Biimenlandsch Nieuws. Kerk en S c h o o 1. Telegrafische Berichten. Uit Stad en Provincie. De Duitschers in Tongeren. Van de Belgische grens. ANTWERPEN, 23 Augustus. Volgens gis teren te Gent aangekomen reizigers wordt slag geleverd tusschen Jumet en Manage (aan de spoorlijn Bergen - Charleroi) in Henegou wen. De bevolking vlucht. Vrijdagnamiddag zijn de Engelschen te Bergen binnengekomen. Volgens de Flandre Libérale doorkruisen twee Duitsche legers België, een dat op Va- lencienes (op Fransch gebied, dicht bij de spoorlijn BergenParijs) aanrukt, een ander op Rijssel. Een Fransch leger, van de laatste stad komend, had Vrijdagochtend zijn voor hoede reeds bij Thourout (ten Z. van Brugge, aan de spoorlijn van Yperen). De Duitsche troepen, die langs Henegouwen voorttrekken zullen voor een Fransch leger te staan komen, waarvan een 15,000 man ruiterij deel uitma ken. Deze kunnen nu eerst met goed gevolg ontreden in verband met den uitersten linker vleugel, die Duinkerken dekt. Een bericht uit Parijs zegt, dat de Franschen het offensief hebben genomen. De Parlementaire berichtgever van het Handelsblad v. Antwerpen meldt, dat sedert dezen morgen geen enkel Duitscher meer te Brussel is. 300,000 Duitschers zijn voorbij getrokken. 150,000 langs Boschvoorde en I'kkel in de richting Charleroi, 150,000 langs Vilvoorde in de richting Ninove. Te Bergen en Charleroi moet in de straten ernstig gevochten zijn. De mitrailleusses velden velen neder. De lijken liggen opge stapeld in de straten. Ook verluidt dat een Duitsch leger noord waarts trekt ter insluiting van Antwerpen. Twee heeren kwamen heden te voet uit Brussel tot Aalst, zij waren de Duitschers maar en kele mijlen voor. Te Aalst konden zij nog een trein bereiken en via Gent naar Neuzen komen. N. R. C. BERLIJN, 23 Augustus, (Wolff.) Degroote generale staf meldt: Het ter weerzijden van Neuf Chateau voor- trukkende leger onder hertog Albrecht van Wurtemberg heeft heden aan het over de Semois-rivier (langs de grens van Belgisch Luxemburg en Frankrijk) vooruitgerukte Fran- sche leger een volkomen nederlaag toegebracht. De vervolging vangt nu aan. Tal van ka nonnen, vaandels en gevangenen, waaronder verscheidene generaals, zijn in onze handen gevallen. Ten Westen van de Maas rukken onze troe pen tegen Maubeuge op. Een voor het Duitsche front optredende Engelsche brigade ruiterij is geslagen. Duitschland's levensmiddelen in tijd van oorlog Men schrijft aan de N. R. C. Het is wel eens de moeite waard, nu ver schillende binnen- en buitenlandsche bladen zich bezighouden met de voorziening in de behoefte aan levensmiddelen in Duitscldand, de Duitsche handelstatistiek te raadplegen. In eenige bladen is beweerd, dat Duitschland een tekort aan rogge heeft. Vroeger is dit wel het geval geweest en was Duitschland aangewezen op rogge-invoer uit Rusland. Na 1906 is echter de Duitsche roggeproductie niet alleen voldoende geweest voor het eigen rijk. maar is meer rogge uit Duitschland uit- dan ingevoerd. In 1912 bijv. is uit Duitschland 481,6 millioen K.G. rogge meer uit- dan inge voerd en in 1913 581,4 millioen K.G. Grooter uit- dan invoer komt in Duitschland de laatste jaren soms ook bij haver voor, hoewel niet geregeld. Om ons bij de laatste 2 jaren te bepalen, vinden wij in 1912, dat meer haver werd in- dan uitgevoerd 280.7 millioen K.G., in 1913 daarentegen meer uit- na ingevoerd 154.9 millioen K.G. Wat aardappelen betreft, is in 1912 +700 millioen K.G. meer in- dan uitgevoerdin 1913 was echter veel minder in Duitschland noodig, de invoer van aardappelen overtrof dan ook den uitvoer met slechts 50 millioen K.G., terwijl hierbij niet uit het oog verloren moet worden, dat dit tekort inzonderheid in de eerste maanden van 1913 is ontstaan. In do laatste maanden van 1913 was tengevolge van den zeer overvloedigen aardappeloogst in Duitschland (in 1912/13 werd n.l. 50.2 millioen tonnen aardappelen iu Duitschland geoogst tegen 34.4 millioen tonnen in 1911 12) de uitvoer van aardappelen grooter dan de invoer. Heeft Duitschland, nu de berichten van den oogst over het algemeen gunstig luiden en ook het binnenhalen van den oogst door het mooie weer wel goed zal geschieden, zeer zeker voldoende rogge, haver en aardappoleiT, wat tarwe en gerst betreft heeft het een zeer groot tekort. In 1912 en 1913 bedroeg de invoer van tarwo jaarlijks 2000 millioen K.G. meer dan de uitvoer, dat is een te kort van pim. 30 K.G. per hoofd der bevolking jaarlijks. Het tekort aan gerst bedroeg in 1912 2757 millioen K.G. en in 1913 3087 millioen K.G. Wat graangewassen en aardappelen betreft, kunnen wij dus zeggen, dat van de granen waaruit brood worden vervaardigd en een groot tekort is aan tarwe, oen kleiner overschot van rogge. Gerekend wordt, dat pl. m. 90 a 93 pet. van het bedrag der „broodgranen" door Duitschland zelf wordt geproduceerd. Daar echter tengevolge van den rijken oogst van 1913 nog wel heel veel voorraden aan wezig zullen zijn, is het zeer goed mogelijk, dat de hoeveelheid voor bijna een jaar vol doende is. Dit is ook het geval met haver en aardappelen. Het gebruik van gerst zal echter inge krompen moeten worden en derhalve zal de varkensfokkerij een groot nadeel ondervinden, dat evenwel minder zal worden, daar het aantal varkens wel langzamerhand sterk zal verminderen en dus de hoeveelheid benoodigd voeder eveneens kleiner wordt. Wat nu het benoodigde vleesch betreft, daaraan heeft Duitschland, al duurde de oorlog langer dan één jaar, geen gebrek. Gemiddeld werd per hoofd der bevolking heel wat vleesch gegeten, in 1908 53,28 K.G., in 1909 52,94 K.G., in 1910 51,76 K.G., en in 1911 53,63 K.G. Berekend is, dat hiervan onderscheiden lijk 94,86 pet., 94,70 pet., 96,16 pet. en 95,31 pet. door de eigen productie werd geleverd. Stel, dat de consumptie slechts 2 K.G. per hoofd der bevolking in één jaar minder wordt, dan eten ze nog steeds 15 a 17 K.G. meer dan wij Nederlanders per hoofd der bevolking. Vleesch is er dus zeker voldoende voor nog geruimen tijd. Wat eerste levensmiddelen betreft, kan Duitschland nog langen tijd den oorlog vol houden, daar bovendien het tekort aangevoerd kan worden door het groot overschot dat er is aan suikerbieten. De Minister van oorlog beeft aan de auto riteiten van de landmacht verzocht aan de betrokken burgemeesters onverwijld opgave te zenden nopens hen, die volgens do bepa lingen van de paragrafen 2 en 3 der Land storminstructie, landweerplichfig zijn en niet in de registers van den landstorm zijn inge schreven. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is bijeengeroepen tegen Woensdag 26 Aug. des voormiddags 11 ure. De Eerste Kamer tegen des namiddags half 2 ure. Nader meldt het Hand., dtit er van beslag op meel thans geen sprake meer is. De fa brieken kunnen van hun voorraden onge stoord doormalen. De regecring heeft overigens maatregelen genomen om den invoer van graan voor ons eigen gebruik te verzekeren, zoo noodig, in dien particulieren daarbij bezwaren mochten ondervinden, door consignatie aan het Neder landsche gouvernement. Geref. Kerken. Aangenomen naar Vorden door G. J. Wis- sink te Opeinde c. a. Chr. Geref. Kerk. Beroepente Lutten a/d Dedemsvaart Hoogendoorn, cand. te 's-Gravcnhage. Donderdagavond zal een gecombineerde openbare vergadering van de beide Jongelings- vereenigingen alhier met de Militairen ge houden worden, in hot lokaal „Bethel", 2de Verbindingstraat. Middelburg. Heden werd ter Arrond. recht bank alhier vrijgesproken de in Ter Neuzen aangehouden 39-jarige vrouw die wegens diefstal in April 1902 tot 1 maand gevangenisstraf veroordeeld was doch daar tegen in verzet kwam. De vrijspraak was gevolg van de droeve tijdsomstandigheden. J. D. handelsreiziger te Hoek werd ver oordeeld wegens verduistering ten nadeele van zijne patroons tot 2 jaar gevangenisstraf met aftrek voorarrest. Roozendaal Volgens personen uit Antwerpen, heden hier aange komen, zou hedenochtend een Zeppelin door middel van zoek lichten, de stelling van Antwer pen hebben verkend. GENT. De Nederlandsche Consul heeft bij pro clamatie bekend gemaakt dat van eene oorlogs verklaring van Frankrijk aan Nederland NIETS bekend is. Opmerkelijk is dat de nieuwe sensatie-berichten omtrent Nederland verspreid, gaarne voor waarheid worden aanvaard. De Consul dringt er zéér op aan dat een ieder meewerke de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Nederland en België te be waren. ANTWERPEN. Hedenochtend werden alhier uit een vliegmachine bommen geworpen in de twaalf- maandenstraat. Bij het .Koninklijk Paleis werden ZES bommen geworpen. Een aantal politieagenten werden getroffen en één hunner gedood. Brussel. Het is te verwachten dat de Duitsche cavalerie te Roubaix en te Tour- coing bij Rijssel een gedeelte van het Fransehe grondgebied zal binnentrekken. BERLIJN (officieel.) Vijf |forten van de vesting Namen zijn thans in bezit van de Duitschers. Vier andere forten worden nog hevig beschoten. Berlijn. Te Antwerpen heerscht een ware paniek. Met het oog op belegering is het te betreuren dat de vestingen nog niet voltooid zijn. De perS is verbitterd op Frankrijk en Engeland die niet te hulp kwamen. Engelsche bladen verzekeren dat hulp bieden door de Schelde in strijd zou zijn met de neu traliteit van N e d e r 1 a n d Karlsruhe. Twaalf Fransehe kanonnen met munitiewagens zijn hier binnengebracht. Ze zijn op de Franschen veroverd. PARIJS. De minister van Qorlog maakt bekend dat hedennacht het |Fransche leger dat door het Duitsche werd aangevallen, moest terugtrek ken. Aan beide zijden werden aanzienlijke ver liezen geleden. Londen. In Bohemen zouden zeer vele Tsechen en Polen gefusileerd zijn. De correspondent van de Times seint dat de Moldau ROOD VAN BLOED ZIET. Belgrado. De Kroonprins George van Servië heeft het commando overgegeven. De stad kan zwaar beleg doorstaan. TER NEUZEN, 25 Augustus 1914. Vrijdagavond zijn alhier vele vluchtelingen uit België aangekomen. De meesten hadden zeer weinig- mee kunnen voeren. Een heer scheen nog al tijd gehad te hebben om te pakken want hij had zeven koffertjes bij zich. In sommige straten waren al de huizen met den grond gelijk gemaakt en was haastig ge vlucht. Velen zagen er zeer afgetobd uit. Heden zijn in onze stad dames bezig met collecte te houden, langs de huizen, voor het Roode Kruis. J.l. Zaïerdag werd alhier onder leiding van den burgemeester, den heer Huizinga de eerste vergadering gehouden van de „Ver- plegingscommissie" voor Zeeuwsch-Vlaanderen Oostelijk deel. Na een kort inleidend woord, werd door den Voorzitter medegedeeld, dat door hem de heer C. Ie Nobel was aangewezen als secretaris der commissie. In de eerste plaats was aan de orde het benoemen van een dagalijksch bestuur. Op voorstel van den heer Baron Collot d'Escury werd besloten daarvoor aan de twee zitting hebbende leden nog vier toe te voegen. Na onderling overleg werden daarvoor aangewezen de heeren Baron Collot d'Escury, burgemeester van Ilontenisse, F. van Waesberghe, burge meester van Hulst, Den Hollander, burgemees ter van Axel en Cuelenaere, burgemeester van Philippine. Bij de verdere beraadslagingen werd den wensch uitgesproken, dat de commissie bij de werkgevers op industrieel, handels- en landbouwgebied, zou aandringen om vooral voort te gaan, met den arbeid in hunne onder neming, waardoor de werkeloosheid op de meest afdoende wijze wordt bostreden. Vervolgens is het gewenscht dat zooveel mogelijk do handel wordt voortgezet, nu de oogst is afgedaan en alles in voldoenden voor raad aanwezig is. Op de gebruikelijke wijze werd vervolgens de vergadering gesloten. Wij vernemen dat de treinen op de lijn Ter Neuzen Mechelen niet vorder rijden dan Willebroeck, behoudens een enkele uitzonde ring, en dat ook de trein op Gent niet verder rijdt dan de Dampoort, zoodat men het zuider station niet kan bereiken. Aan den heer J. Dieleman, wegwerkeï aan de Prov. weg tusschen Ter Neuzen en Axel is door Gedep. Staten, wegens Imogen ouderdom eervol ontslag verleend. Te 's Gravenhage slaagde voor het examen Engelsch de heer A. Coumou, hoofd der Chr. school te Sluiskil en de heer S. Brouwer, hoofd der Chr. school te Zaamslag voor Duitsch. Uit Hulst wordt aan de Midd. Crt. be. richt. Van alle torens van Belgische ge- aan het Hamburger Fremdenblatt vroeg een kapitein aan zijn matrozen, wie zich vrijwillig voor een doodsvaart in een duikboot wilde aanbieden. Alle kerels traden naar voren. De kapitein maakte nu de opmerking dat, in het gunstigste geval, van de vijf die er mee zouden gaan, er één zou terug- keeren dies ried hij aan, dat men zich nog eens bedenken zou. Bovendien gaf hij als zijn meening te kennen, dat gehuwden zich niet behoefden aan te melden, aangezien die, zoolang het met eere geschieden kan, zich in het belang van hun familie moeten sparen. Men moest er dus nog maar eens een nachtje over slapen. Den volgenden ochtend, heel vroeg al, hadden wederom alle zich aangemeld, zoodat het voorden kapitein niet gemakkelijk was om een kous te doen. Zoo is de geest bij onze marine. Oud en jong, niemand wil voor een ander onderdoen. Men meldt uit Breda aan de N. R. C. Eenige vluchtelingen uit Tongeren hebben mij over linn wedervaren het volgende medegedeeld De Duitschers te Tongeren hebben de bewoners vrij goed behandeld. Zij waren ingekwartierd bij de burgers en betaalden alles wat ze noodig hadden gedeeltelijk in marken, gedeeltelijk in papieren bons, welke na den oorlog ingewisseld zouden worden, Zelfs hadden de Duitschers met de menschen. bij wie ze ingekwartierd waren, een soort vriend schap gesloten en lieten de kinderen op hun knieën paardje rijden. De wapenen waren den burgers bij hun komst ont*omen en overal was huiszoeking gedaan, of er nog geweren of revolvers verborgen waren. Gedurende hun verblijf waren talrijke schermut selingen met de Belgische* voorposten gehouden. Meestentijds verloren de Duitschers het en trokken dan naar Tongeren terug. Zondagochtend waren er een 800 uhlanen uitgerukt. Een uur later keerde de helft ervan terug, vluchtende. De rest was weggemaaid door twee Belgische mitrailleurs, die bij een brug verdekt opgesteld stonden. Maandagavond hoorde men plotseling in de stad zelve eenige geweerschoten. De burgers die in de meening verkeerden, dat de Belgische soldaten de Duitschers aanvielen en probeerden te verjagen, verscholen zich in de kelders. Een uur later werd echter op de deuren geklopt en geëischt, dat zij naar buiten zouden komen. Er werd beweerd, dat de burgers eenige Duitsche artilleristen hadden doodgeschoten en een officier verwond. Drie gees telijken werden weggevoerd, verdacht van uit den toren van de kerk met revolvers geschoten te hebben. Volgens de burgers echter hadden de soldaten in- een herberg tijdens een twist op elkaar geschoten en daarbij een officier geraakt. Om hun schuld te verbergen, hadden ze de burgers ervan beticht. Een tiental mannen werden uit de groep men schen, waarbij mijn zegsman en zijne familie was, aangewezen als schuldig en zonder verdere ondervraging tegen een muur geplaatst en gefusil leerd. De anderen moesten met de handen in de hoogte ruim een uur blijven wachten en werden meermalen aan den lijve gevisiteerd. Het was intusschen 10 uur geworden. Toen werd hun bevolen dat zij de stad moesten verlaten en werd hun aangewezen, welken weg ze moesten gaan. Tongeren zou voor straf en om den dood der Duitschers te wreken in brand gestoken worden. Eenige vronwen mochten, door soldaten begeleid, het dierbaarste wat ze hadden uit de huizen halen. Meermalen, verzekerde mijn zegsman, is hun dit dan later ontnomen. Vervolgens werden ze ver schillende kanten uitgejaagd. Onze Belg, die eigenlijk te Brugge thuis behoorde en in Tongeren bij zijne familie op vacantie was, moest met zijne moeder, een oud menscli van in, de zeventig, eene getrouwde zuster en twee kinderen de richting van Maastricht uit. Door Duitsche soldaten werden ze ongeveer vijftien kilometers ver begeleid en telkens dreigde men hen te zullen doodschieten. Steeds moesten ze gaan met de armen in de hoogte. Den meesten werd het geld en de enkele sieraden, die zij bij zich hadden, afgenomen. Stond Tongeren in brand, toen u vertrekken moest vroegen wij. Talrijke woningen brandden reeds, en toen we een uur geloopen hadden, gebood onze begeleider ons om te kijken en zagen we een groot deel van Tongeren in brand staan. Voer tuigen om de- zwakken te vervoeren, waren er niet. Een vrouw wier man juist gefusilleerd was, moest iu een half verbrande hoeve achterblijven. Zij ver keerde in barensnood. Haar vier kinderen stonden bij haar te schreien. Al maar voort moest men, Duitschers met opge heven revolvers achter hen. Eindelijk liet men hen alleen en ze rusten wat uit in een veld. Dins dagmiddag om twaalf uur bereikten ze de Neder- landsche grens en eindelijk Maastricht. Meermalen waren ze onderweg door Duitsche soldaten bedreigd. Van anderen ontvingen ze echter wat eten en die hadden deernis met hun lot. Te Maastricht werden zij liefderijk ontvangen en van voedsel voorzien. Daar zij geld bij zich hadden verborgen konden ze hun plan volvoeren ze wilden nl. nog gisteren avond naar Vlissingen gaan, vandaar oversteken naar Breskens en zoodoende te Brugge komen. Met tranen in de oogen spraken ze van het goede, van de Nederlanders ondervonden. Men meldt uit Budel, dd. 23 Aug. aan de N.R C. Toen ik zooeven aan den slagboom, hier op de Belgische grens, stond te kijken naar de Belgische vluchtelingen, die steeds door, uit de richting Ha- mont op Nederlandsch grondgebied komen, ont moette ik een gezelschap dames, onder leiding van den burgemeester van Budel, den heer Van Uden, dat in de tegenovergestelde richting passeerde. Ik werd voorgesteld aan de Belgische dames, onder wie twee dochters bleken te zijn van den burge meester van Bree, den heer Martens. Zij waren op weg om te trachten inlichtingen te krijgen om trent haar vader die met den deken van dat Bel gische dorp als gijzelaars weggevoerd zijn, eerst naar Genck a d. spoorlijn Hasselt— Maaseijk en later naar Bilsen, om daar voor den Duitschen krijgsraad te verschijnen. Mej. Martens vertelde mij, dat er Vrijdagmiddag een automobiel met acht Duitsche verkenners door Bree was gevlogen, de karabijnen uit de portieren. Een hunner, die op de treeplank stond, was er dooi- de Belg. gendarmen afgeschoten. Later op den dag waren er drie militaire wielrijders doorge komen, van wie er een gedood, een zwaar en een licht gewond werd. Do lichtgewonde was gevlucht naar Opoeteren [aan de spoorlijn Hasselt—Maaseijk] en daar in het hospitaal opgenomen. Toen vervolgens een afdeeling uhlanen in Bree was binnengekomen, vonden zij de bevolking staan rondom den gesneuvelde en den ernstig gewonden wielrijder. Zij namen den laatstgenoemden, die ver dat er door dorpsbewoners op hem geschoten was, mee. De burgemeester van Bree verscheen inmiddels met zijn auto om den gewonde te halen ter verpleging. Intusschen overleed ook de zwaar gewonde wielrijder. Op diens verklaring, dat het burgers geweest waren en geen gendarmes, die geschoten hadden, zijn toen de burgemeester en de deken als gijzelaars weggevoerd. Mej. Martens verzekerde, dat haar vader te voren alles gedaan had om de burgers tegen schieten op den vijand te waarschuwen, dat hun schietwapenen alle reeds in beslag genomen waren, en dat dus stellig de gendarmes geschoten hadden. Gelukkig haeft nu ook de lichtgewonde Duitsche wielrijder in Opoeteren schriftelijk deze zelfde verklaring afgelegd. De beide zeer ontroerde jongomeisjes togen nu met hun Nederlandschen gastheer over onze grens België in, om zekerheid te krijgen over het lot van hun vader. Inmiddels is Bree door uhlanen bezet. De geheele bevolking is gevlucht, en kampeert ten deele in de bosschen langs onze grens van hier tot Weert. Telkens vragen de Duitsche soldaten hier naar den loop van de Nederlandsche grens, en zoodra die hun wordt gewezen, keeren zij terug. Onze grenswachten en patroeljes zijn voorzien van ge drukte biljetten voor mogelijke militaire vluchte lingen. In het Duitsch, Fransch en Engelsch staat er op te lezen: „Gij zijt hier op Neder landsch gebied. Wij verzoeken u terug te keeren of anders wordt gij ontwapend en ge ïnterneerd." Bovendien wijst de Nederlandsche vlag op de kerktorens van de 'grensdorpen hier reeds uit de verte de grens aan. Hier tegenaver Budel waait de Belgische vlag van den toren van Ilamont, dat grootendeels is ontvolkt. Overal in den omtrek verleenen de menschen hier gastvrijheid aan ge vluchte burgers van over de grens. De Belgische generaal Schefl'er, die met zijn staf van de hoofdmacht afgesneden was, is eerst een paar dagen in het nabnrige Neerpelt schuil gegaan. Een wacht op den toren zag uit of Duitsche leger- afdeelingen in aantocht waren. Toen dit het geval werd is de generaal met zijn staf per auto terug getrokken naar Hamont, waar de heeren gernimen tijd aan het station hebben vertoefd. Zondag zijn zij per auto in de richting van Antwerpen ver dwenen. Gisterenochtend heeft de grenswacht hier kanon gebulder gehoord, naar zij meent uit de richting Bergeyk. Belgische vluchtelingen echter vertellen hier, dat een afdeeling Duitschers in Rettay overal de boerderijen in brand steekt. Vermoedelijk zal het schieten dus uit die streek zijn vernomen.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 3