een Londensch blad van gisteren, aldus de N. R. C., „dat er hoegenaamd geen waarheid is in het ge rucht, dat Russische soldaten in Engeland zijn geland of door Engeland zijn getrokken, op weg naar Frankrijk of België. De bewering, dat er nu Russische troepen op Belgisch of Fransch grond gebied zijn, moet niet geloofd worden." Dat is afdoende, zou men zeggen. Er zijn geen Russen in Engeland geland zij zijn ook niet wat men zou kunnen onderstellen in Engelsche havens aangekomen, aan boord gebleven en toen naar België of Frankrijk doorgezonden want er zijn in België of Frankrijk geen Russische troepen. Zoo althans dient men voorshands wel den zin op te vatten, die zegt, dat men de bewering, dat er in België of Frankrijk Russen staan, niet moet gelooven. Maar hoe komt zoo'n Philip dan, met zijn naam er onder, voor de aanwezigheid van Russen in België te staan? En dat Belgische blad? En nu lezen wij in een Londensch blad van Maandag, dat de Cardiff Evening Express een ver klaring heeft gehoord van den heer W. H. Cham pion, „een welbekend Welsch ingenieur, die met '2600 Kozakken op een stoomschip van Archangel naar Leith heeft gereisd. Hij heeft den naam van het schip genoemd, maar het blad vindt het beter dien weg te laten. Hij vertelde, dat die 2500 de laatste afdeeling van een uit Archangel gezonden leger van 70,000 Kozakkeu was. De trein, waar mede hij door Schotland en Engeland in gezelschap van die Kozakken had gespoord, was de 193e, die met Russen gevuld, door York was gekomen. De ingenieur, die uit Siberië terugkwam en om den oorlog den weg over Archangel nam, geeft allerlei bizonderheden van zijn treinreis naar Archangel, steeds met troepen. Hij zei nog, dat de Kozakken allen groote kerels waren. Hij had vele kiekjes van ze genomen. De Cardiff Evening Express heeft die an haar bezit, maar wil ze zonder verlof van den censor niet afdrukken. Wat moeten wij nu gelooven Een oorlogscorrespondent van de Manchester Gu ardian schreef of seinde Zondag van ergens ten Oosten van Parijs„Een Fransch officier, die een belangrijken post bekleedt, geeft mij te verstaan, dat de reden, waarom de terugtocht der Duitschers, eenmaal begonnen, verhaast zal worden en in suel- lieid zal toenemen, is, dat er een aanzienlijke krijgs macht uit het Noordw. aan het optreden is. Dit ge heimzinnige lichaam, zei hij, zal snel oprukken, zal zoo slagvaardig zijn als de beste versche troepen en de verbindingslijnen van den vijand bedreigen. Als de Duitsche bevelhebber niet bijtijds van de aan wezigheid van die troepenmacht op de hoogte komt, zal hij het uiterst lastig vinden, zich uit den hache- lijken toestand te bevrijden van tusschen twee vuren te zijn. Een van die vuren zou het geheimzinnige Noordwestelijke leger zijn, en het andere Sir John French's prachtig leger en de Fransche linkervleu gel onder generaal d'Amade. Tenzij de Duitschers zeer v]ug terugtrekkon, zullen zij hun weg door Luxemburg moeten nemen, in plaats van door België. De Fransche officier geloofde, dat het meerendeel van het Duitsche leger geen voet meer op Belgischen grond zou zetten." Zouden die Russen dan misschien toch met EngeRche versterkingen en Franschen b.v. in het Noordwesten van Frankrijk staan Met de tegen spraak van het Engelsche legerbestuur, door het Persbureau in de Engelsche bladen gekomen,schijnt het onvereenigbaar. Maar wat willen dan die heoren Philip en Champion Men schat de schade door den inval der Duitschers in België aangericht op 500 millioen gulden. In Rusland zijn nu reeds 700,000 nieuwe I lotelingen opgeroepen, in plaats van in de I volgende maand. Te Weert zijn aangebracht 3 Belgische militairen. Ze werden naar het interneerings- dépot, gebracht. Zij en twee anderen waren ontkomen van de 200 man die stelling in een loopgraaf genomen hadden. 195 man waren gedood. In Leuven is de groote gevangenis ge spaard gebleven. De gevangenen bevinden er zich nog allen in opgesloten, In verschillende steden van Duitschland doen de overheden gemeenschappelijke kerk hoven aanleggen voor die Duitsche soldaten, welke, gewond van het front naar den vader- landschen bodem vervoerd, daar komen te sterven. In die begraafplaatsen geldt dus noch verschil van geloof, noch verschil van stand. Ook het gemeentebestuur van Kissingen had een dergelijk besluit genomen. Tot 7 September bedroegen de verliezen van het Engelsche leger in Frankrijk (en België), volgens de opgave van het hoofd kwartier, 73 officieren gesneuveld, 225 ge wond en 291 vermist, 273 minderen gesneuveld, 1571 gewond en 16,296 vermist; tezamen 589 officieren en 18,140 minderen. Onder de ver misten, zegt het Engelsche persbureau, zijn zoowel niet gewonde krijgsgevangeneu en verdwaalden begrepen, als dooden en ge wonden. In de Belgische pers circuleert een be richt dat een Belgische soldaat in een hos pitaal te Antwerpen is overleden aan wonden in zijn zitvlak, waarbij koud-vuur is gekomen. Eenê verklaring, dat de wonden moeten zijn veroorzaakt door een dum-dum-kogel is on derteekend door twee geneesheeren, twee En gelsche ziekenverpleegsters en een apotheker- In de Engelsche kolonies worden aan zienlijke sommen verzameld voor de noodlij dende Belgen. Zoo is te Melbourne 144,000 gulden bijeengebracht, te Sydney ruim 300,000 gulden. BERLIJN, 17 September. (Wolff.) De Ber liner Zeitung am Mittag meldtPrins Frederik Karei van Hessen, een zwager des Keizers, is in een gevecht door een schotwond in de dij zwaar gewond. PARIJS, 10 September. Ten gevolge van verkeerden wisselstand is een trein met ge wonden bij Lizy aan de Ourcq op een gedeel telijk vernielde brug gekomen. Eenige wagons zijn in de rivier gevallen, doch het meerendeel dér gewonden bleef behouden. ST. PETERSBURG. De tsaar heeft den koning der Belgen en den kroonprins van Servië voor hun krijgsverrichtingen tot ridder in de ordo van den Heiligen George benoemd. Eergisteren is, blijkens een bericht uit Gent, een bataljon Duitsche infanterie, dat bij Dendermonde rust nam-, door een bataljon van het 24e reg. inf. der Belgen verrast en in de richting Aalst teruggedreven. 50 Duitschers werden gedood, de anderen namen de vlucht. Zij lieten 9 karren, een auto, een veldkeuken en verschillende motorrijwielen achter. Gedurende de afgeloopen week hebben zich in deze gemeente gevestigd: F. J. F. de Witte, fabrieksw., Q 65, uit Hulst. J. C. Frederiksen, herbergierster, Zandstraat 8, uit Gent. J. B. Standacrt, zonder ber. Noordstraat 50, uit Grave. J. de Smidt, zonder ber., de Feijterstraat, 35, uit Antwerpen. L. Dekker, noteerder, de Feijterstraat 35, uit Antwerpen. A. A. Poppe, beenhouwer, O 40, uit Zwijn- d recht. K. de Quelery, visscher, de Feijterstraat 41 uit Ylissingen. R. Th. II. Bogaert, aannemer, O 40, uit Zwijndrecht. A. Poelstra, ziekenverpleegster, 8 N, uit Wolfheze. E. v. d. Velde, veldarbeider, P 107, uit Sas van Gent. Vertrokken zijn Chr. Tazelaar, zadelmaker. Noordstraat naar Meppel. A. E. de Ridder, dienstbode, Dekkerstraat 42, naar Middelburg. J. K. Ribbens, Zeilmaker, Dijkstraat 82, naar Ilansweert. F. Huizinga, zonder beroep, Heerengracht 1, naar Amsterdam. Oostburg. Van uit Aardenburg is Woensdag avond een luchtschip dat met zoeklicht werkte waargenomen. Toen de grenswacht schoot, veranderde het van koers. Antwerpen. De (Belgen hebben de groote spoorbrug over de Dender opgeblazen. Hier door is de verbinding tusschen Dendermonde en Brussel afgesneden. Antwerpen Duitsche soldaten braken te Brussel do deuren van het Paleis van Justitie open en ontvreemdden vele voorwerpen van waarde. De rechteilijke macht protesteerde bi) den Duitschen majoor, die de soldaten bij elkaar liet komen en vele voorwerpen in hunne zakken werden teruggevonden. Antwerpen. 17 September. De Duitsche troepen uit Brussel zijn wederom te Dender monde teruggekomen. Den geheelen nacht heeft het bombardement aangehouden. De Duitschers zijn na een hevig gevecht door de Belgen verjaagd. Londen. In het kanaal is het Engelsche Marine-departementschip Festa II vergaan. Londen. Uit Athene wordt geseind dat de Serviërs Semlin ontruimd hebben. Parijs. Het officieele communiqué van giste renavond meldt dat de toestand geheel on veranderd is. Kaapstad. Een cavaleriepatrouille stuitte bij eene vervolging van een Duitsche patrouille aan de noordelijke oever van de Oranje-Rivier op een Duitsche troepenmacht. Woensdag vergaderde de commissie voor de arbeidsbeurs. Besproken werd de afwik keling der werkzaamheid van de commissie, die door stichting van de gemeentelijke arbeids beurs een einde neemt. Besloten werd de werkzaamheden gaande te houden tot de ge meentelijke beurs ze kan overnemen. Van het plaatselijk steuncomité zal door voorzitter en secretaris in de eerstvolgende vergadering verslag van het werken der com missie worden gedaan, waarna dit comité tot opheffing kan besluiten. Ingeschreven waren op 1 September 252 werkloozen, tot 14 September was dit aantal met 16 vermeerderd en gekomen op 268 en veftninderd met 2, die werk gevonden hadden en 1, die uitkeering ontvangt krachtens de ongevallen wet. Het totaal is dus 265. Het aantal werkloozen in de gemeente is waar o. a. van ieder gezin slechts 1 werd in geschreven, ook wanneer in den regel meer werken, beduidend hooger en werd geschat op ruim 400. Bizondere omstandigheden brachten juist in de week van 7 14 Sept. zeer veel werk. Er werd gewerkt van de ingeschreven werkloozen totaal door 136 man 401 dag en wel door 9 man 6 dagen, door Oman872 dag, door 10 man 5 dagen, door 3 man 47a dag, door 20 man 4 dagen, door 6 man 372 door 17 man 3 dagen, door 22 man 272 dag, door 8 man 2 dagen, door 29 man l1/» dag, door 12 man 1 dag. In de loopeiide week zijn de werkzaamheden door de ingeschreven werkloozen verricht daarbij vergeleken niet van beteekenis. Wij verwijzen naar de juiste opgaven omtrent de treinenloop Ter Neuzen—Gent en Ter Neuzen—Mechelen. De treinen komen te Gent nu weder aan de groote statie aan. Gisterenavond werd in 't lokaal van de Vereenigde Handswerklieden, alhier een open bare vergadeiinggehonden, uitgeschreven door het Comité voor werkeloosheid. Na opening der vergadering door de voor zitter werd het woord gegeven aan den heer J. Huizinga, dio het vraagstuk der werkeloos heid besprak. Eerst werd door spreker ge wezen op een drietal oorzaken der werkeloos heid, elk dier oorzaken in 't bizonder toege licht en geillustreerd met voorbeelden uit 't practiscbe leven, waarna spreker enkele mid delen aan de hand deed, ter bestrijding of wegneming der werkeloosheid. Als het middel werd in dezen noodtoestand voor Ter Neuzen aangewezen te trachten in 't leven te roepen een werkeloozenverzekering en wel in dier voege dat de alhier bestaande organisaties aan hun vereeniging verbonden een werkeloozen- fonds, waardoor de mogelijkheid geboren wordt dat alle werkeloozen een uitkeering ontvangen, gevormd uit het eigen fonds met toeslag van de gemeente. Enkele bepalingen die. opge nomen zouden kunnen worden in een eventueel vast te stellen reglement werd door spreker voorgelezen en toegelicht. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door enkelen gebruik gemaakt. Na het sluiten der vergadering bleven de besturen der verschillende vereenigingen nog eenigen tijd bij elkaar om te trachtten de eerste stappen te doen tot oprichting van bovengenoemde werkeloozenfonds. De vergadering was zeer uruk bezocht. Heden vernamen we nog dat in beginsel besloten is tot oprichting, id. iedere vereeniging een eigen fonds. De organisaties zullen zoo spoedig mogelijk vergaderen om te beslissen Op voordracht voor hoofd der openbare school te Nieuwdorp, staat de heer Goossen, onderwijzer aan een der gemeentescholen alhier.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 3