Hntirmlutionair poor nieuws* en Advertentieblad Zeeland. Theologische School. FEUILLETON. De Broeders. Uit de Pers. No. 1135. Zaterdag 11 Juli 1914. 12e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIËNr Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10 Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfiCJ IE BEZORGEN BIJ DEN UI I GEVER. Woensdag werd te Kampen de telken jare druk bezocht wordende Theologische-Schooldag gehouden. De Rotterdammer geeft van dien dag het volgende verslag In de Burgwal kerk had Dinsdagavond een bidstond plaats, waarin voor een groote schare als voorganger optrad Ds. J. Kok, van Bedum, die sprak naar aanleiding van Openb. 1 vs. IGa „Ein hij had zeven sterren in zijne rechter hand." Na afloop was er Reünie in de Aula. Het gezellig samenzijn werd gesloten door Prof. Dr. H. Bouwman, van Kampen. In liet bovengenoemde kerkgebouw werd Woensdagmorgen te 10 uur de Theol.-Schooldag geopend. In de morgenvergadering werd o.m. het woord gevoerd door Ds. H. IV. Laman, van Assenover „Heerlijk en begeerlijk." Het is een vreemd verschijnsel, aldus Spr., dat er onder de zonen van Gereformeerden huize zoo weinig ambitie blijkt te wezen naar het predikambt. En dat, terwijl de Schrift het zulk een voortreffelijk werk roemt, liet aantal onzer zonen zoo groot is, en de iinancieele kracht van vele ouders wel toereikend is om hunne zonen te laten studeeren. Moet de oor zaak van dit verschijnsel in de ouders dan wel in de kinderen gezocht Bij de ketize van een beroop letten de ouders voorzeker op de neigingen des harten hij hunne kinderen, hoe wel niet hij alle kinderen deze neigingen even vast en sterk zijn. Worden nu zoo weinig ouders hij hunne zonen een bijzondere begeerte naar liet predikambt gewaar? En indiep de sterke begeerten hij de jeugd ontbreken, kan de oorzaak althans ten deele niet schulden bij de ouders De liefde kan opgewekt worden. Vuur wordt door vuur ontstoken. Menigeen zegtals mijn zoon dominee wil worden, ik zal hein niet weerhouden, maar ik moedig er hem niet toe aan Bij deze opvoedingsmethode zullen zeker geen stoike begeerten worden gekweekt. Het vuur brandt het felst, wanneer de wind er in blaast. Als liet predikambt niet li e e r 1 ij k gemaakt wordt voor de oogen onzer zonen, het zal dan ook niet begeerlijk worden voor hunne harten. Het is te vreezen dat er meer gesproken wordt over de schaduwzijde dan over de heerlijkheid van het predikambt, ook voor de ooren van liet opkomend geslacht. De kleine 11) De toorn purperde Hendriks voorhoofd. Hoe werd hij hier behandeld als een ellendige schooierMeenden die twee daar, dat hij iets kwam vragen Maar hij bedwong zijn verontwaardiging. „Wees gerust," zei hij, tocli met meer bitterheid in zijn toon, dan hij willens was er in te leggen, „wees gerust." Ik kom je niets vragen, dan of je met me mee wilt gaan. Mien ligt op sterven. Ze heeft me gesmeekt, je te gaan halen. Ze wou je nog éénmaal zien voor haar dood ze ligt zoo over je te tobben. Ga je mee Zijn toon was milder geworden. Dringend klonk zijn verzoek. De boer van Eikenliof was bleek geworden. Mien stervende! Hij antwoordde niet dadelijk. Het accoord met zijn vrouw verbood hem te luisteren naar de stem des bloedszijn ver bond met den seldsatan stelde zich tusschen traktementen het misschien levenslang be graven, zijn op een plattelandsgemeente; de steeds grooter wordende eischen, waaraan de prediker voldoen moetde nu juist niet op bouwende wijze, waarop in sommige kringen en sommige persorganen over de predikers en hun prediking gesproken wordtdit zijn dingen, waarover uitgewijd wordt, meer dan over de li e e r 1 ij k h e i d der Evangeliebe diening. Het predikambt als rijke broodwinning of als blinkende eerepost kan slechts aan matige eischen voldoen. Wie zoo iets voor zijn kin deren zoekt, moet ze geen dominee laten worden. Maar er bestaan heerlijker dingen dan een rijke broodwinning en blinkende eere- posten. Vaders en moeders, welke een zoon bezitten, die met hart en ziel dominee is, zijn gelukkig te prijzen. Een werk, waarvoor Christus zelf zich niet geschaamd heeft het drie jaren te bedienen, behoeven wij voor onze zonen niet te gering te achten. Maar dan moet dit werk ook li e e r I ij k worden gemaakt voor de oogen onzer kinderen, zal het hegeerlijk worden voor hunne harten. Wanneer in de huisgezinnen met hoogachting, met waardeering, met liefde en geestdrift over de bediening des Woords wordt gesproken, licht dat liet hart van een der kinderen tot jaloerschheid worde verwekt. En vooral vornrogende ouders hebben hier een heerlijke taak. Jongelingen uit gegoede gezinnen zijn de aangewezen personen om de kleine, herderlooze gemeenten te helpen, en te arbeiden tot hun bewaring en vermeerde ring. AI is de arbeider ook in het Koninkrijk Gods zijn loon waardig, nooit mag liet ambt van Dienaar des Woords als een brood winning worden gezocht; liet is en blijft een eerepost, die voor de beste onzer zonen niet te gering is. En daarom gij, ouders, maakt lietf ambt li e e r 1 ij k voor de oogen uwer zonen, dan zal het ook b e - geer lijk worden voor hunne harten. Bluscht den Geest niet uit, maar wekt de liefde op. Dan zal liet li geen gebrek, maar overvloed wezen. Na de pauze sprak Ds. W. H. Oosten van Sclieveningen, over Spreker begon met op te merken, hoezeer uiteenloopend het antwoord is, dat op deze vraag wordt gegeven, en dat liet daarom wel de moeite loont haar eens ernstig te over wegen. Eén opmerking wilde hij echter doen voor afgaan, dat id. uit de formuleering der vraag reeds blijkt, dat 't hier niet gaat om te spreken over het kerkelijk doctorenambt, doch dat hem en zijn stervende zuster. Hij stond in tweestrijd. Hendrik zag het. „Doe het, Gerrit. Weiger de wonscli van een stervende niet. Je kunt nog veel goed maken tegen haar. Haal je geen eeuwig ver wijt over je ziel. Ga mee De boerin stond met nijdig gelaat te luisteren. En Hendriks woorden deden haar haat feller opvlammen. „Goedmaken tegen haar Ze zou zich laten gelden. Ze stootte Gerrit aan. „Je weet het," zei ze met lieesclie stem. „Je weet, wat je hebt beloofd." Hij keek haar aanhij zag haar liaatflikke- rende oogen. Hij zag méér. Hij zag zijn zuster, kampend met den dood, en hij vreesde ze te ontmoeten. Hij vreesde, uit haar veege mond woorden te hooren, die liern wellicht zouden branden in de zieldie zijn geweten zouden wakker roepen „Beslis, Gerrit," drong Hendrik. „Ik kan niet langer blijven. Ze is in haar uiterste ik moet terug." Nog een oogenhlik aarzelde Gerrit. Toen wendde hij zich met een ruk om. „Nee," zei hij, en zijn stem klonk hard. „Ik ga niet mee i'Ven hij opende de deur, om zicli weer naar binnen te begeven. Een helsche glimlach gleed over Anna's het alleen te doen is om een historisch procédé te geven en de bezwaren ingebracht tegen liet doctoraat, nader te bezien. Spr. ging van twee gegevens uit, dat hij nl. liet doctoraat opvat in den zin van een wetenscliappelijken titel, welke bevoegdheid verleent tot het geven van Hooger Onderwijs en van de School spreekt, gelijk zij nu is, als eigen inrichting der Kerken. De vraag naar het doctoreeren aan de Theol. School is niet nieuw, maar reeds 35 jaar geleden was er sprake van èn in de Pers èn op verschillende kerkelijke vergaderingen. De tijd was niet rijp er voor. Tal van andere vraagstukken traden op den voorgrond, tot eindelijk in 1908 en 1911 de zaak werd be handeld op de Synode, doch om practi se he redenen werd terzijde gesteld. Nu komt weder de vraag ter sprake en is zij meer urgent dan zij vroeger was, om verschillende oorzaken, ook mede door de weinig toeschiete lijke houding van de zijde der Vrije Universi teit in zake de erkenning van het candidaats- diplnma der School. Principieel dient nu de zaak heslist te worden. Daarop gaat Spr. de historie der School na, aantoonende hoe de oprichting geschiedde met practise li doel, doch hoe in den loop der jaren naast, het practische het weten schappelijke op den voorgrond kwam te staan en het werd na 1892 uitgesproken, dat de eigen inrichting voor de g e li e e 1 e Theologische vorming had te zorgen, door de w e t e n- schappelijke studie der Theologie. In 189(5 had een radicale verandering plaats, wijzigde de School zich, werd de eigen in richting zoo bevestigd en versterkt, dat zij nu 5 lioogleeraren bezit, waaronder 4 doctoren. Waar zij in ieder opzicht gelijk is aan de Fa culteit der Godgeleerdheid, waarom dan haar liet promotierecht onthouden, waar niemand haar wetenschappelijke beteekenis in twijfel trekt De school heeft reputatie genoeg gekre gen en, getuige den wetenscliappelijken naam van vele leerlingen, oih aan den doctorstitel wetenschappelijke erkenning te geven, en niet tot aanfluiting te maken. Daarop ging Spreker de hoofdbezwaren na, ingebracht tegen liet promotierecht der School. Hij splitste ze in drie soorten, nl. p r i n c i pieele, ethische én practische bezwaren en gaat deze in den breede na, vooral den nadruk leggend op liet ethi sche bezwaar, als zou het vragen van het doctoraat in strijd zijn met liet voor Gods aangezicht gestelde beding. Na alzoo het vóór en liet tegen gesteld te hebben, kwam Spr. tot zijn conclusie. Hij sprak zijn waardeering uit voor liet maken van ernstige bezwaren, al was de toon soms te scherp. Docli krachtig verzet hij er zicli tegen, waar de schijn gewekt wordt, als gelaat. Ze had gewonnen. Toorn en droefheid trilden in Hendriks stem, toen hij den onverlaat toevoegde „Gerrit, weet wat je doet. God zal liet over je bezoeken en je eenmaal tot verant woording roepen Het was ijdel spreken. De deur sloot zicli reeds achter liet echtpaar. De satan had getriuinfeerd. Maar van binnen was het niet rustig. Dien avond bleef de boer van Eikenliof langen tijd huiten. Alleen. Onrustig wandelde hij zijn erf op en neer. Het werd duister. De wind stak op. De regen stortte neer iu stroomen Iiij bleef buiten. Eindelijk, het was al bij tienen, trad hij liet woonvertrek weer binnen. Anna badge- wacht. Ze was blij, dat hij was gekomen ze had zich ongerust gemaakt. IIij liet liet maal onaangeroerd, en zij deed of ze liet niet merkte. Eindelijk zei ze „Ik weet niet, wat je mankeert. Je stelt je aan, alsof je niet goed wijs bent. Als je zooveel met je familie op hebt, welnu, had dan Hij viel haar in de rede. „Zwijg, zeg ikklonk het kort. en er lag zulk een dreiging in, dat ze zweeg. llij balde de vuist en liet haar met geweld op de tafel neerkomen. „Geen woord meer daarover, en nóóit meer zcu voorstander van de School en van het doctoraat gelijk staan met te zijn tegenstander van de Vrije Universiteit. Dat loochenen de feiten liet vragen van liet doctoraat aan de School vloeit niet voort uit onedele concurrentiezucht" of uit tegenzin tegen onze Vrije Universiteit, Openlijk sprak \hij uit op dezen Schooldag, dat wij allen hebben te arbeiden voor deze stichting en haar hoog belang voor volk en vaderland en voor de wetenschap hebben te bedenken. Doch dit erkennende, en de bezwaren over wogen hebbende, kwam Spr. op voor het recht der School en gelooft dat liet doctoraat niet anders is dan de vrucht der natuurlijke ontwikkeling, welke aan de eigen inrichting niet mag onthouden worden. Voorts refereerde Prof. Dr. A.G. Honig van Kampen over „Synthese". Ds. J. II. Rietberg van Koudekerk sprak over: Belijdenis en belijdende Kerk." Prof. E1. M. ten Hoor van Grand-Rapids sprak een woord van blijdschap, deze Schooldag te kunnen hijwonen. De slotrede werd uitgesproken door Ds G. H. A. v. d. Vegte van Urk, over: „Hoe moet de bearbeiding der gemeente in onze dagen geschieden met het oog op het sociale leven Geanimeerde diseussien volgden op deze belangrijke en schoone referaten. Van Noord en Zuid, van Oost eu West waren broeders en zusters opgekomen om deze Theol. Schooldag bij te wonen. De belang stelling was grooter dan ooit te voren. Volle treinen met belangstellenden kwamen te Kampen aan. Van Enkliuizen en Urk was een extra boot gekomen. Toen liet referaat over het doctoraat geleverd werd, kon de kerk de saamgestroomde schare bijkans niet bevatten. ftp verzoek zal dit referaat in druk ver schijnen. Deze Schooldag mag uitnemend geslaagd heeten. Bij de gratie van den werkman. Wij lezen in de Maasbode In onzen tijd wordt er om gelachen om de weidsche phrase van regeerende personen die zich koning noemen „bij de gratie Gods De gratie Gods is in onzen modernen tijd vervangen door de gratie van het volk, meer gedetailleerd door de gratie van den werkman. Zij die tot de regeering en het bestuur geroepen worden, ondervinden deze onder scheiding hij de gratie van den werkman. Zij moeten er naar streven dat zij zicli den Onderwijl dit op den Eikenliof voorviel, had Hendrik zicli naar huis teruggespoed. Hij kwam niets te vroeg. De arme lijderes zou liet niet lang meer maken. Elaar oogen vroegen liet antwoord; hoe moest Hendrik haar teleur stellen. Ze lag een oogenhlik met een uit drukking van ue innigste smart op liet gelaat. Toen wenkte zo Hendrik dicht hij haar te komen. Hij boog zich over haar neer, om haar woorden te kunnen opvangen. „Je mag hem niet haten, Hendrik. Zul je lie m niet haten Kon hij haar een weigerend antwoord geven, haar Nu En alweder bewogen zich haar lippen. „En zul je hem altijd als broeder behan delen. Zul je hem zoeken to winnen zul je hem liefhebben Hortend kwam het er uit. En die weinige woorden vermoeiden haar bovenmate. „Ik zal liet trachten, Mien. Met Gods hulp „Ja, goed," ademden haar bloedlooze lippen. „Met Godes hulp." Ze maakte het niet lang meer. Stil beidde ze de Engel des Levens. Toen de zon opnieuw verrees, bleven in het huisje aan den straatweg de blinden gesloten. (Wordt vervolgd.) Inzending van advertentlBn vóór uren op den dag der uitgave. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. r Nadruk verboden. DOOR Z ELAN DIA. „Ligt het doctoreeren op de lijn der ontwikkeling onzer Theologische School

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1914 | | pagina 1