Biimeiilandsch Nieuws.
Buiteiilandsch Overzicht.
Uit Stad en Provincie.
zegen van den werkman waardig maken, zoo
niet zij zullen dra ervareD, dat zij slechts
ambtelijk te leven hebben bij welwillende
beschikking van den god-werkman.
Wie zich den werkman niet welgevallig
maakt, diens daden worden geoordeeld, ge
wogen en te licht bevonden.
Uit is zijn rijk.
Deze ouverture is slechts een kleine fantasie
op hetgeen wij dezer dagen mochten lezen in
een Amsterdamsche correspondentie van de
vrijzinnige Arnhemsche Courant.
Amsterdam gaat Zaandam overtreffen. De
toeleg is er om den gemeentewerkman een
jaarlijksche vacantie te gunnen van 108 uren
plus een toeslag van een week loon.
Het dagelijksch bestuur van Amsterdam wil
een volle week vacantie geven, met behoud
van loon, plus een toeslag.
De toeslag zou bestaan in f 10 per man.
Dat is voor 6000 gemeentewerklieden 60000
gulden. Maar het werk der vacantiegangers
moet ook worden gedaan, daarvoor zijn losse
werkkrachten noodig, wat een verhooging op
de loonlijsten brengt van f 45,000.
Maar deze voorstellen gaan sommigen nog
niet ver genoeg. Niet alleen de vaste ge
meentewerklieden moeten vacantie hebben,
maar ook de losse.
Voor elke twee maanden, die zij in dienst
zijn wordt gevraagd één dag vacantie.
Verder moet een werkman, die als afge
vaardigde van zijn vereeniging naar een of
ander congres gaat, verlof hebben ook met
behoud van salaris.
Dan vinden sommige gemeenteraadsleden
dat een tientje toeslag te weinig is, en willen
daarom 15 gulden geven.
Waarom wij dit alles mededeelen Niet dat
wij den werkman een lotsverbetering mis
gunnen.
Wij kunnen begrijpen, dat ieder er naar
streeft zijn lot zoo' aangenaam mogelijk te
maken.
Maar wij stippen het alleen even aan om
te wijzen op het princiep, waar dit alles uit
voorkomt, en dat de kanker is van de huidige
democratie.
„Gelukkig zijn er nog andere Raadsleden,
schrijft de Amsterdamsche correspondent van
de Arnhemse lie, „dan sociaal-democraten.
Anders zag het er voor de burgers treurig
uit. Wanneer die heeren niet wat geremd
werden dan zouden er de dwaaste voorstellen
doorkomen, want de heeren wethouders zijn
in den regel nog al slap in de verdediging
hunner voorstellen en de Burgemeester laat
in den regel maar praten vindt alles goed en
maakt er zich af met er op te wijzen, dat het
veel geld kost, maar dat de heeren het zelf
moeten weten. En al begrijpen de heeren
van de uiterts linksche partijen drommels
goed dat sommige voorstellen boven de finan-
cieele krachten der gemeente gaan, toch wor
den ze gedaan en verdedigd."
En waarom?
„Omdat die heeren", schrijft de correspon
dent, bij de gratie van den werkman lid
van den Raad zijn".
„Ze moeten door dik en dun voor den werk
man opkomen".
„Doen ze dat niet, dan zijn hun dagen geteld
als Raadslid".
„'t Zou me daarom niets verwonderen
besluit de correspondent, „als er nog wat
wordt opgelegd."
Hier wordt dus van vrijzinnige zijde eerlijk
erkend, dat er van beginsel, eigen inzicht bij
de politiek geen sprake meer is, maar dat
alles beheerscht wordt door de gedachte
„hoe kan ik den werkman aangenaam zijn."
Van den werkman, die lot en leven van het
Raadslid in handen heeft.
Het is wel een heerlijke bewustheid te
mogen regeeren „bij gratie van den werk
man."
Wat een karakter de moderne democratie
al kweekt!
De overbrenging
van Majoor Thomson's lijk.
Men verzoekt ons opname van liet volgende
Hoefijzerverbond.
De plannen voor het kinderherstellingsoord
zijn definitief vastgesteld.
Het hoofdgebouw bevat een ruime eetzaal,
waarachter keuken, waschkeuken, aanrecht-
keuken en provisiekamereen schoollokaal,
twee speelkamers, bad- en kleedkamer, twee
garderobes, elk met toiletkamer en W C's,
dokterskamer met onderzoek- en donkere
kamer, ziekenkamer voor lichte patiënten met
verpleegsterskamer.
Verder zal men er vindeneene groote
veranda met balcon, nog een veranda en
vertrekken voor directrice en personeel.
Het afzonderlijk ziekenhuisje zal bevatten
2 ziekenzaaltjes, een verpleegsterskamer,
keuken, badkamer, bergplaats en een veranda
over de heele lengte.
Ten slotte worden voorloopig 2 lighallen
gebouwd.
Het hoofdgebouw is bestemd voor 70 kinde
ren, het ziekenhuisje voor 10 patiënten.
Het bestuur van het hoefijzerverbond hoopt
nog zooveel medewerking tot de hoefijzerweek
(1—8 Augustus) te krijgen, dat 15 Augus
tus het geld b ij een is.
De aanbesteding is dan op 1 Septem
b e r a. s. bepaald.
Tot 4 Juli kwam in 66,669 gld.
Door de beide oudste leden van den
Rotterdamschen raad wordt voorgesteld aan
Ged. Staten te verzoeken de jaarwedde der
wethouders van f4000 op f6000 te brengen,
doch hun pensioensregeling (maximum f 2000)
onveranderd te laten.
De Eerste Kamer zal voor de belasting
wetten niet meer in dit zittingjaar terugkomen,
maar deze behandelen in de tweede helft van
September.
Naar aanleiding van het wegnemen van
het bord en het daarvoor in de plaats hangen
van een in bloed gedrenkten lap aan het
consulaatsgebouw van Servië te Amsterdam
heeft de regeering last gegeven hier te
lande gevestigde consulaire posten van Servië
streng te bewaken. Aan de politie en justitie
te Amsterdam is een onderzoek opgedragen
naar de plaatsgehad hebbende feiten.
1000 candidaten voor de Fransche acte,
Lager Onderwijs, is reeds veel, dit jaar echter
zijn er nog meer dan duizend, die trachten
zullen deze acte machtig te worden.
De toestand in Albanië.
PARIJS, 8 Juli. De Petit Parisien heeft
Essad pasja geïnterviewd.
Vraag: Wat denkt ge van den toestand in
Albanië?
Antwoord Die kan zeker beter zijn, maar
ik ben overtuigd, dan mijn land met bescher
ming en hulp der groote mogeiidhedeinerin
zal slagen uit de huidige moeilijkheden te
raken Zijn ontwikkeling zou dan krachtig
kunnen zijn.
Vraag: Gelooft gij niet dat de zaak van
den prins van Wied verloren is?
AntwoordGeheel en al verloren. De
prins heeft geen enkele der kwaliteiten ge
toond, die een leider hebben moet. Zijn be
sluiteloosheid, de onhandige maatregelen, die
hij ten opzichte van den een zoowel als den
ander genomen heeft, hebben hem een impo-
pulai iteit bezorgd, die hem op een goeden
dag zal noodzaken te vluchten of afstand te
doen.
VraagWie zou hem kunnen opvolgen,
zoudt gij dat zelf niet kunnen
Antwoord: Laat ons niet over mij spreken,
nooit heb ik naar zulke waardigheid gestreefd
of erover gedacht. Ik heb slechts één ding
gewild, mijn land te dienen. Ik heb mijn
leven en al mijn goederen ter beschikking
van mijn land gesteld en ge weet op welke
wijze de Mbret mij beloond heeft. Ge vraagt
mij wie thans de kroon zou kunnen krjjgen.
Wees overtuigd, en hier glimlachte Essad
pasja eenigszins sarcastisch, wees overtuigd,
dat het niet aan liefhebbers ontbreekt en dat
de groote mogendheden geen moeite zullen
hebben om een candidaat te vinden, die alel
kwaliteiten bezit.
Vraag: Maar als de groote mogendheden
u de candidat.uur eens aanboden
Antwoord: Ik herhaal, ik ben geen candi
daat en ik hecht slechts aan één ding, zooveel
mogelijk bijdragen tot het geluk van mijn land.
Vraag: Heeft uw reis in Frankrijk een
diplomatiek doel
AntwoordNeen, geen diplomatiek doel,
maar ik ben uit mijn land verbannen en zoo
ga ik hier en daar rond, in Italië, Zwitserland,
thans in Frankrijk. Ik ben vol bewondering
over Parijs.
Tot besluit zeide Essad pasja: Ik heb ver
nomen, dat er een Fransche familie in Albanië
op domeinen, die mij toebehooren, gevangen
genomen is door degenen, die men de opstan
delingen noemt. Stel hun familie gerust, men
zal hen zeker geen kwaad doen. Mijn dienaren
kennen te goed mijn bevelen, aan geen enkelen
vreemdeling, en vooral aan geen enkelen
Franschman kwaad te doen.
Uit Durazzo werd Woensdag aan het Ber
liner Tageblatt geseind De diplomaten hier
ter stede zien den toestand van den vorst van
dag tot dag donkerder in. De laatste wan
hopige pogingen om zich te handhaven worden
met belangstelling, maar zonder vertrouwen
in het gelukken er van gevolgd. Zelfs de ge
zanten van het Drievoudig Verbond houden
den vorst voor verloren. Ook de Fransche
en Roemeensche gezant zien geen redding
meer. De Engelsche gedelegeerde maakt van
zijn ineening geen geheim.
De bepalingen voor het Albaneesche vreem
delingen-legioen, die thans ontworpen zijn,
luiden als volgtLeeftijd van 18 tot 30 jaar,
volbrachte diensttijd, bezit van 100 kronen,
onbesproken gedrag, geschiktheid voor den
dienst, onderteekening van de krijgsartikelen,
dienstneming voor een jaar en het worden
van Albaneesch onderdaan voor dien tijd.
Aangeboden wordt vrij onderhoud, voor de ge
wone manschappen 3(1 kronen, voor de onder
officieren 60 kronen en voor de sergeants-
majoors 90 kronen soldij, en later na vol
brachten diensttijd aanstelling in den staats
dienst.
De opstandelingen hebben de katholieke
boeren van de dorpen Malkoetsj en Derweni
verdreven. Deze zwerven 800 man sterk
zonder levensmiddelen in de bosschen rond.
De regeering en de geestelijkheid doen alles
om de ellende te verzachten.
Onder de pas aangekomen vrijwilligers is
reeds oneenigiieid uitgebroken. In de opperste
leiding van de militaire macht heerscht vol
komen desorganisatie, wegens verwarde be
velen van den vorst. De Nederlandsche offi
cieren spreken veel van naar huis gaan. De
vorst laat zelfs na lien over belangrijke be
sluiten in te lichten.
Prenk Bib Doda laat zich als held en over
winnaar vieren.
lederen nacht komen thans nieuwe inci
denten voor door leegloopende Malissoren en
Mirdieten. Den laatsten nacht was er weder
loos alarm. Twee gendarmen uit liet Kossowo-
gebied hadden een landgenoot doodgeschoten
en vluchtten. Ze wilden, 's nachts hierheen
terugkeeren, werden echter voor opstande
lingen gehouden en beschoten. Ze beant
woordden het vuur. In de stad heerschte
tengevolge van het langdurig schieten groote
bezorgdheid. Baron Berger van het Oosten
rijksch-Hongaarsche gezantschap heeft de
menschen tot kalmte gebracht. Alles bij elkaar
genomen: „De toestand is onhoudbaar."
Latere berichten uit Durazzo.
De Russen lieeten Trojanorofski en Kiritsjek.
Elk hunner droeg bij de arrestatie een in
krantepapier gewikkelden stalen cylinder van
vier kilogram en zij bezaten ook revolvers.
De vreemdelingen trokken de aandacht van
de gendarmen door de zware pakken, die zij
droegen en ook doordat zij den iudruk maakten
van een onderkomen te zoeken. Zij bezaten
geld noch papieren en spraken slechts enkele
woorden Fransch. Aanvankelijk wilden zij
niets zeggen over hun verleden en hun plannen,
maar later lieten zij aan een Russischen tolk
wat los. Trojanorofski is 31 jaar oud, uit
Russisch-Polen afkomstig; vroeger was hij
ijzerdraaier. Hij had de afgeloopcn maand te
Parijs in een passanten huis gewoond en hij
werkte bij een landman. Deze mededeelingen
zijn bij onderzoek juist gebleken. De kostbaas
van Trojanorofski heeft bovendien nog verteld,
dat deze zijn kosthuis uitgezet was omdat hij
een anderen Pool bestolen had.
Kiritsjek was omtrent zichzelf minder mede
deelzaam dan zijn makker. Ilij is een 26-jarige
fabrieksarbeider uit Kief, had ook in Parijs
gewoond, maar hij wou niet zeggen, waar hij
den kost mee verdiende. Toen de commis
saris, die hem ondervroeg, aandrong, dat hij
zou zeggen wat er in de stalen cylinders zat
(die inmiddels ter onderzoek naar een labora
torium te Parijs opgezonden zijn) verloor
Kiritsjek ten slotte zijn geduld '„Als het u
dan zoo erg interesseert, zeide hij, ik ben
anarchist en communist en wat u verder maar
wilt. In de twee stalen cylinders zit pikrine-
zuur en ze waren bestemd voor een aanslag
op den Tsaar. Wanneer die aanslag gepleegd
zou worden, daar vraagt u ons te voel over
we hebben daar nog niet zoo over gedacht,
maar er zal zich wel een gelegenheid voordoen."
De beide Russen weigerden hardnekkig te
zeggen hoe ze zonder geld of passen over de
Russische grens dachten te komen.
TER NEUZEN, 10 Juli 1914.
Woensdag slaagde bij het toelatings-examen
voor het gymnasium te Kampen o. a. Willem
Ramondt van Sluiskil, leerling der Chr. school
voor L. en M UT. L. O. alhier.
De voordracht voor onderwijzer aan de
openbare lagere school D alhier, bestaat uit de
heeren: 1. P. J. Eijko te Ovezand, 2 G. J.
van der Bent te Ter Neuzen, 3. J. M. Cense
te Ter Neuzen.
De voordracht voor onderwijzeres in de
nuttige handwerken voor meisjes aan de school
voor M. U. L. O. bestaat uit de dames
1. J. Jansen te Ter Neuzen, 2. A. E. van
der Heijden te Ter Neuzen, 3. J. S. Nijssen
te Ter Neuzen.
Voor den cursus tot opleiding voor officier
is o.m. geslaagd de korporaal bij het instructie
bataljon te Kampen, J. H. W. Koevoets van
Ter Neuzen.
Hoek. Bij Koninklijk besluit is benoemd tot
gezworene van het Waterschap Loven- en
Willemskerke de heer G. Tollenaar alhier.
Zaamslag. De heer F. Tollenaar van hier
slaagde voor het eerste gedeelte van het can-
didaatsexamen aan de Theol. school te Kampen.
Ossenisse. Het elfjarig zoontje van Dr. de B.
wordt vermist. Men vermoedt dat het ventje
verdronken is.
Stoppeldijk. Maandagavond circa elf uur
kregen twee polderjongens alhier zoo'n hoog
gaande ruzie, dat zij het mes trokken.
De een werd o.a. over den rug gesneden
en liep er eene wond op van 9 c.M. lengte;
de andere werd o.a. op het hoofd bewerkt,
waar twee aderen werden doorgesneden.
Gelukkig was geneeskundige hulp nog al
gauw bij de hand, die vooral voor den laatsten
vechtersbaas hoog noodig was, omdat hij zeer
gevaarlijk was gekwetst. (M. C.)
Groede. Maandagnacht zijn hier op den
rijksweg elf personen verbaliseerd, komende
van de kermis tc Breskens en fietsende zonder
licht.
Omtrent de overbrenging van het lijk van majoor
Thomson aan boord van de „Noord-Brabant
schrijft men d.d. 1 Juli uit Durazzo aan het„N.v.
d- D.":
Hedenochtend om 8 uur waren bij 'tgrat aan
wezig alle Hollandsche gendarmerie-officieren, de
koning met het geheele hof, de gendarmerie voor
zoover beschikbaar.
Aan 't tijdelijk graf sprak een voornaam Albanees
uit Valona, den post, waar Thomson 't meest heeft
geageerd, en zei o.a. „Wij danken het Nederland-
sche volk voor den grooten man, die het ons heelt
afgestaan, en wij zijn diep geschokt hem u zoo te
moeten teruggeven."
Langzaam kwam de stoet naar den steiger,
voorop de Albaneesche gendarmerie, gecomman
deerd door een van de twee Albaneesche adjudanten
van wijlen overste Thomson.
Dan volgden een groot aantal kransen, gedragen
door de voornaamste Albaneesche ingezetenen
de eerste krans was die van commandant en offi
cieren van H. M. „Noord-Brabant" dan de kist,
door 8 gendarmen gedragen, dan de hooge gestalte
van den koning, vervolgens de Holl. officieren
generaal De Veer, majoor Kroon, majoor Roelfsema,
de dir. offi. v. gez. maj. Reddiugius, kapitein der
marechaussee Thomson, kapitein Fabius; daarna
het geheele Albaneesche hof. Verder gendarmen
en belangstellenden. De geheele stoet telde een
200 a 300 man, behalve de velen, die bij den steiger
waren en beter nieuwsgierigen konden lieeten.
Daar aan den steiger stonden zeven Hollandsche
zeeofficieren in zoogenaamd ceremonieel tenue, dit
is lange jas met steek, epauletten en sabel. Drie
sloepen lagen langszijde, de binnenste voor de kist,
de tweede een groote sloep voor den generaal en
de majoors, dan nog een voor de overigen. De
kransen werden in de sloep gegeven. Doodstil
water maakt dit alles gemakkelijk.
In de sloep staan de roeiers in de houding, met
ontbloot hoofd. Zoo ook wij officieren. Dan volgt
de kist, gedekt in de sloep door de Nederlandsche
vlag, en dan zegt majoor Kroon in 't Fransch, dat
de kapitein Thomson eenige woorden wil spreken.
Deze betuigde aan den Koning, aan de Neder
landsche officieren en de Albaneesche kameraden
zijn groote dankbaarheid voor de groote eer aan
zijn armen broer bewezen. Hij sprak niet slechts
voor zich zelf, maar voor de heele familie Thomson.
De kapitein was zeer aangedaan en drukte de
hand, die de Koning hem toestak, en die van de
Hollandsche officieren en van de Albaneesche mi
nisters en andere autoriteiten.
De Koning, sprak wonderlijk genoeg geen woord.
Wij verwachtten een laatsteu groet aan den doode,
die zooveel voor zijn land had gedaan en waaraan
Mbret Wilhelm zooveel verschuldigd was. Met een
ietwat verlegen lachje en herhaaldelijk salueerend,
stond de vorst daar wendde zich toen af en ver
dween in de menigte. De Hollandsche gendarmerie
officieren stapten eerst in, wij daarna en namen
als gasten de beide adjudanten, met wie overste
Thomsom zooveel ophad, naar boord mede. De
lijksloep werd langzaam gesleept, daarachter roeiden
achtereenvolgens de beide volgsloepen met lange,
langzame slagen.
Alle schepen deden eerbewijzen door wachtaan-
treden en „stilte" te laten blazen.
Aan boord van de „Noord Brabant" stond de
geheele equipage aangetreden op het voorschip en
langs boord. De sleep met de kist kwam aan
bakboord achteruit, de kransen daarnade kist
werd direct naar de doodenkamer gebracht. Allen
wachtten staande, 't hoofd ontbloot. Daarna
kwamen de sloepen langszijde en gingen de gen
darmerie-officieren nog een laatsten blik werpen
op de baar.
In de stad en in den omtrent is het rustig. De
toestand blijft nochtans onveranderd kritiek.
De stad is vol met vrijwilligers van allerlei gading
en herkomst. Ze doen zeer gewichtig, maar of ze
wat waard zijn, moet nog blijken.
Ten paleize is men daardoor weer optimistisch
gestemd en men smeedt er groote plannen voor
een spoedig aanvallend optreden en dat wel geheel
buiten de bevoegde organen om, te weten de Neder
landsche officieren en de internationale commissie
van toezicht.
De positie der Nederlandsche officieren is daar
door vrijwel onmogelijk geworden, schrijft de N. R C.
De terugkeer van generaal De Veer heeft den
wrevel nog doen toenemen. De Veer is nu eergisteren
naar Walona vertrokken, aangezien duidelijk bleek,
dat zijn aanwezigheid hier ongewenscht was.
De officieren zien verlangend naar het oogenblik
uit, dat zij van hun taak zullen worden ontheven
en daardoor bevrijd zullen worden uit hun tegen
woordige, hunner onwaardige positie, waarin zij
zijn gebracht en die het hun niet langer mogelijk
maakt iets voor den goeden naam van Nederland
uit te richten.
Het agentschap Stefani verneemt volgens de
N. R. C., dat de opstandelingen, ingevolge de tus-
schenkomst van de commissie van toezicht, de
Nederlandsche gevangenen naar Sjak hebben over
gebracht. Zij hebben aan de commissie over de
uitwisseling der gevangenen geschreven en voorts
hebben ze een reclamatie-brief opgesteld, waarin
ze hun voornemen te kennen geven zich te wreken.
De correspondent van de Matin te Durazzo seint,
dat er nog steeds geen bericht is omtrent de zes
Franschen, die gevangen genomen zijn door de op
standelingen. Hij meldt verder, dat een 40-tal vrij
willige Roemeniërs en Koetsowolachen aangekomen
zijn, vergezeld van drie Roemeensche officieren. De
regeering tracht verder ook katholieken te werven
in de streek van Skoetari. Tengevolge hiervan
heeft overste Philips, commandant van de inter
nationale troepen te Skoetari, aan den president
van de commissie van toezicht doen weten, dat hij
geen enkele verantwoordelijkheid meer op zich
wil nemen voor hetgeen buiten de stad Skoetari
voorvalt. Een afgezant van de Albaneesche re
geering heeft in Oostenrijk een sleepboot gekqeht,
waarop men twee kanonnen wil zetten en die dan
voor de kustbewaking zal moeten dienen. De op
standelingen marcheeren naar Skoetari met het
doel de Turksche vlag te hijschen in de dorpen in
de buurt. De Italiaansche gezant, baron Aliotti
is te Durazzo teruggekeerd. Eiken naclit deser-
teeren er gendarmes. Van de 700zijn er nog slechts
een goede 100 over.
De Petit Parisien verneemt uit Rome: Het al
treden van Willem van Wied is bijna onvermijdelijk
geworden. Het is sedert enkele dagen vertraagd
door de hopelooze pogingen, die Prinses Sophie,
de echtgenoote van den Prins, van plan is in eigen
persoon te doen bij den Koning van Roemenië, ten
einde dezen te bewegen tot het zenden van een
Roemeensche expeditie naar Albanië door Servië
heen. Deze pogingen schijnen echter geen kans
op succes te hebben-
De mogendheden zouden verder overeengekomen
zijn, dat na het vertrek van den Prins van Wied,
het voorloopig bewind te Albanië opgedragen
zal worden aan de internationale commissie van
toezicht. Dat voorloopig bewind zou zeer langen
tijd duren, alvorens men een nieuwen vorst zou
benoemen. Zoodra de Prins van Wied uit Albanië
vertrokken zou zijn, zou Essad pasja terugkeeren.
Een aanslag op den Russischen Czaar.
Een telegram uit Pontoise heeft in üe N. R.
C. melding gemaakt van de aanhouding van
twee Russen, in wier bezit bommen en
revolvers zijn gevonden. Deze aanhouding
doet veel van zich spreken, te meer daar het
parket van Pontoise en de gendarmen van
Beaumont-sur-Dise, die de Russen in hechtenis
genomen hebben, er een ongewoon stilzwijgen
over bewaren. Men weet nog niet of de twee
Russen pocherige vagebonden zijn, die zich een
poosje onderdak willen bezorgen in voorloopige
hechtenis, of dat de politie inderdaad de hand
op twee gevaarlijke misdadigers gelegd heeft..
Wat er na hun aanhouding bekend geworden
is, komt op het volgende neer