Buiteiilaudsch Overzicht.
Uit Stad en Provincie.
JBiniieiilandsch Meiiws.
Vrijdag is II. M. de Koningin met Z. K. H.
Prins Hendrik en gevolg in drie auto's te
Elspect gekomen, om liet door H. M. aan het
dorp geschonken ziekenhuisje te openen. Ds.
Kalshoven ontving het liooge gezelschap en
stelde het bestuur en den geneesheer van
Elspeet, den heer Gerhard, voor.
Hierop werd het gebouwtje bezichtigd.
Een ziekenzuster, die reeds geruimen tijd
in het dorp als verpleegster optreedt, zal aan
het hoofd van de inrichting worden geplaatst.
De schoolkinderen, bij het gebouwtje op
gesteld, juichten het hooge gezelschap bij aan
komst en vertrek hartelijk toe.
Ds. A. S. Talma, beroepen predikant te
Bennebroek, zal op 19 Juli bevestigd worden
door Ds. C. L. Voorhoeve uit Vlissingen.
Albanië.
Een in den Haag uit Walona ontvangen
telegram van kapitein De Jongh meldt., dat
er geen verbinding is met Elbasan, maar dat
van daar komende vluchtelingen mededeelden,
dat de gevangenen' goed behandeld worden.
's R ij k s Munt.
In het verslag over 1913 van 's rijksmunt
deelt de muntmeester mede dat 1913 een
buitengewoon jaar is geweest, zoowel om de
hooge produktie als om het vele werk van
nieuwen aard dat door de nieuwe muntwetten
geboden was. Een uitbreiding vvas noodzake
lijk die nog in den loop van het jaar tot stand
kwam.
Uit het verdere technische deel van het
verslag stippen wij nog aan dat in den zomer
voor f50.000 aan21/3 centsstukken werd ge
slagen, doch dat deze zoo snel in de circulatie
werden opgenomen, dat aan het einde des
jaars gebrek dreigde, waarom toen op nieuw
voor f50.000 aan halve stuivers werd aange-
munt. Van die 4 millioen „kluiten" zullen
de muutgas- en electriciteitsmeters zeker wel
het leeuwendeel hebben geslikt. M. Crt.
JOSEPH CHAMBERLAINt
Slechts enkele dagen voor zijn 78en verjaar
dag is Joseph Chamberlain Zaterdagnacht te
Londen overleden, maar zijn plotselinge dood
verrast niemand. Zijn ziekte, die van 1897
dateert, is tot het laatste toe in geheimzinnig
heid gehuld gebleven alleen was bekend, dat
hij veel last had van rheumatische aandoe
ningen. Behalve zijn naaste omgeving wist
niemand iets van de verergering van zijn toe
stand, die j.l. Dinsdag intrad.
„Van de dooden niets dan goed," maar als
men denkt aan Chamberlain's politiek tegen
over de Zuid-Afrikaansche Boeren, denkt in
't bijzonder aan de concentratiekampen, waar
duizende Transvaalsche vrouwen en kinderen
van ellende en gebrek gestorven zijn, dan denkt
men toch met zekeren weerzin aan dezen man.
Het is, zegt de N. R. Ct., een lange weg
geweest van den inval van Jameson tot aan
den vrede van Vereeniging, en die is getee
kend met het bloedspoor van vele duizenden
slachtoffers. Van al de tegenstanders der
Boeren Rhodes, Jameson, Milner, imperialis
ten en speculanten, is Chamberlain de ergste
geweest.
Aan het telegram, dat ons Zaterdag zijn
overlijden berichtte, hebben wij een korte
aanteekening gevoegd, waaruit o.a. blijkt, dat
Chamberlain van 1895 tot 1903 zitting heeft
gehad in het ministerie-Salisbury, gedurende
welken tijd hij rusteloos heeft gewerkt aan
de verwezenlijking van zijn imperialistische
denkbeelden. Ter wille van het goud van den
Rand moest de onafhankelijkheid van de Zuid-
Afrikaansche Republiek vernietigd worden.
Uit het diplomatieke gevecht tusschen Cham
berlain en Milner eenerzijds en dr. Leyds en
President Kruger anderzijds, in de jaren tus
schen Jameson's raid in Ï89G en het uitbreken
van den Boeren-oorlog in 1899, is maar al te
duidelijk gebleken, dat Chamberlain den oorlog
heeft uitgelokt, hierin krachtig gesteund door
den Times-correspondent te Pretoria. Men
weet, dat Chamberlain er op aandrong, het
kiesrecht voor de uitlanders, d.w.z. voor de
Engelsche onderdanen in Transvaal, uit te
breiden. Kruger begreep, dat, werd aan dien
drang voldaan, de uitlanders feitelijk de wet
zouden kunnen stellen aan de Transvaalsche
regeering, en hiervoor bedankte Oom Paul.
Gevolg van het uitbreken van den oorlog, die
in het nadeel onzer stamverwanten uitliep.
Met hoeveel belangstelling werd die oorlog
overal, en niet het minst in ons land, gevolgd.
Hoe hoopte men, toen in den aanvang de
„Rooineks" overal het onderspit delfden, dat
de Boeren als overwinnaars uit den oorlog te
voorschijn zouden treden. En wellicht zou
dit ook geschied zijn, indien er helaas onder
de Boeren geen verraders waren geweest.
Wij gaan hier echter niet op in de geschie
denis van dezen oorlog is bovendien nog niet
in al haar bijzonderheden beschreven.
Transvaal verloor zijn vrijheid en met deze
republiek ook de Oranje-Vrijstaat, waar de
edele Reits terstond na het uitbreken van den
oorlog, naast de stamverwanten aan de over
zijde van de Vnal-rivier ging staan.
„Die oorlog is een pluim op mijn hoed",
aldus verhoovaardigde zich de Minister in het
parlement over een strijd, waarin het Britsche
wereldrijk al zijn hulpmiddelen moest uitputtim
om een handjevol Boeren ten onder te brengen.
Toch stemt het verzoenend, dat andere
Engelsche staatslieden, die Chamberlain's
opvolgers waren, aan de Boeren zooveel
mogelijk terug hebben gegeven, wat hij hun
ontnomen had. Chamberlain heeft 't nog
moeten beleven, dat de Boeren, al kregen zij
hun onafhankelijkheid niet terug, zich aaneen
sloten en met de Engelsche A frikaanders saam
een gemeenschap vormden van zeer groote
zelfstandigheid, n.l. de Unie van Zuid-Afrika,
wat allerminst beantwoordde aan Chamberlains
ideaal.
Wellicht zal zijn naam in de geschiedenis
van zijn land blijven voortleven als die van
een man, die het grondgebied van Engeland
heeft uitgebreid, wat evenwel niet wegneemt,
dat hij niet gereinigd zal kunnen worden van
de smet, dat hij de man is geweest, die zijn
vaderland, geroemd als bakermat van de vrij
heid, in die richting gestuurd van een staat
kunde, die de afhankelijkheid van twee dappere
volken vernietigd heeft, merkt de N. R. Ct.
op. Vernietigd heeft, tenzij het woord van
Bismarck vervuld wordt, dat Afrika het graf
voor Engeland zal worden, en de Brit weer
verliezen zal, wat op zoo onrechtvaardige
wijze men denke maar aan ons verlies van
de Kaap verkregen is.
We willen echter eerlijk zijn. Het treft ons,
te lezen, schrijft de Ned., dat mannen als
Lloyd George, Chamberlains grootste tegen
stander, gedurende den Zuid-Afrikaanschen
oorlog, en John Redmond, die verklaart, dat
Ierland bittere herinneringen heeft aan Cham
berlain's loopbaan, dat deze mannen, toen
zij het overlijden van den oud-minister ver
namen, er op gewezen hebben, dat hij èn voor
Birmingham, zijn geboortestad, èn voor Enge
land toch ook veel goeds tot stand heeft
gebracht, terwijl een der Londensche bladen
zegt, dat het nageslacht in den overledene
een der krachtigste figuren zal zien, die in
den loop der geschiedenis een omkeer brengen
en beslissen over het lot van volkeren.
TER NEUZEN, 7 Juli 1914.
De heer D. Scheele P.Jz. alhier slaagde
aan de Theo). School te Kampen voor het
admissie-examen.
De heer J. Kroon Jz. alhier, korporaal
bij het Instructiebataljon te Kampen, slaagde
voor den cursus tot opleiding voor officier bij
het leger.
Bij Kon. besluit is benoemd tot leeraar
aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Zwolle,
de heer F. D. de Soet, thans leeraar in de
Engelsche taal aan de gemeente II. B. S. alhier.
Gisteren haalde een vader uit Rotterdam,
zijn 16-jarigen zoon uit de handen van de
politie alhier. Hij was na straf van zijn
vader gekregen te hebben op de vlucht ge
gaan.
Bij het baden in de Schelde bij de
oesterput alhier, werd een persoon door een
beest gestoken, waardoor een vergift zich door
zijn bloed verspreidde. Do geneesheer wist
het tijdig door inspuiting tegen te gaan.
Sluiskil. Bij de gehouden ondcrhandsche
aanbesteding van het bouwen van een Zuster
huis bij het Capucijnenklooster alhier werden
aannemers de heeren J. van der Velden te
Ter Neuzen en De Krijger te Philippine
voor f21,845.
Zaamslag. Zaterdagavond werd de comman
dant der marechausécs uit Ter Neuzen belee-
digende woorden toegevoegd door een persoon
op de kermis alhier. Om zijn indentiteit vast
te stellen nam de commandant hem mede.
Hierop werd hij aangevallen door een familielid
van den aangehoudene, zoodat hij zijn sabel
trekken moest en een brigadier te hulp kwam.
Procesverbaal werd opgemaakt.
Tengevolge van de groote hitte gedurende
de vorige week hebben vele mosselhandelaars
te Philippine van hun afnemers in België en
Frankrijk bericht ontvangen dat vele mosselen
bedorven zijn aangekomen.
Van de vischrijkheid der grachten rond
Philippine getuigt het feit, dat door een der
visschers gedurende de vorige week ruim 100
K. G. paljjig werd gevangen. (M. Crt.)
Hontenisse. Zondag werd de candidaat, de
heer VV. J. van Lindonk op plechtige wijze
als predikant bevestigd door zijn vader Ds.
W. P. van Lindonk, emer. pred. te Scheve-
j ningen. De tekst was gekozen uit 2Timoth. 2:1:
l „gij dan, mijn zoonwordt gesterkt in de
genade, die in Christus Jezus is." Aan de
handoplegging namen deel met den bevestiger
Ds. van Dis van Zaamslag, Ds. Akersloot van
Houten Roos van Sas van Gent, Us. Wartena,
emer. predikant van Scheveningen en Ds. van
Stipriaan Luïscips van Rijsoord, waarna de
gemeente den bevestigde toezong Ps. 134 3.
Des namiddags hield de predikant zijn
intree-rede naar aanleiding van 1 Korinthe
1 23 en 24.
Het kerkgebouw was overvol. Ook was
Ds. Chrispeels uit Brussel tegenwoordig.
Biervliet. Bij de gisteren alhier gehouden
aanbesteding voor den aanleg van een grind
weg in den Wilhelminapolder, werd ingeschre
ven als volgt:
G. F. Hoevenagel, Biervliet, f3575, Joh. de
Ruischer, Biervliet, f 3549, Ph. Cambier, Bres-
kens, f3548, J. Cornelis Pz., Hoofdplaat, f3483,
I. de Bois, Breskens, f3244, J. de Bree Fz.,
Ter Neuzen, f3210.
Hoofdplaat. Bij de gisteren alhier gehouden
aanbesteding voor den aanleg van een grind
weg, werd ingeschreven als volgt
Ph. Cambier, Breskens, f 3168, Joh. de
Ruischer, Biervliet f 2979, F. Hoevenagel,
Biervliet, f 2882, J. Cornelis, Hoofdplaat,
f2817, I. de Bois, Breskens, f 2749, J. de Bree
Fz., Ter Neuzen, f2700.
IJzendijke. De raad dezer gemeente kwam
Maandag in voltallige zitting bijeen. De voor
zitter deelde mede, dat er zich voor de be
trekking van machinist-monteur der electr.
centrale 9 sollicitanten aanmeldden. Aangezien
hij nog niet [beschikt over volledige inlichtingen
van enkele der solliciteerenden, werd de be
noeming aangehouden tot een volgende ver
gadering.
Tevens werd de instructie voor den nieuwen
machinist gewijzigd. Het aantal werkuren
wordt vastgesteld op 10 per dag. Aangezien
het in de bedoeling van den raad ligt een
vakkundigmachinist aan te stellen, zal de
nieuwbenoemde zoo noodig ook nieuwe huis
installaties moeten aanleggen.
De firma Gebr. Polak had hare nota over
de installatie van het electrisch bedrijf inge
leverd die nota werd goedgekeurd. Als de
kosten niet te hoog loopen, was de raad ook
wel genegen, gelden te beschikken om te
maken, dat de omwoners der centrale geen
hinder meer hadden van het knallen der af
gewerkte gassen uit de motoren.
De vorige gemeente-opzichter had een de
claratie van gemaakte kosten ingezonden. De
raad besloot deze gedeeltelijk te betalen.
Met instemming van den landbouwenden
stand, die getoond heeft daarin veel belang
stellen zal ongetwijfeld worden vernomen dat-
in de bekende door notaris Zijlstra te IJzen
dijke gehouden verkooping der hofstede, be
woond door den heer Louis Blondeel en
kinderen te Eede, de Rechtbank te Middelburg
bij haar vonnis van 1 Juli jl. den lieer J.
Riemens te Zaamslag, die als hoogste bieder
op verschillende door ons indertijd medege
deelde en door getuigen bewezen gronden,
weigerde den koop te aanvaarden, in het ge
lijk is gesteld en de tegenpartij is veroordeeld
in de kosten van het proces die een niet on
aanzienlijk bedrag uitmaken, en tot vergoeding
van schaden en interessen door het onrecht
matig beslag op zijne goederen geleden en nog
te lijden met bevel tot opheffing van dat
beslag. Zelandia.
Nieuwvliet. Alhier is in den ouderdom van
83 jaar overleden de heer J. de Vriend, gepens.
waterbouwkundig ambtenaar van het water
schap Tien Honderd en Zwarte, gemeente
Cadzand en van den Adornispolder, gemeente
Nieuwvliet.
Waterlandkerkje. Tot leden van don gemeente
raad zijn bij enkele candidaatstelling gekozen
verklaard de heer A. II. de Milliano (Kath.)
ter vervanging van den heer A. II. v. Vooren,
die aan de beurt van aftreding was doch zich
niet meer beschikbaar stelde en de heer C. v.
Dixhoorn (Lib.) die mede aan de beurt van
aftreding was.
Onze kleine gemeente heeft, aldus Zelandia
het voorrecht nooit over een raadszetel te
te twisten. Niettegenstaande Katholieken en
Antirevolutionnairen de meerderheid der be
volking uitmaken is het kiezerskorps over
wegend liberaal. Weinige jaren geleden
zetelden drie Katholieken en éèn Anti-revo-
lutionnair nevens drie liberalen in den raad.
Door het vertrek van den heer Jan Dossche,
die wethouder was, en van den heer Leopold
Sturm, beiden Katholieken van den lieer
Marinus Verbrugge, Anti-revolutionnair, be
staat dat college thans uit 5 liberalen en 2
Katholieken, dio allen met den Katholieken
burgemeester goed overeenstemmen.
Rijkstelefoonkantoor Ter Neuzen.
Rijkspostspaarbank.
De Directeur der Rijkspostspaarbank brengt
ter algemeene kennis dat alle spaarbankboek
jes, uitgegeven in de maand Juli en
waarop de rente over het afgeloopen jaar nog
niet werd bijgeschreven, zoo spoedig mogelijk,
ter verificatie en rentebeschrijving bij hem
worden ingewacht.
Voor de toezending daarvan kan gebruik
gemaakt worden van omslagen met gedrukt
adres, kosteloos aan de kantoren der Posterijen
verkrijgbaar.
Afgifte der boekjes tot voornoemd doel aan
die kantoren geschiedt, tegen bewijs van ont
vang.
Poster ij en en Telegrafie.
Na deze en andere practische en principieele be
zwaren nader te hebben besproken, behandelt dr.
De Moor de geldige of minder geldige redenen,
waarom de Kerk met bet sociale vraagstuk te
maken heeft.
Leert Rome, dat de Kerk alles moet zijn, wij
zijn van oordeel, dat de Kerk den middenweg beeft
te gaan.
Wat de minder geldige redenen betreft, er zijn
er tweele. Als de kerk bet leven niet kent, kan
zij baar werk niet goed verrichten 2e. Als de kerk
geen belangstelling toont in den vierden stand, zal
zij ten doode opgeschreven zijn welke twee redenen
uitvoerig werden toegelicht.
Spr. komt nu tot de eigenlijke reden waarom de
kerk met het sociale vraagstuk te maken beeft.
De kerk Gods komt met het Woord Gods tot
deze wereld, niet maar als een soteriologische in
stelling, die het heil der menschen boodschapt, of
als een vereeniging van vromen, die elkander
stichten en verkwikken, doch als de draagster van
het licht, dat alle dingen theologisch beziet en
vraagt naar de eere Gods.
Beschouwt de sociaal-democratie de Kerk als een
hinderpaal op den weg naar de oplossing der
quaestie, spr. acht het integendeel noodzakelijk
tot dat doel rekening te houden met de Kerk.
Dit vraagstuk brengt het eigenaardig gevaar
mede, dat men in het stoffelijke opgaat. Eenig
verweer tegen dit gevaar biedt de kunst. Maar
alleen de kerk kan door het Woord, dat zij bedient,
en de gemeenschap der geloovigen, welke zij biedt,
den mensch ervoor bewaren, dat hij het sociale
vraagstuk zuiver materialistisch opvat.
Ten tweede vestigt de kerk door heel haar
optreden de aandacht op de zedelijke factoren, die
in dezen vooral niet mogen verwaarloosd worden.
Ten derde kan de kerk bezwaarlijk gemist worden
bij het bieden van verweer tegen de verschillende
hijoorzaken, die in de sociale quaestie haar invloed
doet gevoelen als genotzucht enz.
Ten vierde kan niemand zoo diep de oorzaken
van het sociale vraagstuk peilen, als de kerk dit
doet in haar prediking van zonde en genade, terwijl
in de vijfde en laatste plaats de kerk meer nog
doettegenover allerlei utopieën, welke aaugaande
de toekomst bij deze of die sociale hervorming
worden geteekend, staat de groote werkelijkheid,
die de kerk in deze wereld doet aanschouwen.
In het derde deel zijner rede, waarin de taak
der kerk ten opzichte van het sociale vraagstuk
geteekend wordt, heeft Spr. het allereerst over den
inhoud der prediking. „Sociale prediking" is onge
oorloofd, want zij maakt een scheiding, die niet
gemaakt mag worden, alsof men nu eens over den
weg des heils en dan eens over de sociale nooden
zou kunnen preekeij, daarmede beurt voor beurt
ieder zijn genoegen gevende. Dat kan niet, omdat
ieder voortdurend van den weg des heils moet
hooren, en ieder voortdurend het licht, dat de
Schrift over het sociale vraagstuk verspreidt, moet
ontvangen.
Op zeer uitvoerige wijze zet spr. dan uiteen, hoe
naar zijn opvatting de prediking behoort te zijn.
De Schrift neemt den mensch niet afzonderlijk naar
lichaam en ziel, maar als eenheid, en toont met
wisselwerking die tusschen beide bestaat, rekening
te houden.
Ook de „samenkomsten der geloovigen" kunnen
het hunne bijdragen in de voorgestelde taak. Bij
Doop en Avondmaal worde geenerlei voorkeur of
onderscheid gemaakt, en evenmin bij de huwelijks-
hevesting. Wat de zitplaatsen betreft, deelt spr.
verschillende gevoelens mede, waarna hij enkele
opmerkingen maakt over „het onderwijs aan het
zaad des verbonds." Voor spr. is het een vraag
van zeer ernstige overweging of het in groote
stadskerken geen aanbeveling zou verdienen, aan
sommige predikanten, die bijzondere gaven daarvoor
ontvingen, inzonderheid catechisatiën op te dragen
en hun van anderen pastoralen arbeid vrijstelling
of verlichting te geven.
Het herderlijk werk geeft gelegenheid aan de
predikanten het sociale leven uit het leven zelf te
bestudeeren en veelal leeren ze er meer uit dan uit
een logische verhandelingde pastorale arbeid
blijve dan ook hoofdzaak voor den dienaar de6
Wooras.
In de oefening der tucht zal de kerk ook meer
en meer met het sociale vraagstuk in aanraking
komen. Reeds meermalen kwam het in industrie
plaatsen voor, dat men om een werkstaking en de
daardoor ontstane verhoudingen in de gemeente
de bediening des Avondmaals moest uitstellen.
Men zij echter voorzichtig met de censuur, het
is niet het meest geschikte middel om iemand van
dwalingen op oeconomisch gebied te overtuigen.
De arbeid der diaconie houdt ook verband met
het vraagstuk. Op de Centrale Diaconale Confe
rentie te Kampen stélde Enschede de vraag aan de
orde, of de diaconie te steunen heeft als de armoe
voortvloeit uit het mededoen aan een staking.
Daar werkstakingen zoo verschillend kunnen zijn
in oorzaak en werking, sprak de Conf. als haar
oordeel uit, dat elk geval afzonderlijk dient te
worden beschouwd.
In twee opzichten werkt vooral de diaconie mede
tot de oplossing van het sociale vraagstuk. Voor
eerst doordat zij hoe langer hoe meer zich zal
moeten gaan toeleggen op het voorkomen van
armoede, bijv. door het oprichten van voorschot-
kassen te bevorderen, door verstandige leiding, door
het verstrekken van hulpmiddelen, enz.
Ten tweede, doordat zij in deze tegenwoordige
wereld een beeld toovert van den toekomstigen
heilstaat, om duidelijk te doen zien, dat het alles
anders kan worden en eens anders zal zijn.
Wat de organisatie der gemeente betreft, zij geve
geen aanstoot, door hare ambtsdragers alleen uit
den kring der rijken, of ook alleen uit den kring
der armen te kiezen.
Zij geve ook geen aanstoot door aan de door de
diaconie ondersteunden het stemrecht te onthouden.
Het optreden der Kerk naar buiten kan geschie
den, doordat zij bij voorkomende gevallen gebruik
maakt van haar petitie-recht bij de overheid.
Ten slotte zegt spt., is de roeping der Kerk in
dezen naar het sclioone wooid van prof. Geesiuk,
„als een Abigail, in de woestijn van Maon, tusschen
Nabal en David bemiddelend op te treden, verzoe
nend te werken, uitbarstingen van hartstochten te
voorkomen tusschen naar goud hongerende en
daarom vrekkige bezitters, en naar brood honge
rende en daarom in wilde woede ontstoken prole
tariërs [1 Samuel 26]." Om deze roeping te ver
vullen behoeft zij niet in „nieuwe banen te gaan,
doch is het voldoende, dat zij het aloude, dat God
haar schonk, leere te gebruiken naai de eischen
van deze eeuw, en in alles volijverig zij, de teeke
nen der tijden verstaande. Dan zal voorzeker haar
arbeid en ook die der Vrije Universiteit niet ijdel
zijn in den Ileere
Nieuwe aansluiting.
No. 86. D. SCHEELE, Brouwerijstraat.
Het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie
verzoekt opname van het volgende
I In het laatst van Augustus of begin van Sep
tember 1914 zal te Amsterdam eeen examen worden
gehouden van candidaten, dingende naar de be
trekking van hulptelegrafist of kantoorbediende.
Dit examen strekt om het noodige personeel van
dien rang op te leiden voor den dienst der posterijen
en telegraphie te Amsterdam, Rotterdam en
's Gravenhage.
Van de 160 daarvoor opengestelde plaatsen
kunnen 30 door vrouwelijke candidaten worden
ingenomen.
De candidaten moeten op 1 September e. k. ten
minste 16 jaar oud zijn en hun 23ste nog niet zijn
ingetreden.
Bij het slagen voor dit examen worden de belang
hebbenden, mits zij tevens aan de eischen van een
van Rijkswege in te stellen geneeskundig onder
zoek voldoen, gedurende 3 maanden op proef in
dienst genomen.
De belooning bedraagt bjj indiensttreding voor
de 16-jarigen f 20 en voor de 17-jarigen f30 per
maand en wordt voor de eerstbedoelden tot f30
per maand verhoogd, zoodra zij 17 jaar oud worden,
en voor allen tot f40 per maand nadat zij 1 jaar
in dienst zullen zijn.
Na 2 jaar dienst, doch niet vóór den 19-jarigen