Biiiteiilandscli Overzicht.
Biunenlaudsch Nieuws.
Uit Stad en Provincie.
van lange en ook van onderhandsche pachten.
De pachters buiten z. i. de gewone visschers
en de werklieden zeer vaak uit, en spr. geelt
daarom den minister in overweging liever te
onderzoeker^ of geen wijzigingen in het stelsel
te brengen zijn. 4
De heer Smeenge (U.-L.), wijst op liet
dringend noodige van een lotsverbetering der
'JDe'lieer'L i e f t i n c k (U.-L.), acht heel de
verpachting de grootste dobbelarij. eel
beter is z. i. het stelsel van op vroom visschen,
d. w. z. zoo dat de staat een deel van de vangst
De minister van financiën, de heer
Bert ling, verdedigt het aanleggen van de
zegenkade bij Heinenoord door den staat
Durazzo naar Triest, heeft de Nederlandsche
regeering met erkentelijkheid aanvaaid.
In opdracht van den mfhister van oorlog,
generaal Bosboom, heeft diens adjudant,
kapitein De Quay, te Arnhem een onderhoud
weliad met den kapitein der Kon. marechaus
see Thomson, broeder van den overledene.
In verband hiermede is kapitein Thomson
naar Triest vertrokken, ter regeling van de
overbrenging van het lijk naar liet vaderland.
De minister verklaart zich verder tegen
onderhandscli verpachten en beantwoordt de
opmerkingen omtrent de vrooin-contracteu.
Spr. wil overwegen, of hij in de door den
heer Lieftinck aangewezen richting kan gaan.
Voor de rijksklerken zal op de volgende
begrooting een bedrag worden uitgetrokken
tot verbetering van de salarissen.
Na re- en dupliek wordt het wetsontwerp
z. h. s. aangenomen.
Aan de orde komen dan verschillende wets
ontwerpen. Bij een daarvan dringt de heei
Loeff* (It.-K.) er op aan, dat de minister
spoed zal maken met de uitvoering van zijn
voornemen, om een algemeene regeling te
maken tot uitvoering van art. 96 der Grondwet
(gevolgen van de vereeniging van het lidmaat
schap van een der beide Kamers met uit
's lands bezoldigde ambten).
De minister van j u s 1111 e, de heer
O r t, zal de algemeene regeling zooveel mogelijk
bespoedigen.
De heer Rutgers (A.R.) maakt bezwaai
in verband uiet de volkshuisvesting.
De minister van binnenlandse lie
zaken, de heer C o r t v. d. Linden, ontkent
het rechtstreeksche verband met de volks
huisvesting.
De heer Rutgers meent toch, dat eerst
voldoende in de huisvesting moet vvorden
voorzien en stelt in verband met de plannen
der gemeente voor, de verdere behande mg
van het ingediende ontwerp aan te houden.
Na bestrijding van zijn motie ook door de
heeren Jansen (I .-L.) en H e 1 s d i n g e n
(S. D. A. P.), trekt de heer Rutgers zijn
motie in.
Het wetsontwerp wordt z. li. s. aangenomen
evenals enkele andere ontwei pen.
Na de regeling van werkzaamheden is de
Indische aanvullingsbegrooting
aan de orde.
De heer Bogaard t (R.-K.) piaakt ero.a.
aanmerking op, dat een aantal hoogst belang-
rijke posten bij nota van wijzigingen zijn aan
gevraagd, zonder dat zij m de afdeehngen
behandeld zijn. Spr. zou gaarne zien, dat
deze posten werden afgevoerd
De heer Scheur er (A.-R.) wijdt o. m.
enkele woorden aan de Djambi-concessies en
vraagt, hoe het nu met de verdediging van
onze koloniën staat.
De heer March an t (V.-D.) vraagt, of
indien er plannen bestaan tot wijziging van
den toestand inzake de concessie, deze te
doen kennen, voordat de termijn op 1 Jan.
1915 is vervallen.
De heer Duymaer v. 1 wist (A.-K.)
vraagt aan welke oorzaak de vertraging inzake
het slagschip voor Indië moet worden toege
schreven.
De lieer Fock (U.-L.) kant zicli nog tegen
een opmerking van den heer Bogaardt omtient
de Indische begrooting.
De minister van koloniën, de lieer
Pleyte, kan niet overgaan tot de gevraagde
afvoering van wetsontwerpen.
No" in dit zittingsjaar, wellicht m deze
maand, zullen de voorstellen met betrekking
tot de verdediging van Iudië worden ingediend.
Met betrekking tot de Djambi-concessies
"dooft de minister niet, dat hij wijzigingen
zal brengen in de plannen der vorige regeenng.
Dc heeren Bogaardt en Duymaer
v a n Twist repliceeren.
De heeren Heer es (U.-L.) en Fock
maken bezwaar tegen liet brengen van een
post voor het onderwijs in medicina forensis
oj) de Indische begrooting. Hoezeer zij tegen
den post zelf geen bezwaar hebben, meenen
zij dat het moederland het moet betalen.
De minister verzocht de heeren met al
te principieel te zijn. Het onderwijs wordt
speciaal met het oog op de Indische ambte
naren gegeven.
B. en W. van den Haag stellen voor de
nagedachtenis van majoor Thomson te eeren
door de namen van Thomsonlaan en lliom-
sonpleïn te geven aan een laan en een plein
in het stratenplan ten N. Wvan de Laan
van Meerdervoort, tusschen Beeclaan en Val-
kenboschlaan.
Van vele zijden in en buiten ons land ko
men bij de weduwe en bij autoriteiten betui
gingen van deelneming in met den heldendood
van overste Thomson. De minister van oorlog
heeft aan mevrouw de weduwe Thomson een
telegram van rouwbeklag gezonden.
De gezanten van Oostenrijk- Hongarije en
van Italië in Den Haag hebben persoonlijk de
deelneming hunner regeeringen aan den minis
ter van Buitenlandsche zaken vertolkt.
De aanbieding van het Oostenrijksche gou
vernement, om een torpedoboot ter beschik
king te stellen, ter overbrenging van het
stoffelijk overschot van den gesneuvelden van
In de op a. s. Maandag des nam. te 7 ure
te houden openbare vergadering van den Ge
meenteraad alhier, komen de volgende punten
in behandeling
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Benoeming van een leeraar in de Duitsehe
taal aan de Gem. II. B. S. Op de aanbeveling
zijn geplaatst: 1. Mej. M. J. van der Molden,
2. Dhr. J. F. Rabbinowitsch, 3. Mej. II. M.
van Gulpen.
4. Vaststelling kohier schoolgelden voor het
lager onderwijs, 2e kwartaal 1914.
5. Vaststelling kohier no. 2 schoolgeld voor
m.( u. 1. onderwijs.
6. Vaststelling kohier no. 2 schoolgeld voor
middelbaar onderwijs.
7. Adres van den gemeentebode om tege
moetkoming in de bijdrage voor pensioen.
8. Af- en overschrijving in de begrooting
voor 1913.
9. Ontheffing belastingen.
De door de dames gehouden collecte ten
bate van het Iloefijzervcrbond, heeft in dc kom
der gemeente alhier f 151,34° opgebracht.
Do Majoor Commandant van het 39e
Bataljon Landweer Infanterie, maakt bekend,
dat de schietoefeningen tot verhoogiug van
's Landsweerkracht voor de deelnemers uit
Ter Neuzen zullen gehouden worden des
Zaterdagsnamid. van 5—7 uur en des Zondags-
voorin, van 11 12 uur, aanvangende%motgen
20 Juni.
Axel. Gisteren had onder begunstiging van
heerlijk zomerweder het, Zeeuwsch Vlaamscho
Zendingsfeest, |)laats, o|> de prachtige weide
van den heer Ph. van Dixhoorn. Om elf uur
begonnen was het feest om 6 uur geëindigd.
Een 1500 programma's waren verkocht, zoodat
op een bezoekers aantal van ruim 1600 per
sonen gerekend kan worden. De reeds in een
vorig nummer genoemde sprekers traden ter
behandeling van het aangekondigde onderwerp
op. Er was beslist wat fijns te hooren. De
opbrengst welke dit feest afwerpt voor de
zending kan oji ruim f 100 gerekend woideu
voor de Ned. Ilcrv. en f 100 voor de Gercf.
Zending.
Axel. Op 19 Juni j. 1. werd in het hotel
„Het Gulden Vlies" van dhr. J. Rolff, alhier,
ten overstaan van de notarissen- J. A. Drog
mans te Axel en H. A. van Dalsum te Hulst,
ten verzoeke van de Erven van Maria |A.
Hamerlinck, geveild een woonhuis met aan-
hoorigheden en erf aan den Armendijk te
Axel, kadaster sectie G no. 2044, groot 92
centiaren.
Koopster werd de wed. A. C. I. A. Ver
mont— Bastelier, zonder beroep te Axel, voor
f 1160.
Groede. De persoon die alhier een rijwiel
ontvreemde is aangehouden en bleek te zijn
J. PI. van Hoek. Hij heeft ook in deze om
geving iemand voor geld opgelicht. Hij is
een oude bekende van de justitie en zal oj>
nieuw de gevangenis weder ingaan.
Middelburg. De jaarlijksche paardenmarkt
bracht een bijzondere drukte in onze stad,
terwijl niet minder dan 420 paarden op het
Molenwater aan de lijn werden gezet. Onge
veer 50 paarden en veulens werden door de
commissie aangekocht, en zulks voor de na
volgende prijzen. Veulens ongeveer f 180,
éénjarige van f300 tot f350, tweejarige f42o
tot f450, driejarige en oudere voor f450 tot
f600.
Onder de vele boeren en boerinnen oie zich
heden naar de stad hadden begeven mengden
zich ook vele vreemdelingen.
Na twee uur trokken de meeste menschen
naar het Schuttershof, waar al de voor de
verloting aangekochte paarden en andere
prijzen tentoon waren gesteld. M. Crt.
LIJST van onbestelbare brieven en brief
kaarten van hier verzonden gedurende de
le helft der maand Juni 1914.
Binnenland.
1. Gecrs Karei, Wormerveer.
Buitenland.
2. Moredak Pauwline, Gent.
3. Nordöf Josef, Copenhagen.
Nota. Aan de afzenders wordt aanbevolen,
hun adres op de stukken te vermelden,
opdat deze bij onbestelbaarheid aan hen
kunnen worden teruggegeven."
krijgt. j
I v 1 ii/Mi1rlnnet 71 nil VPl'llpi' ti
ucuni*uv>
Het gevecht te Durazzo.
[Dre.deloos van Szigetvar.j
Het gevecht van Dinsdagnacht duurde maar
kort en bepaalde zich tot een geweervuur van een
half uur, zonder uitwerking van beide zijden over
de geheele linie. Later in den nacht was het. stil.
De vijand heeft de heuvels ten Noorden van de
stad ontruimd en zich teruggetrokkon op den
Rasboel. Achter den heuvel zijn echter nog sterke
posten van de opstandelingen zichtbaar.
Woensdagochtend is het geweervuur niet her
opend. Nochtans werden de heuvels om Durazzo
van tijd tot tijd door het geschut bestreken. In-
tusschén werd op het gevechtsterrein naar dooden
en gewonden gezocht. Hun aantal is niet precies
bekend, maar moet eenige honderden bedragen,
meldt de N. R. C.
De heele morgen werd gebruikt tot het begraven
van de dooden.
Het lijk van Thomson is neergezet in een zaal
van het 'paleis, die tot hospitaal is ingericht. Het
wordt, daar men hier geen middelen tot consw-
vatie heeft, voorloopig hier ter aarde besteld. De
Mbret heeft zijn hartelijke deelneming aan de
familie betuigd.
Woensdagavond zouden de regeeringstroepen
met de 1200 aangekomen Malissoren tegen het
kamp der rebellen in Sjak oprukken. De Mbret
heeft echter een dag rust gelast, derhalve is die
operatie uitgesteld.
Volgens op het paleis ontvangen berichten liebben
in Kawaja [ten Zuiden van Durazzo] regeerings
troepen met de opstandelingen gevochten. De
opstandelingen moeten zich liebben overgegeven.
Zij hebben, naar uit hun uitlatingen bleek,- zelt
geen doel in het oog gevat, maar hebben zich tot
den strijd laten opstoken.
De heldhaftige overste Thomson.
Dillon, de correspondent van de Daily Telegraph
Maandag om vijf uur werd ik gewekt door Nogga.
Dicht bij de brug stond de onversaagde Neder
landsche officier overste Thomson, die gedurende
dc afgeloopen veertien dagen onafgebroken gewerkt
had, en alle vereischte toebereidselen voor de ver
dediging van de sta'd had getroffen en een expeditie
teo-en de opstandelingen had georganiseerd. Hij
had het artillerievuur geleid van vier uur 's ochtends
en gaande van stelling tot stelling, de mannen,
bij wie hij geliefd was, aangemoedigd. Om zes
uur werd hij doodeljjk getroffen. Daar ik Thomson
kende en hij met mij over zijn gezin had gepraat
en daar er verschillende geruchten omliepen over
zijn sterven en ik liet zelf niet bijwoonde, onder
vroeg ik alle ooggetuigen. Er waren er slechts
drie, te weten de correspondenten van de Koeskoje
Slowo, de Roeskoje Wedomosti en die van de
Matin. Tot eerstgenoemde had Thomson gezegd
De plaats, waar u staat, is gevaarlijk gij doet
beter achteruit te gaan. De journalist antwoordde:
Ik ben gewend aan gevaar en wil den slag zieu.
Thomson liep een paar passen vooruit, ondei het
weggaan zeggend: Goed, als u gevaar wilt loopen,
dat is uw zaak. Op het volgend oogenblik wan
kelde hij en viel. Een kogel had hem in de borst
getroffen en zijn lichaam doorboord. De Rus,
samen met zijn twee collega's en een Nederlandsch
officier, die onverwijld was toegeloopen, droegen
zijn lichaam naar een wachthuis en riepen een
chirur"-. Maar toen deze verscheen, was de moedige
overste reeds gestorven aan bloeduitstorting.
Thomson's dood wordt betreurd als een nationale
ramp, want hij en Nogga hadden een zorgvuldig
gecombineerde expeditie voorbereid tegen de op
standelingen, die hen had moeten omsingelen.
Thomson deelde mij zijn voornemen mede, om,
zoodra het land rustiger was geworden, verlof te
nemen eo zijn vrouw en kinderen te bezoeken, clie
hij verlangde weer te zien. Al wat moed, schran
derheid, hard werken en technische kennis konden
verrichten, was volbracht door dezen schitterenden
Engelsch- Hollaudschen [1] officier, die zijn leven
voor Albanië geofferd heeft. Niemand verwachtte
een aanval op de stad. Het succes, onlangs door
de opstandelingen op de Malissoren behaald, ge
voegd bij de tijdingen over de beraamde expeditie,
bracht gisting onder hen teweeg, die hen tot dezen
stormaanval deed besluiten.
van de Malissoren. De eenige organisator, die de
dingen zorgvuldig doordacht en overzag was Nogga.
Zoo zond hij uit eigen beweging bevelen per
torpedoboot over Walona aan Achmed Mati om
onmiddellijk met alle troepen tegen Tirana op te
rukken. Een andere torpedoboot zond hij naar
Medua om den Mallissoren van Allessio te melden,
dat zij zich gereed moesten houden om over drie
uur zich naar Durazzo in te schepen. Een boot
van den Oostenrijkschen Lloyd bespeurend op de
reede, beval hij deze om naar Medua te gaan en
1000 Mallissoren te halen. De opstandelingen
hielden met taaiheid en onverschrokken stand, of
schoon zij groote verliezen leden, vooral door de
machinegeweren, die hen wegmaaiden. Hoopen
dooden lagen over het terrein. Aan den kant van
Kinas werkten de Nederlandsche oficieren onver
moeibaar, zichzelf haast roekeloos blootstellend en
het vuur met opmerkelijke nauwkeurigheid rich
tend. Om 12 uur meende men dat de aanval defi
nitief was afgeslagen, maar telkens hervatten de
opstandelingen weer den strijd.
De held Mbret.
Uit Rome wordt aan het Berliner Tageblatt
gemeld, dat de telegrammen van de Italiaansclie
pers over de gevechten in Durazzo thans voor de
eerste maal gunstig luiden voor prins Willem, de
Oostenrijksche en de Nederlandsche officieren en
zelfs voor de zoo zeer gesmade Malissoren. Alle
bladen spreken op waardeerenden toon over de
nagedachtenis van overste Thomson, niettegen
staande deze zelfde Thomson tot nu toe in hun
oogen niets goeds heeft kunnen doen. Ook de
Mbret wordt thans als een held geroemd. De
bladen vermelden met geestdrift hoe hij op een
I vurig paard door de straten van Durazzo reed en
met on vergelijken den moed de voorposten inspec
teerde, zonder zich om den kogelregen te bekom
meren. Dezelfde lof krijgen de Nederlandsche en
Duitsehe officieren, die de kanonnen bedienen
Zelfs de Nederlandsche kapitein Fabius wordt thans
geschilderd als een uitnemend soldaat.
De begrafenis van Thomson.
De Agenzia Stefani verneemt uit Durazzo
Dinsdag heeft de begrafenis van overste Thomson
plaats gehad. De winkels waren gesloten, vlaggen
waren halfstok geheschen. De prinses bezocht in
rouwgewaad de kist en legde er een lauwerkrans
op neer. Onmiddellijk daarop zette de stoet zich
in beweging. Toen de stoet den tuin van het
paleis voorbij kwam, stond daar de Mbret.
Hij legde op de kist de hoogste Albaneesche orde
en volgde de baar. Twee pelotons Italiaansche en
Oostenrijksche matrozen bewezen den stoet eer, die
de stad doortrok naar het katholieke herkliof, ge-
volgd door het heele diplomatieke en consulaire
corps, drie admiraals, alle ministers en de notabelen
van de stad en voorts door een groot aantal Mir-
dieten. Een peloton gendarmes ging voorop.
geweervuur. Om half elf was de stad weer rustig.
Thomson's sneuvelen.
Over de omstandigheden waaronder overste
Thomson den dood gevonden heeft, wordt aan de
„Daily Telegraph" geseind, dat de lezing volgens
welke Thomson verraderlijk vermoord zou zijn,
meer au meer veld wint.
Een Russisch journalist deelt daarover mede, dat
Thomson, toen hij doodelijk getroffen werd, een tijd
op het terrein bleef liggen. De journalist snelde
naar een Nederlandsch arts, wien hij het nieuws
meedeelde. Deze schonk daaraan geen geloof en
wilde niet meegaan. Hij bracht daar tegenin dat
hij enkele minuten geleden Thomson nog bevelen
had zien geven.
Op het dringend aangehouden verzoek echter
ging de Nederlandsche arts mee. Een Albaniër
had toen evenwel het- lijk al weggebracht. Thom
son is aldus zonder geneeskundige hulp te hebben
bekomen gestorven. Vorst Willem heeft een jsrans
op Thomson's graf gelegd.
Nederlaag van de troepen van den prins
van Wied.
Na een hardnekkig gevecht op den heuvel Ras
boel zijn de Mirdieten volkomen verslagen.
Woensdagmiddag om 5 uur werd uit Durazzo
aan de Oorriere della Sera geseind De strijdmacht
van de regeering is omsingeld en vernietigd. De
strijdmacht der Malissoren, onder bevel van majoor
Kroon is langs den weg naar Sjak opgemarcheerd
zonder op tegenstand te stuiten. Vol hoop marcheer
den zij naar Sjak. Toen zij echter bij een punt
kwamen, waar de weg begint te dalen, werden zij
door de opstandelingen omsingeld, die hen daar
hadden opgewacht, zonder op het hevige vuur te
antwoordden.
Andere opstandelingen hebben den Uasboel op
nieuw bezet. De regeeringstroepen zijn volslagen
omsin"-eld- De eerste vluchtelingen zijn reeds te
Durazzo aangekomen, waar een onbeschrijfelijke
verwarring lieerscht. De vluchtelingen vertellen,
dat de omsingelden afgemaakt worden. De Mbret
vertoeft nog in het paleis. De commissie van toe
zicht wil de regeering voor internationaal verklaren.
In Rome liep het gerucht, dat Durazzo door de
opstandelingen ingenomen was.
Majoor Thomson.
Maar hun gemis aan artillerie belemmerde hen.
Aan de zijde van den Mbret werden de kanonnen
goed bediend door kapitein Fabius,door twee
kooplui uit Durazzo, gewezen artilleristen bij het
Duitsehe leger en bizonderlijk door Hassler, ge
wezen artillerie-officier bij het Oostenrijksche leger,
wiens nauwkeurigheid in het schieten ongemengden
lof verwekte. Terwijl de kanonnen donderden en
de geweren kraakten kwamen de ministers bijeen
op het paleis. De vorstin kwam in den tuin en
zag er bedrukt uit. De Mbret glimlachte als ge
woonlijk. Overdreven geruchten over de sterkte
der opstandelingen liepen om en vonden zelis bij
de kabinetsleden geloof, die twijfel uitte nopens de
veiligheid van de vorstelijke familie Nogga gat
scherp te kennen, dat ditmaal kleinzielige raad
gevingen niet de bovenhand zouden krijgen en dat
de Malissoren en d& Mirdieten onder de Neder-
landsche officieren den aanval met succes zouden
afslaan. Terwijl de opstandelingen manmoedig
stand hielden, doken geruchten op over den aan
staanden val van de stad. Nogga beval ieder, die
paniekgeruchten verspreidde, op staanden voet neer
te schieten. De Mbret bood den minister een
ontbijt aan en loofde Nogga om het juiste inzicht,
daaruit gebleken dat hij de Malissoren en Mn-
dieten naar Durazzo had laten voeren, ondanks den
feilen tegenstand van de commissie van toezicht,
die verzekerden dat die maatregel noodlottig voor
de dynastie zou zijn. Nogga zeide toen, dat hij in
plaats van B00, gelijk de Mbret ternauwernood had
toegestaan, en ruim 800 had laten komen en dat
hij 2000 noodig achtte.
Intusschen werden gewonden aangevoerd. Uo
Mbret steeg te paard en reed naar de voorposten.
Deze excursie herhaalde hij viermaal tot vreugde
De Neue Freie Presse heeft het volgende
Het gevecht is aan den gang. De Malissoren en
Mirdieten zijn voorwaarts gerukt tot halverwege
de hoogte Rasboel. Een rijdende batterij onder
Hassler is voorloopig bij de brug geposteerd Een
tweede batterij staat op den heuvel, die de stad
beheerscht. Daar voeren de Nederlandsche kapitein
Fabius en de Albaneesche ritmeester baron von
Gumpenberg het bevel. Een derde batterij staat
verder links. Een hevige geschutvuur steunt den
aanval der Mirdieten en Malissoren. Drie Alba-
neezen zijn gewond uit de vuurlinie teruggekeerd.
De Duitsehe vrijwilliger Hartmann is door den
terugslag van een kanon gekwetst. Ik volg bij de
batterrij op den heuvel het gevecht met een kijker.
Omtrent de nederlaag der Mirdieten wordt verder
aan de N. R. C. gemeld De Mirdieten waren on
geveer 1000 man sterk en stonden onder bevel van
Mare Gion 500 anderen stonden onder bevel van
Issa Boletinats. Twee bataljons marcheerden den
straatweg van Sjak af in aangesloten gelederen.
Toen zij de vuurlijn bereikt hadden verspreidden
zij zich in de vlakte en zochten dekking achter
boschjes. Rechts en links van den straatweg
werden twee kanonnen naar voren gebracht. De
Mirdieten bezetten den heuvel bij Rasboel.
Toen zij voor de vijandelijke stelling aangekomen
waren werden zij door de opstandelingen hevig
aangevallen en met een machinegeweer beschoten.
De aanvallers stormden den heuvel af en drongen
voorwaarts en voerden met succes een omtrekkende
beweging uit.
De Mirdieten werden vei slagen en vluchtten.
Enkele konden de brug over het moeras met meer
bereiken; zij sprongen in het water en verdronken.
Anderen werden omsingeld en afgemaakt.
De hospitalen liggen overvol met gewonden.
Naar verluidt, weigerden de Mirdieten om opnieuw
storm te loopen, verklarende, dat zij alleen tei
verdediging van Durazzo wilden vechten. Intus
schen begaven zij zich naar de loopgraven terug.
Om zeven uur Woensdagavond bezocht de Mbret
de gewonden, die door Oostenrijksche en Itali
aansche matrozen waren binnengebracht.
aantal te schatten is onmogelijk, evenmin als dat
van de Mirdieten, die zijn gevangen genomen.
Men spreekt van tweehonderd dooden en even-
zooveel gewonden.
Om negen uur Woensdagavond veroorzaakte een
valsch alarm een nieuwe kanonnade en levendig
TER NEUZEN, 19 Juni 1914.
POSTER IJ EN.