Bmneiilamlsch Nieuws. vijand in de richting van Reims terug ge drongen. In de nabijheid van Lunéville is een poging van de Duitschers om voorwaarts te rukken, afgeslagen. Een later bericht van het persbureau luidt De op den vijand uitgeoefende druk wordt over het geheele front der bondgenooten voort gezet. De Engelsche troepen zijn den geheelen dag in het vuur geweest. De tegenover hen staande vijandelijke macht is na een hardnekkigen tegenstand teruggetrokken en steekt nu naar den Noordelijken oever van de Marne over. Het vijfde Fransche leger rukt met gelijk succes op en heeft veel krijgsgevangenen. Het zesde Fransche leger aan de Ourcq is in een hevig gevecht gewikkeld geweest, doch ook hier is de vijand teruggedreven. Het Duitsche leger heeft over de geheele linie ernstige verliezen geleden. De voor- waartsche beweging is overal met vastbe radenheid doorgezet. De Engelsche troepen hebben weer eenige verliezen geleden, doch het aantal is in ver houding tot den aard van den strijd gering. Het resultaat van de krijgsverrichtingen ge durende 2 dagen is tot op dit oogenblik zeer bevredigend. PARIJS, 8 September. (Reuter). Heden zijn een aantal gewonde Fransche soldaten aangekomen, die deel hadden gehad aan de laatste gevechten in de buurt van Meaux en Coulommiers (ten O. van Parijs). Een sergeant vertelde belangwekkende bij zonderheden van het gevecht van Zondag, waarbij hij gewond was „Wij vervolgden zeide hij over een afstand van bijna 19 mijlen 2 Duitsche regimenten, die bijgestaan wérden door ruiterij en artillerie. Gedurende den overhaasten terugtocht hebben de Duit schers geen schot gelost. Terwijl de Franschen een hevig vuur onderhielden, dat den vijand decimeerde, slaagden wij er in een gedeelte van een Duitsche kolonne af te snijden. Daarbij vermeesterden wij 7 kanonnen, 2 mitrailleuses en vele gevangenen. Eén van hen, een sergeant bij de infanterie, die een weinig Fransch sprak, gaf toe, dat zijn manschappen bijna geen munitie meer hadden en bevel had dén gekregen die te sparen." Een bij Meaux gewonde infauterie-officier vertelde, dat de Duitsche troepen, die in deze streek na 2 dagen van hevigen strijd waren teruggedreven, uit 2 legercorpsen bestonden, die zeer groote verliezen hebben geleden. Dezelfde officier had 600 lijken in éen loop graaf geteld, en bevestigde de verklaring van den sergeant met betrekking tot het gebrek aan schietvoorraad bij de Duitsche troepen Deze schenen ook zeer vermoeid te zijn. TER NEUZEN, 9 September. (Part., H.) Omtrent de gisterenmiddag te Gent gevallen schoten kan ik thans nader melden, dat er geen doode is. Een Duitsch officier reed in eeu auto, be stuurd door een Duitsch soldaat, in de St. Pieters Nieuwstraat. Recht tegenover het lokaal Vooruit moest de auto langzamer rijden door het kruisen van twee trams. Daar kwam een andere auto aangereden, waarin vier Belgische militairen met een mitrailleuse. De ontmoeting gaf, volgens een Gentsch blad, aanleiding tot het wisselen van schoten uit beide auto's, terwijl verschillende omstanders aan mijn zogsman verklaarden, dat de Duitsche officier zijn revolver nog slechts had getrokken. De Duitsche soldaat werd verwond en de Duitsche officier krijgsgevangen gemaakt. Er is dus geen doode gevallen. Het geval gaf begrijpelijk aanleiding tot een groote beweging en bezorgdheid. Het gebeurde was in strijd met de door den burgemeester verkregen voorwaarden, dat Gent zou ver schoond blijven van het bezoek van Duitsche krijgslieden. De burgemeester, de heer Braun, aarzelde echter niet. om voor het belang der stad op te treden en begaf zich, vergezeld van den Amerikaanschen consul, weder naar den Duitschen legerbevelhebber, teneinde daar de ware toedracht der zaak mede te deelen en mogelijke rampen van de stad af te wenden. Hij ontmoette den Duitschen bevelhebber te Leeuweggen op het kasteel van den heer Van Hecke de Lembeeke, en den geheelen middag wachtte in de omgeving van het stad huis een groote menigte met angstig ongeduld zijn terugkomst af, dobberend tusschen hoop en vrees. Te 5 ure was een geheime vergadering van den gemeenteraad belegd, en enkele minuten na dat uur keerde de burgemeester per auto aan het stadhuis terug. Aan zijne houding kon de menigte reeds bespeuren, dat hij een goede tijding bracht, wat hij ook aanstonds bekend maakte. Met een geestdriftige ovatie werd de heer Braun door de menigte gehuldigd. Hij verklaarde in korte woorden zijn wedervaren en men vernam met groote verlichting, dat de burge meester had weten te verkrijgen, dat dezelfde voorwaarden van des morgens werden behou den, met de enkele bijvoeging, dat de gekwetste Duitscher, thans in het krijgshospitaal ver pleegd, werd gesteld onder bescherming van den consul der Vereenigde Staten en niet als krijgsgevangene mag beschouwd worden. Hij voegde aan zijne verklaringen toe, dat het thans niet zoo gemakkelijk was geweest, om met den generaal te spreken als des morgens. liet treinverkeer tusschen Ostcnde en Gent met Sint Nicolaas en Antwerpen kan thans voor het gewone reizigersverkeer niet plaats hebben. De reizigers maken gebruik van de lijnen Gent—Ter Neuzen en Mechelen—Ter keuzen, om zich van het eene deel van België naar het andere te begeven. Er komen nog vele vluchtelingen, maar ook keeren er weer naar hunne haardsteden terug. Aan de noordgrens hebben op verschillende plaatsen kleine schermutselingen plaats met uhlanen, onder meer gisteren op ongeveer 500 meter afstand van de Nederlandsche grens aan de roode sluis bij de gemeente Zuiddorpe. (N. R. C.) In het Belgische deel van het dorp Putten, aan den weg van Bergen op Zoom naar Ant werpen, zijn in den loop der laatste twee weken een zeer groot aantal huizen verwijderd, ten deele door dynamiet, doch hoofdzakelijk door slooping. Tot nu toe waren het vooral de fraaie zomerwoningen buiten de kom van het dorp sedert eenige dagen echter ook de huizen langs den grooten weg waaraan ook het Nederlandsche dorp gelegen is. Dinsdag is weer een belangrijk aantal huizen opge blazen. Ook Woensdagmiddag tegen 1 uur zou een groot aantal huizen vooral langs den weg naar Stabroeck worden opgeblazen. Men sprak van 200, vermoedelijk zijn het er niet meer dan 120. Dit was evenwel Woensdag om half drie nog niet geschied en zal waar schijnlijk eerst heden plaats hebben. De be woners namen de wijk naar Nederland. BERLIJN, 10 Sept. De verovering van Maubeuge was in geheel Duitschland aanlei ding tot liet houden van een feestdag. Vooral in Berlijn werd opgewekt feestgevierd. De straten en pleinen waren er versierd. WEENEN, 9 Sept. Officieel in de vlakte rond Lemberg is opnieuw een groote slag be gonnen. Bijzonderheden ontbreken nog. Volgens mededeelingen van een ingeze tene der grensgemeente St. Laureins zijn 200 uhlanen op weg van Gent naar Brugge, aldus vernam de N. R. C. uit Oostburg. De Duitschers hebben van het opleggen van oorlogsschattingen .aan Belgische steden den smS&k beet gekregen. In Frankrijk passen ze dezelfde methode toe. Een der oorlogscorrespondenten van de N. R. C. in België schrijft Maandag 7 September In het door de Duitschers bezette Belgische gebied begint, voor zoover het de helft ten oosten van de lijn Mechelen—Brussel—Charle roi betreft, langzaam aan een zekere rust te heerschen. 't Mag de rust zijn door den over- heerscher opgedrongen aan den overheerscht- wordende rust is er. En wat men den Duitschers ook mag ontzeggen, organisatie zeker niet. Ik ben den laatsten tijd herhaal delijk door dit oostelijk gedeelte van België gékomen en 't heeft me verbaasd hoe de Duit schers tot op zekere hoogte een geregelden gang van zaken wisten tot stand te brengen. Men laat de bevolking, die goed wil, rustig haar gang gaan en moedigt haar zelfs aan onder Duitsche controle. Wil de bevolking niet, dan wordt ze niet gedwongen, maar wil de bevolking kwaad, dan is de straf ontzettend. Dat is wat hindert in het Duitsche regime bij kwaadwilligheid is het Onderzoek kort en wordt de straf meedoogenloos toegepast. Blijkbaar is van hoogerhand bevolen gewor den duldt geen tegenstand, maar kom wel willendheid welwillend tegemoet. En zoo heeft men in de meeste plaatsen reeds een zekere orde en regelmaat weten te krijgen. Gisteren ben ik naar Namen geweest. Do stad ligt op het oogenblik voor het publiek nog in de zone, die onbereikbaar is. „Tiens, Tienszeiden dus de Belgen hier tegen me. „U is in Namen geweest." Dat was een daad Maar, onder ons gezegd, is het de gemakke lijkste reis geweest, die ik totdusver heb gedaan. „Nach Namur ruit einem niederlan- dischen Kraftwagen", staat er op mijn pas naast het Duitsche regeeringsstempel. En de chauffeur en dat papiertje hebben me heen en teruggebracht, met misschien op den gan- schen weg een tien keer stoppen bij de ver schillende posten. De weg van Luik loopt door het mooie Maasdal naar Hoei en verder naar Namen. En op den ganschen weg werd ik alleen maar aan oorlog herinnerd door hier en daar ver woeste huizen, enkele wachtposten en militaire auto's. Voor een mensch, die voor het eerst het oorlogsterrein doortrekt, is dat al veel, maar ik reken het al onder niets. In het mooie plaatsje Hoei, waar de bijna witte muren van de citadel hoog op de rotsen staan, heerscht de vredigste toestand tusschen overwinnaars en overwonnenen. Er zijn daar in de rue des Jardins een twintigtal huizen verbrand op den dag der bezetting, en enkele burgers gedood, maar daar was de oorlogs ellende bij gebleven. De burgers verzekerden mij, dat de Duitsche soldaten bescheiden en vriendelijk optreden en de particuliere eigen dommen ontzien. Men deelde mij daar mee, dat in het verderop gelegen Andenne waar honderd burgers gedood werden de toestand verschrikkelijk was geweest. Maar aan den hoofdweg zag ik alleen maar wat ingeslagen en weer zorgvuldig dicht getimmerde vensters. In Namen zelf treedt de Duitsche overheid ook zeer gematigd op. Om negen uur moeten de café's sluiten en alcohol mag nietverkocht worden aan burgers noch soldaten. Men moet de vensters 's nachts gesloten houden en op éen der verdiepingen ten minste drie vensters verlichten. Verdere controle is er niet en ik reed dan ook rustig met mijn auto door de geheele stad en dronk kwast voor het restaurant waar ik twintig dagen geleden toen de Fransche bezetting er was, thee had gedronken, vlak tegenover het station. Een Duitsch officier nam het oranje-vlaggetje vóór op de auto in zijn hand en keek me verbaasd aan toen hij er „Nederland" op zag. Dat was al. Zooals ik reeds seinde staat de Duitsche overheid de verschijning van de l'Trui de l'ordre toe, welk dagblad alléén in het Fransch uit komt en regelmatig in de straten wordt gevent. Het dagblad bevatte de hierboven reeds be sproken proklamatie van den Duitschen, te Brussel wonenden gouverneur-generaal baron von der Goltz, waarin hij meedeelt, dat do civiele administratie ook haar hoofdzetel in Brussel heeft en geleid wordt door Z.Ex. von Sandt. De gouverneur-generaal wijst er op dat alle kwaadwilligheid streng gestraft zal worden doch dat verder de bevolking niets van de Duitschers te vreezen heeft en dus rustig weer aan den arbeid moet gaan „Burgers van België", gaat de proklamatie voort, „ik vraag u niet uw vaderlandslievende gevoelens te verloochenen, maar ik verwacht van u een redelijke onderworpenheid en een gehoorzaam heid zonder voorbehoud ten opzichte van de orders van het gouvernement. Ik noodig u uit dit gouvernement vertrouwen te toonen en het uwe medewerking te verleenen. Ik richt dit verzoek vooral tot de staats- en gemeenteambtenaren, die op hun post gebleven zijn. Des te meer dat ge aan dezen oproep voldoet, des te meer dient ge uw vaderland". Ik verbaasde me even in Namen, toen ik plotseling eenige roode broeken van Fransche hospitaalsoldaten zag en een eindje verderop de kwartiermuts van een Belgisch bereden hospitaalman, die vredig wandelde met aan den arm „a dame". Zoo onverwachts kè. Ook de Engelsche verpleegsters gaan rustig hun gang. Er zijn in Namen een honderdtal huizen verwoest bij hel driedaagsche bombardement op 21, 22 en 23 Augustus. Op 23 Augustus werden daardoor een honderdtal burgers ge dood, terwijl er velen gewond werden. Er komt in Namen gebrek aan levensmid delen. vooral ook doordat de boeren de stad niet durven betreden. Ook zij worden per proclamatie uitgenoodigd weer als vroeger handel te drijven. Uitbreiding van den staat v a n beleg. De afkondiging van den staat van beleg in verschillende aan zee of aan de rivieren •gelegen gemeenten heeft voornamelijk ten doel om den uitvoer te beletten van schepen, die mogelijk hier te lande door of vanwege oorlog voerende mogendheden zijn aangekocht met de bedoeling ze voor militaire doeleinden te gebruiken. Het toelaten van zoodanigen uitvoer zou in strijd zijn met de door de regeering afgelegde neutraliteitsverklaring. Om het militaire gezag in staat te stellen de vereischte maatregelen te treffen en be hoorlijk controle uit te oefenen, was het noodig verschillende gemeenten in staat van beleg te verklaren. Er zal worden zorg gedragen de gewone scheepvaart zoo min mogelijk overlast te bezorgen; in dien geest zijn de noodige bovelen aan de betrokken autoriteiten van leger en vloot gegeven. Aan overlast stellen zich dus alleen bloot Nederlanders, die, in weerwil van het dooi de regeering uitgevaardigde verbod, trachten om aan een oorlogvoerende partij, schepen of vaartuigen voor militaire doeleinden bestemd, toe te voeren of te verschaffen. Eigenaars van schepen zullen dus goed doen zich bij het ontvangen van aanbiedingen omtrent verkoop terdege er van te overtuigen, dat er van gebruik voor militaire doeleinden geen sprake kan zijn, en er aan te denken dat de beoordeeling hiervan geheel berust bij de daartoe door de regeering bevoegd ver klaarde autoriteiten. P r ij z e n van tarwe en rogge. In een onderhoud, dat een redacteur van het Haagsche correspondentieburau heden met minister Treub gehad heeft, deelde deze in antwoord op desbetreffende vragen mede, dat de tarwe- en roggeprijzen, al heeft hij deze lager gesteld dan die voor het buiten- landsche graan, voldoende winst aan hande laren en boeren verzekeren. Mocht de circu laire aan de burgemeesters ter voorkoming van prijsopdrijving van broodkoren onvoldoende blijken, dan zou de regeering dieper ingrijpende maatregelen moeten nemen. Overwogen wordt door invoer van buiten in de behoefte aan veevoeder, vooral tegen den winter, te voorzien. Den vierden dezer is de eerste lading van de in Amerika aangekochte tarwe verzonden. Opening State n-G e n e r a a 1. De Koninklijke stoet bij de opening van de Staten-Generaal zal ditmaal eenigszins beperkt worden, aangezien II. M. de Koningin een aantal van haar stalpaarden ter beschikking van het legerbestuur heeft gesteld. Wethouderverkiezing te Amsterdam. Na twee vrije stemmingen en een her stemming tusschen de heeren Vliegen en van Tienen werd de heer Vliegen tot wethouder gekozen met 19 stemmen terwijl op den heer van Tienen 15 stemmen werden uitgebracht en 7 blanco. De heer Vliegen heeft zijn be noeming aangenomen. Men herinnert zich, aldus de M. Crt. hoe reeds de eerste maal, toen in de wethouders- vacature van den heer Delprat voorzien moest worden, de heer Vliegen de meerderheid ver kreeg, doch meende deze benoeming niet te De Duitschers in België. Voor de verdediging van Antwerpen. Na den val van Maubeuge. Een nieuwe slag bij Lemberg. Een reis naar Namen. Een Nederlander in het Rijnland. Een Nederlander in het Rijnland schrijft aan de N. R. C. Onlangs had ik gelegenheid de aankomst van gewonden te zien. Alles was in gereedheid ge bracht, de ziekenzalen waren klaar en goed ver licht, zoowel in ziekenhuizen als in gebouwen, die voor de opneming beschikbaar waren gesteld. Aan het station stonden gesloten trams, zieken wagens en automobielen, die onder leiding van doktoren beladen werden en vertrokken, om met groote snelheid terug te keeren, Zij, die borst-en buikwonden hadden, werden op draagbaren ver voerd, honderden mannen van de plaatselijke „Sanitatsltolonnen" waren met hun vrijwillige helpers aanwezig. Het was reeds nacht en de politie hield een breeden weg vrij tusschen do duizenden toeschouwers die zich hadden verzameld. Er heerschte een gedrukte stemming, want men erkende thans als non-combattanten het ernstige van den oorlog. Alle gewonden hadden den oor logshaard, vooral de ouderenbij het licht der lantaarns zag men hun bleeke gezichten daartegen duidelijk afsteken, veel met pijnlijke trekken het waren Duitschers, Franschen en Engelschen, allen in uniform. Toen de laatste was weggedragen ging het publiek zwijgend uiteen. Dit was de keerzijde der groote overwinningen, waarop zij, die niet medestrijden en thuis de courantenberichten lezen, meer trotsch zijn dan de strijders in het veld zelf. Dat de Duitschers in het Westen tot dusverre overwonnen hebben, zij het ten koste van veel bloed en menschenlevens, staat vastin het Oosten hebben zij ook veel gewonnen, doch daar is hun positie niet zoo gunstig als in het Westen. De couranten wemelen van overwinningsnieuws, doch men wordt er akelig van, hoe verschillende bladen deze berichten opsmukken en onridderlijke be schouwingen over de vijanden houden. Dit is, wat een burger van een neutralen staat onaangenaam aandoet. Dat gruwelen in eiken oorlog voorkomen, is ongetwijfeld waar. Zoolang de hoogste bescha ving niet tot ieder strijder zal zijn doorgedrongen, zal die toestand ook wel blijven bestaan. Dit is het gevolg van het feit, dat in groote legers zich honderden bevinden, die in vredestijd in gevange nissen van tijd tot tijd thuis behooren of op wie speciaal gelet wordt, en op het slagveld te dikwijls gelegenheid hebben hun boosaardige neigingen bot te vieren. Dergelijke individuen bevinden zich natuurlijk ook in het Duitsche leger. Wanneer men in dagbladen dus over gruwelen van vijanden spreekt, heeft men gelijk als men de eigen gru welen niet noemt, kan dit het gevolg niet zijn van onbekendheid, doch het blijft opmerkelijk, dat men deze wel van de vijanden en niet van het eigen leger kent. Onrechtvaardig is echter, dat men daartegenover de braafheid en deugden der eigen troepen steltEigen overwinningen, gruwelen van de tegenpartij en vereering van de deugden der eigen troepen zijn redenen, waarom men zoo vaak een krant onvoldaan ter zijde legt. Het volk is in het Rijnland en in Westfalen optimistisch gestemd, doch al zijn er enkelen hun aantal is gering die bij de feiten blijven. Het grootste gedeelte der bevolking voorspelt steeds krasser dingen. In het begin zou het Duitsche leger binnen acht dagen na den opmarsch te Parijs zijn. Het ziet er naar uit, alsof het er zal komen, de 8 dagen zijn echter reeds langs voorbij. Men gaat inmiddels verder en verzekert, dat Duitsche infanteristen weidia in Engeland zullen zijn. Juist eenige dagen geleden werd men in deze meening versterkt door het vervoer van een bataljon mari niers van Kiel naar België per spoor. Te Essen loopen geruchten, dat behalve de „faule Grete" en de „fleissige Berta", zooals de namen der mor tieren luiden, die voor Luik en andere vestingen hun vernietigend werk verrichten, welker bestaan met B andere 42 c.M. stukken streng geheim was gehouden en in dezen oorlog plotseling opdoken, andere kanonnen aan de wereld zullen vertoond worden, die het geheele Kanaal van Calais tot Dover bestrijken. Op een der torens van het hoofd gebouw der fabrieken van Krupp te Essen heeft men onmiddellijk bij het uitbreken van den oorlog een kanon geplaatst, dat bestemd is aanvallen van vijandelijke vliegers af te slaan. Er wordt in deze fabrieken nacht en dag gewerkt, teneinde de legers van munitie en materiaal te voorzien, want mor tieren, bestaande uit 1600 deelen, hebben veel re paratie noodig, evenals de andere kanonnen. Het voortbestaan van dit reuzenbedrijf is dus van groot belang voor het leger. Men heeft dan ook maat regelen genomen om een vernieling te verhinderen. Het bedoelde kanon moet 8 kilometer hoog schieten en is het niet de bedoeling steeds te treffen, doch om door den luchtdruk de vliegers, die zich boven de fabrieken wagen, naar beneden te halen. Voor de stad is bekend gemaakt, dat bij waarschuwing der posten de burgerij hiervan in kennis zal worden gesteld. Dit is zeer gemakkelijk, omdat de sirene, die men de „Kruppsche Esel" noemt, een ieder bekend is, aangezien zij dagelijks enkele malen geheel Essen, een stad met bijna 400,000 inwoners en dus van groote oppervlakte, het begin en het einde van het werk alsmede de schaftijden overal hoorbaar aanduid met haar geluid, dat men brullen mag noemen. Tien stooten van deze sirene be- teekenen brengt u in veiligheid, het gewone lang gerekte geluidhet gevaar is geweken. Langzamerhand keeren Nederlandsche gezinnen naar het vaderland terug, nu men weder geheel kan doorreizen en meubelen door de spoorwegen ter verzending worden aangenomen. Aan den anderen kant weder ziet men Nederlanders naar hier terugkeeren, die bij het begin van den oorlog waren uitgeweken. Als er thuis niets te doen is, kan het hier niet slechter zijn, maar toch moet ernstig tegen de emigratie naar Duitschland worden gewaarschuwd, omdat ook hier weinig werk is. Men verzekere er zich dus van te voren van, dat men hier werk vindt en vooral hoe de levensom standigheden zijn. De plaatselijke arbeidsbeurzen verleenen hierbij gaarne haar tusschenkomst.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 2