nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
Antirevolutionair
voor
De politieke toestand.
No. 1124
Donderdag 4 Juni 1914.
12e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1, Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
leuren en Brievengaarders.
INGEZONDEN STUKKEN TE
Postdirec-
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd on Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN.
inzending van advertentlSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTEN TIÉN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver*
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
RICHTEN AAN DE REDACTIE- ABONNEMENTEN EN ADVERTENTlfe, TE BEZOP.OEN BU DEN U.TÜEVER.
Advertentiën voor dit blad worden
aangenomen tot 's namiddags I UUR op
den dag der uitgave.
Op de Antirev. Partijdag de vorige week
te Middelburg gehouden, sprak de heer Mr. V.
11. Rutgers over bovenstaand onderwerp.
De Zeeuw geeft er het volgende verslag van
Spr. begint met op te merken, dat dit niet
gemakkelijk is, omdat de politieke toestand
troebel is, tengevolge van de valsche beloften,
waarmee in 1913 de concentratie heeft gezege
vierd. Tot rechte beoordeeling van den
politieken toestand is een terugblik zeer noodig.
Indien wij alleen te doen hadden met mr. C'ort
v. d. Linden, dan zag het er niet zoo kwaad
uit. Maar wij hebben te doen met het vrij
zinnige kabinet, zetbaas, zaakwaarnemer, of
wel executeur testamentair van de failliete
concentratie. De vrijzinnigen hebben veel
kwaads van het rechtsche kabinet gezegd, en
veel goeds beloofd, wanneer de kiezers hun
maar in de meerderheid brachten. Maar
eenmaal meerderheid, lieten zij de verplichting
om een ministerie te leveren los, en lieten
zich vervangen door een anderen vrijzinnige,
die niet aan den strijd had deelgenomen, en
nu een ministerie wist saam te stellen, hetwelk,
in vergelijking met hetgeen in Juni gevreesd
werd, is meegevallen. Een bewijs van recenten
datum, zegt spr., is de goedkeuring van het
raadsbesluit tot opheffing van de openbare
school te Ovezande, een besluit dat door
Gedeputeerde Staten van Zeeland wij zullen
hopen in meerderheid (gelach) was vernietigd,
doch in hooger beroep bij koninklijk besluit
is gehandhaafd waar dan nog bij komt dat
de vrijzinnigen in stilte wel zuljen moeten
bekennen, dat dit ministerie niet is gelijk zij
gehoopt hadden. Nu ligt in dezen meevaller
voor ons liet gevaar van wegdoezelen der
grenzen, en liet voeren van gelegenlieidspoli-
tiek. Gezonde politiek toch tracht aan eigen
beginselen ingang te verschaffen. Voor ons
is de staatkunde liet streven van hetgeen liet
leven van ons leven uitmaakt. Moge de
grondslag onzer staatkunde zijn en blijven dat
do vreeze Gods het beginsel is vaii alle wijs
heid.
Nu ligt de tegenstelling ook hierin, dat er
valsche leuzen zijn aangeheven. Niet om ons
te verheugen, dat liet met die leuzen mis liep,
wijzen wij er opmaar om in 't vervolg er
tegen tewaken. Er is namelijk bijzonder
zelfs door tegenstanders der kerk geschermd
met de Ned. Herv. Kerk en het Roomsche
gevaar. Het misleidende van eerstgenoemde
leuze is door mr. Troelstra erkend, en wat
de tweede leuze aangaat, hierover is door
mr. Cort v. d. Linden kort recht gedaan door
te zeggen, dat het de zaak der Katholieken
zelveu was hoe zij hun kerk wenscliten in te
richtengelijk prof. Holwerda (eveneens
liberaal) reeds vroeger opgemerkt had dat wie
tegen Rome is, dan maar niet Katholiek moest
worden, maar dan tevens den Katholieken
vergunnen moest Katholiek te zijn. Intusschen
de vrijzinnigen hebben die wapenen weer
weggeborgen tot zij ze in verkiezingsdagen
weer eens noodig mochten hebben. Wij be
hoeven er dus niets meer over te zeggen.
Andere zaken van actueel belang zijn f de
ministriëele crisis en het daaruit voortgekomen
kabinet Cort v. d. Lindende weigering door
de S. D. A. P. van de portefeuilles, een
weigering die trouwens te verwachten was.
Een quaestie die voor de S. D. A. P. nog wel
verdere gevolgen zal hebben. En wat de
concentratie aangaat, opgemerkt dient dat
deze te kort schoot in gevoel van verantwoor
delijkheid, ofschoon zij dit te voren had aan
gekondigd. Dit is een vergrijp, en wel met
voorbedachten rade. Minister Heemskerk had
den vrijzinnigen trouwens voorgehouden dat
wanneer zij de meerderheid bij de stembus
mochten behalen, zij daarom nog niet in staat
zouden zijn een ministerie te leveren.
Op de weigering der S. D. A. P. en het
bedanken van dr. Bos voor de opdracht volgde
een kabinet uit de drie vrijzinnige partijen,
een zich noemend extra parlementair minis
terie, de advocaat die namens de firma en de
crediteuren het accoord komt presenteeren.
Dit ministerie heeft door zijn optreden moge
lijk gemaakt den wil om machtig te zijn zonder
verantwoordelijk te zijn, gelijk inr.Loeff heelt
gezegd, een kabinet dat voor de vrijzinnigheid
de kastanjes uit het vuur haalt; waarop mi
nister Cort antwoorddewij halen wel de
kastanjes uit het vuur, doch alleen opdat
deze niet zouden verbranden. En hiertoe
belmoren dan het algemeen kiesrecht en de
staatspensioneering, volgens hem door „den
Volkswil" verlangd. Maar nu is dit niet de
meerderheid der kiezers gebleken, die behoort
aan de rechterzijde. Maar nu vergete men
niet, de regeering komt niet met haar ont
werpen bij de kiezers maar bij de Staten-
Generaalen de punten die naar voren traden
zijn afgelezen uit de programs der concentratie
en S. D. A. P. Het ministerie is derhalve
niet zoo extra parlementair als het schijnt.
Wat is nu 't program van dit kabinet?
Welk accoord wordt nu aangeboden aan de
crediteuren Welke beloften zullen verwezen
lijkt worden en welke niet?
Het hoofdpunt is iiet brengen van algemeen
kiesrecht. Nu behoeven wij hiervoor niet zoo
beducht te zijn. Immers reeds zijn 68 pet.
der mannen boven de 25 j. kiezervan de
1350 duizend zijn 450 duizend mannen waar
van 175 duizend kiezer konden zijn als zij zich
maar aangaven. Een 275 duizend zijn uitge
sloten 200 duizend wegens bedeeling enz.
En nu is 't de vraag of de minister die niet
zal blijven uitsluiten. Er schieten dus 75
duizend mannen over, die onder A. K. kies
recht zullen hebben. Zoodat de beteekenis
van A. K. niet zoo groot is als de snorkende
artikelen der vrijzinnigen zouden doen ge-
looven. Onder Staatspensioen wordt ook niet
door alle vrijzinnigen hetzelfde verstaan. Wij
hebben ernstige bezwaren tegen Treubs voor
stel gebroken wordt met de continuiteit
men wil de wetten Talma omverwerpen om
er voor in de plaats te stellen wat de vrij
zinnigen liever willen. Een slecht voorbeeld
wanneer dit voornemen slaagde, zou nog
minder tot stand komen dan nu reeds 't geval
is bij den toch reeds tragen gang der wet
gevende machine. Daarbij komt dat Trcub
uitvoeren gaat wat hij vroeger weerstond.
Wel doet bij dat op gronden, waaraan geen
beteekenis mag worden ontzegd, doch die wij
niet mogen aanvaarden. Zijn hoofdargument
is dat de invaliditeitswot Talma alleen ar
beiders ten goede komt. Een argument waar
over te spreken valt. In Duitschland en Oosten
rijk tracfit men er ook naar om anderen dan
arbeiders in de verzekering te doen deelen.
Maar de minister breidt die verzekering niet
uit, maar schrapt ze en stelt er voor in do
plaats een uitkeering aan behoeftigen. Een
ander argument van den minister is dat naar
hij voorgeeft het Staatspensioen reeds door
dê wet Talma is ingevoerd. Van die bewering
is evenwel niets aan. De desbetreffende be
paling is slechts een overgangsbepaling naast
het stelsel van verplichte verzekering, en wel
voor degenen die de 70 jaar reeds overschreden
hadden bij de invoering van de wet. Een
bepaling, die uiterlijk drie jaren werkt, wat
dus zou zijn, gesteld dat 't zoo ware, niet een
begin van Staatspensioen, maar de dood van
Staatspensioen, 't Is overigens een compliment
voor Talma dat Treub, de tegenstander van
Staatspensioen, blijkbaar zich schamend voor
zijn voorstel, dat op den rug van Talma
schuift.
zullen hem hierin weerstaan,
men niet bevreesd, want er is
vreezen, dat die Staatspensio-
uvr„uk vroeg tot stand komt, met uit
zondering alleen van de bepaling om te schrap
pen het artikel dat de wet Talma in 1916 in
werking treedt.
Minister Treub heeft ook als argument ge
bezigd, dat er geen ander was dan hij, om de
portefeuille van Landbouw op zich te nemen.
Doch wij
Overigens zij
reden om te
neering niet
Merkwaardige redoneering Extra parlemen-
tair is hij omdat hij tegen staatspensioen is,
en omdat hij extra-parlementair is wil hij het
staatspensioen brengen
Nog een grond voert de minister aan. Hij
heeft moreele en financieele bezwaren, zegt
li ij. Maar als hij nu 't bedrag van het staats
pensioen zoo klein mogelijk maakt, valt het
bezwaar wel weg. Maar dat weinige kan
meer worden en liet zal meer worden, de
S. D. A. P. heeft er reeds op gezinspeeld.
Het ontwerp geeft weinig, 't is waarf 2
en dan nog niets aan de bedeelden. Dit is
echter niet onze grootste grief. Maar wel dat
liet ontwerp in plaats van een sociale hervor
ming die de arbeiders onafhankelijk voor zich-
zeiven loert zorgen, een stelsel van afhanke
lijkheid schept en de armenzorg tot "liet nor
male verklaart.
En dan nog niet eens een goede armenzorg.
In ons land is, anders dan in Denemarken en
Engeland, de armenzorg over 't geheel kerkelijk
en Treub maakt ze tot Overheidszorg. Ook is
armenzorg meer dan 't automatisch toedienen
van wat geld. Daarbij behoort veel meer.
Spr. toont "aan, dat bij invoering van 't
stelsel Staatsarmenzorg een stuk demagogie
wordt geprogageerd, de S. D. A. P.ers zullen
bij de verkiezingen nog wel meer beloven dan
f2 aan den arbeider. Het is te voorzien, dat
bij verkiezingen voor den gemeenteraad vele
kiezers zullen gelijmd worden, wanneer de
uitkeeringen bij de gemeentebesturen berusten
en dezen zullen uitmaken wie behoeftig is,
zoodat wie voor de ruimste toepassing is van
de pensioneering de meeste kans heeft om
gekozen te worden,.en derhalve ook deze
verkiezingen zullen worden bedorven.
Spr. komt op de koloniale politiek, en her
innert aan de misleidende taktiek der vrijzin
nigheid ten aanzien van de onderwijspolitiek
in Indiö en liet beleid van den gouverneur
generaal. Deze taktiek is door minister Pleyte
verloochend. De subsidies aan liet Zendings-
onderwijs in Moliaminedaansclie streken was
den vrijzinnigen reeds lang een doorn in het
oog. Mr. Marchant sprak op een der meetings
het wordt tijd dat deze dweper van den troon
te Buitenzorg wordt verwijderd. Men be
schuldigde den minister en den gouverneur-
generaal van gedwongen kerstening der In
landers. En nu, was het voor rechts een leven
dige voldoening dat dhr. v. Kol deze beschul
diging valscli noemdeen de minister verklaarde
dat op liet terrein van het onderwijs de zaken
zouden blijven gelijk zij waren. Nog meer.
Gelijkstelling van vrij en openbaar onderwijs
werd door ons verlangd. Wij vreesden, nu
wij liet verloren hadden, dat deze gelijkstelling
voorloopig niet meer te krijgen zou zijn. En
zie de minister Cort benoemt een commissie
om deze gelijkstelling te bereiken, welke hij,
zei hij, altijd heeft voorgestaan, zoodat moreel
de schoolstrijd door ons is gewonnen, 't Is
waar, men beschuldigt ons van zekere zijde
dat wij die gelijkstelling niet willen, uit vrees
dat wij onze polititeke macht zullen verliezen.
Verbeeld u. Er wordt jaarlijks f6,000,000
minder door het Rijk uitgegeven voor de kin
dereu der bijzondere school dan voor die dei-
openbare, en die sommen zouden wij willen
verspelen ter wille van onze politieke machts
positie
Spr. wijst op de meegaandheid en tamheid
van socialisten en vrijzinnigen tegenover dit
kabinet, en noemt als voorbeelden hun houding
in zake de door minister Cort geweigerde
hoogere salarieering van de onderwijzers, de
oorlogsbegrooting, hun berusting in 's ministers
standpunt tegenover de tooneelcensuur, enz.
Resumeerende, concludeert Spr. dat gebleken
is dat de vrijzinnigen onmachtig zijn om te
verwezenlijken hetgeen zij beloofd hebben
en dat Cort v. d. Linden hetzelfde moet doen
wat in Heemskerk gewraakt werd.
Hiermee zijn wij echter niet voldaan, want
Heemskerk deed liet beter, ook schrijven wij
nog meerdere dingen op de debetzijde van dit
kabinet. En de positie van dit ministerie is bij
den zwakken aarzelenden steun van de linker
zijde, inderdaad niet sterk.
Spr. dringt aan op verdubbelden ijver onder
inroeping van den zegen des Hoeren. (Applaus.)
V Raak.
De heer Schaper achtte liet laatstleden
Vrijdag meer dan noodig, den heer Beumer
(a. r.) eens een afstraffing toe te dienen.
Dat ging, zooals begrijpelijk is, op de bekende
manier.
De heer Beumer was eigenlijk veel te jong
Kamerlid, om het woord te mogen richten
tegen Hare Majesteit de Sociaal-Democratie.
En zulks had gemelde heer toch aangedurtd.
Hij had, en zeer juist, opgemerkt, dat
Schaper, als woordvoerder der socialisten,
heel onvoorzichtig geweest was.
In welk opzicht dan
Men weet, dat thans bij de Tweede Kamer
in behandeling is de Stuwadoors- of Boot-
werkerswet.
Deze is afkomstig van minister Talma
maar de tegenwoordige minister Treub heeft
er eenige wijzigingen in aangebracht.
Daardoor is de wet, ook naar liet oordeel
der socialisten, zeer verslecht.
Om dus nu dat wetsontwerp terug te krijgen
in zijn oorspronkelijken vorm, en het werk
van het veel gesmade vorige christelijke
kabinet te herstellen, werden amendementen
ingediend ook door de socialisten.
Maar concentratie en socialisten zijn liet
immers zoo roerend eens in den laatSten tijd
Zeker, maai men moet de kiezers toch ook
een beetje in de gaten houden.
En dus amendementen tegen minister Treubs
ontwerp.
Doch tegelijkertijd wordt den heer Treub
vanwege de socialisten kennis gegeven, dat,
als de minister nu niet erg op die amende
menten gesteld is, hij niet moet verwachten,
dat de socialisten liet liern moeilijk zullen
maken, wantze zullen tbch voor de wet
stemmen
Die verklaring nu noemde de lieer Beumer
onvoorzichtig.
Immers, wat hoeft minister Treub zich nu
verder over die amendementen druk te maken?
Hij voegde er aan toe
„Men kan bemerken, dat de leider der
sociaal-democraten afwezig is, om buitenslands
te werken aan zijn boek over de ministers-
portefeuilles. Hij kan dit dóen, omdat hier
het signaal op veilig staat en dank zij den
steun der sociaal democraten de portefeuilles
van de Ministers geen gevaar loopen."
Die was raak
Dat bleek ook spoedig.
Schaper kreeg het woord, en zou Beumer
eens afstraffen.
Hij deed dat op een prikkelende manier
trachtte den lieer Beumer belachelijk te maken
sprak van „een hoop stommiteiten" bij waar
schuwde hem er voor, toch niet al te „vrij
moedig" te worden, want zijn vrijmoedigheid
kon licht in „omgekeerde verhouding staan
tot zijn kennis van de politieke situatie in dit
parlement", enz.
De lieer Beumer diende van antwoord.
Hij verklaarde de waarschuwing van den
heer Schaper niet noodig te hebben, en
waarschuwde hem op zijn beurt.
In liet Kort Verslag lezeu we„Voor de
tweede maal waarschuwt spr. den lieer
Schaper, dat hij hem telkens zal geven, wat
hij verdient."
Verder
„Wanneer de lieer Schaper zegt, dat
sprekers vrijmoedigheid niet in verhouding
staat tot zijn kennis, dan antwoordt Spreker,
dat in deze Kamer niemand den heer Schaper
in ongepaste vrijmoedigheid overtreft, terwijl
toch velen grooter kennis bezitten. Het was
ook de heer 8cliaper, die, hetzij tegen leden
van rechts, hetzij tegen de geheele rechterzijde,
uitdrukkingen bezigde als„smerige bende",
„getneene troep".
Zoo had de lieer Schaper niet veel succes
met zijn censuur op den heer Beumer.
Ons dunkt, dat de woorden van den laatste
raak waren. 2.
i T 1