Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Nederland en de Oorlog. Uit de Pers. Biimeiihmdsch Nieuws. No. 1144. Woensdag 12 Augustus 1914. 126 Jaargang. Aan onze abonné's. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN, Inzending van advertenti5n vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40 v'oor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naai plaatsruimte berekend. INOEZONDEN STUKKEN TE KIChTFn AAN DE KEUACTIE, ABONNEMENTEN EN AUVERTENTlfa TE BEZOR.IEN BIJ DEN UITGEVER. Wegens beperkte dienst op boot en trein, zullen velen ons blad later als gewoonlijk ontvangen. Zooals men begrijpt is hier in deze gewichtvolle omstandigheden niets aan te doen. H. H. Adverteerders wordt beleefd verzocht hunne advertentiën zoo vroeg tijdig mogelijk in te zenden, met het oog op den ongeregelden dienst der posterijen. Nog maar een goede aclit, dagen zijn ver- loopen, sinds de oorlogsfakkel ontstoken werd, en toch zijn reeds duizenden gevallen als slachtoffers van dezen vreeselijken krijg. Dat het vroeg of laat tot een Europeeschen oorlog zou komen, was te voorzien. Reeds jarenlang heeft Frankrjjk op de gelegenheid gewacht, om wraak te nemen over 1870/71 En Engeland heeft te veel last gehad van den gedachten concurrent op handelsgebied, om niet de zijde van Frankrijk te kiezen. Maar dat in België de eerste slagen zouden vallen, kon niemand voorzien, die nog eenig vertrouwen had in gesloten verdragen, waarbij de neutraliteit van dit land werd gewaarborgd. Zooals de zaken thans staan is er zelfs veel kans, dat juist België, het groote slagveld van zoovele oorlogen, ook ditmaal het voornaamste ♦ooneel van den strijd zal zijn. Was het Duitschland gelukt, in snelle marschen Frank rijk binnen te trekken, onze buren zouden waarschijnlijk minder geleden hebben, dan thans allicht het geval zal zijn. Immers, waar de Franschen onze dappere zuiderburen te hulp snellen, gesteund door Engelsche hulptroepen, daar is er groote kans, dat juist in België de beslissende slagen zullen vallen. En waar de Duitschers in het Maasdal op grooter tegenstand stuiten, dan zij blijkbaar verwacht hebben, is er o. i. veel kans, dat zij hun rechtervleugel zoover zullen vooruitschui ven, dat ze ook de stelling Antwerpen aan tasten, om niet het gevaar te loopen straks hij hun opmarsch uit die stelling in de flank te worden aangevallen. Tenzij het hun gelukken moge het Belgische veldleger van dit steunpunt af te snijden. In elk geval is er groot gevaar, dat de schoone landouwen van België straks in een woestenij worden herschapen jdoor elkaar bekampende legerscharen. Zal Nederland vrij blijven in dezen reuzen strijd Voorloopig is daar alle hoop op. Duitschland eerbiedigt blijkbaar met angst vallige nauwgezetheid onze grenzen en Enge land heeft beloofd, met zijne oorlogschepen de Schelde niet op te varen. Doch wie kan in dezen tijd nog vertrouwen op beloften van de groote mogendheden Als hun belang 't mee brengt, vinden ze heel gemakkelijk een aanleiding, om die be loften te breken. Elk gevoelt, welk een verantwoordelijkheid er rust op de mannen, die thans in naam onzer Koningin het land besturen. Ga er een gedurig gebed tot God op, dat Hij dien mannen wijsheid geve in deze moei lijke dagen. En voorts wij zijn in Gods hand Hij alleen regeert. Geen onheil zal ons treffen, indien Hij 't niet wil. Moge ons volk in deze droeve dagen van spanning en vreez.e zijn toevlucht .zoeken hij Hem, die helpen kan in eiken nood. Onze houding. De Nederlander schrijft De nieuwstijdingen van heden zijn betrek kelijk scliaarsclizij bevestigen len volle de waarschuwingen die wij Vrijdag hebben ge geven tegen geruchten. Wij hebben bijv. al zooveel gehoord over landingen van Engelsche troepen in België dat wij nauwelijks meer twijfelden aan de juistheid van die mededcelingon heden echter vernemen wij dat zulke landingen „voorbereidl' en „overwogen" worden. Wij schrikten van tijdingen over een zee slag in de Noordzeereeds tot tweemalen toe zouden gewonden op de Schotsche kust aangebracht zijn of worden, maar nog steeds blijft de bevestiging uit, en in het Lagerhuis verklaart Churchill dat er geen zeeslag is geleverd. Ook over Luik en wat daar geschiedt, he reiken ons de meest tegenstrijdige telegram men, geklourd naar de plaats van herkomst, Brussel of Berlijn. Zekere ontroering werd Vrijdagavond ge wekt door de mededeeling, dat Duitschland een wapenstilstand zou hebben aangevraagd spoedig echter bleek de overdrevenheid, om niet te zeggentotale onjuistheid van dit bericht, dat alleen uit Belgische bron tot ons is gekomen. Stemde liet al een oogenhlik hoopvol, een volgend oogenhlik doemden aan den hemel nieuwe dreigende donderwolken op, ten aan zien van Japan's houding. De verklaring van strikte onzijdigheid schijnt thans gevolgd door eene, die aan het bondgenootschap met En geland herinnert, en die niet onduidelijk laat doorschemeren, dat Japan bereid is de ver plichtingen die dat bondgenootschap schijnt op te leggen, na te komen. Dat zou voor Engeland dus beteekenon dat het tegenover Duitschland werd gesteund. Een merkwaar dige loop der historie inderdaad zou het wezen indien het „gele gevaar", waartegen de Duitsche Keizer zelf allereerst heeft gewaarschuwd, thans juist tegen Duitschland begon te dreigen. Niet alleen voor Duitschland, maar voor heel Europa zou de ontketening dezer Oost-Aziati sche machten een niet te overziene ramp moet heeten. Engeland zal, geleid als het wordt door Staatslieden van beteekenis, niet kortzichtig genoeg om zulk een gevaar licht te achten, nog wel wachten zicli op den Ja- panschen bondgenoot te verlaten. Immers zou dit ook de tusschenkomst van Amerika moeten tengevolge hebben. Wij blijven daarom hopen, dat de Japan- sche voornemens eerder een pacificeerenden dan een den toestand verergerenden invloed zullen hebben. De Europeesclie grootmachten kunnen niet wenschen door rechtstreeksere of zijdelingsche hulp eenigermate afhankelijk te worden van liet Mongoolsche ras, en dus schijnt Japan's verklaring ons het allermeest geschikt sommigen tot bezinning te brengen. Overigens zullen wij ook van deze verklaring nog nadere bevestiging moeten afwachten. In een enkel opzicht, en wel een dat voor ons van het hoogste belang is, blijven de berichten zich zeiven gelijk. Het geldt namelijk de voornemens der strijdende partijen om onze zelfstandigheid te eerbiedigen. Zeer beslist wordt van dit voornemen gewag ge maakt in een telegram van den Londenschen correspondent van liet Handelsblad die aan zijn blad seinde Wij meenen redenen te hebben om aan te nemen dat dit bericht juist is, en dat tusschen Londen en den Haag zulk eene overeenstem ming verkregen zou zijn mag ons tot dank baarheid stemmen. liet wordt trouwens door de Petit Bleu bevestigd. Men verneemt, nu de gebeurtenissen zich langzaam voor onze oogen gaan ontwikkelen, allerlei oordeelvellingen, van den een over wat Duitschland deed, had moeten doen, of had moeten nalaten, van den ander in dezelfde of andere volgorde over Engeland of Frankrijk. Wij zullen niet zoo dwaas zijn daarin meê te gaan politiseeren. Wie van een politieke bittertafel houdt, bale aan dergelijke disputen zijn hart op. Zij komen ons niet slechts on vruchtbaar voor, maar ook gevaarlijk. Zij wekken stemmingen, sympathiën en antipa- tliiën, die juist van de bittertafel zoo gemak kelijk naar de straat overslaan, en waarvan men de gevolgen niet in de hand ticeft. Voor 't oogenhlik kennen wij voor ons land slechts één belang, namelijk ditdat wij in den strijd der volken niet worden betrokken. Eu door onze schuld mag dit nimmer ge schieden. Wie de historie kent, weet hoe gemakkelijk een niemendalletje, een beleedigde vlag, een uitgejouwd vreemdeling, tot de bloe digste oorlogen aanleiding heeft gegeven. Ook hier geldt hetZiet een klein vuur, hoe grooteu hoop houts het aansteek!. Daarom betrachtte men in zijn woorden en daden de voorzichtigheid en de wijsheid die den bedachtzameu Nederlander in deze dagen dubbel past. Wij meenen goed te doon liet oordeel van een man, die in gewone om standigheden vlak tegenover ons staat, van mr. Troelstra, hier te laten liooren. Ook hij, onder zijn teeken in Het Volk schrijven de, acht het van zelf sprekend, dat Nederland in dezen oorlog geen partij te kiezen heeft. Zelfkennis zoo schrijft hij, zelfkennis en practisch overleg moeten ons leidon tot dezelfde conclusie, waartoe zucht naar den vrede en de wil, om ons eigen lot te bepalen, ons brachtende eenig mogelijke politiek van Nederland in dezen oorlog is die van de meeste strikte onzijdigheid. Of die politiek ons dan toelaat, te doen, of er geen oorlog is, en kalm thuis te blijven Neen, zij dwingt ons heden, leger en vloot te mobiliseerenzij kan ons morgen dwingen, het warme bloed onzer weerbare manschappen te stortten op liet slagveld. Is liet niet liet besluit, mede te oorlogen, dat ooit dat bloed mag doen vloeien de heilige wil, den vrede binnen onze grenzen te handhaven, kan ons voor den vrede doen sterven. Daarvoor nu willen wij, als liet moet, ons leven geven met denzelfden moed, met de zelfde heilige geestdrift, die de Belgen tot lieden de overmachtige Duitschers deed weerstaan. Of er een oogenhlik zal komen, waarop dit van ons zal worden geöischt, dat is thans niet te zeggen. Nóch Duitschland, nóch Engeland heeft tot heden eenige neiging ge toond, om onze neutraliteit aan te randen. De zware bui, dicht aan onze Zuidergrens uitgebroken, richt zijn koers naar het Zuiden. In het Westen, van uit Engeland, komen nieuwe buien op, die echter niet onze kusten en stroomen behoeven te passeeren. De hulp toch, die Engeland aan België brengen kan, door het zenden van troepen, brengt mede, dat een transportvloot kan varen naar Belgische en Fransche havens, om die troepen te ont schepen. Door dit te beproeven aan onze kust of langs de waterwegen, die liggen op ons gebied, zouden de Engelsclien zich bloot stellen aan vijandelijkheden en vertraging, die zij kunnen vermijden. Maar als Engeland ons met rust Iaat en aan Duitschland geen aau- leiding geeft, om op zijn beurt ons gebied voor zijne operaties te bezitten liet krijgt trou wens al meer en meer de handen vol 1 dan zou kunnen gebeureu, wat wij allen moeten wenschen, dat Nederland zijn handen rein kan houden van den beestachtigen broeder moord die over Europa is losgebroken. •In deze donkere dagen willen wij alles trotseeren verlies van have en goed, onder gang van zaken, armoede door onderling hulp betoon getemperd, desorganisatie en ontred dering op elk gebied. Maar als een diepe siddering gaat door ons volk de heete, innige wensch, dat wij onze gewetens niet behoeven dicht te schroeien voor den broedermoord en dat althans ons volk straks uit den chaos moge opstaan, onverzwakt, onbevlekt, gereed om uit liet schrikwekkend verleden de les te trekken en nieuwe banen van hooger mensche- lijkheid en beschaving in te treden. Tot zoover mr. Troelstra. De strekking van zijn betoog onderschrijven wij volkomen. Óns belang in dezen krijg is oirze onzijdig heid onze houding kan en mag geen andere zijn dan een afwachtende, kalme en besliste, bereid tot den strijd, maar allerminst geneigd dien te zoeken. De toren van Babel. De beroemde Assyrioloog G. Smith had indertijd onder de duizenden kleitafeltjes in het British Museum een tafel gevonden met de hescli rij ving van den hoofdtempel van Babylon en deszells etage-toren, die in de oudheid de bewondering van allen had gaande gemaakt en die algemeen beschouwd wordt als model van den Babelsclien torenbouw, welke in de H. Schrift vermeld wordt. Sinds den dood van Smith waren deze kleitafeltjes verloren geraakt, totdat in liet vorige jaar de geleerde pater Scheil ze weer mocht vinden en den tekst ervan kon vertalen en uitgeven met de hem eigen meesterschap. De beroemde toren (zikkurat) bestond uit zes ontzaglijke op elkander gestapelde vier kante bouwwerken, die naar boven steeds kleiner van omvang werden en op welks bovenste platform een tempelgebouw stond. Uit de vertaling van pater Scheil zijn thans de maten van het reusachtige bouwwerk bekend. liet benedenste massief was 15 Gar breed en lang en 5]/s Gar hoog (de Babylo nische maat Gar was ongeveer G.l Meter), zoodat dit blok ruim 90 meter lang en breed was en ruim 33 meter hoog. Daarop stond een tweede blok van 13 Gar breedte en lengte met 3 Gar hoogte. De derde verdieping was 10 Gar lang en breed, de vierde mat 81/,, Gar breedte en lengte, de vijfde verdieping 7 Gar en de zesde was ö'/a Gar lang en breed, terwijl de hoogte dezer laatste vier blokken telkens 1 Gar was. Op liet platform dezer eerste verdieping bevond zich een tempel van 4 Gar lang, 31/» Gar breed en 2'/a Gar hoog. De gezamenlijke hoogte dezer verdiepingen bedroeg dus juist evenveel als de lengte en breedte van de basis, nl. 15 Gar, of ruim 90 meter. Als men verder weet, dat de steenen, waaruit de verschillende verdiepingen waren opgebouwd, ook verschillend waren van kleur, dan begrijpt men welken machtigen indruk deze vreemde reusachtige toren op de ver beelding der Oostersche volkeren moet gemaakt hebben. B ij bels voor de militairen. Het „Genootschap voor Bijbelverspreiding" stelt gratis ter verspreiding onder onze mili tairen 100,000 Bijbekractaten en Evangeliën beschikbaar. Terugbetaling van voorgeschoten gelden. De minister van oorlog heeft "voorschriften gegeven om de terugbetaling van uit de ge meentekas voorgeschoten gelden voor ver goedingen wegens kostwinnerschap, zooveel doenlijk te bespoedigen. De gevolgen van den Europeeschen oor log voor den Nieuwen Waterweg doen zich al gevoelen, schrijft de N. R. C. Zondag kwa men er nog 33, Maandag 28, Dinsdag 23 sche pen binnen, Woensdag maar 10, Donderdag 8, Vrijdag 7 en Zaterdag 9 schepen. En alles duidt er op, dat de schecpvaartbeweging nog minder zal worden. Tusschen Zaterdagnamid dag 12 uur en Zondagmiddag half drie, was geen schip binnengekomen. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. „Ik verneem dat Engeland beloofde de neutra liteit van de Schelde te eerbiedigen en geen oorlogs schepen de Schelde op te zenden. Nederland beloofde de Schelde open te houden voor koopvaardijschepen.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1